Sanchez Torres weer
overmand door twijfels
Amerika
beloofde
land
Nederlandse
coureurs
Volhouder
ZATERDAG 19 APRIL
Deze week is het er dan eindelijk van ge
komen. De sportwereld moet verder zon
der de bondscoach die het 't langste heeft
volgehouden: Wim van Heumen. Elf jaar
bestierde de gezellig ogende Brabander
Nederlands beste hockeyploeg. Maar
zelfs in hel conservatieve métier van de
sport met de ongezonde kromme rug en
de merkwaardig gevormde stok komt
aan alles een eind. Waar in de topsport-
regionen de prestatie doorgaans toch
voorop staat heeft Van Heumen het nog
lang volgehouden. Elf jaar. Het is niet
niks. Het is lang. Té lang. Dat beseften
zelfs de blauwe blazers, de grijze en ge
ruite broeken en de gedekte stropdassen.
In Engeland bestaat de uitdrukking
..that's no cricket", wal zo veel betekent
als: dat behoor ie niet te doen. In ons
land gold kennelijk jarenlang de variant
„that's no hockey". Want hoe mager de
palmares van de ploegen van Van Heu
men de laatste jaren ook waren, aan
diens positie werd niet getornd. Van
Heumen was gewoon Van Heumen en
Van Heumen was goede maatjes met
leeftijdgenoten in het bondsbestuur. En
wat goede maatjes betekenen in de sport
is maar al te zeer bekend. Het drinken
van een gezellige borrel met andere bla
zers kan dan belangrijker worden dan
het hoog van de toren kunnen blazen met
klinkende hockey-preslaties.
Wim van Heumen was niet alleen de
waarschijnlijk het langst in de historie in
functie zijnde bondscoach, hij was boven
al een gezellige zuiderling. En zijn van
niet al te veel stalen vuisten voorziene
aanpak deed het best bii hockeyers, voor
wie boert en jolijt tenslotte hoog in het
vaandel staan geschreven. Wat is er na
melijk niet gezelliger dan na afloop van
een buitengewoon prettig hockey-duel
aan de bar van het clubhuis nog een wijle
aangenaam vertoeven met spelers van de
tegenpartij. Onder het motto: gezellig
heid kent geen tijd.
Een motto dat Wim van Heumen als
geen ander tol het zijne heeft gemaakt.
Hij doorkliefde bijkans het gehele lucht
ruim van aeze aardkloot om met zijn
jongens weer ergens ter wereld de sticks
te kruisen met andere naties. Dat was ui
terst gezellig altijd. Want niet alleen de
gezelïigheia kende geen grenzen, de fi
nanciële mogelijkheden van de bond
evenmin. Altijd de beste hotels, de meest
comfortabele vluchten, de beste restau
rants. Het kon niet op.
Jammer was alleen dat hockey zich voor
al in op velerlei punten nogal primitieve
landen als India en Pakistan in een grote
populariteit kan verheugen. Hetgeen in
die elf jaar nogal wat bezoekjes aan eta
blissementen betekende, waar hel met de
hygiëne niet zo nauw wordt genomen.
En dal maakte hockey tot een nóg onge
zonder bezigheid dan het normaal ge
sproken al is. Want lopen met een krom
me rug is één ding, spelen met een door
allerlei krampen samengetrokken maag
iets nog véél vervelenders.
Maar voor Wim van Heumen was dal
slechts een kleine bijkomstigheid. Hij
klaagde nimmer over dat soort proble
men, maar als meevoelend bondscoach
voerde hij die omstandigheden nog wel
eens aan als excuus voor de matige ver
richtingen van zijn spelers. Zelf had bij
er geen last van - hij accepteerde de li
chamelijke ongemakken als een logisch
voortvloeisel van de pikant gekruide
maaltijd in het Pakistaanse of Indiase
eethuis, waar de hockeyers hun broodno
dige versterking van de inwendige mens
en de noodzakelijke verstrooiing kwamen
zoeken.
Dat was onder ons gezegd ook een van
de belangrijkste redenen voor Wim van
Heumen om zich zó lang mogelijk vast
te klampen aan de stoel van bondscoach.
Waar in elke andere sport de verant
woordelijke man na een soortgelijke
reeks verrichtingen al lang zijn biezen
had kunnen pakken bleef Van Heumen
vorstelijk zitten. Omdat een toernooi in
eigen fand leuk is, maar een evenement
in het een of andere exotische oord nog
attractiever. Hetgeen uiteindelijk bete
kende dat de hockeyers nog slechts schit
terden door het bijwonen van culinaire
en niet door het etaleren van sportieve
hoogstandjes. En dat schoot uiteindelijk
zelfs de bfazers, de grijze en geruite broe
ken en de gedekte stropdassen in het ver
keerde keelgat. Onder het motto: een
kruik gaat zo lang te water tot die barst.
Er tekende zich trouwens in het zo or
dentelijke hockey-wereldje een aardige
parallel af met de voetballerij, zoals be
kend de tak van sport bij uitstek waar de
koppen van trainers en bondscoaches
even frequent rollen als dé hockeyers uit
vliegen. Bij de KNVB was tot voor kort
sprake van een driemanschap: Michels,
Beenhakker en Advocaat. De KNHB ken
de het trio (Van) Heumen, Bellaart en
Koppelaar. Een drietal namen, waarbij
naast een zekere overeenkomst in ritme
ook sprake was van een ongeveer op de
zelfde leest geschoeide aanpak. De eerste
was de verantwoordelijke man, maar de
legeerde dagelijkse details aan de colle
ga's. Tot zover de overeenkomst. Bij de
voetballers verdween de tweede man om
plaats te maken voor de eerste, bij de
hockeyers gebeurt waarschijnlijk het om
gekeerde.
Aan de feitelijke situatie verandert het
nauwelijks iets. Zowel voetballers als
hockeyers moeten op het nulpunt weer
beginnen. Waarbij de hockeyers een
streepje voor hebben op hun rechtop spor
tende collega's. Zij krijgen binnenkort
weer de beste vaderlandse hockeyer, Tom
van 't Hek, m hun midden. Die ging ooit
weg om Van Heumen. die mi weg is en
daarmee wellicht de beste beslissing uit
zijn hele carrière nam. Waarmee hij zich
nu echt en helemaal alleen aan zijn poli
tieke loopbaan kan wijden. En wellicht
nog ooit wethouder kan worden van Den
Bosch. Want één ding was al wel duide
lijk: Van Heumen is in elk geval een vol
houder.
BUYS
BARCELONA - Naar Spanje. Dat
was jaren lang meer dan een
Iroom voor Manuel Sanchez Tor-
is. Zonder precies te kunnen om-
hrijven wat hem zo deed hunke-
en naar een terugkeer naar zijn ge-
'rteland, veranderde dat verlan-
;en gaandeweg in een obsessie. Tot
lij na een mislukte flirt met Real
[adrid vorig jaar eindelijk zijn zin
eeg. Valencia stond bij hem op
IJde stoep en was bereid het kleine
miljoen dat FC Twente voor zijn
publieksspeler vroeg, op te hoesten.
Vier jaar lang spelen bij een ploeg
'idie Europees voetbal nastreeft
«maar had hij dat al niet veel vaker
gehoord?), een ambiance van volle
(stadions en terug in het land waar
hij maar geen afstand van kon
jdoen. Kon het mooier?
Manuel Sanchez Torres weet inmiddels
Is geen ander dat elke medaille twee
;anten heeft. Van alle fraaie plannen is
:ot op heden maar bitter weinig terecht-
lekomen. De liesblessure, die fors verer-
:rde in zijn laatste (halve) wedstrijd
oor FC Twente heeft hem bijkans het
ehele seizoen achtervolgd. Vaak speelde
_riij toch, op pakweg dertig procent van
7 zijn kunnen, omdat het publiek van Va-
/ilencia zijn nieuwe aanwinst nu eenmaal
|£vlin actie wilde zien. Maar pas sinds an-
maand is hij echt fit en bewijst
ook waarom Valencia in hem een
pü topper meende te herkennen.
;fS, Sanchez Torres, op nieuwjaarsdag zesen-
Nf twintig jaar geworden, kon in die korte
periode Valencia evenwel niet uit de pe-
U-i] narie helpen. Net zo min als de vervan-
1^5 ging van trainer Oscar Ruben Valdez
KCjjiets heeft uitgehaald. Ook met de terug
ei keer van Alfredo di Stefano, die enkele
1 jaren geleden nog met zijn ploeg in Brus
sel de UEFA-Cup binnenhaalde ten kos
te van Arsenal, ontkwam Valencia niet
aan een onvrijwillige valpartij naar de
tweede divisie. De kansloze nederlaag
"Ai van 3-0 tegen Barcelona bezegelde een
week geleden goeddeels het lot van Va
lencia, dat daarna door de 0-0 van con
current Cadiz tegen Betis Sevilla defini
tief uit de hoogste afdeling tuimelde. En
net als jarenlang bij FC Twente wordt
Manuel Sanchez Torres weer overmand
door twijfels over zijn toekomst.
^Vertrouwen
l "Zaterdagmiddag vijf our, enige uren
voor de wedstrijd Barcelona-Valencia.
De selectie van Valencia heeft kwartier
ge maakt in Gran Hotel Calderon, vaste
k |ipleisterplaats van de club bij bezoekjes
aan tegenstanders in Barcelona. Manuel
A Sanchez Torres deelt er een kamer met
igglUrruti, naast hem de enige aanvaller te-
gen FC Barcelona in het imposante
Nou-Campstadion. Hij is niet pessimis
me jtisch, twee zeges op rij hebben het ver-
rij ttrouwen goed gedaan na een periode
a- jwaarin kommer en kwel met elkaar om
u- de voorrang streden. „Het was meer een
n- avontuur, ik heb er altijd van gedroomd.
Ik ben Spanjaard, wil daar voetballen,
e- daar laten zien- wat ik kan. En het voet-
-n Bal op zich is schitterend. Volle sta-
dions. gewoon te gek. Het is hartstikke
(meegevallen, alleen die blessure, die
e- operatie. Ik weet zeker dat als die er niet
el ;geweest waren, we nooit in zo'n situatie
el als nu terechtgekomen waren".
n PHOENIX - Voor Nederlandse
i, autocoureurs lijken de Verenigde
Staten het beloofde land. Arie
Luyendijk was in 1981 een van de
lt eerste buitenlandse coureurs.die in
Amerika hun geluk beproefden.
Anno 1986 is de rijder uit Óss in
Amerika een bekend man die tien
maanden van het iaar Milwaukee
als woonplaats heeft. In zijn spoor
volgde vorig seizoen Jan Lammers,
e de in eigen land zo vaak verguisde
I stuurman.
De 29-jarige Zandvoorter, drie keer
Europees kampioen in verschillende ca
tegorieën, wilde rijden en niet in de
wachtkamer zitten voor een plaatsje in
de formule-1. Afgelopen weekeinde
startte het Nederlandse duo in de 200
1 mijl van Phoenix, de opening van de
strijd om het Amerikaans racekampi
oenschap (CART), de grote tegenhanger
van de Europees georiënteerde formule-
7 1-competitie om het wereldkampioen-
schap. Een race, waarin de een met pech
j en de ander na een lichte crash moest
7 uitvallen.
Luyendijk, die met vrouw Mieke en
zoon Arie junior gelukkig is in Milwau
kee, de koudste stad van de Verenigde
Staten, voelt zich intussen een echte
Amerikaan. Slechts de gezelligheid van
Nederland trekt hem rond de jaarwisse-
j ling nog naar het ouderlijk huis in
Noord-Brabant, waar vader Jaap hem
j ooit besmette met het snelheidsvirus.
„Aan deze kant van de Oceaan ligt mijn
carrière. Het leven is hier goed, het geld
ook. Ik ben een laatbloeier. Dat geeft
hier niet. Rijders worden hier tot op ge-
vorderde leeftijd gewaardeerd. Ervaring
telt zwaar. Voor een beroepscoureur is er
Manuel Sanchez Torres, in de tijd dat hij
nog voor Twente speelde. Tegenwoordig
komt hij uit voor het Spaanse Valencia,
maar hij heeft dit seizoen nauwelijks
kunnen spelen vanwege een hardnekkige
blessure.
„Hier heeft ook echt alles tegengezeten,
vanaf het begin. Het is natuurlijk waar
deloos als je niet fit bent en ziet dat het
zo slecht gaat. Ik had gehoopt hier veel
meer te bereiken, maar het heeft de club
en mij gewoon niet meegezeten. Eerst
werd ik geopereerd, de andere aankoop
had om de twee weken wat en die inter
national, Roberto, moest ook al onder
het mes. Dat hebben ze gemerkt. Nu is
weer zo'n beetje het hele elftal bij elkaar
en draait het ook aardig. De laatste twee
wedstrijden gewonnen én goed gespeeld
ook. Ook ik".
„Het schijnt gewoon dat ik een enorm
lange herstelperiode nodig heb. In 1980
na die operatie wilde Twente me zelfs
uitlenen aan Heracles, weetje nog? Maar
als ik er eenmaal doorheen ben, dan gaat
hel weer uitstekend. Ik denk dat dat ge
woon bewezen is. Maar ik was net weer
een beetje lekker in vorm en toen kreeg
ik dit weer. Nou ja, je moet alles mee
maken. Al kom je uiteraard niet met de
gedachte naar Spanje om te degraderen.
Maar als het tegenzit, is er niet veel aan
te doen".
Somber verhaal
Toen hij nog in het diepste dal zat, liep
hij een Nederlandse verslaggever tegen
het lijf. Een somber verhaal over Manu
el Sanchez Torres was snel gemaakt.
Maar de lieden die nog altijd denken dat
„Manuelo" desnoods kruipend weer
naar Enschede terugkeert, hebben wat
hem betreft ongelijk. „Zelfs mijn moe
der belde heel ongerust op om te vragen
of ik het werkelijk zo slecht naar mijn
zin had als in dat voetbalweekblad
stond. Indertijd was ik inderdaad som
ber, maar nu is er een hoop ten goede
veranderd. Op dit moment zeg ik: ik heb
het hartstikke fijn hier".
„Wat het verschil is? Twee maanden, ge
leden nog zei ik: ik voel me rot, ik ben
niet fit, ik speel niet, ik voel me niet lek
ker en ik heb daar in Twente zo'n mooie
tijd gehad. Op dit moment zeg ik: ik
voel me stukken beter, het gaat met het
voetballen prima en de mensen zijn gek
op me. Vorige week nog een staande
ovatie gehad! Dat is niemand meer over
komen na Mario Kempes. Moet je na
gaan, dat is schitterend. Maar wat heb je
aan zo'n ovatie als je er wordt uitgeke-
geld?"
„Di Stefano moet nu maar gaan bouwen
aan wat de vorige trainer al voor ogen
had: een sterk team. Want ondanks het
feit dat we nog niet goed op elkaar zijn
ingespeeld zijn er toch veel mogelijkhe
den".
Geen zege
Van die mogelijkheden blijkt die avond
in de wedstrijd tegen Barcelona weinig:
slecht voetbal en de zege komt er dan
ook bij lange na niet. Barcelona is, vier
dagen voor de return met IFK Gothen
burg, oppermachtig in het eigen stadion,
met Bernd Schuster in de absolute
hoofdrol. De Westduitser verdeelt en
heerst en wie hem zo aan het werk ziet
kan het alleen maar betreuren dat. het
enfant temble van het Westduitse elftal
de WK in Mexico laat lopen.
Alle inzet van Sanchez Torres, die het
aanvallend vrijwel alleen moet doen, is
vergeefs. Barcelona houdt de afstraffing
beperkt tot doelpunten van Urban6, Pi-
chi Alonso en Schuster. Sanchez Torres,
die met nummer 7 als laatste het veld
opkwam, is er na negentig minuten ook
het eerst weer af. Als hij uit de kleedka
mer komt, krijgt hij ettelijke microfoons
voorgehouden om de Spaanse sportpers
zijn verhaal te laten registreren. Achter
hem in de kleedruimte concludeert Di
Stefano dat Barcelona „voetbal van een
andere planeet" heeft gespeeld. Manuel
Sanchez Torres zegt te weinig vechtlust
bij zijn collega's te hebben gesignaleerd.
„Het is gewoon in de benen geslagen,
niet te geloven. Barcelona speelt woens
dag alles of niks tegen IFK Gothenburg,
maar deelt vanavond wel de schoppen
uit".
De hoop van Valencia en Manuel San
chez Torres om degradatie alsnog te ont
lopen is ijdel. Cadiz haalt een dag later
het benodigde punt tegen het bevriende
Betis. Valencia, jaren lang een topclub,
daalt af naar de grauwe massa van de
tweede divisie. En Manuel Sanchez Tor
res kan zich afvragen of zijn toekomst
echt in de sinaasappelstad ligt.
„Ik ben prof, maar voor alles houd ik
gewoon van voetbal. Waar ik lekker
speel voel ik me altijd thuis. Als het
maar meezit, lekker gaat en de mensen
om mij heen blij zijn. Dat is enorm be
langrijk. Is het anders, dan probeer ik
het te veranderen".
„Bij Valencia heb ik een tijd de mensen
tegen gehad. Omdat ik niet presteerde.
Dat begrijp ik, wat ze hebben toch ge
lijk? Wat heb ik hier te zoeken als ik
niks laat zien? Maar gelukkig heb ik be
wezen dat ik wel degelijk kwaliteiten
heb, dat ik kan voetballen en nou zijn ze
blij met me en laten ze dat ook blijken.
Maar ik ben hier natuurlijk niet naar
toegekomen om in de tweede divisie te
gaan voetballen. En wat heeft Valencia
eraan om me dan vast te houden, vier
jaar lang veel geld te betalen, daar heb
ben ze in feite niets aan. Het zal trou
wens toch heel moeilijk worden de club
in leven te houden. Zoveel schulden,
enorm, dat je er niet uit komt als je dit
elftal houdt. Verkopen lijkt me de enige
oplossing, maar in Spanje weet je nooit
of ze dat ook echt doen. Voorlopig kan
ik alleen maar afwachten. Maar ik ben
er altijd nog doorheen gekomen, dat zal
me nu ook lukken".
PAUL VAN DER VOORT
Jan Lammers wil
gerespecteerd worden
als coureur, niet als
de aanbrenger van
een sponsor.
ëaidóc&xrumit
Arie
Luyendijk
doet het
voortreffelijk
in de
Amerikaanse
racerij. Hij
veroverde
vorig seizoen
de titel van
„Nieuwkomer
van het Jaar".
Op de foto:
een pitstop
tijdens de
jongste 500-
mijlsrace
van
Indianapolis.
Hij had een renstal, die hij zelf sponsor
de. Eerst Super-Vee, later Indy-car. Vo
rig jaar stortte de markt voor veevoer in.
Slechts door de persoonlijke inspanning
van Groenevelt kon ik doorgaan en mij
bij de gevestigde orde rijden. Een tweede
auto konden we niet eens op de weg
houden. Dit seizoen wordt dat allemaal
beter. We hebben een grote sponsor ge
kregen. Dat is ook nodig, want het bud
get voor een seizoen CART bedraagt
drie tot vijf miljoen dollar. Er zijn nu
twee Lola's aangekocht. Er kan meer
worden getest. Het ziet er goed uit voor
dit jaar".
Het succes is Luyendijk niet komen aan
waaien. In 1981 durfde hij als enige van
een stel uitgenodigde Europeanen geld te
investeren in een trip naar Noord-Ame-
rika'om daar een aantal races te rijden.
In 1983 keerde hij Europa definitief de
rug toe om zich geheel op de Ameri
kaanse racewereld te richten. In '84 leid
de dat tot het Amerikaans kampioen
schap Super-Vee, waarmee de naam van
Luyendijk gevestigd was. „In die tijd
heb ik een zwaar leven gehad. Ik moest
de truck met de racewagen door heel
Amerika heen sturen. Ik ben hier wel ge
stopt met sleutelen. In Europa deed ik
dat altijd zelf. Hier had ik voor het eerst
monteurs, die me overigens niets kon
den wijsmaken. Daarvoor wist ik te veel
van de techniek".
Tegenwoordig kan Luyendijk zich ook
met andere zaken dan de racewagen be
zighouden. Met de acteur David Hasel-
hoff van de tv-serie Knight Rider, heeft
hij het fonds Race for Life opgericht.
Ongeneeslijk zieke kinderen worden uit
genodigd enkele dagen mee te gaan naar
de race. Het heeft de populariteit van de
Nederlandse „Yank" zeker niet doen af
nemen.
geen beter land", zegt de tweevoudig
Europees kampioen formule-Vee. die in
1984 de Super-Vee-titel van de Verenig
de Staten veroverde.
Jan Lammers heeft het iets moeilijker
met een definitief afscheid van zijn am
bities voor de formule-1. „Het bereiken
van die tak van de autosport is voor mij
altijd nog een belangrijk doel. Deze
CART-serie is dan ook meer dan een
bruikbaar alternatief. Ik kan hier veel le
ren en weer ritme opdoen in eenzitt'ers.
Bovendien Wordt dit kampioenschap op
de Europese televisiestations vertoond.
Ik blijf in beeld", is de mening van
Lammers, die zich tot november geves
tigd heeft in de Californische badplaats
Huntingdon Beach.
Verkeerd
Het afgelopen jaar kwam Lammers tot
het inzicht dat hij zijn loopbaan als cou
reur anders moest aanpakken. „Ik kwam
tot het besef, dat ik bepaalde dingen ver
keerd deed. Ik wilde koste wat het kost
formule-1 rijden. De stallen waarmee ik
in contact kwam, waardeerden me
slechts om de sponsor die ik meebracht.
Ik wilde gerespecteerd worden als rijder.
Omdat de teams me niet echt accepteer
den, had ik nooit de goede instelling.
Daar ben ik vorig jaar achter gekomen.
Ik heb toen besloten niet meer naar
teams of sponsors te zoeken. Autoracen
is mijn vak. Wie mijn diensten op dat
gebied wil, kan komen en betalen. Acti
viteiten op andere vlakken, zoals win
kels openen en reclame maken voor
sponsors, zijn verleden tijd. Eén goede
race levert veel meer op. Daar concen
treer ik me voortaan op".
Lammers reed vorig seizoen vijf races
om hèt CART-kampioenschap. Twee
keer kwam hij uit in een Indy-car voor
het team van Armstrong, een renstal in
de marge van de Amerikaanse racerij.
Drie wedstrijden reed de Europeaan
voor Forsyth. In Laguna Seca finishte
hij als vijfde. In de laatste wedstrijd van
het seizoen, in Miami, had Lammers
zelfs de leiding tot hij iets te gretig aasde
op de winst en in het zand eindigde.
Positiever
„Ik baalde. Kans verkeken, dacht ik. He
lemaal niet, bleek later. Amerikanen
zien de zaken veel positiever. Die waren
dol enthousiast over mijn optreden. Die
houden van de instelling „winnen of
sterven". Ik kreeg zes aanbiedingen. Bij
de ene stal kreeg ik geld, de andere be
loofde uitstekend materiaal. Uiteindelijk
heb ik voor de beste mix gekozen. Ik
rijd voor Eagle, de stal van voormalig
formule-1-rijder Dan Gurney. Hij heen
als enige niet voor de in Europa gebouw
de Lola's of Marches gekozen. Gurney
heeft zijn eigen wagen geconstrueerd,
heeft daar alle faciliteiten voor. Hij heeft
alles bij de hand, tot en met een wind
tunnel. Zo goed heb ik het in mijn loop
baan nog met meegemaakt".
Lammers vormt een team met de Ame
rikaan Tom Sneva. Hij moet in de ze
ventien races van 1986 vooral voor de
prestaties op de wegcircuits zorgen. Vo
rig jaar boekte het team daar weinig suc
ces. Op de ovale banen met de steile
wanden deed de stal vorig jaar wel goed
mee. De 750 pk sterke wagens van het
team werden deze winter volgens de per
soonlijke adviezen van de Nederlander
opgebouwd. Lammers wilde op zijn
beurt wilde wat tips voor het rijden op
de ovals, een in Europa onbekend soon
circuit.
In februan deed Lammers op de kom-
baan van Daytona al de nodige ervaring
op. In de 24-uursrace in Florida reed hij
een acht ton kostende Porsche-sportwa-
gen plat. ontving een tiende van dat be
drag als salaris en ging toch als gewaar
deerde vriend de deur uit.
„In Nederland heb ik altijd goed geld
verdiend. Voor onze begrippen dus. In
de Verenigde Staten hebben dergelijke
bedragen niets te betekenen. Als je goed
bent. verdien je geld. Arie Luyendijk
wordt gewaardeerd. Die heeft straks zes
nullen op zijn bankrekening. Ook de
sfeer in Amerika is veel beter. Na slechts
enkele races kwam de kampioen. Al Un-
ser. me al opzoeken. In de formule-1
moet je niet denken dat Lauda iemand
als Huub Rothengatter opzoekt. Die wè-
reld is veel harder, kent veel meer span
ning. Vooral buiten de race".
Rust zelve
Arie Luyendijk is de rust zelve in de pit-
straat. Die houding heeft hij van nature.
Successen hebben de Brabander ook tot
die persoonlijkheid gevormd. Hij werd
vorig jaar zevende in de 500-mijlsrace
van Indianapolis, de belangrijkste wed
strijd in de States. Hij veroverde daar
mee de titel ..Rookie of the Year". De
nieuweling van het jaar verdiende alleen
al met die verrichting 99.000 dollar
(250.000 gulden). Zijn totale prijzengeld
vorige jaar. toen hij ook over de hele
CART-competitie gezien als beste
nieuwkomer werd geklasseerd, bedroeg
312.628 dollar.
„Een deel van dat geld heeft ons team
hard nodig. Eind '83 kwam ik in contact
met Aat Groenevelt, een Nederlander
die in krachtvoer voor dieren handelt.