Sanchez Torres weer overmand door twijfels Amerika beloofde land Nederlandse coureurs Volhouder ZATERDAG 19 APRIL Deze week is het er dan eindelijk van ge komen. De sportwereld moet verder zon der de bondscoach die het 't langste heeft volgehouden: Wim van Heumen. Elf jaar bestierde de gezellig ogende Brabander Nederlands beste hockeyploeg. Maar zelfs in hel conservatieve métier van de sport met de ongezonde kromme rug en de merkwaardig gevormde stok komt aan alles een eind. Waar in de topsport- regionen de prestatie doorgaans toch voorop staat heeft Van Heumen het nog lang volgehouden. Elf jaar. Het is niet niks. Het is lang. Té lang. Dat beseften zelfs de blauwe blazers, de grijze en ge ruite broeken en de gedekte stropdassen. In Engeland bestaat de uitdrukking ..that's no cricket", wal zo veel betekent als: dat behoor ie niet te doen. In ons land gold kennelijk jarenlang de variant „that's no hockey". Want hoe mager de palmares van de ploegen van Van Heu men de laatste jaren ook waren, aan diens positie werd niet getornd. Van Heumen was gewoon Van Heumen en Van Heumen was goede maatjes met leeftijdgenoten in het bondsbestuur. En wat goede maatjes betekenen in de sport is maar al te zeer bekend. Het drinken van een gezellige borrel met andere bla zers kan dan belangrijker worden dan het hoog van de toren kunnen blazen met klinkende hockey-preslaties. Wim van Heumen was niet alleen de waarschijnlijk het langst in de historie in functie zijnde bondscoach, hij was boven al een gezellige zuiderling. En zijn van niet al te veel stalen vuisten voorziene aanpak deed het best bii hockeyers, voor wie boert en jolijt tenslotte hoog in het vaandel staan geschreven. Wat is er na melijk niet gezelliger dan na afloop van een buitengewoon prettig hockey-duel aan de bar van het clubhuis nog een wijle aangenaam vertoeven met spelers van de tegenpartij. Onder het motto: gezellig heid kent geen tijd. Een motto dat Wim van Heumen als geen ander tol het zijne heeft gemaakt. Hij doorkliefde bijkans het gehele lucht ruim van aeze aardkloot om met zijn jongens weer ergens ter wereld de sticks te kruisen met andere naties. Dat was ui terst gezellig altijd. Want niet alleen de gezelïigheia kende geen grenzen, de fi nanciële mogelijkheden van de bond evenmin. Altijd de beste hotels, de meest comfortabele vluchten, de beste restau rants. Het kon niet op. Jammer was alleen dat hockey zich voor al in op velerlei punten nogal primitieve landen als India en Pakistan in een grote populariteit kan verheugen. Hetgeen in die elf jaar nogal wat bezoekjes aan eta blissementen betekende, waar hel met de hygiëne niet zo nauw wordt genomen. En dal maakte hockey tot een nóg onge zonder bezigheid dan het normaal ge sproken al is. Want lopen met een krom me rug is één ding, spelen met een door allerlei krampen samengetrokken maag iets nog véél vervelenders. Maar voor Wim van Heumen was dal slechts een kleine bijkomstigheid. Hij klaagde nimmer over dat soort proble men, maar als meevoelend bondscoach voerde hij die omstandigheden nog wel eens aan als excuus voor de matige ver richtingen van zijn spelers. Zelf had bij er geen last van - hij accepteerde de li chamelijke ongemakken als een logisch voortvloeisel van de pikant gekruide maaltijd in het Pakistaanse of Indiase eethuis, waar de hockeyers hun broodno dige versterking van de inwendige mens en de noodzakelijke verstrooiing kwamen zoeken. Dat was onder ons gezegd ook een van de belangrijkste redenen voor Wim van Heumen om zich zó lang mogelijk vast te klampen aan de stoel van bondscoach. Waar in elke andere sport de verant woordelijke man na een soortgelijke reeks verrichtingen al lang zijn biezen had kunnen pakken bleef Van Heumen vorstelijk zitten. Omdat een toernooi in eigen fand leuk is, maar een evenement in het een of andere exotische oord nog attractiever. Hetgeen uiteindelijk bete kende dat de hockeyers nog slechts schit terden door het bijwonen van culinaire en niet door het etaleren van sportieve hoogstandjes. En dat schoot uiteindelijk zelfs de bfazers, de grijze en geruite broe ken en de gedekte stropdassen in het ver keerde keelgat. Onder het motto: een kruik gaat zo lang te water tot die barst. Er tekende zich trouwens in het zo or dentelijke hockey-wereldje een aardige parallel af met de voetballerij, zoals be kend de tak van sport bij uitstek waar de koppen van trainers en bondscoaches even frequent rollen als dé hockeyers uit vliegen. Bij de KNVB was tot voor kort sprake van een driemanschap: Michels, Beenhakker en Advocaat. De KNHB ken de het trio (Van) Heumen, Bellaart en Koppelaar. Een drietal namen, waarbij naast een zekere overeenkomst in ritme ook sprake was van een ongeveer op de zelfde leest geschoeide aanpak. De eerste was de verantwoordelijke man, maar de legeerde dagelijkse details aan de colle ga's. Tot zover de overeenkomst. Bij de voetballers verdween de tweede man om plaats te maken voor de eerste, bij de hockeyers gebeurt waarschijnlijk het om gekeerde. Aan de feitelijke situatie verandert het nauwelijks iets. Zowel voetballers als hockeyers moeten op het nulpunt weer beginnen. Waarbij de hockeyers een streepje voor hebben op hun rechtop spor tende collega's. Zij krijgen binnenkort weer de beste vaderlandse hockeyer, Tom van 't Hek, m hun midden. Die ging ooit weg om Van Heumen. die mi weg is en daarmee wellicht de beste beslissing uit zijn hele carrière nam. Waarmee hij zich nu echt en helemaal alleen aan zijn poli tieke loopbaan kan wijden. En wellicht nog ooit wethouder kan worden van Den Bosch. Want één ding was al wel duide lijk: Van Heumen is in elk geval een vol houder. BUYS BARCELONA - Naar Spanje. Dat was jaren lang meer dan een Iroom voor Manuel Sanchez Tor- is. Zonder precies te kunnen om- hrijven wat hem zo deed hunke- en naar een terugkeer naar zijn ge- 'rteland, veranderde dat verlan- ;en gaandeweg in een obsessie. Tot lij na een mislukte flirt met Real [adrid vorig jaar eindelijk zijn zin eeg. Valencia stond bij hem op IJde stoep en was bereid het kleine miljoen dat FC Twente voor zijn publieksspeler vroeg, op te hoesten. Vier jaar lang spelen bij een ploeg 'idie Europees voetbal nastreeft «maar had hij dat al niet veel vaker gehoord?), een ambiance van volle (stadions en terug in het land waar hij maar geen afstand van kon jdoen. Kon het mooier? Manuel Sanchez Torres weet inmiddels Is geen ander dat elke medaille twee ;anten heeft. Van alle fraaie plannen is :ot op heden maar bitter weinig terecht- lekomen. De liesblessure, die fors verer- :rde in zijn laatste (halve) wedstrijd oor FC Twente heeft hem bijkans het ehele seizoen achtervolgd. Vaak speelde _riij toch, op pakweg dertig procent van 7 zijn kunnen, omdat het publiek van Va- /ilencia zijn nieuwe aanwinst nu eenmaal |£vlin actie wilde zien. Maar pas sinds an- maand is hij echt fit en bewijst ook waarom Valencia in hem een pü topper meende te herkennen. ;fS, Sanchez Torres, op nieuwjaarsdag zesen- Nf twintig jaar geworden, kon in die korte periode Valencia evenwel niet uit de pe- U-i] narie helpen. Net zo min als de vervan- 1^5 ging van trainer Oscar Ruben Valdez KCjjiets heeft uitgehaald. Ook met de terug ei keer van Alfredo di Stefano, die enkele 1 jaren geleden nog met zijn ploeg in Brus sel de UEFA-Cup binnenhaalde ten kos te van Arsenal, ontkwam Valencia niet aan een onvrijwillige valpartij naar de tweede divisie. De kansloze nederlaag "Ai van 3-0 tegen Barcelona bezegelde een week geleden goeddeels het lot van Va lencia, dat daarna door de 0-0 van con current Cadiz tegen Betis Sevilla defini tief uit de hoogste afdeling tuimelde. En net als jarenlang bij FC Twente wordt Manuel Sanchez Torres weer overmand door twijfels over zijn toekomst. ^Vertrouwen l "Zaterdagmiddag vijf our, enige uren voor de wedstrijd Barcelona-Valencia. De selectie van Valencia heeft kwartier ge maakt in Gran Hotel Calderon, vaste k |ipleisterplaats van de club bij bezoekjes aan tegenstanders in Barcelona. Manuel A Sanchez Torres deelt er een kamer met igglUrruti, naast hem de enige aanvaller te- gen FC Barcelona in het imposante Nou-Campstadion. Hij is niet pessimis me jtisch, twee zeges op rij hebben het ver- rij ttrouwen goed gedaan na een periode a- jwaarin kommer en kwel met elkaar om u- de voorrang streden. „Het was meer een n- avontuur, ik heb er altijd van gedroomd. Ik ben Spanjaard, wil daar voetballen, e- daar laten zien- wat ik kan. En het voet- -n Bal op zich is schitterend. Volle sta- dions. gewoon te gek. Het is hartstikke (meegevallen, alleen die blessure, die e- operatie. Ik weet zeker dat als die er niet el ;geweest waren, we nooit in zo'n situatie el als nu terechtgekomen waren". n PHOENIX - Voor Nederlandse i, autocoureurs lijken de Verenigde Staten het beloofde land. Arie Luyendijk was in 1981 een van de lt eerste buitenlandse coureurs.die in Amerika hun geluk beproefden. Anno 1986 is de rijder uit Óss in Amerika een bekend man die tien maanden van het iaar Milwaukee als woonplaats heeft. In zijn spoor volgde vorig seizoen Jan Lammers, e de in eigen land zo vaak verguisde I stuurman. De 29-jarige Zandvoorter, drie keer Europees kampioen in verschillende ca tegorieën, wilde rijden en niet in de wachtkamer zitten voor een plaatsje in de formule-1. Afgelopen weekeinde startte het Nederlandse duo in de 200 1 mijl van Phoenix, de opening van de strijd om het Amerikaans racekampi oenschap (CART), de grote tegenhanger van de Europees georiënteerde formule- 7 1-competitie om het wereldkampioen- schap. Een race, waarin de een met pech j en de ander na een lichte crash moest 7 uitvallen. Luyendijk, die met vrouw Mieke en zoon Arie junior gelukkig is in Milwau kee, de koudste stad van de Verenigde Staten, voelt zich intussen een echte Amerikaan. Slechts de gezelligheid van Nederland trekt hem rond de jaarwisse- j ling nog naar het ouderlijk huis in Noord-Brabant, waar vader Jaap hem j ooit besmette met het snelheidsvirus. „Aan deze kant van de Oceaan ligt mijn carrière. Het leven is hier goed, het geld ook. Ik ben een laatbloeier. Dat geeft hier niet. Rijders worden hier tot op ge- vorderde leeftijd gewaardeerd. Ervaring telt zwaar. Voor een beroepscoureur is er Manuel Sanchez Torres, in de tijd dat hij nog voor Twente speelde. Tegenwoordig komt hij uit voor het Spaanse Valencia, maar hij heeft dit seizoen nauwelijks kunnen spelen vanwege een hardnekkige blessure. „Hier heeft ook echt alles tegengezeten, vanaf het begin. Het is natuurlijk waar deloos als je niet fit bent en ziet dat het zo slecht gaat. Ik had gehoopt hier veel meer te bereiken, maar het heeft de club en mij gewoon niet meegezeten. Eerst werd ik geopereerd, de andere aankoop had om de twee weken wat en die inter national, Roberto, moest ook al onder het mes. Dat hebben ze gemerkt. Nu is weer zo'n beetje het hele elftal bij elkaar en draait het ook aardig. De laatste twee wedstrijden gewonnen én goed gespeeld ook. Ook ik". „Het schijnt gewoon dat ik een enorm lange herstelperiode nodig heb. In 1980 na die operatie wilde Twente me zelfs uitlenen aan Heracles, weetje nog? Maar als ik er eenmaal doorheen ben, dan gaat hel weer uitstekend. Ik denk dat dat ge woon bewezen is. Maar ik was net weer een beetje lekker in vorm en toen kreeg ik dit weer. Nou ja, je moet alles mee maken. Al kom je uiteraard niet met de gedachte naar Spanje om te degraderen. Maar als het tegenzit, is er niet veel aan te doen". Somber verhaal Toen hij nog in het diepste dal zat, liep hij een Nederlandse verslaggever tegen het lijf. Een somber verhaal over Manu el Sanchez Torres was snel gemaakt. Maar de lieden die nog altijd denken dat „Manuelo" desnoods kruipend weer naar Enschede terugkeert, hebben wat hem betreft ongelijk. „Zelfs mijn moe der belde heel ongerust op om te vragen of ik het werkelijk zo slecht naar mijn zin had als in dat voetbalweekblad stond. Indertijd was ik inderdaad som ber, maar nu is er een hoop ten goede veranderd. Op dit moment zeg ik: ik heb het hartstikke fijn hier". „Wat het verschil is? Twee maanden, ge leden nog zei ik: ik voel me rot, ik ben niet fit, ik speel niet, ik voel me niet lek ker en ik heb daar in Twente zo'n mooie tijd gehad. Op dit moment zeg ik: ik voel me stukken beter, het gaat met het voetballen prima en de mensen zijn gek op me. Vorige week nog een staande ovatie gehad! Dat is niemand meer over komen na Mario Kempes. Moet je na gaan, dat is schitterend. Maar wat heb je aan zo'n ovatie als je er wordt uitgeke- geld?" „Di Stefano moet nu maar gaan bouwen aan wat de vorige trainer al voor ogen had: een sterk team. Want ondanks het feit dat we nog niet goed op elkaar zijn ingespeeld zijn er toch veel mogelijkhe den". Geen zege Van die mogelijkheden blijkt die avond in de wedstrijd tegen Barcelona weinig: slecht voetbal en de zege komt er dan ook bij lange na niet. Barcelona is, vier dagen voor de return met IFK Gothen burg, oppermachtig in het eigen stadion, met Bernd Schuster in de absolute hoofdrol. De Westduitser verdeelt en heerst en wie hem zo aan het werk ziet kan het alleen maar betreuren dat. het enfant temble van het Westduitse elftal de WK in Mexico laat lopen. Alle inzet van Sanchez Torres, die het aanvallend vrijwel alleen moet doen, is vergeefs. Barcelona houdt de afstraffing beperkt tot doelpunten van Urban6, Pi- chi Alonso en Schuster. Sanchez Torres, die met nummer 7 als laatste het veld opkwam, is er na negentig minuten ook het eerst weer af. Als hij uit de kleedka mer komt, krijgt hij ettelijke microfoons voorgehouden om de Spaanse sportpers zijn verhaal te laten registreren. Achter hem in de kleedruimte concludeert Di Stefano dat Barcelona „voetbal van een andere planeet" heeft gespeeld. Manuel Sanchez Torres zegt te weinig vechtlust bij zijn collega's te hebben gesignaleerd. „Het is gewoon in de benen geslagen, niet te geloven. Barcelona speelt woens dag alles of niks tegen IFK Gothenburg, maar deelt vanavond wel de schoppen uit". De hoop van Valencia en Manuel San chez Torres om degradatie alsnog te ont lopen is ijdel. Cadiz haalt een dag later het benodigde punt tegen het bevriende Betis. Valencia, jaren lang een topclub, daalt af naar de grauwe massa van de tweede divisie. En Manuel Sanchez Tor res kan zich afvragen of zijn toekomst echt in de sinaasappelstad ligt. „Ik ben prof, maar voor alles houd ik gewoon van voetbal. Waar ik lekker speel voel ik me altijd thuis. Als het maar meezit, lekker gaat en de mensen om mij heen blij zijn. Dat is enorm be langrijk. Is het anders, dan probeer ik het te veranderen". „Bij Valencia heb ik een tijd de mensen tegen gehad. Omdat ik niet presteerde. Dat begrijp ik, wat ze hebben toch ge lijk? Wat heb ik hier te zoeken als ik niks laat zien? Maar gelukkig heb ik be wezen dat ik wel degelijk kwaliteiten heb, dat ik kan voetballen en nou zijn ze blij met me en laten ze dat ook blijken. Maar ik ben hier natuurlijk niet naar toegekomen om in de tweede divisie te gaan voetballen. En wat heeft Valencia eraan om me dan vast te houden, vier jaar lang veel geld te betalen, daar heb ben ze in feite niets aan. Het zal trou wens toch heel moeilijk worden de club in leven te houden. Zoveel schulden, enorm, dat je er niet uit komt als je dit elftal houdt. Verkopen lijkt me de enige oplossing, maar in Spanje weet je nooit of ze dat ook echt doen. Voorlopig kan ik alleen maar afwachten. Maar ik ben er altijd nog doorheen gekomen, dat zal me nu ook lukken". PAUL VAN DER VOORT Jan Lammers wil gerespecteerd worden als coureur, niet als de aanbrenger van een sponsor. ëaidóc&xrumit Arie Luyendijk doet het voortreffelijk in de Amerikaanse racerij. Hij veroverde vorig seizoen de titel van „Nieuwkomer van het Jaar". Op de foto: een pitstop tijdens de jongste 500- mijlsrace van Indianapolis. Hij had een renstal, die hij zelf sponsor de. Eerst Super-Vee, later Indy-car. Vo rig jaar stortte de markt voor veevoer in. Slechts door de persoonlijke inspanning van Groenevelt kon ik doorgaan en mij bij de gevestigde orde rijden. Een tweede auto konden we niet eens op de weg houden. Dit seizoen wordt dat allemaal beter. We hebben een grote sponsor ge kregen. Dat is ook nodig, want het bud get voor een seizoen CART bedraagt drie tot vijf miljoen dollar. Er zijn nu twee Lola's aangekocht. Er kan meer worden getest. Het ziet er goed uit voor dit jaar". Het succes is Luyendijk niet komen aan waaien. In 1981 durfde hij als enige van een stel uitgenodigde Europeanen geld te investeren in een trip naar Noord-Ame- rika'om daar een aantal races te rijden. In 1983 keerde hij Europa definitief de rug toe om zich geheel op de Ameri kaanse racewereld te richten. In '84 leid de dat tot het Amerikaans kampioen schap Super-Vee, waarmee de naam van Luyendijk gevestigd was. „In die tijd heb ik een zwaar leven gehad. Ik moest de truck met de racewagen door heel Amerika heen sturen. Ik ben hier wel ge stopt met sleutelen. In Europa deed ik dat altijd zelf. Hier had ik voor het eerst monteurs, die me overigens niets kon den wijsmaken. Daarvoor wist ik te veel van de techniek". Tegenwoordig kan Luyendijk zich ook met andere zaken dan de racewagen be zighouden. Met de acteur David Hasel- hoff van de tv-serie Knight Rider, heeft hij het fonds Race for Life opgericht. Ongeneeslijk zieke kinderen worden uit genodigd enkele dagen mee te gaan naar de race. Het heeft de populariteit van de Nederlandse „Yank" zeker niet doen af nemen. geen beter land", zegt de tweevoudig Europees kampioen formule-Vee. die in 1984 de Super-Vee-titel van de Verenig de Staten veroverde. Jan Lammers heeft het iets moeilijker met een definitief afscheid van zijn am bities voor de formule-1. „Het bereiken van die tak van de autosport is voor mij altijd nog een belangrijk doel. Deze CART-serie is dan ook meer dan een bruikbaar alternatief. Ik kan hier veel le ren en weer ritme opdoen in eenzitt'ers. Bovendien Wordt dit kampioenschap op de Europese televisiestations vertoond. Ik blijf in beeld", is de mening van Lammers, die zich tot november geves tigd heeft in de Californische badplaats Huntingdon Beach. Verkeerd Het afgelopen jaar kwam Lammers tot het inzicht dat hij zijn loopbaan als cou reur anders moest aanpakken. „Ik kwam tot het besef, dat ik bepaalde dingen ver keerd deed. Ik wilde koste wat het kost formule-1 rijden. De stallen waarmee ik in contact kwam, waardeerden me slechts om de sponsor die ik meebracht. Ik wilde gerespecteerd worden als rijder. Omdat de teams me niet echt accepteer den, had ik nooit de goede instelling. Daar ben ik vorig jaar achter gekomen. Ik heb toen besloten niet meer naar teams of sponsors te zoeken. Autoracen is mijn vak. Wie mijn diensten op dat gebied wil, kan komen en betalen. Acti viteiten op andere vlakken, zoals win kels openen en reclame maken voor sponsors, zijn verleden tijd. Eén goede race levert veel meer op. Daar concen treer ik me voortaan op". Lammers reed vorig seizoen vijf races om hèt CART-kampioenschap. Twee keer kwam hij uit in een Indy-car voor het team van Armstrong, een renstal in de marge van de Amerikaanse racerij. Drie wedstrijden reed de Europeaan voor Forsyth. In Laguna Seca finishte hij als vijfde. In de laatste wedstrijd van het seizoen, in Miami, had Lammers zelfs de leiding tot hij iets te gretig aasde op de winst en in het zand eindigde. Positiever „Ik baalde. Kans verkeken, dacht ik. He lemaal niet, bleek later. Amerikanen zien de zaken veel positiever. Die waren dol enthousiast over mijn optreden. Die houden van de instelling „winnen of sterven". Ik kreeg zes aanbiedingen. Bij de ene stal kreeg ik geld, de andere be loofde uitstekend materiaal. Uiteindelijk heb ik voor de beste mix gekozen. Ik rijd voor Eagle, de stal van voormalig formule-1-rijder Dan Gurney. Hij heen als enige niet voor de in Europa gebouw de Lola's of Marches gekozen. Gurney heeft zijn eigen wagen geconstrueerd, heeft daar alle faciliteiten voor. Hij heeft alles bij de hand, tot en met een wind tunnel. Zo goed heb ik het in mijn loop baan nog met meegemaakt". Lammers vormt een team met de Ame rikaan Tom Sneva. Hij moet in de ze ventien races van 1986 vooral voor de prestaties op de wegcircuits zorgen. Vo rig jaar boekte het team daar weinig suc ces. Op de ovale banen met de steile wanden deed de stal vorig jaar wel goed mee. De 750 pk sterke wagens van het team werden deze winter volgens de per soonlijke adviezen van de Nederlander opgebouwd. Lammers wilde op zijn beurt wilde wat tips voor het rijden op de ovals, een in Europa onbekend soon circuit. In februan deed Lammers op de kom- baan van Daytona al de nodige ervaring op. In de 24-uursrace in Florida reed hij een acht ton kostende Porsche-sportwa- gen plat. ontving een tiende van dat be drag als salaris en ging toch als gewaar deerde vriend de deur uit. „In Nederland heb ik altijd goed geld verdiend. Voor onze begrippen dus. In de Verenigde Staten hebben dergelijke bedragen niets te betekenen. Als je goed bent. verdien je geld. Arie Luyendijk wordt gewaardeerd. Die heeft straks zes nullen op zijn bankrekening. Ook de sfeer in Amerika is veel beter. Na slechts enkele races kwam de kampioen. Al Un- ser. me al opzoeken. In de formule-1 moet je niet denken dat Lauda iemand als Huub Rothengatter opzoekt. Die wè- reld is veel harder, kent veel meer span ning. Vooral buiten de race". Rust zelve Arie Luyendijk is de rust zelve in de pit- straat. Die houding heeft hij van nature. Successen hebben de Brabander ook tot die persoonlijkheid gevormd. Hij werd vorig jaar zevende in de 500-mijlsrace van Indianapolis, de belangrijkste wed strijd in de States. Hij veroverde daar mee de titel ..Rookie of the Year". De nieuweling van het jaar verdiende alleen al met die verrichting 99.000 dollar (250.000 gulden). Zijn totale prijzengeld vorige jaar. toen hij ook over de hele CART-competitie gezien als beste nieuwkomer werd geklasseerd, bedroeg 312.628 dollar. „Een deel van dat geld heeft ons team hard nodig. Eind '83 kwam ik in contact met Aat Groenevelt, een Nederlander die in krachtvoer voor dieren handelt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 29