Philips: Wat heet soberheid? ■k tl RRF l is. i 1 6 1 I finale Op zoek naar de grenzen van de hebzucht (2) Er komt altijd wel weer een duveltje te voorschijn" £eidóc0oivuMit ZATERDAG 19 APRIL 19861 W aar liggen de grenzen van de hebzucht? Verslaggevers Paul Koopman en Dick Hofland gingen ernaar op zoek. Vorige week lieten zij hierover de economisch- psycholoog Poiesz aan het woord. Deze sprak liever over „aspiraties" dan dat hij het woord hebzucht wilde gebruiken. In de tweede uit de reeks van drie afleveringen filosoferen vandaag directeur Bert Donia van Konsumenten Kontakt en de Philips-medewerkers drs. Van der Ben (strategische planning) en Stavast (hoofd consumentenzaken) over de wederzijdse beïnvloeding van consumenten en producenten. EINDHOVEN - Het gesprek hele maal bovenin het Philips-hoofd- kantoor is bijna ten einde als drs. Van der Ben, de strategische plan ner, even in gepeins verzinkt en dan. opverend uit zijn stoel, een nieuwe wereld schetst. „Die recente economische crisis was niet meer dan een rimpeltje", zegt Van der Ben. Vervolgt, steeds enthousiaster wordend: „Als je ziet wat er op technisch gebied nog in de pijplijn zit, dan gaan we nog de wonder lijkste dingen beleven. De ontwik keling van de superchip maakt het mogelijk dat de elektronische intel ligentie diep in de maatschappij zal binnendringen. In termen van pro- duktieprocessen staan we nog maar aan het begin van de elektronische revolutie, waarbij de produktiviteit en de welvaart nog sterk gaan stij gen". Genoeg werk aan de winkel dus voor Philips, de Nederlandse elektron ica-fa- brikant die de afgelopen jaren zijn winst wist op te voeren tot zo'n miljard gulden en naast meer „kosmetische" consumen tenartikelen zoals elektrische monddou- ches ook computers, telefooncentrale^, medische apparatuur en defensiesyste men produceert. De burgers in het Wes ten krijgen in de jaren negentig belang rijk meer geld in het loonzakje, zo ver onderstelt Van der Ben en Philips is er als.de kippen bij om tijdig voldoende nieuwe bestedingsmogelijkheden te creëren. Want, zo luidt ruwweg het opti mistische credo bij de elektronica-fabri- kant: de vernieuwing, de groei en de consumptie kent voorlopig geen grenzen. Philips zou wel de laatste partij zijn om aan te dringen op soberheid? Van der Ben, fronsend: „Wat heet sober heid? Wij letten natuurlijk wel op mi lieu-effecten, energiegebruik en veilig heid. Er zijn vele verantwoordelijkheden die je als fabrikant draagt. Maar je mag niet van ons verwachten dat we de hele opvoedingstaak van de consument voor onze rekening nemen en bijvoorbeeld zeggen: luister es. zo en zo kun Je het beste je vrije tijd doorbrengen". Zijn col lega Stavast, hoofd van de afdeling con sumentenzaken, vult aan: „Wij houden ons natuurlijk alleen bezig met datgene wat voor ons in de markt interessant kan zijn. Je zoekt altijd naar het bij el kaar brengen van een behoefte die er in potentie bij de mensen moet zijn en je technologische mogelijkheden". Proefhuishoudens Het succes van een onderneming hangt vooral hier van af: in hoeverre is een fa brikant in staat de behoeften van de consument te doorgronden en daar een pasklaar antwoord op te geven? Vandaar ook, dat een concern als Philips zo veel belang hecht aan marktonderzoek. Zo worden veel nieuwe produkten in Eind hoven eerst bij circa elfduizend „proef huishoudens" uitgeprobeerd alvorens ze op de (wereld)markt worden gebracht. In Groningen heeft Philips een testkeuken ingericht waar met videocamera's en ge luidsbanden nauwkeurig wordt geregi streerd hoe bijvoorbeeld een onvoorbe reid proefpersoon het nieuwste koffiezet apparaat bedient. Maar te stellen dat de wil - of voorkeur - van de klant altijd wet is, zou te ver gaan, zo blijkt uit het relaas van beide managers. Stavast: „Nagaan of we in een goede richting bezig zijn is een continu proces -bij ons, zeg maar vanafhel moment dat een ruw idee bij de hoofdindustriegroep wordt ingebracht, tot en met de vervaar diging van de eerste series". Van der Ben: „Maar het wordt natuurlijk veel lastiger als je met iets komt waarmee de mensen geen historie hebben. Wij heb- -ben dat gehad met het elektrisch scheer- apparaat. Op zich was dat een logische ontwikkeling uit de fietsdynamo. Maar niemand die er op zat te wachten. Ieder een schoor zich met water en zeep en dat vond men wel prima. Gelukkig zijn er toen een aantal mensen zo eigenwijs geweest om door te zetten. Daar komt toch een stuk ondernemersgeloof aan te pas. Gewoon doorgaan tot de mensen bereid zijn het te begrijpen en te probe- Wat de vraag oproept waaruit dal onder nemersgeloof dan wel niet bestaat. Van' der Ben: „Soms zal dat een intuïtie ve zaak zijn, soms maakt louter de func tie van het apparaat al duidelijk dat er een markt voor zal ontstaan. De magne tronoven bijvoorbeeld. Daar zeg je niet van: daar creëer ik effetjes in vijf jaar tijd een markt voor. Het vergt heel veel tijd de voordelen van dat produkt dui delijk te maken, daar loopt men niet massaal warm voor. Maar dat zo'n oven een wezenlijk gebrüiksnut heeft, daar zijn we wel van overtuigd, anders zou den we er niet aan beginnen". 55 DEN HAAG - De Stichting Kon sumenten Kontakt zetelt in een statig negentiende-eeuws herenhuis aan het Haagse Sweelinckplein, maar het ongetwijfeld luxueuze in terieur van weleer is inmiddels ge weken voor hedendaagse zakelijk heid. Sleetse kantoormeubelen, omkleed met stapels kranteknipsels en ordners, hier en daar schuil gaand achter de hydrocultuur, be palen de sobere ambiance van ons gesprek met directeur Bert Donia. Een ogenschijnlijk goedmoedig heerschap, dat echter op gepaste tijden het bedrijfsleven als een plaagzieke horzel kan achtervolgen. Want, zo tekent Donia meteen de verhouding met het bedrijfsleven, zonder alerte consumentenorgani saties zou de zakenwereld zich al snel te buiten gaan aan ongeoor loofde verkooppraktijken. pline van ondernemend Nederlant Donia, sussend: „Nou, nou, zo zou ik het ook weer niet willen stellen. De dis cussie is altijd weer: wie trekt er uitein delijk aan de touwtjes, de consument of de producent? De producent zegt dan: „De consument, want in allerlei markt onderzoeken gaan wij zo goed mogelijk na waar behoefte aan is". Mijn reactie op dat verhaal is dat het niet klopt. In marktonderzoeken wordt namelijk al leen gekeken naar verkoopbaarheid van produkten, naar afzetmogelijkheden. Een doelstelling die niet per se hoeft overeen te komen met de wensen en be hoeften van de consument. Trouwens, als het waar is wat het bedrijfsleven be weert, zouden er geen consumentenorga nisaties in Nederland zijn met samen bijna een half miljoen leden. Me dunkt dat we het druk genoeg hebben met het Economisch-psycholoog dr. J. Poiesz heeft in een gesprek met ons gezegd: ..Mensen hebben een diepliggende be hoefte aan variatie. Alleen al daarom ko pen ze een radio met nel één knopje meer Daar speelt u bewust op in? Van der Ben: „Uiteindelijk moet de on dernemer natuurlijk de beslissing nemen of hij een bepaald produkt maakt of niet. Maar daarbij zal hij toch altijd zo goed mogelijk op de behoefte van de consument proberen in te spelen. Dat is uiteindelijk ook in zijn eigen belang. Al leen kan de individuele consument niet meer naar de fabrikant gaan en zeggen: aan de orde stellen van allerlei zaken die niet door de beugel kunnen". Wat schort er dan aan die marktonder zoeken dat u zo veel te doen hebt? „Bedrijven werken met allerlei testmark ten waarop ze artikelen uitproberen. Maar kennelijk werkt dat toch niet goed. Getuige de grote hoeveelheid produkten die steeds weer mislukken. Als je nagaat dat acht van de tien nieuwe produkten het niet halen, dan wordt er toch kenne lijk niet perfect aangesloten bij de be hoeften van de consument. Al met al is er sprake van een niet geringe maat schappelijke verspilling. Waarbij de con sument lang niet altijd weet waar hij aan toe is. Welk videosysteem gaat het uit eindelijk redden? Dat zijn heel vervelen de dilemma's". Gemanipuleerd Je zou ook kunnen zeggen dat de consu ment vandaag de dag blij mag zijn met zo'n' enorme keuzevrijheid. Uiteindelijk bepaalt hij toch aan welk produkt hij de voorkeur geeft? „Natuurlijk kun je stellen: kijk, daar zit 'm nou de macht van de consument. Hij velt uiteindelijk het Salomonsoordeel. Maar zo simpel ligt het niet. De produ centen proberen consumenten voortdu rend - omdat er voor hen zoveel op het spel staal - bij hun aankoopbeslissingen te bejnvloeden. Neem die hele vernieu wingsdrang in de audioapparatuur. Eerst had je kleine geïntegreerde apparaten, toen moest alles los gekocht worden, vervolgens was het „in" om de hele boel in een pontificaal „rack" te stoppen en tenslotte werd het bon-ton om kleine au- diokubusjes ergens discreet in je kast te verstoppen. Je maakt mij niet wijs dat de consumenten op die ontwikkeling hebben aangedrongen. Dat is gestuurd en gemanipuleerd met het doel meer te verkopen". Je zou kunnen zeggen dat het modieuze zus en zo wil ik het hebben, zoals de ge goede burgerij in het ambachtelijk tijd perk nog kon doen. Nu kunnen dank zij de massaproduktie meer mensen aan de welvaart deelnemen, maar daarvoor is noodzakelijkerwijs wèl een stukje in spraak ingeleverd. Overigens komen we met de nieuwste flexibele produktietech- nieken weer dichtbij het punt waarop je de consument individuele produkten kunt leveren, maar dat is een heel ander verhaal". Consumenten worden niet actief betrok- zich tegenwoordig uitstrekt over een steeds groeiend terrein van produkten zo als auto's, stereo-apparatuur. telefoons? „Juist, het heeft zich verbreed. De le venscyclus van apparatuur wordt steeds korter. Als je bedenkt dat er voor som mige apparaten al na anderhalf jaar geen onderdelen meer te krijgen zijn, dan vraag je je af: wie profiteert uiteindelijk van die ongebreidelde vernieuwing? Nu wil ik hier geen betoog houden voor een statische samenleving, waarin alles blijft zoals het is. Maar wat ik wel wil zeggen is dat te zelden de vraag wordt gesteld: betekent vernieuwing ook verbetering? In Zweden bijvoorbeeld worden alleen nog medicijnen toegelaten als ze werke lijk nieuw of beter zijn. Maar in Neder land kennen we nu al zo'n tweeduizend verschillende medicijnen, waarvan er hooguit veertig echt nodig zijn". Festivals In reclame wordt niettemin steeds weer de suggestie gewekt, dat we echt iets nieuws beleven. „Het is een bekend verhaal dat de bood schap van de reclame en de werkelijke functie van het aangeprezen produkt steeds verder uit elkaar groeien. Diep- vrieskisten zijn bijvoorbeeld in Neder land aan de man en de vrouw gebracht onder het motto dat ze geld besparen. Nu is dat maar zelden het geval omdat ze, wat iedereen inmiddels weet. energie vréten! Nog kwalijker vind ik de nieuw ste verkoopmethoden zoals telefonische colportage en prijzenfestivals". Wippend op zijn stoel: „Daar kan ik echt beroerd van worden hoor!". Prijzenfestivals spelen wel succesvol in op de wensdroom van veel mensen om in één klap en zonder veel moeite rijk te worden. „Precies. En inspelen op diepliggende menselijke eigenschappen noem ik struikroverij op de menselijke geest. Die ondertoon van: u bent uitgekozen, u bent zeer geschikt, in feite hebt u de poet al binnen als u nu alleen nog maar Wij vechten al jaren tegen die mislei ding. maar tegelijk ben ik me ervan be wust dat er na die festivals wel weer an dere duveltjes te voorschijn komen. Mensen zullen altijd via reclame en ver kooptechnieken gemanipuleerd worden, dat is eigenlijk de essentie van mijn ver haal". U bedoelt dat in reclame op een kunst matige manier behoeften in het leven worden geroepen? „Wij denken dus dat er inderdaad spra ke is van een kunstmatig kweken en op fokken van behoeften, bijvoorbeeld door ,in reclame te suggereren dat je er niet buiten kunt, dat het goed is voor je kin deren, dat de buren het ook hebben of dat het modern is. Tien wasprogram ma's. terwijl je er maar vijf gebruikt. Het is dan aan ons om tegengas te geven". U zegt in feite dat consumenten niet per definitie hebzuchtiger zijn geworden, maar dat wel steeds handiger op heb zucht wordt ingespeeld? „Inderdaad, al heb ik moeite met dat woord hebzucht. Dat heeft een beetje de smaak van hebberig en schraperig, maar ik geloof toch niet dat we het consump tiegedrag van de mensen zo moeten ty peren. Dat heeft meer te maken met de wens die toch in iedereen leeft om het zo gerieflijk en comfortabel mogelijk te hebben. En laten we wel wezen: dat is gewoon menselijk. Op zich vind ik dat geen negatieve eigenschap, zo lang we de maatschappelijke consequenties van ons koopgedrag maar niet uit het oog verlie zen. En gelukkig zie je dat men zich steeds meer gaat afvragen: wat doet een bepaald produkt, hoeveel energie ge bruikt hei, is het giftig of niet? Die ver dergaande vermaatschappelijking, dat is toch wel positief. Daar ben ik persoon lijk erg blij om". artikelen': Stavast, op een licht teleurgestelde toon: „Jawel, maar de inbreng van de consu ment valt erg tegen. Ik heb mensen van consumentenorganisaties eens uitge daagd om mee te denken bij de ontwik keling van een stofzuiger. „Zeg maar hoe je het wilt hebben", was de uitnodiging, maar daar kwam bitter weinig uit. Wij moeten zélf meer onderzoeken, dan dat zij er spontaan mee komen. Achteraf merkje natuurlijk wel aan de verkoop of een artikel als succesvol wordt beoor deeld of niet. Pas als de mensen iets kunnen zien, iets wat af is, weten ze of ze het willen hebben. Dat is nu eenmaal U stelt zich niet de vraag of het goed is dat er behoefte bestaat aan een produkt? Zo is er op een bepaald moment behoefte ontstaan aan DDT. maar daar zijn we achteraf toch met z'n allen niet zo blij mee. Van der Ben, verongelijkt: „De behoefte en de koopkracht liggen bij de consu ment. Als je daar als fabrikant niet op inspeelt, dan ben je toch nergens? Na tuurlijk activeren wij dingen. Maar wat je aanbiedt moet toch ten minste inspe len op een potentiële behoefte? Je kunt toch geen behoeften activeren die er niet zijn?". Maar u vraagt zich dus niet af: levert dit produkt. waaraan misschien een behoefte bestaat maar waarvan de mensen nog niet weten dat ze het willen hebben, een wezenlijke bijdrage aan de samenleving? Van der Ben: „Wij vragen ons af: heeft het een functie in het huishouden of in het genoegen dat men er aan beleeft? Anders loop je geweldige risico's als mocht blijken dat een produkt toch niet aanslaat, alleen al vanwege de enorme kosten die je moet maken. Wal uw meer ethisch getinte vraag betreft staan wij op het standpunt dat het niet ónze taak is voor mensen keuzes te maken. Kijk, vanuit het oogpunt van volksgezondheid is het natuurlijk veel gezonder op de fiets naar je werk te gaan dan met de auto. Maar niettemin zullen de autofa brikanten auto's blijven aanbieden. Er zijn weer andere instanties voor die dan roepen: mensen, ga toch alsjeblieft op de fiets zitten". Banket Het moet ons toch vooral duidelijk zijn, zo benadrukt planner Van der Ben, dat Philips en de andere elektronica-fabri- kanten niet als hoofdmachinisten van de consumptiemachine geschetst kunnen j worden. Consumenten-elektronica levert- een zeer wezenlijke, maar bescheiden bijdrage aan de samenleving. En veel ar- tikelen zoals de telefoon, ijskast en was- machine, die vroeger als luxe-artikel werden beschouwd, kunnen vandaag de dag toch niet meer als zodanig worden I aangemerkt? Van der Ben: „Het valt me op dat men zo snel bij elektrotechnische spullen te recht komt als gedacht wordt aan luxe- bestedingen. Maar wist u dat in banket en chocolade in Nederland evenveel om- I gaat als in elektrotechnische artikelen? I Van textiel en kleding, dat in al zijn va- riatie ook luxe is, wordt zelfs ruim drie maal zoveel omgezet. Van de totale con sumptie gaat ongeveer twee procent naar de elektrotechnische zaken!". We hebben het natuurlijk vooral over hebbe-dingen. Dan kom je al snel bij keuken- en huiskamerapparatuur terecht. Van der Ben: „Maar wat dacht u dan van woninginrichting? Dat zijn toch al lemaal dingen die we om ons heen ver zamelen, terwijl elektrotechnische spul len een wezenlijke functie vervullen. Een we-zen-lijke functie! Ga maar eens kij ken in een bejaardencentrum. Zonder deze ontwikkelingen hadden ze er geen kleurentelevisie gehad". Misschien was dat veel gezelliger Stavast, lachend: „Ik betwijfel het. Maar goed, ik zal een ander voorbeeld noe men. Denk eens aan alarmsystemen voor bejaarden. Allerlei voorzieningen voor gehandicapten. Daar hoeven we toch niet over te discussiëren?" Dat de techniek een oplossing biedt voor veel problemen zullen we niet ontkennen. Wat ons wel verwondert is dat de indus trie er steeds weer in slaagt nieuwe pro blemen te signaleren en op te lossen, waardoor weer nieuwe problemen en be hoeftes ontstaan. Een machine, die zich zelf in stand houdt en steeds sneller gaal draaien. Waar gaat het heen met de con sumptie in het Westen, zo vraag je je dan af Van der Ben: „De ontwikkelingen gaan inderdaad steeds sneller. Ik denk dan ook, dat er erg veel van het aanpassings vermogen van de mensen gevergd zal worden. Maar dat is nu juist het boeien de van de hele mensheid: je bent met z'n allen op weg, en je maakt met z'n allen deel uit van een bepaalde ontwikkeling. Ik moet zeggen, ik heb veel respect voor mensen die daar niet aan mee willen doen, maar ik verwacht toch niet dat het een massaal verschijnsel wordt. De drang naar vernieuwing en om nieuwe dingen te beleven en ervaren is zo enorm grootMensen blijken nu een maal bijzonder creatief te zijn als het er om gaat hoe geld moet worden uitgege ven". FOTO'S: TJERK HERINGA PAUL KOOPMAN DICK HOFLAND

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 26