De leeuw die piepte Waar komt de wasmachine vandaan? Eerste ROZENBURG - „De muis die brulde", luidde de titel van het flinterdunne filmbaksel dat handel de over een Europees bergvolkjé waarmee de Verenigde Staten van Amerika op een krankjoreme wijze in oorlog kwamen. Mag het, omge keerd, vandaag even een leeuw zijn die piepte? Want daaraan doet het verhaal van Hare Majesteits Korte- naer denken. Een reünie wil Joop Henneveld, zelf ooit opvarende van deze torpedojager, mobiliseren. Driehonderd pikbroeken zoekt hij die dertig jaar geleden samen met hem patrouilleerden doorheen de wateren van wat toen nog Neder lands Nieuw-Guinea heette. Verovering door Indonesië dreigde, de vroegere Gordel van Smaragd waarvan nog slechts een door blote Papoea's be mande boerekool resteerde om de wond van verloren koloniale glorie te pappen. Het was de opdracht van Hare Majes teits Kortenaer te helpen bij het afwen den van die oorlogsdreiging. Negentien maanden lang kweten schip en beman ning zich klein maar dapper van hun taak. De buit? Een enkel Indonesisch prauwtje dat een armzalige poging waag de om infiltranten binnen te smokkelen die de blote Papoea's tot het Merdeka van Soekamo moesten bekeren. De Ne derlandse leeuw die piepte. Een beeld dat zich blijft opdringen, zelfs bij wie verder geen syllabe te kort wil doen aan de politieke en militaire misgreep van het drama Nieuw-Guinea zoals zich dat later, in de vroege jaren zestig, zou ont vouwen. Is dat nou een reünie waard? „Zeker", glimt Joop Henneveld (52 jaar oud al weer) bij wie de glunder niet van het ge laat valt weg te zandstralen. Waarom? Twee redenen blijken ervoor te bestaan. De eerste heette kapitein-luitenant ter zee Piet Cool die het commando voerde. De tweede: het trouwlustige karakter van de bemanning die Hare Majesteits Kortenaer opstuwde over de woelige ba ren. De aanstaande reünie zal voor veel voormalige opvarenden tevens de vie ring van hun dertigste huwelijksverjaar dag betekenen. Dubbele herinneringen. De samenloop zal er niet vreemd aan zijn dat Hennevelds plannetje met zo veel geestdrift ontvangen is. „Uit Den Haag, uit Zwolle, overal komen de reac ties vandaan. Want de bemanning is na het afzwaaien over heel het land uitge waaierd. Hier, brieven van een vroegere matroos uit Enschede. Die man is niet meer te stuiten in zijn enthousiasme. Drie keer in de week schrijft hij me, zo veel herinneringen komen bij hem bo ven sinds hij van de reünie heeft ge hoord. Maar het gekke is: uit Friesland en Groningen hoor ik bijna niks, terwijl toch veel van de jongens daar vandaan kwamen. Meer dan de helft heb ik er in middels teruggevonden. Schitterend toch? Maar dat ik zo weinig uit het noorden hoor, dat begrijp ik niet goed". IJZERVRETER Die commandant Piet Cool. Wat was Boven: Het was koud, heel koud toen de HM Kortenaer afgebikt en opgepoetst de haven van Den Helder verliet om koers te zetten naar Nieuw- Guinea. Rechts: Twee officiële redenen heeft de heer Henneveld om de bemanning van de Kortenaer bijeen te roepen voor een reünie. Maar in zijn hart heeft hij nog een derde reden: hij is altijd gek gebleven op die oude torpedojager waarvan nog slechts herinneringen zijn gebleven plus een model in de woning v daarmee dat hij Hare Majesteits Korte naer tot zo'n bijzonder schip bestempel de? Hij blijkt al een aantal jaren geleden overleden .te zijn en van de doden niets dan goeds. In de pronte doorzonwoning aan de Rozenburgse Rivierenlaan haast Hennevelds vrouw Erna zich dan ook te waarschuwen: „Voorzichtig, Joop, denk aan zijn weduwe". Joop echter: „De waarheid mag gezegd. Juist omdat hij zo'n ijzervreter was, een echte houwde gen, eentje die er verschrikkelijk de wind onder hield, werden de mannen zo hecht aaneen gesmeed. Hare Majpsteits Korte naer was een vreselijk streng schip. Een snor? Een baard? Geen sprake van. Daar wilde die ouwe gewoon niks van horen. Zal ik u een sterk verhaal vertellen? He Hollandia van die dagen. Een zooitje ba rakken was het met die golfijzeren da ken. Niks te beleven, maar dan ook he lemaal niks. Daar mochten we dan één keer in de week gaan passagieren. Op zondagmiddag. In kort wit, zoals dal heette, met van die katoenen ziekenhuis kousen aan. Wollen kousen krimpen tenminste nog in de was, maar deze gin gen er juist van lubberen. Stond die ouwe daar met een verrekijker op de brug om te zien of we soms met afgezak te kousen liepen. Stel je voor, midden in de wildernis. En als hij je betrapt had, ging je subiet op parade zodra je voet aan boord had gezet. Zo heette die straf. Dan moést je stram in de houding aan dek. In de loeiende zon, Ja. Dat deed hem niks". Gedeelde smart is halve smart. Juist door het Spartaanse juk van comman dant Cool groeide er op de Kortenaer een sfeer van lotsverbondenheid die der tig jaar na dato een reünie rechtvaardigt. Maar met de trouwlustige inborst van de bemanning, hoe zat het daarmee? Hen neveld, zelf pijlsnel in de huwelijkssloep gesprongen voordat hij zich begin 1956 op Hare Majesteits Kortenaer inscheepte teneinde er te dienen als matroos eerste klas, grijnst verlegen boven zijn gesoig neerde ringbaard. „Kijk, als je getrouwd was, kreeg je een tropenwedde van vier honderdnegentien gulden in de maand. Een heel bedrag voor die dagen. Als vrij gezel ving je maar tweehonderdvijfenze- ventig gulden. Dat leek ons mooi meege nomen, dus ik zeg tegen Erna met wie ik toentertijd al ging: kom op, meid, laten we er nog snel even inspringen. En een heleboel anderen van de jongens zijn na tuurlijk op precies dezelfde gedachte ge komen. Wat wil je? Knullen van tweeën twintig waren we en we wisten dat we al dat geld zouden overhouden. Want wat viel er in Hollandia nou helemaal uit te geven? Konden we ons na het afzwaaien mooi in de spulletjes steken. Ja, zo rede neerde je in die tijd". torpedo Maar in zijn hart heeft Henneveld nog een derde reden om een reünie te willen organiseren. Hij is altijd een beetje gek gebleven op Hare Majesteits Kortenaer. Springt op en gaat van boven boeken ha len waarin de wapenfeiten van de jager staan opgetekend. „Wist u dat de Korte naer op 26 december 1943 de eerste tor pedo heeft afgevuurd op het Duitse slag schip Scharnhorst? Zeker wel. Hij heette toen de Scorpion en was speciaal door de Engelsen gebouwd om de konvooien te beschermen die naar Moermansk voe ren om de Russen te bevoorraden. Een schip voor winterse omstandigheden zo gezegd. Voor arctische wateren. Vreselijk goed geïsoleerd. Dat is later in Nieuw- Guinea uitstekend van pas gekomen. Veertig graden boven nul was daar heel ZATERDAG 5 APRIL 1 Ooit vuurde Hare Majesteits Kortenaer de eerste, histori sche torpedo af op het beruchte Duitse slagschip Scharn horst, daarmee de Atlantische Oceaan vrij makend voor de geallieerde konvooien. Later, in de wateren van Nieuw- Guinea, bleef echter de krijgsbuit beperkt tot een armza lige prauw. Voor de driehonderd opvarenden niet iets om echt op terug te kijken. Maar toch een reünie. De voor malige matroos eerste klas Joop Henneveld denkt dat vooral de schim van ijzervreter Piet Cool de verzameling pikbroeken in zijn ban zal houden. en pijlen geruild tegen zware shag. Dat pruimden die Papoea's graag. Al die ruilhandel moest van kapitein Cool eerst op het halfdek. Daar ging de dokter er dan met een ontsmettingsmiddel over heen. Aan de wal gaan was er natuurlijk niet bij". ScHARRIGSTE Ging het er daar in de wateren van Nieuw-Guinea niet al te rustig toe voor houwdegen Cool? „Nou nee, hij heeft' ons bezig gehouden, zeg. De ene schie toefening na de andere. Of landingsoefe ningen met bestormingen, want we had den geen mariniers aan boord, dus die taak moesten wij erbij doen. Ik was de scharrigste aan boord, maar mooi dat die ouwe uitgerekend mij altijd met de zware brengun van wel tien kilo liet zeu len in plaats van met een karabijn, zoals de anderen. Of hij hield ineens op volle zee een zindelijkheidsinspectie. Dan moest iedereen in zijn lange witte pak door het schip banjeren. Nou, als je maar naar zo'n pak keek, zaten er al ve gen op. En wanneer iedereen niet snel genoeg klaar stond, ging de hele inspec tie over. Mede door dat soort dingen was de Kortenaer zo'n vreselijk streng schip". De thuisvaart ving in mei 1957 aan. „Daar hebben we verschrikkelijk pech mee gehad. Hare Majesteits Groningen zou ons komen aflossen en daarna zou den wij een heel mooie reis maken via Hawaii en het Caraibisch gebied. Maar de Groningen was de haven van Den Helder nog niet uit of hij overvoer de Texel 24, een stalen viskotter. Zijn hele voorpiek was kapot. Dat heeft voor ons een maand uitstel betekend en van die mooie reis is niks terecht gekomen. Mèt een noodvaart zijn we teruggekeerd via het Suezkanaal. Drie dagen passagieren in Colombo - volgens mij een rotstad - en een halve dag op Malta. Dat was al les. Tot overmaat van ramp raakten we door ons bier heen en op Malta was al leen van die Engelse limonade in kogelf lesjes te krijgen. Een ramp, want denk erom dat er bij de marine een lekker potje bier gedronken wordt. Dat houdt de boel draaiende". Op 4 september 1957 om kwart over elf 's morgens meerde de Kortenaer af op ligplaats 38 in Den Helder en ving het grote verstrooien aan. De meeste opva renden hebben elkaar sindsdien niet meer teruggezien. Tg druk met spulletjes kopen waarschijnlijk. De Kortenaer zelf ploegde nog enige tijd voort door de woelige baren. Zo nam hij in 1961 deel aan een actie tegen Indonesische torpe do-motorboten met infiltranten in de Et- nabaai. Maar het einde naderde. In 1963 werd de jager, geroemd om zijn snel heid, voor 54.652 gulden naar Belgié verkocht en in Gent gesloopt. Zijn schim echter - schroot, door de herin nering geassembleerd - zal de aanstaan de reünie danig overheersen. Hij en de schim van ijzervreter Cool met zijn ver rekijker. „Ik denk dat ik helemaal niets bijzonders zal hoeven organiseren", zegt Henneveld op de valreep van het ge sprek. „Het zal wel uitdraaien op praten en nog eens praten. We zullen nergens anders aan toekomen, vrees ik". PIET SNOEREN de vaart om helemaal klaargemaakt te worden voor Nieuw-Guinea. Met pneu matische hamers hebben we hem van voor naar achter kaalgebikt. Stel je voor, een schip dat honderdzestien meter lang en tien meter breed was. Vervolgens hebben we hem opnieuw geverfd. Als om door een ringetje te halen zag hij er uit. Fonkelnieuw. Nou, dat hebben we geweten. Toen we op de heenreis Beiroet aandeden, werd daar een soort wed strijdje gehouden. Wie het mooiste oor logsschip in de haven was. Wij wonnen natuurlijk, want de Kortenaer glom als een spiegel. Kapitein Cool apetrots op die uitverkiezing. Bij elke volgende ha ven die we aanliepen, moesten we voort aan de hele buitenkant van de schuit op nieuw in de verf zetten. Balanceren op zo'n stellingplankie waar de grote haaien onderdoor zwommen. Er is vanwege de ouwe wat verf gesmeerd op dat ding". Zo arriveerde dit maritieme pronkjuweel uiteindelijk in Nieuw-Guinea. Waar zo'n serene rust bleek te heersen dat Henne veld er moeite mee heeft zich na dertig jaar iets vermeldenswaardigs te herinne ren. Dat komt misschien op de reünie. „O ja, die ene prauw. Daar zaten zeven infiltranten en wat wapens in. We heb ben ze zonder slag of stoot aangehouden en opgebracht naar Sorong. Maar dat was het wel. Of het moet die keer ge weest zijn dat we vijf dagen de Asmatri- vier zijn opgevaren. Daar waren kort te voren negenentwintig Papoea's gekop- pesneld en wij moesten erheen als een soort machtsvertoon - om te laten zien dat er op ze gelet werd. We zijn door die moerassige delta gevaren tot we bij de betreffende kampong waren, en daar een middag voor anker gegaan. Anthony van Kampen was ook aan boord die later dat beroemde boek over Nieuw-Guinea heeft geschreven. We hebben er speren normaal. Maar hoewel de Kortenaer niet eens airconditioning had, was het er pri ma uit te houden". Die eerste torpedo. „U moet weten dat de Scharnhorst een heel beroemd slag schip was. De schrik van de Atlantische Oceaan waar hij de geallieerde konvooi en teisterde nadat hij bij het uitbreken van de oorlog uit Frankrijk had weten te ontsnappen. Wel: in december 1943 maakten vier Engelse oorlogsbodems jacht op die Scharnhorst. Heel hoog in het noorden was dat, boven Noorwegen. Het gevecht is de historie ingegaan als de Slag bij Noordkaap. En het is de Kor tenaer geweest die het historische eerste schot heeft gelost. Meteen raak. De Scharnhorst kwam lam te liggen en toen heeft de Duke of York het werk kunnen afmaken. Het slagschip is bijna met man en muis vergaan. Van de tweeduizend opvarenden hebben er maar vijfendertig dit zeegevecht overleefd. Voor de Engel sen betekende het een wapenfeit van le vensbelang. De ondergang van de Scharnhorst markeerde het einde van de Duitse heerschappij op de Atlantische Oceaan. Voortaan konden de konvooien uit Amerika vrijwel ongehinderd over steken om de manschappen en het mate riaal aan te voeren die nodig waren voor de grote invasie in Normandié het jaar daarop". De mooiste Na de oorlog werd de Scorpion bij de ge decimeerde Koninklijke Nederlandse Marine in dienst gesteld en tot Korte naer herdoopt, naar de vermaarde Gro ningse vlootvoogd Egbert Meussen Kor tenaer. Het achtste marineschip van die naam werd hij: zijn voorganger was in februari 1942 bij de Slag om de Javazee door de Japanners tot zinken gebracht. Henneveld: „Eind 1955 ging hij dus uit De geschiedenis in huis (11) Enig idee hoe de mensen etenswaren koel hielden voordat elk huis z'n koelkast had? Was het bekend dat de rolveger nooit was uitgevonden als een handelaar in porselein niet toevallig allergisch voor stof zou zijn geweest? In de serie over het huishouden en huishoudelijke zaken is het vandaag de beurt aan de wasmachine. Maandag is wasdag. Deze traditie wordt in een groot aantal huizen nog hoog ge houden. Maar waarom die maandag? Vóór de uitvinding van wasmachines, centrifuges en droogtrommels, beteken de het doen van de was voor een gemid deld gezin werk voor de hele week. Za terdags werd de vuile was gesorteerd. Op de dag des Heren stond het wasgoed in de week. 's Maandags ging het in de tobbe en werd het met zeep op het was bord bewerkt. Daarna werd het buiten te drogen gehangen en werd de witte was op het bleekveldje in de zon te bleken gelegd. Op woensdag werd het wasgoed gevouwen. Op donderdag en vrijdag ge mangeld, gestreken en geperst. Intussen had de vuile was zich weer opgestapeld. Deze wekelijkse routine heeft nog tot voor kort in menig huishouden bestaan. Heel vroeger vereiste de wasdag een tocht naar de rivier of naar een pomp. In de open lucht deden vrouwen geza menlijk de was; hard werk, maar ook ge zellig en „informatief'. Steeds meer hulpmiddelen hebben sindsdien de was- taak verlicht: mangel (sinds begin 18e eeuw), pers, wasbord, stampers enzo voort. De eerste wasmachine dateert uit 1850. Dit was een uiterst primitief toestel, be staande uit een houten tobbe en een ver ticale wasstamper die heen en weer be wogen moest worden. Daarna zijn aller lei modellen bedacht, bijvoorbeeld een schommelwasmachine die zich het best laat beschrijven als een groot hobbel paard. Die machines werkten allemaal met handkracht. Pas in 1914 werd voor het eerst een elektrische motor inge bouwd. Overigens was dat aanvankelijk een nog al riskante onderneming want de combi natie water-elektriciteit vereist een be veiliging die men toen nog niet kende. Een ander probleem was het warm ma ken van het water. De eerste wasmachi nes voorzagen in een kolenvuurtje. Wat later werd gas gebruikt. Pas rond 1925 werd het water koken met behulp van elektriciteit uitgevonden. Toen versche nen ook de eerste Amerikaanse combi naties van wasmachines met - langza me - centrifuge. De grote wasserijen mechaniseerden reeds rond de eeuwwisseling met stoom machines. De verbreiding van huishou delijke wasmachines kwam pas na 1930 op gang. Jukebox-fabrikant Seeburg Co uit Chicago kwam op het idee om de wasmachine, net als zijn jukeboxen, van programma's te voorzien zodat ze min of meer zelfstandig de was konden doen. Na de oorlog deed de wasmachine ook in Nederland haar welkome intrede. Dank zij de volledig automatische, soms zelfs sprekende wasmachines van nu is de was niet langer een weektaak. En de maandag dus niet meer per definitie een gehate wasdag MAURITS VAN ROOIJEN Scldócöoutant'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 25