Houwaart verknocht aan Club Brugge Zeevissers zijn niet happy op het droge Bier inal 'Ëeidóc Qowtcunt ZATERDAG 29 MAART 1986 Professionele sporters zijn al sinds men senheugenis als de dooa voor dokters. Al thans aie medici, die zijn ingehuurd om uit te vissen of atleten wellicht uit een potje of buisje verboden middelen hebben gesnoept. Met het oogmerk het eigen prestatieniveau wat meer allure te ver schaffen. En daardoor aan de anonimi teit te ontstijgen. Of wat nog aantrekke lijker is: commercieel interessant te wor den. En laten we eerlijk zijn: een investering van zeg een paar tientjes in een duister medicijn wordt buitengewoon lucratiej als daar vervolgens een sponsorcontract van enige tienduizenden guldens tegen over staat. Ik moet toegeven, even de me dische kant van de zaak buiten beschou wing gelaten, dat het verleidelijk is een beetje talent wat op te krikken door wat anabolen of amfetaminen op het dage lijkse menu te zetten. Want stel ie eens voor: je bent atleet, je traint je elke avond urenlang het apezuur in een krachthonk en plengt ontelbare zweetdruppels. Maar je komt geen steek verder, terwijl je op een ranglijst ziet dat je in eigen omgeving als een van de bete ren staat geklasseerd. Stel je verder voor dat je Erik de Bruin heet of Ria Stalman. De namen zijn na tuurlijk puur willekeurig gekozen, maar een verhaal wint altijd aan overtuigings kracht als je er een paar bekende namen tegenaan gooit. Waarmee je zelfs niets suggereert, maar slechts de theoretische mogelijkheid schetst. Goed, je heet Erik of Ria en je wilt ook wel eens een paar aardige wedstrijden in het buitenland doen, dan moet je wat. Al was het maar onder het motto: de concurrentie zit ook niet stil. Dan volgt de rest. Dat grote toernooi is eindelijk daar, maar je weel dat er greti ge doktoren klaar staan om het minste spoortje stimulerend spul op te sporen. Met de hardnekkigheid die een beter doel zou verdienen. De arts-atleet-relatie ter discussie. De medicus als onderdeel en beschermer van de blazer-moraal. Je moet wel als een Tom Poes te werk gaan om niet de kans te lopen die medaille oj dat nationale record onmiddellijk weer prijs te moeten geven als je wordt be trapt. De atleet in zijn jacht op eremetaal, er kenning en eerzuchtbevestiging. De arts in zijn streven naar zegt hij) zuiverheid, zedelijkheidsbewaking, maar ook zelfbe vestiging. Het blijven niet met elkaar in overeenstemmine te brengen problemen. Zeker doordat de commercie een stevige vinger in de pap heeft. En de toeschouwer wil ook waar voor zijn geld. Dus het olympische motto „Sneller, hoger, ver der" blijft hoe het ook zij de drijfveer voor de atleet. En als de eigen fysieke vermogens te kort schieten willen enige peppende pitamientjes nog wel eens hel pen. Wat mij betreft wordt er voor eens en al tijd een eind gemaakt aan dat bevoog dende gedoe. Als een sporter dan zo no dig de top wil halen en de farmaceutische industrie kan daar een handje bij helpen, laat ze toch. Als een sporter zijn eigen li chaam naar de verdoemenis wil helpen is dat zijn zaak. En als deze aanpak leidt tot een pakkender publiekspresentatie is het zeljs nog meegenomen ook, heb ik wel eens een cynicus horen zeggen. Ik kan daar in komen als het maar niet leidt tot uitwassen. Ijshockeyers, die el kaar een kopje kleiner trachten te maken met een stick, voetballers, die de enkel van een opponent vermorzelen of wielren ners, die elkaar het ravijn in rijden. Het opmerkelijke is overigens aat erken de slikkers, atleten, vrijwel nimmer met elkaar in handgemeen raken. Het enige lichamelijke contact tussen deze sporters is doorgaans de handreiking op het ere podium. En dat is natuurlijk prima. Er is nóg een reden om die dopingcontro les kritisch te bejegenen. De wetenschap holt altijd achter de feiten aan. En zo'n race wint een witte jas natuurlijk nooit van een aërodynamisch pak. Die ongelij ke wedstrijd houdt zelfs veel gevaar in. Want zodra de artsenij weer in staat is een verboden middeltje op te sporen heeft de sporter al lang een greep gedaan in het medicijnkastje. In de wetenschap dat het weer eeuwen duurt voor dat spul aan de oppervlakte kan worden gebracht. In dit licht bezien trok eerder deze week een ANP-berichtje mijn aandacht. Een zekere dokter Pef Serrarens had de op zienbarende onthulling gedaan dat bier een prima middel is om de gang van za ken tijdens de dopingcontrole wat te be spoedigen. Er zijn nu eenmaal moeilijke plassers. En dat schijnt zeker te gelden, volgens Pef voor oudere sporters. Gelooi de en tanige spelers zouden zo weinig vocht in hun lichaam hebben dat ze soms urenlang aan het vat moeten gaan liggen lurken om een urine-staaltje te produce ren. Maar dat schijnt meneer Serrarens een normale methode te vinden. Hij vertelt zelfs in dat verband de anekdote van een ijshockeyer, die na een tiental pijpjes bier te hebben genuttigd laveloos kon worden afgevoerd. En zelfs de volgende dag niet eens meer kon spelen. Het enige dat ik kan bedenken als ik zo'n huisapotheekhouder hoor is: waar om heeft ae in eigen kring zo onvolpre zen medische wetenschap nog niet een pilletje ontwikkeld dat het piasprobleem binnen een paar minuten oplost? Mis schien iets voor Serrarens? Als hij zo ver nog ooit eens komt heb ik er wel een naam voor: Pef-pil. BUYS wijze kiezen. Zoals hij in de Europa- Cupwedstrijd uit tegen Bayern Miinchen ook zonder aanvallers speelde. „Die kans bestaat", zegt Houwaart. Die dan overigens niet boos zal zijn. Want: „Arie is een toffe jongen, een fijne gast. Hij doet het op zijn manier. En ik doe het weer anders. Heb ik geen problemen mee. Kijk, de fout ligt eigenlijk bij de clubbesturen die een trainer na ccn paar nederlagen onmiddellijk ontslaan. Wat dat betreft heb ik het bij Brugge dus goed getroffen". Gevraagd naar zijn toekomstwensen meldt hij dan ook: „Ik hoop dat ik nog minstens tien jaar bij deze club mag werken. Ik ben eigenlijk toch wel een beetje aan Brugge verknocht. Ik voel me een familielid van de club". En: „Ik ben een gelukkig man. Omdat ik voetbal leuk vind, is het ook niet erg om hard te werken. En dan is er soms even weinig tijd om plezier te maken. Maar die rim peltjes hier op mijn gezicht zijn niet van ouderdom. Die zijn gelukkig van het la chen". DENNIS MULKENS 1986 pvn KNOKKE - Nederland heeft een paar aardige badplaatsen, maar België weet ook van wanten. Knokke oogt tamelijk sjiek en telt tal van recreatiemogelijkheden. Vlak naast het vogelre servaat de Zwin heerst vooral rust. En daarom ook heeft Henk Houwaart, trainer van Club Brugge, zijn selectie aan de vooravond van eerst een belangrijk bekertreffen met Lierse SK en later de competitiewedstrijd tegen Anderlecht, in Au- berge St. Polle ondergebracht. naturaliseerde voetbaltrainer („Ik heb helaas weinig tijd om naar Den Haag te gaan") heeft in zijn trainersloopbaan voortdurend successen geboekt. Dat kan dus geen geluk meer zijn. „Ik", zegt de ex-international, „werk natuurlijk ook keihard. Het leven staat voor mij in het teken van het voetbal. Elke dag ben ik er mee bezig. Als je wat wilt bereiken in het leven, moet je nu eenmaal hard zwoegen". de enten „Bij belangrijke wedstrijden zitten we hier in afzondering", meldt Houwaart in zijn ruim bemeten hotelkamer, waar zoon Henk - Henkie in de wandeling en bijna basisspeler bij Club Brugge - zich later bij hem zal voegen. „Sfeer is in de sport een belangrijke factor. Ik probeer daar zo veel mogelijk aan te doen. Een partijtje golf en vanavond bijvoorbeeld een quiz. Dat hoort er gewoon bij". „Vroeger", gaat hij terug in de tijd, „was het allemaal veel gezelliger. Toen werd er ontzettend veel gelachen. De tijden zijn veranderd, het draait nu aan de top allemaal om het geld". Maar omdat Houwaart vindt dat er ook gelegenheid voor ontspanning moet zijn, probeert hij toch zo veel mogelijk saamhorigheid in het elftal te brengen. „We hebben in het stadion een eigen bar. Ik verwacht van de spelers dat ze keihard werken. Maar na de wedstrijd mag iedereen een pintje drinken. Sterker nog: dat moet gewoon". Houwaart houdt het die middag zelf op een campari-soda. In verband met het ^bekertoernooi, maar vooral het treffen van vanavond tegen Anderlecht ligt er een druk op zijn schouders. Want hoe wel Houwaart niet bekend staat als ie mand die aan zwaarmoedigheid ten on der zal gaan, realiseert hij zich ook dat het trainersvak verplichtingen kent. „Soms merk je dat dit vak ongezond kan zijn", zegt hij. „Dan word ik ns nachts vaak wakker. Krijg ik pijn aan mijn maag. Ik mag eigenlijk blij zijn dat ik niet rook". Uniek Overigens hoeft Houwaart zich voorlo pig over zijn eigen toekomst ook weer niet al te druk te maken. Want het be stuur van Club Brugge legde hem halver wege dit seizoen nog eens voor vijf jaar vast. Aan de top van het internationale voetbal een tamelijk uniek gegeven. „Vaak worden trainers de straat op ge schopt als het even tegen zit", zegt Hou waart, wiens Belgische tongval zijn Haagse afkomst niet verbergt. „Ik heb het met Brugge zeer goed getroffen. Het bestuur heeft vertrouwen in mij. Ik mag zelf alles bepalen. Kan in alle rust wer ken. Soms hoor ik een hele tijd niets van de beheerraad. Dan bel ik zelf maar eens. Een ideale situatie". Die hij overigens natuurlijk ook zelf heeft afgedwongen. Want de tot Belg ge- Zoons Dat weet ook zpon Henk, die sinds het begin van dit seizoen bij Club Brugge op (zoals dat in België heet) niet-amateur- basis aan de selectie is toegevoegd. Het geen betekent dat hij geen contract heeft, maar wel een zekere vergoeding ont vangt. Henk Houwaart ziet mogelijkhe den in zijn voetballende zoons Henk en jeugdinternational Michael. „In het be gin was Henkie verlegen, maar hij toont steeds meer lef. Als zijn karakter meer op dat van mij zou gaan lijken wordt hij een hele grote". En Henk (19) zelf: „Ik kom pas kijken. Had geluk dat ik bij mijn invalbeurt te gen Antwerp gelijk scoorde. In het begin vond ik het allemaal een beetje eng. Je vader als trainer. Dan wordt er al snel geroddeld. Maar ik doe mijn best. Hoop dat ik volgend seizoen een contract krijg aangeboden. Ik heb het naar mijn zin in Brugge. Nederland trekt me eigenlijk niet. Ik vind het leuk om op bezoek te gaan in Den Haag. Maar ben blij als ik weer in België ben. De mensen zijn hier ook zo vriendelijk". Trainer Henk vindt het geen probleem met zijn zoon te werken: „Hij moet be ter zijn dan een ander. Voor hem is het wellicht een nadeel. Maar ik trek hem echt niet voor. Ik zorg er voor dat hij met beide beentjes op de vloer blijft. Henkie woont nog bij mama, mijn ex- vrouw. Dus ik zie hem niet elke avond. Hij krijgt gewoon elke morgen, zoals alle spelers, van mij een hand". Jaloers Henk Houwaart weet dat velen hem het succes misgunnen, al zullen ze het nooit recht in zijn gezicht zeggen. „Die men sen heb je altijd. Ze zijn jaloers. Ik be- Rechts: Henkie Hou waart is blij met zijn eerste competitiedoel- punt in het duel met Antwerp. grijp dat eigenlijk niet. Ik probeer er voor te zorgen dat het mij goed gaat. Als het een ander dan nog beter gaat, vind ik dat prima. Iedereen mag van mij veel ?eld verdienen en gelukkig zijn", louwaart kan boeiend vertellen over voetbal. Geeft toe dat zijn bedrijfstak de laatste jaren internationaal gezien aan kwaliteit heeft ingeboet. Maar België, dat zich voor het WK plaatste, heeft met nog twee in de strijd gewikkelde Europa- Cupdeelnemers over succes niet te kla gen. Al moet ook Houwaart natuurlijk toegeven dat in zijn nationale competitie het resultaat wel eens al te nadrukkelijk ondergeschikt wordt gemaakt aan het kijk- en speelgenot. „Brugge probeert het Ajax van België te zijn. Ik vind het schitterend wat Cruijff bij Ajax doet. Wij proberen zelf ook al tijd met drie spitsen te spelen. We vallen aan. Dat was ook de opdracht van het bestuur. De beheerraad zei: Henk, je Henk Houwaart: „Ik ben een gelukkig man". hoeft geen kampioen te worden. We wil len aanvallend voetbal. En dat vind ik dan prima. Ik denk dat de clubs die met één spits spelen en hopen op een foutje van de tegenstander toch op de lange termijn verliezer zijn. Bovendien is het zielig voor die voetballers. Mijn club trekt overal toeschouwers. En daar zijn we trots op. Al is het natuurlijk zo dat elke voetbalwedstrijd eigenlijk een feest moet zijn. Een feest, ja. Er moet wat ge beuren in een stadion. De mensen moe ten iets beleven". Ergernis En dus zal Henk Houwaart zich wel eens behoorlijk ergeren als hij weer eens een defensief ingestelde club tegenover zich treft. Want Arie Haan, zijn collega van Anderlecht zal vanavond in Brugge on getwijfeld voor een behoudende speel- k on- over. ef de ging en er oorde t ver- zeinig derde Geke con- alles? ning? actie van r rol- nens- i. Een or de t nog iets ko- van I door ei- ze? al door de als ge- r met gaat, aken- post- etge- oewel mun- p dat <taan. unten \mdat ipres- •ht op vgbe- ROZENBURG - Het ijs in de slo ten is nog maar nauwelijks gesmol ten of de visfreaks hebben hun stil le stekjes onder de grote groene pa raplu's alweer ingenomen. Op Jacht" naar de eerste beten van het jaar en, als het even meezit, naar het eerste maaltje vis, trotse ren zij de vaak nog verre van ideale weersomstandigheden. Hoewel het aantal geregistreerde hengelaars (nu achthonderdduizend) terugloopt, is de animo van de echte liefhebber, die voor het eerst officieel niet hoeft te wachtenop de opening van het visseizoen, traditioneel groot. Zelfs nu de verkleumde vis- sekaken nog niet best bijten, wen sen zij zich niet zomaar tot loos vissertje te laten degraderen. De sportvissers die de zee als hun do mein hebben gekozen, komen in het al gemeen wat zwaarder beladen naar huis. Maar voor hen gold de afgelopen dagen een andere handicap: de storm. Zoals voor het internationale gezelschap dat aan het begin van deze week deelnam aan het derde internationale zeehengel- toemooi van Scheveningen. Engelsen, Westduitsers, Belgen en Nederlanders hadden zich ingeschreven, in de hoop voor de Zuidhollandse kust de eerste lentevangst op te halen. Maar de reders van de zes ingehuurde Scheveningse kot ters moesten op alle drie de wedstrijdda gen (zondag, maandag en dinsdag) be slissen niet uit te varen. Vakkundigheid Vanwege de sterke wind gingen de tros sen niet los en werden de hengelaars in bussen verplaatst. Op de eerste dag naar het strand van de Maasvlakte, waar ae vangst bedroevend was. De 143 ervaren visvangers takelden in de ruim drie uur wedstnjdtijd tezamen niet meer dan tien visjes op het droge. „Het water is nog te koud en de vissen verkeren in een soort winterslaap-toestand", aldus een van ae Boven: Vissen vanaf de dijk is voor zeevissers niet ideaal. Maar vanwege de storm tijdens de wed strijddagen kon den de ingehuurde schepen niet uit- niet succesvolle deelnemers. Een klein aantal minder gedrevenen haakte op de tweede dag af, wellicht denkend aan het „advies" dat een van de „typetjes" uit het nieuwe theaterprogramma van Mar- tine Bijl haar visgekke man geeft: „Kees, as je nou je pet achtestevore zet, denke de fisse dat je weggaat". De laatste twee dagen werden doorge bracht nabij Rozenburg aan de zuidkant van de Waterweg. De „oogst" was iets groter, zodat het gevecht om de prijzen (de grootste totaallengte) niet slechts een pure loterij was. De Engelse winnaar An drews mocht dan ook beslist enige vak kundigheid worden toegeschreven. „Uit deze verrassende uitslag blijkt maar weer dat vissen vanaf het land heel an dere behendigheden vereist", aldus orga nisator A. van Elmpt, namens de EFSA, de European Federation of Sea Anglers. Andrews verdiende de hoofdprijs (een achtdaagse vis(!)reis naar Zwèdenj door 281 centimeter op de winderige wah-te, halen. „Deze manier van vissen haalt het niet bij bootvissen", aldus de 61-jarige Rot terdammer Willy Schoots, die niet in de hoofdprijzen viel. „Maar bij meer dan windkracht vijf wordt nou eenmaal niet uitgevaren. Logisch". Toch beantwoord de het „festival" (zoals de vissers een toernooi omschrijven) ook voor Schoots Onder: De En gelsman Andrews (links), winnaar van het Scheve ningse zeehengel- toernooi ziet toe hoe nummer twee. Van Luijpen uit Rotterdam, zijn prijs krijgt over handigd door de Haagse wethouder Dijkhuizen. voor een belangrijk deel aan zijn wen sen. „Vissen is een echte contactsport. Een paar keer per jaar kom je je vis- vrienden tegen. Vooral met de buiten landers is dat erg geanimeerd". Ook voor de Engelsman Rick Norman werkt dit aspect als lokaas. „Natuurlijk kom ik voor dergelijke wedstrijden over", zegt de „teamcaptain" van de En gelse A-plpeg. „De avonden zijn zeer ge zellig". Hij praat amicaal, maar koeke loert onophoudelijk naar het topje van zijn kapitale werphengel. De stenen dijk behoedt Norman maar matig tegèn de hevige zuidenwind die zijn attribuut va ker in beweging brengt dan de gewenste beestjes. „Straks verhuist iedereen naar een andere plaats. Misschien heb ik dan meer geluk". Meisjes Onafhankelijk van elkaar zeggen Schoots en Norman, twee „goeie vismaten", de slechte vangst als één van de oorzaken van-de teruglopende belangstelling voor hun sport te beschouwen. Vooral de jeugd hapt niet zo gretig meer toe, maar beide heren weten de verklaring. „Vanaf de wal is de vangst minder dan vroeger en dus is het voor die jongelui minder leuk", zegt Schoots. „Computer spelletjes en meisjes zijn veel belangrij ker voor ze. En verder is de jeugd van tegenwoordig natuurlijk echt anders. A|s een oudere vroeger tegen je zei dat je geen steentjes in het water moest gooien, dan luisterde je gewoon. Nu staan ze je glazig aan te kijken". Aan de overzijde van de Noordzee is de situatie niet veel anders. Norman: „Ze gaan liever naar de disco. Maar mijn kleinzoon van elf wordt een goeie. Hij is zeer geïnteres seerd. Ik moet er alleen voor zorgen dat hij veel vangt als hij gaat vissen". Volgens de NWS, voluit de Nederland se Vereniging Van Sportvisfederaties, is de teruggang van het aantal vissers min der schrikbarend dan het lijkt. Woord voerster Anne Schoen: „Er zijn bij ons vierhonderdduizend vissers aangesloten. In totaal zijn zo'n achthonderdduizend sportvisaktes afgegeven, hetgeen een te ruggang van zo'n tien procent betekent. Maar wij hebben de indruk dat dit ande re oorzaken heeft. De geringe pakkans voor het vissen zonder vergunning maakt bijvoorbeeld dat men die elf gul den voor zo'n akte liever in de zak houdt". ROB LANGEVELD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 27