Kracht toer van Fokker 1 II n< al Ie r Laatste F-27 en F-28 in produktie CeidócSotruvnt Vaccinatie: tweezijdig zwaard PIV ZATERDAG 29 MAART 1«PV Eén ding kwam de afgelopen jaren steeds heel duidelijk naar voren in de spaarzaam gegeven kranteninterviews met Frans Swarttouw: voor Fokker was het winter. De fusie met het Westduitse VFW-concern werd verbroken, de verkopen van de F-27 en de F-28 liepen matig, de met veel hoera-geroep aangekondigde samenwerking met McDonnell Douglas werd na negen maanden door onder meer veranderingen op de wereldvliegtuigmarkt plotseling afgekapt: de luchtvaartmaatschappijen hadden geen geld voor en evenmin behoefte aan de MDF-100, een nieuw vliegtuig met honderdvijftig stoelen. En noodgedwongen moesten in die donkere wintermaanden veertienhonderd man worden ontslagen. Kortom, onze nationale vliegtuigindustrie had, evenals de meeste andere bedrijven, moeite het hoofd boven water te houden. „Wij kapten met McDonnell Douglas op een moment dat het nog kon", zegt Swarttouw. „Terug naar af. Recessie, afslanking Het kwam ons allemaal verdraaid slecht uit". Of, zoals bij de Amerikaanse vliegtuigbouwers wel werd verondersteld: „Fokker, daar hoef je je niet om te bekommeren, dat sterft een natuurlijke dood". Het kan verkeren. Want misschien wel juist door die kortstondige, maar intensieve samenwerking met een reus als McDonnell Douglas was men bij Fokker in staat een project als de Fokker-100 te behappen. Technisch had men enorm veel geleerd van het Amerikaanse bedrijf. En - even belangrijk - zou Fokker nog langer zijn doorgegaan met dat MDF-100-project, dan had dat op den duur drie- tot vierhonderd miljoen gulden gekost. Weggegooid geld. Nu kon een deel van het geld worden gebruikt voor de ontwikkeling van de Fokker-100. Dit vliegtuig wordt beschouwd als de vervanger van de DC-9 en Boeing-737, die bij tientallen maatschappijen over de hele wereld in gebruik zijn. Juist vorige week heeft de Nederlandse vliegtuigbouwer een reorganisatieplan bekend gemaakt, waardoor de efficiency binnen de onderneming verhoogd moet worden opdat zij haar vleugels nog verder kan uitslaan. vord isme nen De le&rtdarischdJB 1 Friendship en Alen. Fellowship gaan eruit; laarvoor it de plaat komen twee neuwe toestelhn: de Fokker-50 en Fokker-tOO. Aan de produktie van twee legendarische vlieguiget de Fokker F-27 Friendship en de F-28 Felliwshij komt in de loop van dit jaar een eind. Van cb F-2 werden er sinds 1955 in totaal 784 gebouwd, wtarvai 205 in licentie bij Fairchild in de Verenigde itatet De F-27 is verkocht aan 167 maatschappijen in 6 landen. Van de F-28 zijn er 241 verkocht aan >9 be drijven in 39 landen. Dat de bouw van die toetelle op z'n eind loopt, gaat Frans Swarttouw niet aai he hart: „Ze hebben gewoon een bepaalde levensiuui Net als bij mensen komt daar een keer een eind an'l i AMSTELVEEN - Er is veel veranderd sinds de nu 53-jarige Frans Swarttouw zijn intrede deed als voorzitter van de Raad van Bestuur van Fokker. „We heb ben heel moeilijke tijden gehad. En het had met die onderneming beslist niet veel slechter moeten gaan of we waren echt in de problemen gekomen. Toen ik in 1978 de opdracht aannam Fokker weer op te bouwen, wist ik dat het heel moeilijk zou worden. En achteraf moet ik misschien wel zeggen, dat het eigen lijk niet kon. Maar iedereen heeft er aan mee gewerkt. Overheid, de mensen in de onderneming Iedereen was bereid een zwaar offer te brengen om Neder land zijn vliegtuigindustrie te laten be houden". De Fokker-50 deed, als opvolger van de F-27 zijn intrede, evenals de Fok- ker-100. Wie de verkoopcijfers bekijkt - beide vliegtuigtypes gaan bij wijze van spreken met handenvol de deur uit - krijgt de stellige indruk dat voor Fokker de lente inmiddels is aangebroken. „Kijk", zegt Frans Swarttouw, terwijl hij zijn verzilverde sigarettendoos even open en dicht klapt, „de beste uitdruk king hoorde ik een paar dagen geleden in het Engels: „We have come a long way, but we still have a long way to go". Met andere woorden. Er is een bende veran derd de afgelopen jaren, maar er moet ook nog een hoop gebeuren. We zijn na tuurlijk tóch bezig met een tour de force met deze onderneming. Als je ziet waar we een jaar of acht geleden stonden Toen maakten we zo'n tien tot twaalf F-27's en evenveel F-28's per jaar. Die verkochten we met twee of drie tegelijk. Een keer kwam er eens een vent om zesNou dat was wat. Waar we nu bezig zijn naar toe te gaan. is naar vijf vliegtuigen per maand, zestig per jaar. En die verkopen we in heel andere aan tallen. We zijn bezig ons een heel andere schaal te verwerven, een betere onderne ming op te bouwen; kwalitatief zowel als kwantitatief. We stellen hogere eisen aan onszelf, de buitenwereld stelt hogere ei sen. Processen binnen de onderneming zijn veranderd. Van tekenbord naar beeldscherm, van kaartenbak naar com puter. Wij hebben elke potentiële op drachtgever in de computer zitten, ken nen z'n bezetting, kunnen simuleren wat er gebeurt als hij iets wil vervangen. In seconden kunnen we nu vragen beant woorden. Daar deden we vroeger maan den over of soms konden we het ant woord helemaal niet geven". Portie geluk Swarttouw heeft er overigens geen pro bleem mee te erkennen dat ook een flin ke portie geluk heeft bijgedragen tot het huidige succes met de Fokker-50 en Fok- ker-100. „Het is niet alleen berekening. Ik denk dat we het geluk hebben gehad dat we met twee goede ontwerpen zijn gekomen op het moment, dat de markt rijp was voor vervangingen. Verder zijn er ontwikkelingen die leiden tot directe- krijgt. De kans dat hij het overdraagt op iemand anders, die dan op zijn beurt als besmettingsbron optreedt, is dan heel klein, want iedereen om hem heen is in geënt en dus immuun. In feite staat om elke niet-ingeënte macrobioot een haag van ingeènte medeburgers die voor hem het virus op afstand houden. Wordt hij onverhoopt toch ziek, dan zorgt diezelf de haag ervoor dat de ziekte zich niet als een bosbrandje verspreidt. De situatie doet denken aan het beroem de „gevangene-dilemma" van de spel- theoreticus A. W. Tucker. Je kunt het vertalen in het volgende voorbeeld. Een droge zomer veroorzaakt schaarste aan water en de gemeente doet een beroep op de burgers om zuinig met water om te springen. Als iedereen zich daar aan houdt dan kun je rustig het verzoek aan je laars lappen, want op de grote hoop maakt dat toch niets uit. Maar als ieder een er ook zo over denkt, wordt het een puinhoop en ben je uiteindelijk veel slechter uit. Precies zo is het met vacci- Midden: Frans Swarttouw nam acht jaar geleden de uitdaging aan om Fokker uit het slop te halen. Amerikaanse vliegtuigbou wers dachten indertijd: Fokkerdaar hoef je je niet om te bekommeren dat sterft een natuurlijke dood". Maar het kan verkeren. Rechts onder: De Fokker-100 in aanbouw. Dit toestel wordt beschouwd als vervanger van de Boeing-737 en de DC-9, vliegtuigen die bij tientallen maatschappijen overal de hele wereld in gebruik zijn. re verbindingen, hogere frequenties, klei nere vliegtuigen. Ik denk dat deze facto ren ons in de kaart spelen. Daar komt nog bij dat McDonnell Douglas en Boeing de markt veel lager hebben inge schat, dan het aantal toestellen dat wij nu bezig zijn te verkopen. Ons marktpo tentieel, ook in Noord-Amerika, is veel groter geworden. En als je succes hebt zijn de slagen die je maakt ook veel gro ter". Maar kan Fokker dat succes aan? Of, zo als mede-bestuurslid Daan Krook het onlangs formuleerde: „Met de grote jon gens als United Airlines en American Airlines moeten we heel voorzichtig zijn". „Kijk", begint Swarttouw het antwoord met zijn stopwoord. „Onze lievelingsor der is er een van enige tientallen toestel len. Maar je lievelingskoekjes worden niet altijd gebakken. Zo'n order van US Air - twintig gekocht en een optie op nog eens twintig - dat vinden we nou echt een lekkere omvang. Die worden dan geleverd in een tempo van één per maand. Dat is echte Fokker-stuf. Maar dan als er een vent komt en die zegt: „Ik wil honderd van die vliegtuigen", moet je dan nee verkopen? Een maat schappij als United Airlines heeft vijf honderd toestellen. Als die denken over vliegtuigen kopen, denken ze altijd in tientallen. Ik zeg niet dat United ons vliegtuig koopt, maar èls ze de Fok ker-100 bestellen dan verkoop je er hon derd. Als je ja zegt, moet je het waarma ken. Als je nee zegt, betekent het dat een ander die order krijgt en dat de op drachtgever nooit meer terugkomt. Suc ces trekt succes, orders trekken orders. Nu hangt het er ook sterk van af over welke periode we zouden moeten leve ren. In de Nederlandse verhoudingen zien wij geen kans eerst tien vliegtuigen per maand te maken en later terug te gaan naar vijf. Dat zou betekenen dat je eerst een paar duizend man moet aanne men en later weer moet ontslaan. De Amerikanen doen dat wel, wij niet. Dus wij zoeken naar een veel consistenter af- leveringsbeleid. Als er iemand komt die zegt: „Ik wil vijftig vliegtuigen en ik wil ze in een jaar hebben", dan zijn we de klos. Dat kunnen we niet". Groeistuipen Dat het een heidense klus is beloftes waar te maken, ondervond Fokker kort geleden nog toen het Swissair moest meedelen dat er vertraging was opgetre den in de aflevering van de eerste Fok ker-100. Er waren problemen bij de pro duktie van de vleugels die in Noord-Ier- land worden gemaakt. In plaats van vol gend voorjaar, zal het luchtwaardig heidscertificaat pas volgend najaar ver leend kunnen worden. „Groeistuipen", karakteriseert Swarttouw de situatie. „Je bent bezig die onderneming te verande ren. Daar zitten natuurlijk groeistuipen in. Dat kan pijn doen. We merken het ook. We zien mensen bezwijken onder de druk; ze gaan er onder deze omstan digheden werkelijk aan kaduuk". Overigens heeft Fokker bij het huidige succes van de Fokker-100 veel te danken aan de Zwitserse luchtvaartmaatschap pij. Swarttouw: „Van Swissair hebben we enorm veel geleerd. Een eerste klas luchtlijn met een geweldige traditie als launching customer (eerste afnemer). Die maatschappij heeft ons ontzettend op de rug gezeten. Dat waren we niet meer gewend. Het ontwerp van die Fok ker-100 is onder invloed van Swissair dan ook fundamenteel veranderd. Er is een vliegtuig uitgekomen, dat we veel beter kunnen verkopen dan ons basis ontwerp. Het betekende dat we voor volgende klanten, zoals de KLM en US Air veel beter toegerust waren. En een tweede aspect is natuurlijk het uitstra lingseffect van een klant als Swissair: wat goed genoeg is voor Swissair, is goed genoeg voor iedereen". Niettemin is het de vraag of die weten schap ook heeft bijgedragen tot de uit eindelijke keuze van de KLM voor de Fokker-100. Want die order van tien plus een optie op nog eens vijf werd slechts op het nippertje binnengehaald. In hoeverre het er om gespannen heeft, wil Swarttouw niet zeggen. „Da's gevaar lijk. Moet je luisteren, het is gelukt. Zul len we het daar op houden? Kijk. het is ontzettend delicaat er wat over te zeg gen. Voor je het weet heb je iets gezegd, waarmee je iemand op zijn tenen trapt. Iedereen dacht natuurlijk: de KLM móet dat vliegtuig kopen. Maar zo werkt dat niet. Als ze niet willen, krijg je het ze niet door de strot. En om er over door te praten hoe krap het is geweest heeft geen zin. Als iemand zegt dat we zeventig procent kans hebben om die en die or der binnen te halen, zegt me dat geen fluit. Want uiteindelijk wordt het nul of honderd". Na Boeing, McDonnell Douglas en Air bus Industries is Fokker inmiddels uitge groeid tot de in grootte vierde vliegtuig bouwer ter wereld. De eerste paar jaar chaam zo sterk dat het ook zonder een inenting kan afrekenen met binnenslui pende ziektekiemen. Antroposofen hou den er een wat ingewikkelder redenering op na. Een poging tot een korte samen vatting: De mens bestaat uit een ik en nog wat andere bestanddelen zoals een astraal lichaam, een esoterisch lichaam enzovoort. Alleen het ik is onsterfelijk. Dat ik - antroposofen geloven in reïn carnatie - kan in een ander lichaam te rugkeren. Maar het ik moet eerst nog wennen aan het nieuwe lichaam, onge veer zoals een voet een nieuwe schoen moet inlopen. Kinderziektes zijn daar van een uiting. Als je koste wat het kost kinderziektes bestrijdt, door vaccinatie bijvoorbeeld, dan ga je de natuurlijke ontwikkeling van het kind tegen. In 1978 gebeurde er iets merkwaardigs: van de „niet-ingeënten in buitenkerke lijk verband" kreeg niemand polio. Toch was die groep minstens zo groot als de groep die om godsdienstige redenen iets tegen inenten heeft. Hoe kan dat nou? Een macrobioot in de Volkskrant van 11-8-'78: „De eerste groep (de christelij- ken) zegt dat je de wet van God niet mag overtreden. Maar ze treden hem met voeten door een onnatuurlijke ma nier van leven en verslaving aan het ma teriële". Een treurige mening, want har teloos en bovendien niet waar. De oplossing van het raadsel is simpel. Leden van de gereformeerde kerken die vaccinatie afwijzen, leven in hechte en tamelijk besloten gemeenschappen. Ze komen elkaar voortdurend tegen in de zelfde kerk, in dezelfde school of club en niemand is ingeënt. Als iemand in zo'n gemeenschap polio krijgt dan slaat dat gemakkelijk over van de een op de ande re en elke nieuwe ziekte is weer een nieuwe besmettingsbron. Staphorst over kwam dat in 1971: negenendertig men sen kregen polio, vijf van hen overleden. Voor mensen die om andere redenen vaccinatie afwijzen ligt de situatie heel anders. Die leven meestal verspreid tus sen de Nederlanders die wel ingeënt zijn tegen alle mogelijke infectieziekten. Stel nou dat iemand uit die groep polio als voorzitter van de Raad van Bestuur kwam Frans Swarttouw nog als de kleine David bij de grote Goliaths binnen; te genwoordig liggen de verhoudingen wat anders. Serieus „Douglas heeft ons waarschijnlijk nooit voor vol aangezien. Met Boeing ligt dat anders. Ik denk inderdaad dat wij door hen serieus worden genomen", taxeert Swarttouw de positie van Fokker. „We hebben veel contacten gehad met Boeing, het heeft alleen tot niets geleid. Maar zo langzamerhand concurreren we met hen in al onze produkten. Het is een wat andere verhouding geworden. Maar toch moet je niet vergeten dat Fokker nooit een Boeing wordt. We worden nooit een tent met een omzet van twin tig, dertig miljard. Als wij naar drie, vier of vijf miljard kunnen gaan, dan hebben we het al heel behoorlijk gedaan. Je kunt nu eenmaal niet meer groeien dan be paalde percentages: tien tot twaalf pro cent over een bepaalde periode. Althans, in Nederland. Vandaar dat wij heel zorg vuldig bezig zijn te onderzoeken wat we kunnen internationaliseren met behoud van datgene wat we in Nederland heb ben. Dus niet in plaats van, maar erbij". In eigen land wil Fokker flink gaan reor ganiseren. Nu nog zijn tal van activitei ten over een aantal plaatsen in ons land versnipperd. Er komen straks zes werk maatschappijen. De vliegtuigbouw wordt ondergebracht in Amsterdam, de Drechtsteden en Ypenburg, ruimtevaart in Amsterdam; onderhoud en reparatie komen in Woensdrecht, terwijl de spiier ciale produkten in Hoogeveen gemaafcko: zullen worden. De werkmaatschappijen: .Aircraft' en .Financing and Trade' de Verenigde Staten en Avio Diepen ofP h Ypenburg bestonden reeds. De vakbofet 1 den hebben al duidelijk laten weten diet d zij niet staan te juichen over de planner—— Angst voor veel gedwongen oitslagen ien daarbij het meest gehoorde geuid. Vo£n r Swarttouw zijn bepaalde bezvaren toee> 1 op zekere hoogte wel „Maar", tekent hij er aan, „we maken kunststoffen plaatsen, we repareren op twee Dat kan gewoon niet, dat is in z'n hart weet iedereen dat fit riingsproces noodzakelijk is. Dan kom je niet aan besluiten, die riet even leuk zijn voor de betrokkmen. als we het niet zouden doen, zcu icuo-- een over een paar jaar zeggen da ik heen, gefaald als leider". Iet l ;rna In 1983 zei Frans Swarttouw lat hi0011 voorzitterschap van de Raad %an stuur van Fokker de „moeilijkte j<£n-1 van zijn leven" was. „Dat is nogstee<Pu I zo. Een ontzettend moeilijk karwd. Ve^n 1 geet niet dat we bezig zijn met eenvres^d, lijk complex produkt in een vnseli/nd complexe organisatie. Een ingewi;kel#n I tent is het. Maar als je eenmaal eei pr<?mn dukt hebt dat goed loopt, dan is h<t oo130 erg moeilijk het kapot te krijgen. Ei ht ziet er naar uit dat het goed loopt dl/T, we raak geschoten hebben. Maar vxjiVJL' waarde bij een volgende stap is dat er! deze ronde met de 50 en 100 slaagt. ten we dat alsjeblieft eerst echt waar r% ken". v1 HENDRI BELTM% d irtij1 in l neren. Nederland heeft de hoogste vacfoig i natiegraad van de wereld, vijfennegenlet i procent, de trots van medisch Nedfos n land. Zolang dat het geval is, kan fead niet ingeente zich tamelijk veilig vq^g n len. Maar als meer mensen ook zo ga^nta denken dan valt de beschermende h^s m weg met een epidemie als onvermij<^e lijk gevolg. erda In de jaren zeventig gebeurde iets derflbed lijks in Engeland. Enige medici schreven* in de Lancet dat het kinkhoestvaccin buw. ger was dan de kwaal: het beschermt n^dde volledig en veroorzaakt in een op de zfie. veel honderdduizend gevallen herse,n d vliesontsteking. De medische ruzie we»stu, in de pers breed uitgemeten en de vao eer natie-graad voor kinkhoest, daalilnt prompt tot een schamele veertig pre o cent. Ineens kon het virus weer circu^ ee ren, het ging van kind op kind wat u»er j mondde in een forse epidemie die unzu eindelijk tientallen kinderen het leyireje kostte. Geen wonder dat gezondheid,-,, strategen zenuwachtig worden als &0nd vaccin ongunstig in het nieuws komt. Van mei tot ok tober 1978 woedde in Ne derland de laat ste polio-epide mie: honderd tien mensen werden door de ziekte getroffen; een kind, een baby van vier maanden, over leed. Alle slachtoffers be hoorden tot 'n zwarte- kousenkerk en waren vanwege hun geloof niet ingeënt. Ze waren en zijn niet de enigen die vac cinatie principieel afwijzen. Onder de 388 alternatieve geneeswijzen zijn er nogal wat die niets in vaccinatie zien. Macrobiotiek en antroposofische genees wijze bijvoorbeeld. Macrobioten hebben de volgende redenering: hun eten - niet te yin en niet te yang - maakt het li- Paolmoa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 24