Indringende tropische jaren Dierbare herinneringen Tulpenkwekers al over grootste schrik heen DE KEER IN EN OM DE KAS „Theater Maken" blijft steken in de techniek Joe Jackson: Eenvoudig maar magistraal™ binnen de perkenr Klimmende lelie BOEKEN Ccidae6owa/nt VRIJDAG 28 MAART 1986 PAGU SË De zestiende en zeventiende augustus van het jaar 1945 zijn spannende dagen geweest in Batavia, de hoofdstad van het toenmalige Nederlands Indië. De nederlaag van de Japanse bezetters werd op 16 augustus 1945 een feit, waarmee de on afhankelijkheidsstrijd van het Indonesische volk metterdaad kon beginnen. Op de muren in de stad werd voor het eerst de strijdkreet „Merdekka" ge kalkt. Leo de Brauw, de hoofdpersoon van de nieuwe roman van Cornets de Groot („Tropische jaren") heeft deze historische gebeurtenissen ge maakt in zijn puberjaren, toen hij in een woelig, chaotisch ko loniaal leven opgroeide; de liefde, de vrijheid en het leven leerde kennen. Het komt alle maal weer bij De Brauw terug, als hij vele jaren later, tijdens dezelfde dagen van augustus op vakantie in Istanboel is, de eerste Aziatische stad die de Europeaan op zijn reis oost waarts ontmoet. Leo de Brauw is in gezelschap van zijn veel jongere vriendin of partner, Narda. Tijdens de tien dagen, 10 tot en met 17 augustus van een niet ge noemd jaar, noteert De Brauw als in een dagboek zijn toeristi sche wederwaardigheden, zijn gesprekken met Narda en met een soort gids of factotum met de raadselachtige naam Oral Edip, die zijn diensten aan biedt aan vreemdelingen. Het Aziatische, de stof, hitte en volheid van de stad brengt bij De Brauw de herinneringen aan de gebeurtenissen in zijn pubertijd naar boven. Hij ver telt daarover in mijmeringen of herinneringen, in dagelijkse notities opgeschreven. Hij ver telt dat kennelijk ook aan Nar da en mr. Edip, want beiden blijken zij wanneer zij op een of ander detail ingaan nauwkeurig op de hoogte van wat de lezer misschien ver moedde dat zich uitsluitend in de gedachten en de notities van De Brauw afspeelde. Indo De Brauw was en is een „Indo", hetgeen nauwkeurig uitgelegd wordt in het boek, want het was niet zonder be lang hoe de verhoudingen van het Europese en Indische bloed waren bij deze bevol kingsgroep: Wie 50 of meer Europees oloed had, werd op gepakt door de Japanse bezet ter. De jongeman De Brauw raakt in een niemandsland als de Europeanen in de kampen worden ondergebracht. De vij andschap tussen bevolkings groepen neemt hand over hana toe. De beschrijving van deze situatie in deze roman is niet zonder betekenis: het ge beuren in deze oorlogstragedie wordt hier verteld vanuit de ervaring van iemand die niet tot een duidelijk kamp hoorde. Dat is opmerkelijk! De Brauw is in die oorlogsja ren natuurlijk ook met zijn ei gen lichamelijke en geestelijke ontwikkeling bezig. Een paar meisjes spelen daarin een gro te rol. Carla, het ongegeneerde jonge vrouwtje, dat nem op de hoogste stelt van het lichame lijke, het sexuele. Tegenover haar Julie, een veel afstande lijker „ideaal". Natuurlijk zijn het niet alleen de laatste oorlogsdagen, die De Brauw als het ware opnieuw beleeft tijdens zijn mijmerin- fen in Instanboel. De geschie- enis rond Carla en Julie (waar Narda tussen lijkt te staan) neemt meer tijd in be slag dan enkele augustus-da- gen. Ook het gebeuren na de „bevrijding" van Indonesië komt aan de orde: het vertrek naar Nederland, de aankomst in dit voor de jonge Indo vrij- andige land. De ambitie van De Brauw om te tekenen is dan al lang ontwaakt, hij heeft zijn geliefden en anderen al eerder geportretteerd. Vergelijking Die gegevens leiden tot een vergelijking met een andere roman, die twee en een half jaar geleden uitkwam: „Liefde, wat heet?" over een tekenle raar De Brauw en zijn liefde voor zijn veel jongere leerlin ge. Narda. Die roman werd ge publiceerd onder een andere auteursnaam, het is nu Cor nets de Groot, tot op heden niet anders bekend dan als ei genzinnig literair essayist. In teressant is dat hij dat merk waardige spel van identiteit enkele malen aangeeft in zijn nieuwe roman: „Het is heel moelijk autobiograaf te zijn", roept hij ergens uit (een stijlfi guur die vaak wordt toegepast in de taal van Leo de Brauw). En iets later piekert hij daar over verder: „Gaat het bij ie mand als ik niet zo dat ten slotte toch het zelfbeeld aan een al te hardhandige aanpak ontsnapt?" En twintig bladzij den verder, als hij zich reali seert wie de Lilith in zijn jon ge leven was: „Geheim, dacht ik. Dit zijn dingen die je nog niet aan je grootste vertrouwe ling vertelt. Dingen die in geen biografie komen te staan en in een autobiografie al he lemaal niet". Dat aan „Tropische jaren" een autobiografische basis ten grondslag ligt staat buiten twijfel: de indringende manier waarop de chaos in de voor malige kolonie beschreven wordt geeft dat duidelijk aan. Heel voelbaar wordt dat in de aantekeningen van 16 augus tus, die in korte, fragmentari sche maar heel doeltreffende flitsen uiteenvallen. Op de terugvlucht naar Neder land schrijft Leo de Brauw een „onvoltooide brief" aan facto tum Oral Edip. Hij trekt een paar lijnen uit zijn verhaal door, want mevrouw Edip wil de niet in een „bezet Batavia" achterblijven, zoals hij tegen De Brauw opmerkte. De lijnen die als losse eindjes overblij ven zijn echter menigvuldig bij het geringe dat wel ordelijk kan worden voltooid. De chaos die het leven voor De Brauw betekent, zal zijn deel blijven. „Tropische jaren" is een in dringende roman, die het le vensgevoel van iemand, die gedoemd is buitenstaander te Cornets de Groot blijven, overtuigend onder woorden brengt. JAN VERSTAPPEN Cornets de Groot: „Tropi sche jaren" - roman. Uitgave De Prom. Prijs 22,50. Een inbraak in je herinnering, zo omschrijft Jord den Hollan der zijn ervaring als bij terug keer na jaren op een ver trouwde plek een markant ge bouw gesloopt blijkt. Pas als iets verdwenen is zie je het pas goed, want je bouwt het op uit de details in je herinnering. Zijn boek Ooit gesloopt Neder land geeft een summiere opsomming van wat na 1945 is afgebroken, soms als onbe doeld gevolg van de monu mentenzorg die alles wat niet monumentaal heet aan mis handeling en afbraak bloot stelt. Typerend voorbeeld is Duikers Cineac in Amsterdam, waar de oorspronkelijke kassa, lichtreclame en bewegwijze ring op de vloer verdwenen zijn. Soms worden nu fa brieksgebouwen, stations en kerken gered voor ander ge bruik, maar anderzijds dreigt voor zeer karakteristieke voorbeelden van architectuur: het Witte Dorp in Rotterdam en het Van Dishoeckhuis in Vlissingen. Wat het boek aan de vergetel heid ontrukt zijn de meest schrijnende verliezen: de be- faamse Bijenkorf van Dudok aan de Rotterdamse Coolsingel met zijn glazen gevels en ge- tlazuurde bakstenen buitenbe- leding, dat lichtpaleis dat in 1940 bij het bombardement zwaar beschadigd werd en waarvan de rest in 1957 werd vervangen door het nieuwe betonblok van Breuer. Rotter damse liefhebbers van de Matthëus Passion herinneren zich de akoestiek van de Ko- ninginnekerk, dat monument op de achtergrond van de vee markt, met zijn kopergroen to renspitsen en kleurig metsel werk. Hagenaars denken nog vaak weemoedig aan de concertzaal in het Moorse koepelpaleis van de Dierentuin die aan ver waarlozing ten onder ging, aan de oude pui en het unieke in terieur van de Zoete Inval van Krul, aan die hele Scheve- ningse facade van Palace, Grand Hotel en Seinpost. Lei den verloor het stijlvol pand van Van Nelle aan daarna nog jarenlang uitgestelde plannen van V D. Amsterdam telt even zovele voorbeelden van sloop, en welke stad niet. Het boek moet een les inhou den. De waarde van een schepping wordt vaak pas er- kena als het dreigt verloren te gaan. Reden te meer zorgvul dig om te gaan met wat ons rest uit een verleden dat ons dierbaar is. PAUL TOBY J. den Hollander „Ooit ge sloopt Nederland". Uitgeve rij De Bezige Bij. Prijs (ADVERTENTIE) BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN Na de toneelcursus van Teleac enkele jaren geleden, is nu hët boek Theater Maken versche nen. Het is een complete hand leiding voor spel en techniek van het theater, geschreven door Trevor R. Griffiths en door Tom van Beek vertaald. Het is bedoeld voor iedereen die zich met amateurtoneel be zig houdt. De nadruk van het boek ligt op de makkelijk grijpbare techniek. Uitgebrei de aandacht wordt namelijk besteed aan concrete zaken als decorbouw, grime, belichting, kostuums. Een hoofdstuk over Het Spel komt niet verder dan het geven van enkele algeme ne aanwijzingen, die ieder die zich met amateurtoneel bezig houd, eigenlijk best zelf kan bedenken en anders de regis seur wel. De nadruk ligt ook in dit hoofdstuk vooral op de technische kant van de zaak: lichaamsoefeningen, tekst le zen en instuderen en dat soort zaken. Het is uiteraard moeilijk om het wezen van het toneelspel: zoiets abstracts als het neerzet ten van een rolfiguur in een boek uit te leggen. Dat is ook veel meer het terrein van de verschillende regisseurs bij to neelverenigingen en van ver schillende cursussen die door allerlei organisaties binnen het amateurtoneel regelmatig wor den gegeven. Blijft over een voornamelijk technisch hand boek over zaken zoals boven genoemd. En op dat gebied was de Nederlandse toneellit teratuur al redelijk voorzien. Griffiths/Van Beek: „Thea ter Maken". Uitgeverij Ro strum. Prijs 65,- Heil De in New York wonende Engelsman Joe Jackson toont opnieuw zijn klasse op de dubbel-elpee „Big World" Hoewel het een dubbele langspeler is, gaat het om slechts drie bespeel bare kanten. De vierde plaatkant is er een zonder groeven en vertoont de tekst „There is no music on this side". Het heeft natuur lijk allemaal met de com pact disc-uitvoering te ma ken waar de vijftien num mers, die een totale tijds duur hebben van zestig mi nuten, precies opgaan. Het is slechts een van de opmer kelijkheden van de plaat, die niet alleen bol staat van soms briljante muziek, maar die ook op een opmerkelijke manier is opgenomen. Joe dacht: waarom zou ik maanden lang in een studio doorbrengen om, omringd door de nieuwste technolo gie, een elpee op te nemen. Hoewel het voorbereidende werk een maand in beslag nam, had hij er nu maar precies vijf concerten voor nodig. Toch is het geen live elpee, zoals de luisteraar ge wend is. Er staat geen kuchje of applaus op. Het enige waar ie het aan merkt is het geluid; soms klinkt de muziek wat hol. Zonder te veel te verraden er staat een hele verhandeling in alle talen op de binnenhoes van de elpee is het de eerste langspeler die werd gemixt voor hij werd opge nomen. De muziek kwam namelijk direct op een digi tale twee-sporen-oandrecor- der terecht. Toen de kli% y ken eenmaal op de bar stonden, was er dus ge ^gelijkheid om bijvq eld Joe's Joe Jackson ...grote klasse... Dit proces heeft heel v»^ gevergd van technici producer David Kerscht oaum, maar het resultaat opmerkelijk. Hoewel j luisteraar het publiek né-* hoort, hebben de concA"/J gangers wel een taak gehi Zij moeten vooral als ins^R ratiebron hebben gediefdlS Doordat zijn groep uit ifin6s meer dan drie muzikanlvan en vier achtergrondzanrfj v( bestaat, was Joe beperkf'1^0 zijn mogelijkheden. Dit al c tekent dat eenvoud hoof viert op „Big World". Pen maakt de muziek eetf 001 niet minder swingend in> sentimenteel. De platen t al ten het vertrouwde ?n Jackson-geluid horen, ziek zoals de mooiste nil 21J mers op zijn langspe) klT „Night Day" en ',,Bod\een Soul" klinken. Zijn tek|ieêr werden voor het groot1""' deel geïnspireerd door |r wereldtournee. Luister rfeel het sentimentele „Shand^3" Sky", maar ze houden ?n Je ook bezig met wereldlP3* problemen zoals „Right )et 11 Wrong" (over Reagan).van in een fantasievolle hoesPet stoken „Big World". vele muziekstijlen. Er ™tVi Oosterse invloeden te hcreer op „(It's A) Big Wor. rock roll op „Ton3P"0( And Forever", terwijl „TP® A go Atlantico', zoals de fbbe al zegt, een klassiek tarf lat{ schema heeft. Joe's sterfnen{ nergens zwak. Hij leverFj"®" tegenstelling tot enkele tijdens zijn tournee, I31" 15 aantal prachtige hoogstandjes af. HANS 1 Jo* JackMn: „Big world". [d. 1 LAND EN TUINBOUW ■K Duidelijke verbetering prijs bij bloemenveiling In de afgelopen week was er bij bloemenveiling „Westland" te Honselersdijk sprake van een duidelijke prijsverbetering. Op maandag 24 maart lagen de prijzen voor snijbloemen zo'n zeventien procent hoger ten opzichte van de voorgaan de week. Het heeft dit jaar lang geduurd eer de paasinvloed merkbaar werd in de prijs. Het hoge aanvoerniveau zal daar mede de oorzaak van zijn. De afgelopen week werden 8,6 miljoen chrysanten geveild, 12,1 miljoen freesia's en 4,4 mil joen stuks iris. De prijsstijging gold voor vrijwel het gehele assortiment, maar een opvallend produkt is wederom de tulp: golden apeldoorn (30 (37); attila 36 (48); Christmas mar vel 35(45); Kees Nelis 34 (39) en white dream 41 (48). De chrysanten (op maandag 24 maart 2,7 miljoen stuks) lager gemiddeld rond de zeventig cent, cassa blijft wat achter met 61 (116) en daymark 58 (82). Enkele andere prijzen: regolti- me 77 (104); lilae byoux 108 (135) en remember 114 (118) de den het beter. Freesia's beginnen nu massaal los te komen. De prijsverschillen zijn groot, maar dit wordt sterk beïn vloed door de kwaliteit van het produkt: ballerina 30 (48), miranda 36 (58) en polaris 39 (57). De kleur rose wordt goed betaald: bloemfontein 48 (62), lorelei 43 (54) en pink glow 47 (51). Bij de planten is sprake van een vlotte afzet met rede lijke prijzen. In de afgelopen week werd maar liefst 47 pro cent meer aanvoer verwerkt. Dat beeld is enigszins verte kend door het vroeger vallen van Pasen. De prijzen lagen op hetzelfde niveau als in 1985. Bij veiling „Berkel en omstre ken" te Bleiswijk waren de potplanten duurder, terwijl juist de snijbloemen goedkoper werden. Narcissen echter blijven duur, dit mede door de grote vraag vanuit West-Duitsland. De matiger prijzen van snijbloemen werden uiteraard ook 'wel veroorzaakt door de grotere vraag. Enkele weken gele den bijvoorbeeld werden in één week zo'n 760.000 stuks freesia s aangevoerd. Het aanbod van anjers daarentegen is beperkt. De vraag naar potplanten is bevredigend. Het aan bod nam met dertig procent toe en de prijsstijging k,wam ge middeld op ruim 13 procent uit. Deze paaskip met echte eieren is vervaardigd van echte chrysanten. Zij was te zien op Westland 19Nu. OVER CUFERS GROTE UITBREIDING Driehonderd hectaren tulpen meer opgeplant!. Die cijfers liet de opper vlaktestatistiek zien, die kort geleden aan de openbaarheid werd prijs gegeven. En daar waren de H.H. Verzamelde Bol- lenkwekers toch wel wat van geschrokken. Geen wonder! Want 300 bunder méér in vergelijking met vorig jaar toen 6600 en nu 6900 ha is geen peulenschil. Een paar cijfers: de gemiddel de raap van tulpen kan wor den gesteld op 450 leverbaren per roe. Eén hectare is 700 roe en volgens de berekening van de onsterfelijke heer Bartjes komt een uitbreiding van 300 ha dus neer op een extra pro- duktie van rond honderd mil joen tulpenbollen. Aangeno men dat die extra produktie allemaal wordt afgebroeid, dan zullen er in de winter van 1987 tien miljoen bossen tulpen méér op de veilingkar ren worden gelegd dan dit seizoen. Schrik voorbij Inmiddels zijn de tulpenkwe kers al weer over hun groot ste schrik heen. Er kwam niet alleen een strenge, maar vooral late winter. Sinds men senheugenis is het niet voor gekomen dat de bollenkwe- kers na een barre winter een beste oogst uit de grond haal den. Vandaag is alles op het veld zeker veertien dagen la ter dan normaal en die ach terstand moet wel ingehaald worden. In theorie is natuur lijk alles mogelijk, maar er moeten wel regelrechte won deren gebeuren wil dat soepel gaan en alles weer op zijn pootjes terecht komen. En mi rakelen zijn nu eenmaal schaars in de tweede helft van de twintigste eeuw. Algemeen wordt aangenomen dat de opbrengst van die 300 ha uitbreiding al is genivel Ook de dubbele broeitulpen zijn „en vogue'" leerd door de winter. Daar komt nog nij dat de resultaten in de broeierij tot nu toe bo ven verwachting zijn. Voor beste kwaliteit tulpen werd constant een beste prijs be taald. En als de handel rond de paasdagen nu ook volgens plan is verlopen en daar zag het wel naar uit! dan kan de broeierij in het seizoen 1986 niet meer stuk. De bollenhandel is op het mo ment erg rustig. Ook dat is een normale zaak. Er zijn de afgelopen maanden heel wat zaken gedaan in de voorver kopen en de exporteurs zou den ook nu wel willen kopen. Maar het zijn de kwekers, die momenteel de boot wat af houden. Zij willen nu eerst wel eens zien hoe de gewas sen zich gaan ontwikkelen. Het ligt dan ook in de lijn der verwachtingen dat er de ko mende weken niet veel koop- briefjes geschreven zullen worden. Hoe kon dat? Hoe kon het areaal ondanks een toenemende bollenexport en een voortdurend groeiende broeierij in het binnenland toch nog uitbreiden? Immers: als er veel bollen worden ver kocht, dan zou het areaal min of meer stabiel moeten blij ven. Het zou wellicht anders liggen als de uitbreiding plaats had in de snel groeien de Darwinhybriden, maar die zijn juist met 135 ha gekrom pen! De uitbreidingen hadden plaats in veel gevraagd ras sen. Stellig is de groei van de goe de tulpen mede te danken aan het feit dat de binnenlandse broeiers miljoenen afgebroei- de bollen niet meer weggooi en of aan de koeien voeren (dat laatste mag trouwens al niet meer!), maar ze bewaren en een volgend jaar zelf op- planten. Anders hadden de arealen van veel gevraagde cultivars, zoals Rosario, Attila, Gander, Monte Carlo, Gan der's Rhapsody, White Dream, Upstar, Snowstar, An- gelique, Apricot Beauty, Arma en Blenda nooit zo hard kunnen groeien. Met deze ontwikkeling, die pas een jaar goed aan het doorzetten is, is niet iedere bollenkweker even content. Op deze ma nier, zo zegt men, nemen de broeiers een brok vraag weg voor de neus van de zuivere bollenkwekers. Aan deze ontwikkeling zitten ook goede kanten. Afgebroei- de bollen die worden bewaard zijn om te beginnen al goed geselecteerd. In de kas komen de gebreken zoals virus heel duidelijk voor de dag en is se lectie een fluitje van een cent. Wild een degeneratiever- schijnsel komt er ook niet in voor omdat in de dikke bollen die voor de broeierij worden gebruikt, geen wilde tulpen kunnen voorkomen. Die groeien nl. nooit lever baar. Met andere woorden: van die afgebroeide bollen schiet zuiver plantgoed over. Alleen de bewaring kan veel zorg geven. Van vroeg geoog ste partijen een ras als Gander's Rhapsody kan voor de kerst al weg zijn moeten de bollen dus van december tot eind oktober/begin no vember in de cellen bewaard worden. Oppassen voor luis Een man die veel afgebroeide bollen bewaart is Henk van Dam uit Nieuwe Niedorp. Hij broeit jaarlijks zo'n vijf mil joen tulpen en is van plan de produktie nog uit te breiden. Als hij een bouwvergunning krijgt, wordt zijn kassencom plex met nog eens 2000 m2 uitgebreid. Van Dam zegt: „Je moet bij het bewaren van afgebroeide bollen wel deksels goed op passen dat je geen luizen in de cellen krijgt, want dan ga je wel mooi het schip in. Verder is het oppassen geblazen voor galmijt. Men krijgt het dus niet cadeau, maar het is wel de moeite waard. Naar de me ning van Henk van Dam is het bewaren van afgebroeide bollen juist een goede zaak, omdat alleen de bollen van goede en veel gevraagde culti vars in aanmerking komen. Daardoor wordt het aanbod van die rassen vergroot en dat betekent automatisch ook een krimp van het areaal van de minder goede soorten. En zo veel te eerder wij die matige tulpen kwijt raken, zo veel te beter het is!". Nog maar even en verschillende leden van de familie de^JJ," -achtigen komen onze tuinen weer opvrolijken. Wie in Prikb lukkige bezit is van een tuin uit de wind en op het zuidenover vertegenwoordigers van die familie boven de grond k°°™ Blauwe druifjes bijvoorbeeld of hyacinthen. Want hoewfc^ twee bloemen maar weinig op elkaar gelijken horen ze tstar i dezelfde familie. ce-fici Het zwarte schaap van de familie, want het minst bekemisser gloriosa. Die bezit als enige van alle lelie-achtigen kliiMet: schappen. Hoewel de naam klimlelie niet bepaald fraai ze wel aan wat we van deze bloemensoort mogen vervO^, Bij ons wordt de gloriosa op bescheiden schaal als snijblfcramr teeld en we kunnen haar dan ook af en toe tegen komeoep bloemenwinkel. Als potplant in de huiskamer doet de kM®d* het ook uitstekend en ze levert bij een goede verzorgCJ^ schat aan bloemen aan een bijzonder decoratieve plant. Moeilijk te verzorgen is de plant allerminst. De naam dufcis M op dat we niet met het eerste het beste plantje te maken liw vl Gloriosus betekent roemvol en dat zegt genoeg. In h^nta wordt de plant aangetroffen in tropisch Afrika en Aziëï^1'^ staan in het wild enkele soorten van. In de tropen is goeiig, dat het een rasechte klimmer is die zich met behulp vanien e beschikken maar over vrij korte stelen. >aui' r De plant groeit uit een lange knol in de grond die tijd^enee groeiseizoen geheel verdwijnt maar waarvoor in de plaJer h nieuwe "knollen terugkomen. In het wild groeit de glorioP0' F al aan bosranden. Een beetje slimme tuinman kan daari^^ den dat bij de teelt van de gloriosa aan tenminste tw$o wi waarden moet worden voldaan. ïherry Ten eerste wil de plant in het heetst van de zomer eefounu schaduw die ze in de vrije natuur vindt onder het loveiPnb* bomen waaraan ze zich optrekt. In de tweede plaats g plant het best op grond waarin veel bladhumus aanu"T"~ Knollen van de klimlelie zijn in deze tijd van het jaa^É betere bloemhandel te koop en als u van plan bent hetl^B ment eens te wagen zijn er enkele raadgevingen die be wmI zijn voor het slagen van de proef. iet hc De knollen kunnen vanaf begin februari de grond in-'P®"1 moeten ze heel voorzichtig worden behandeld. De bevv^1^ peratuur is 17 graden Celsius en de knol moet beschern,aar r den tegen uitdrogen. De grotere knollen zijn vaak vijftettod twintig centimeter lang. Wilt u er twee bij elkaar in stoppen, zorg er dan voor dat die pot groot genoeg is. plant gesteld is op goede grond is het beste mengsel dat kunnen geven een samenstelling van leem, bladaarde ei^t Ml zand. r»mié Aan de knol zit een duidelijk herkenbaar groeipunt datj> Röp makkelijk beschadigd kan worden. We moeten daarofjto zichtig omgaan met deze zogenaamde neus. Zorg ervoot^rtjn neus alle ruimte heeft om uit te groeien en leg daaromegie: terkant van de knol tegen de rand van de pot en de neuriabai mogelijk vrij in het midden. De aardigste resultaten rj;b® 1 door twee knollen naast elkaar in de pot te leggen zod^'"j" uit groeiende planten tegen elkaar op kunnen klimrj ^ij a knollen worden horizontaal in de pot gelegd en afgedan de ongeveer drie centimeter aarde. let bel Zet tijdens het planten wat klimmateriaal in de vorm boestokken in de pot. Die heeft de plant nodig om naar t Lag komen en als u ze later pas in de aarde steekt loopt u i knollen of uitlopers te beschadigen. In het begin spaarzonson met water, als de plant gaat groeien meer gieten. Idea*°ny F temperatuur van twintig graden Celsius, zowel voor di ving als voor de grond waarin de gloriosa staat. Ook e? 1 luchtvochtigheid bevordert het resultaat, af en toe du^^B nevelspuit over de plant. :hooli De eerste bloemen kunnen twee maanden na het pobuba I wacht worden. Uitgebloeide bloemen verwijderen oma bloemvorming aan te sporen. De gloriosa kan uitstek#"*!» gehouden worden. Als het blad geel wordt en afsterft, van het bovengrondse deel van de plant niet veel over^ met de knollen kan bij een temperatuur van rond des graden Celsius bewaard worden waarna het groeiprocWmai het begin van het volgende jaar opnieuw kan beginnen.,nul*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 14