Alle hoogbouw mag gesloopt Haalbaarheid nieuwe woning in cijfers a JJ „BOUWSOCIOLOOG'PROF. DR. DE JONGE: ZZ j l f slV h '1%T£eidae6omwtl Houthandel zoekt groeiende markt Hedendaagse architectuur modern én traditioneel to' Werk van de veelzijdige kunstenares Henny Gusta (Scheveningen, Den Haag e.a.) te koop, te huur of in huurkoop tegen aantrekkelijke voorwaarden en prijzen (zonder rente). Inl.: Galerie jk. ij - Frederikstraat 979.2514 LJ DEN HAAG. TEL.. 070-608504. f V v Wl De recent voorgestelde sloop van een flatcomplex in Helmond lijkt het begin van het einde voor de hoogbouw. Een fiasco dat al in 1956 werd voor speld door prof. dr. De Jonge. Kortgeleden nam deze Noordwijkse hoogleraar in het sociologisch onderzoek van de architectuur afscheid aan de TH in Delft. Zijn mening is niet veranderd: „Er is een soort Deltaplan nodig om alle hoogbouw te slopen en er laagbouw voor in de plaats te zet ten". Het gelijk van een criticus, dertig jaar later. '!ÉIffiiW S'.SrV 1 l., J \mwm DONDERDAG 20 MAART den willen mensen er nog wel in wonen. Maar zodra de eco nomie ook maai een beetje aantrekt, stromen de flats leeg. Dat komt niet alleen doordat volgens representatieve onder zoeken negentig a vijfennegen tig procent van de Nederlandse bevolking er niet in wil wonen, maar ook doordat ze veel duur der zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Vooral de variabele kosten vallen tegen; liften, ver warming, onderhoud, dat soort zaken, die stijgen met de prijs index". AFKEER Niettemin waren er ook in tij den van woningtekort nog ge noeg flats waar de mensen niet in wilden. Prof. De Jonge had dat al zien aankomen, zoals on der meer in zijn proefschrift uit 1960 te lezen valt. „Maar wat deed de commissie van volks huisvesting en ruimtelijke orde ning in 1961?", vraagt hij zich dertig jaar later nog verwon derd af. „Geen rekening hou den met wat de bewoners wil len. Ondanks de afkeer die ook in het buitenland al overduide lijk bestond, werden er hier flats gebouwd. In de Bijlmer verscheen negentig procent hoogbouw, met als gevolg dat de Amsterdammers er niet in wilden. Ook niet om door te stromen naar een ander huis. En dat had je dus kunnen we ten". „Die situatie moet je eens naar het bedrijfsleven verplaatsen: uit een onderzoek blijkt dat ne gentig procent van de mensen een blauwe auto wil en geen witte. Je denkt toch niet dat de autoindustrie dan allemaal wit te auto's gaat produceren? Maar ja, de overheid vond dat mijn onderzoek niet deugde en nam arrogant een foute beslis sing". Hij trekt de vergelijking DEN HAAG - In het terug-naar- de-natuurtijdperk van het begin der jaren zeventig wist men niet beter of een huis was van hout. Gold dat niet voor de buitenkant, dan toch zeker voor het interieur. Ex-bo- men, waarvan de meeste afkomstig uit Scandinavië, sierden de vloer, het pla fond en alles wat daar tussenin stond. Bovendien werd veel hout gebruikt in de bouwconstructie van de huizen. De opkomst van kunststof en waarschu wende verhalen over ontbossing maak ten echter een einde van de hout-haus se. Behalve de open haard was nie mand nog geïnteresseerd in hout. De houtverkoop liep vanaf 1975 met onge veer dertig procent terug, tot grote schrik van de houtindustne en -handel. Onder het motto „Hout, groeiend goud" wil de houtwereld nu terugslaan. De houthandelaren hebben gemerkt dat het niet voldoende is vast te stellen dat hout goud waard is. Hoewel het materiaal volgens K. W. Kuperus, voorzitter van de stichting Centrum Hout, „energie-arm is in winning, ge bruik en toepassing, milieuvriendelijk en zowel technisch als esthetisch hoog waardig", wordt het niet gekocht. De conclusie van het Centrum Hout is dat „de bekendheid met het materiaal bij voorschrijver en beslisser onvoldoende is". Om daar iets aan te doen wil het Cen trum Hout het publiek overtuigen van de waarde van zijn produkt. De direc teur van het centrum, A. van der Vel den: „Het gaat niet om algemene pro motie, in de trant van „eet meer hout" zoals wij dat weieens spottend noemen, maar wij willen concrete toepassingen laten zien". De Houtdag zal daarom in ere hersteld worden en op de Bouw- RAI in mei zal een symposium en ex positie over houtskeletbouw worden gehouden. Bij deze vorm van bouwen, die een hoge vlucht lijkt te nemen, be staat het geraamte niet uit beton of metselwerk, maar uit hout. Voor de zelfde kosten wordt daarmee een ener giebesparende constructie gerealiseerd. Het Centrum Hout wil de consument ervan overtuigen dat hout een redelijk alternatief is. Kozijnen hoeven echt niet in kunststof uitgevoerd te worden, Prof. dr. De Jonge: „Er wordt nog te veel en masse gebouwd voor onzichtbare mensen. Niet voor niets blijkt het leukste huis vaak gewoon van een timmerman te zijn die het zelf heeft bedacht". Als socioloog weet prof. De Jonge uiteraard waarom vrijwel alle mensen een eengezinswo ning of variatie daarop prefere ren boven een flat. „Mensen hebben altijd het liefst een ei gen ingang en een soort buffer om hun huis. Dat mis je totaal in een flat. Een eengezinswo ning, waar iedereen iets anders met zijn al dan niet grote tuin kan doen, geeft zo'n bescher ming. Daardoor voelen mensen zich er meer thuis. Terwijl het aspect van de sociale controle echt onzin is. De privacy is in eengezinswoningen juist veel groter dan in een flat. Mensen hebben in eengezinswoningen wel meer contact met elkaar dan in een flat, maar ze zitten echt niet te loeren wat de buren doen. De controle beperkt zich tot zaken als de autolichten die iemand heeft laten branden, een kind dat zoek is en spullen die mensen bij elkaar lenen. Verder kan iedereen doen wat hij zelf wil, terwijl je in flats al lerlei voorschriften hebt waar voor veel discipline wordt ge ëist". „Een flat is eigenlijk alleen leuk als die op een mooi pun( ligt, met een mooi uitzicht en een grote mate van luxe. Zulke flats zijn altijd wel te verhuren of verkopen, maar worden alleen bewoond door mensen die net zo goed een villa kunnen ko pen. Ze doen dat alleen niet uit een aantal overwegingen; zoals het gevoel van veiligheid, dat overigens vaak zeer misplaatst is. En dergelijke zeer dure flat complexen worden uiteraard maar weinig gebouwd, omdat ze voor slechts een zeer kleine groep betaalbaar zijn". MISGEKLEUND Gemeenten kunnen volgens prof. De Jonge het best woon wijken laten bouwen waarin stad en platteland worden ge combineerd. Want dure huizen ver van de stad, zoals in Lely stad, komen ook leeg te staan. En Helmond, dat zich volgens hem ten onrechte als groeige- meente heeft geprofileerd, plukt ook de wrange vruchten van hoogbouw die in de visie van De Jonge niet eens nodig was. „Heel veel gemeenten hebben misgekleund met hun woning- beleid. Men dacht dat hoge ga lerijflats en de zogenaamde Van-Dameenheden voor een persoonshuishoudens de toe komst zouden hebben, maar die behoefte is nooit onder zocht. Met als gevolg dat er steeds meer komt leeg te staan. Aangezien een flatgebouw bij vijfentwintig procent leegstand al niet meer rendabel is en er steeds meer leeg komt te staan, zal een heleboel hoogbouw moeten worden gesloopt. En daar heb ik absoluut geen be zwaar tegen". Prof. De Jonge concludeert dat de overheid de laatste jaren meer naar economen en socio logen is gaan luisteren. Mede daarom zijn veel groeigemeen- ten overgeschakeld van hoog bouw op eengezinswoningen of gestapelde laagbouw. Niettemin kritiseert hij nog altijd veel ar chitecten, omdat die er zelden in slagen te luisteren naar de bewoners. Ze produceren daar door ook in de huidige nieuw bouw veel eenheidsworsten en soms ook ronduit afschrikwek kende gebouwen. „Er wordt nog te veel en masse gebouwd voor onzichtbare mensen. Niet voor niets blijkt het leukste huis vaak gewoon van een tim merman te zijn die het zelf heeft bedacht". DICK HOFLAND Het kopen of huren van een nieuwe woning is in menig huisgezin een regelmatig terugkerend ge spreksonderwerp. Vooral bij het dalen van de hypo theekrente wordt er heel wat gerekend. Om alle cij fers eens goed op een rijtje te zetten heeft het Na tionaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) de brochure „Uw budget als huisbaas" uitgegeven. Met behulp van deze brochure kan iedereen uitmaken of de kosten van een bepaalde woning passen in het totaal van het huishoudbudget. Het maakt daarbij geen verschil of het gaat om een huur- of koopwoning. Belangrijk uitgangspunt van de brochure is dat de woonlasten niet op zichzelf staan. De vraag of een bepaalde huur of hypotheek kan worden betaald, kan zeker niet beantwoord worden door alleen naar het inkomen te kijken. De opzet van de brochure is eerst uit te rekenen, welk deel van het inkomen nodig is voor het levensonderhoud. Het gaat daarbij niet alleen om voeding, kleding, verzekeringen en studie, maar ook om persoonlijke wensen, hobby's, soci ale verplichtingen en dergelijke. Bij de meeste van deze posten vermeldt de brochure gemiddelde bedragen naar type huishouden en inkomensgroep. Als tweede stap wordt berekend wat een beoogde woning zou gaan kosten. Enerzijds gaat het om directe lasten als huur, hypotheek, energie en heffingen, anderzijds om indi recte uitgaven zoals de kosten van woon-werkverkeer. Ver der wordt ook aandacht besteed aan zaken als belasting voordeel, premieregelingen en huursubsidie, zodat iedereen zelf de netto-maandlasten kan uitrekenen. In de brochure wordt geen oordeel gegeven over de vraag of kopen dan wel huren de voorkeur verdient, welke hypotheekvorm de beste is of waarop bezuinigd kan worden. Daarvoor kan men volgens het Nibud - nadat een besluit is gevallen - terecht bij allerlei gespecialiseerde instanties die informatie geven over hypotheken, subsidies en belastingzaken. De brochure kan worden besteld door 8,50 gulden over te maken op girorekening 368700 van het Nibud in pen Haag onder vermelding van „Uw budget als huisbaas". ff m mi DEN HAAG - Hoewel produkten van de heden daagse architectuur bijna altijd moeiteloos zijn te herkennen, zijn ze toch vrij moeilijk te definiëren. Enerzijds liggen de wortels van de moderne archi tect overduidelijk in deze tijd, anderzijds zijn er in zijn werk vaak stuitend veel verwijzingen naar of soms zelfs regelrechte kopieën van klassieken. Zo kun je bijna geen modern ontwerp tegenkomen of je moet wel aan Le Corbusier of de Stijlgroep (o.a. Rietveld) denken. De hedendaagse architectuur heeft daarom iets verraderlijks: het oogt modern, maar is tegelijkertijd traditioneel. Dat blijkt maar weer eens uit de veertien ontwerpen die onlangs werden geselecteerd als zijnde representatief voor de hedendaagse Nederlandse architectuur. Er zitten uiteraard gebouwen bij van mensen als Quist, Weeber, Coenen en Dam, maar ook van minder bekende archi tecten als Uytenhaak, Van Velsen, Reintjes, Lafout, Wijk, Hendriks,. Voets, Wylick en Teeken. Recente prijswinnaars als Rem Koolhaas ontbreken, maar dat is omdat het om bouwwerken gaat die in 1985 in gebruik werden genomen. De grote gemeenschappelijke deler van al deze architec ten is het gebruik van strakke vormen, soms geaccen tueerd door een boogvorm, de gladde materialen en wit te kleuren die af en toe worden ondersteund door pri maire kleuren als rood, blauw en geel. De perfectste combinatie van al die elementen is terug te vinden in de metrolijn met drie stations van Spijkenisse; een ontwerp van Carl Weeber in samenwerking met ir. C. Veerling. Volgens de jury die de veertien werken selecteerde, is de metro van Spijkenisse de exponent van een lichtvoetige, feestelijke architectuur. Interessant is dat ook het Haag se Museum voor het Onderwijs van Wim Quist werd uitgekozen. Een totaal ander gebouw dan de metro, met ook een andere verwijzing. Niet de Stijlgroep, maar Ber- lage is hier de antecedent. In dit geval is dat allesbehal ve vreemd, want Quists museum ligt naast het Haags Gemeentemuseum; van Berlage. Het is geen geringe op dracht daar iets tegenaan te zetten dat |niet door Berlage wordt weggecijferd maar ook weer niet Berlage wegcij fert. Quist koos niet voor een kopie of een scherp con trast, maar voor een tussenoplossing: een eigen ontwerp met invloeden van Berlage. Het leverde een rustig, stijl vol gebouw op, dat binnen opvalt door zijn grote ruim tes met overheersend beton. Een veel vrijwilliger voorbeeld van het moderne bou wen op traditionele gronden is het woongebouw met be drijfsruimten aan de Diergaardesingel in Rotterdam. De architectengroep Mecaano heeft daarvoor heel veel naar Le Corbusier gekeken, hem in de dakopbouw zelfs „ge citeerd" en bereikte met eenvoudige middelen een ka rakteristiek en modern gebouw op een moeilijk punt. Dat laatste vond althans de jury, die handelde in op dracht van de Stichting Wonen, het Nederlands Docu mentatiecentrum voor de Bouwkunst en de Stichting Architectuurmuseum. DICK HOFLAND (ADVERTENTIE) vinden de houthandelaren. Daar heb ben ze toch hard- en vurenhout voor? En dat geldt ook voor schuttingen, vloeren, wanden, plafonds en wat al niet. „Met hout gaan we zö aan de slag", roept het Centrum Hout. De Zweedse en Finse Houtinformatie •spitst dat toe op vurenhout. Een paar cijfers van deze organisatie: „Vuren is zestien maal lichter dan staal en vijf maal lichter dan beton. Het is acht maal zo sterk als staal (in verhouding tot eigen gewicht) en het isoleert warm te vierhonderd maal beter dan staal, vijftienhonderd maal beter dan alumi nium en twaalf maal beter dan beton". Het Centrum Hout concludeert daar om: „Een doe-het-zelver en zijn hout, dat is liefde op het eerste gezicht". STEVO AKKERMAN hoger en groter de flats, hoe minder contact de mensen met elkaar hebben. JORDWIJK - Hij >ont leuk, even achter de inen in Noordwijk. De ogteversehillen in de jk zijn in tact gelaten en et, zoals in Scheveningen, itgewalst. De geschakelde ngalow staat op een heu ltje, met tuin aan drie nten en een in de diepte rdwijnend pad dat naar garage leidt. De ruime, hte, L-vormige woonka- er met open haard en ;o keuken baadt in zon- it en rust. De wens van :nige Nederlander, meeste jaren van zijn leven :ft prof. dr. De Jonge in een lere omgeving gesleten. In s vooral. Nooit had hij het e zich er blijvend te vesti- i. Hij herinnert zich vooral eentonigheid, massaliteit en vuiling, het lawaai van de e buren en het gevoel dat hij tzettend werd gemanipuleerd or de architecten. „Alles lag enlijk voor je vast", zegt hij, aar je moest parkeren, waar kinderen moesten spelen en e je naar de woning moest >en. Alle gemeenschappelijke orzieningen waren ook het- fde; de lift, de vuilstortkoker, hele reutemeteut. Architec- dachten dat ze daarmee het ntact tussen de mensen be rderden, maar het omgekeer- is juist het geval. Hoe hoger groter, des te minder con- t. En ook: hoe hoger hoe urder en hoe kwetsbaarder", et alleen vanuit zijn eigen er- ring waarschuwt hij al sinds 56 voor hoogbouw. Louter economische overwegingen d hoogbouw, ruwweg meer n vier flats boven elkaar, vol- ïs hem geen toekomst. „Al- economisch slechte tij met de autoindustrie meteen door, omdat hij vindt dat daar een variabel aanbod bestaat binnen een bepaalde standaar disatie. Voor de woningbouw zou de autoindustrie een heel goed voorbeeld kunnen zijn. ARCHITECTEN Dat de woningbouw geen ver gelijkbare variatie biedt, komt volgens prof. De Jonge vooral door de architecten. Die hpu- den niet of nauwelijks rekening met wat bewoners willen en drijven hun eigenzinnigheid vaak veel te ver door. Tot over maat van ramp hebben ze vol gens hem ook een enorme in vloed op beleidsmakers. Een van de gevolgen die hij zich daarvan herinnert, is de vroege re onwil van de gemeente Am sterdam om in de stad een aan tal eengezinswoningen te bou wen. In plaats daarvan werd buiten de stad een gigantisch flatcomplex neergezet, de Bijl mer. Nu echter, op het moment dat het nabijgelegen Almere met zijn eengezinswoningen een grote aantrekkingskracht uitoefent op de Amsterdam mers, ligt er ineens een plan van de gemeente Amsterdam voor twaalfhonderd eengezins woningen. VILLA De Jonge: „Naarmate meer mensen naar Almere trokken, werd het probleem van de leeg stand in Amsterdam groter. Puur uit concurrentie-overwe- gingen kunnen er nu wel din gen, die vroeger uit heel wat de gelijker overwegingen niet kon den. Je moet je overigens wel realiseren dat Almere meer aanslaat dan een vergelijkbare plaats als Lelystad, omdat die naar Nederlandse begrippen toch weer een eind van Amster dam af ligt. De afstand tussen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 7