VORMGEVERS
De waarde
van het
woongenot
GELUIDSISOLATIE
vangen
voorjaar
in
vazen
Kunststoffen
tuinmeubelen
steeds beter
eierdoosjes helpen
echt niet
3£0dlïMl3 CcidócSomotvt
DONDERDAG 20 MAART 19
De tijd van de af
schilferende houten
en roestende ijzeren
tuinmeubelen is
voorgoed voorbij. De
volledig van kunst
stof vervaardigde ta
fels en stoelen zijn
niet meer uit de tuin
weg te denken.
Oecj'
verkee
Deze nieuwe generatie P^èn
vraagt geen onderhoud en
evenmin een onderkomen
voor de winter. Ze kunnen
het he/e jaar dag en nacht
buiten blijven staan zon
der dat ze merkbare ver-
vertonen. Dit gemak heb
ben we te danken aan
nieuwe kunststoffen waar- Beg.gr
in de beste eigenschappen
verenigd zijn van de oude
re. Ze zijn harder, hebben
een aichter oppervlak
waardoor krassen en
scheurtjes minder kansen
dat in de zonnestralen zit
en waardoor kleuren gauw
kunnen verbleken.
Vrijwel alle fabrikanten
hebben voor de nieuwe
collecties van dit jaar hun
assortiment uitgebreid
met een aantal modellen
die niet a/leen wat betreft
het materiaal nieuw ztjn
maar waarvan ook de mo
dellen beter zijn aangepast
aan de menselijke afme
tingen. Daardoor ziin ver
schillende meubelen zo
fraai van vorm geworden
dat ze ook binnenshuis
niet zouden misstaan.
Plastic is wel eerder ge
bruikt in de tuinmeubelin
dustrie. In het ver/eden
werd het gebruikt als een
overtrek van de stalen bui
zen waaruit de frames van
stoelen en tafels gemaakt
werden. Door invloed van
buitenaf scheurde dit dun
ne laagje plastic toch al
snel en dan hadden water
en zuurstof vrij spel zodat
het onderliggende metaal
weer ging roesten.
De nieuwe generaties
meubelen heboen deze
mankementen niet meer.
Ze worden gespoten of ge
goten (of vervaardigd in
een combinatie van deze
twee technieken) van
kunststof dat door en door
gekleurd is. Poten en arm-
leggers zijn ook niet hol
zoals in vroegere meube
len maar massief. Dat be
tekent dat de modellen
ook na jarenlang gebruik
niet slap worden of vervor
men onder het gewicht
van de „bezitter".
De bekleding van de stoe
len wordt ook steeds meer
uitgevoerd in kunststof. De
keus in hoezen en kussens
is enorm en veel onder
houd hebben deze onder
delen van het tuinmeubi
lair ook al niet meer no
dig. De kleuren die be
schikbaar zijn lopen uit
een van diepbruin en fel
blauw tot tere pastelkleu
ren. Opvallend is in het
komende seizoen de hoe
veelheid streepdessins die
aangeboden worden. Deze
tendens is een voortzetting
van het afgelopen jaar.
De nieuwe generatie tuin
meubelen is niet goed
koop: de prijzen zijn ver
geleken met de houten en
stalen meubeltjes zelfs aan
de hoge kant. Daar staat
wel tegenover dat het een
investering voor jaren is.
Wie over deze prijsdrem-
pel heenstapt heeft jaren
geen omkijken meer naar
het meubilair en kan zijn
aandacht volkomen rich
ten op het groene gebeu
ren in de tuin. Of op de
lectuur waar\'an jè gezeten
in deze comfortabele ze
tels, uitbundig kunt genie
ten.
Ook fout: piepschuim. Dat
heet, stelt de NSG al, niet
voor niets piep-schuim. Vol
slagen stil zal het nooit wor
den. Het heeft zo weinig ge
wicht, dat het heel gemakke
lijk in trilling komt. Daarom
is ook het volschuimen van
een spouwmuur ten zeerste af
te raden als dat uit het oog
punt van geluidsisolatie ge
beurt. Als warmte-isolatie
heeft het daarentegen wel de
gelijk veel nut.
Het beste materiaal voor ge
luidsisolatie is zwaar en bij
voorkeur ook nog buigzaam.
Lood is daarom héél goed. Al
leen wel een beetje zwaar.
Maar zelfs alle gangbare plaat
materialen, van vensterglas
tot spaanplaat zijn te verkie
zen boven eierrekjes en piep
schuim. En een gemetselde
muur heeft z'n gewicht mee;,
hoe meer gewicht, hoe minder
trilling.
De NSG vindt dat veel leve
ranciers van akoestische mate
rialen en constructies soms
onvoldoende op de hoogte
zijn met dit vakgebied. Laat u
daarom informeren door een
onafhankelijk akoestisch des
kundige of raadpleeg de NSG
(tel. 015-562723). Tenzij u lie
ver verhuist.
Mag een huiseigenaar de kosten die
hij heeft gemaakt voor de verbete
ring van een bestaande studeerka
mer aftrekken van de belastingen.
Nee, zo bleek laatst uit een gerech
telijke uitspraak. We zullen hier
proberen uit te leggen waarom
niet.
De wetgever gaat uit van een gelijkheids
beginsel tussen huurders van woningen
en eigenaren van woningen. Hij rede
neert: in beide gevallen is er sprake van
woongenot. De een, de huurder, betaalt
per maand voor dat genot; de ander, de
eigenaar, heeft zijn woongenot in één
keer gekocht en betaald. Tot zover is al
les in orde. Alleen, het verschil fussen
huurder en eigenaar is dat wie een huis
huurt, geen vermogen vormt, terwijl de
gene die een huis koopt, wèl eigendom
en dus vermogen heeft.
Dat wil zeggen: heeft of krijgt. Een met
een hypotheek gekocht huis vonnt niet
stante pede „vermogen" voor zijn eige
naar, maar zal op den duur, nadat de hy
potheek is afgelost en de rente betaald,
wél vormen.
Op grond van dat verschil, heeft de wet
gever verder geredeneerd, is het billijk
wanneer een eigenaap voor zijn woonge
not ook betaalt, net zoals een huurder
ervoor betaalt. De hypotheekrente wordt
daarbij als gezegd niet opgevat als zo'n
betaling, daar die eens afloopt en het
huis dan „vrij op naam" staat. Eigen
dom is geworden dus. Terwijl nu voor
de huurder de huur zijn betaling vormt
voor het woongenot zou de eigenaar ei
genlijk niets te betalen hebben. Om dit
verschil op te vangen, heeft de wetgever
het zogenaamde huurwaardeforfait inge
voerd.
Om dat woord te begrijpen, kunnen we
het best Van Dale raadplegen. En dan
zien we dat „huurwaarde" wordt om
schreven met „het bedrag dat een per
ceel aan huur kan opbrengen" en dat
„forfait" betekent: „bij de koop, ineens,
voetstoots". Dat is inderdaad de strek
king van het begrip: telkenjare betaalt de
huiseigenaar een bedrag-ineens aan de
staat, als equivalent van het bedrag dat
de huurder voor zijn woongenot betaalt.
Praktisch gesproken wil dat zeggen dat
de eigenaar het bedrag, het huurwaarde-
forfait dus, bij zijn inkomen optelt. In
dat vaste bedrag, dat via tabellen kan
worden opgezocht in bijvoorbeeld een
belastingalmanak, zitten dan een aantal
dingen verdisconteerd.
Alle eigenaarslasten (maar niet de finan
cieringskosten) worden geacht in de be
rekening van het huurwaardeforfait te
zijn opgenomen. Het forfait is dan ook
een zogenaamde saldopost, hetgeen bete
kent dat de gemiddelde kosten die een
huiseigenaar zoal heeft, reeds in minde
ring zijn gebracht op het totaalbedrag.
Die gemiddelde kosten zijn inderdaad
gemiddeld en ze zijn bovendien fictief.
Het hoeft, met andere woorden, niet ge
zegd te zijn dat ze ook daadwerkelijk ge
maakt zijn - althans niet in een bepaald
jaar of op een bepaald gebied. De wetge
ver ziet in het huiseigenaarschap iets op
de lange termijn: over de loop van een
aantal jaren dat men ergens woont, zul
len er kosten ontstaan die op straffe van
het verval van het huis, doodeenvoudig
gemaakt „moeten" worden.
Om nu discussie met de belastingplichti
ge huiseigenaar te omzeilen - bij alle
kostenposten is immers wel een argu
mentatie tevoorschijn te halen - heeft
de wetgever tot deze vereenvoudiging
besloten: het huurwaardeforfait is het
bedrag waarop alle eigenaarslasten reeds
in mindering zijn gebracht en daarmee
basta.
Mr. P. R. M. HAMERS
DEN HAAG - Drie note-
balken met niet één noot
en op de vierde balk de
tekst „Lekker rustig hè?".
Het staat op een promo
tietas van de Stichting Ge
luidshinder (NSG) en het
is een verademing voor
mensen die ongewenst
worden getrakteerd op
muziek, lawaaierige mu
ziek vooral. Want een
nocturnetje of ballad wil
er nog wel in. Maar die
rot-herrie
In de meeste gevallen komt
het lawaai uit de belendende
percelen, van de buren dus.
Een enkel keertje hindert na
tuurlijk niet, iedereen heeft
recht op een feestje op z'n tijd
of, desnoods, een brok lawaai.
Maar elke dag Verdraag
zaamheid heeft ook zijn gren
zen.
Lawaai is geen leven, stelt de
Stichting Geluidshinder al ja
ren. En niet zo maar. Uit een
enquête blijkt dat achtentwin
tig procent van de Nederlan
ders last heeft van de buren,
vierentwintig procent van mu
ziek (al dan niet van de bu
ren) en tien procent van huis
dieren (vooral honden), radio
en televisie. Daarnaast zou
eenendertig procent anderen
graag minder hinderen met
muziek en negenentwintig
procent met het zelf musice
ren, vooral op een piano.
Je kunt er natuurlijk iets aan
doen, aan geluidshinder. Ver
huizen bijvoorbeeld. Wie dat
niet wil, zou kunnen denken
aan isolatie. Dat is niet zo
eenvoudig, maar wel degelijk
te doen, als het maar secuur
gebeurt. Want één geluidslek
en de hele isolatie zorgt er al
leen maar voor dat de kamer
een paar centimeters kleiner
wordt. De constructie op zich
moet zodanig zijn dat er geen
(contact)geluiden worden
overgebracht, geen trillingen
dus. Essentieel daarvoor is het
materiaal dat tegen de schei
dingsmuur wordt aangebracht
of (ingewikkeld!) tussen de be
staande en een nieuw op te
trekken muur. De vraag of dat
glaswol dan wel steenwol
moet zijn, wordt nogal eens
gesteld, maar is eigenlijk over
bodig, lezen we in een folder
van de Stichting Geluidshin
der. Minerale wol houdt geen
geluid tegen, omdat er lucht
doorheen kan. En lucht „ver
voert" geluid. Toch wordt dit
soort wol vaak voor akoesti
sche doeleinden gebruikt.
Fout. Helemaal fout.
Nog zo'n misverstand: eier
doosjes tegen muren en pla
fond. Het enige dat het mate
riaal doet is het verkorten van
de galmtijd, waardoor het
luisteren naar muziek een
stuk aangenamer kan worden.
En een decibelletje extra ge-
luidsabsorbatie lukt met dit
materiaal ook nog wel, maar
dat kun je nauwelijks geluidsi
solatie noemen.
Eigenzinnige vaas van de Nederlandse ontwerper Dirk Rornijn. Een exemplaar uit een serie zeer aparte vazen die het Tere voorjaarsseringen op de glazen vaas Delta van Mart van Schijndel.
bloemstuk een extra schoonheid geven.
Ook voor simpele artikelen
geldt vaak dat een vormge
ver, ondanks al die een
voud, iets aan de vorm kan
toevoegen waardoor zijn
ontwerp zich gaat onder
scheiden van zijn minder
doordachte broertjes en
zusjes. Neem bijvoorbeeld
een bloemenvaas. Een al
zeer oud huishoudelijk at
tribuut dat al bekend was
voor wij met onze jaartel
ling begonnen. Ondanks
die ouderdom en de dui
zenden vaasvormen die in
het verleden zijn gemaakt,
zien vormgevers kans toch
weer nieuwe en voor het
oog zeer aangename vor
men te maken. De belang
stelling voor deze vormen
is zo groot dat er, enkele ja
ren nadat de nieuwe artike
len op de markt gebracht
zijn, al weer sprake is van
massale namaak. Die plagi
aat-artikelen zijn meestal
slecht en kunnen wat be
treft vorm, materiaal en af
werking niet tippen aan de
originelen.
De papieren zak die door
Tapio Wirkkala in kera
miek werd vastgelegd is
zo'n vaas die iets extra's
doet voor het vooijaarsboe-
ket tulpen dat er in gezet
wordt. Wirkkala is een Fin
die een grote naam op
bouwde in het vormgeven
van glas, keramiek, staal,
verlichting en meubilair.
Hij is de meest onderschei
den vormgever van de laat
ste tientallen jaren en veel
van zijn werk is vertegen
woordigd in de collecties
van musea over de hele we
reld. Beroemd is ook het
roestvrij stalen bestek dat
hij ontwierp voor de Duitse
firma Rosenthal die ook de
bloemenvaas in de vorm
Hollandse tulpen in
een vaas van de Fin
Tapio Wirkkala.
De vaas is er ook in
een (bruine) pa
pierkleur en in an
dere formaten.
van een papieren zak pro
duceert.
Dirk Romijn is een Neder
landse vormgever die ver
antwoordelijk is voor het
ontwerp van een serie ei
genzinnige vazen: een sche
ve bijvoorbeeld. De vaas is
van aardewerk en vraagt
een speciale opmaak met
bloemen of planten. In een
rustige omgeving waar alle
V. ^IS
aandacht op vaas en in
houd gericht kunnen wor
den is deze vaas een klein
zelfstandig kunstwerk.
Mart van Schijndel is ook
een Nederlandse vormge
ver. Samen met bijna twin
tig andere ontwerpers
werkt hij aan produtaen
voor een „Dutch Interior
Design Collection" die
door een organisatie met
dezelfde naam verkocht
worden in Europa. Die or
ganisatie wil het Neder
landse ontwerp onder de
aandacht van het Europese
pubhek brengen omdat dat
op vele gebieden kan wed
ijveren met Italiaanse,
Duitse of Scandinavische
ontwerpen. Een van de hu
zarenstukjes van Mart van
Schijndel is de vaas Delta
gemaakt van glas. De vaas
bestaat uit drie glasplaten
die waterdicht aan elkaar
gelijmd zijn. De produktie
is handwerk en elke vaas is
voorzien van de naam van
Mart van Schijndel om na
maak te voorkomen. Toch
is die namaak al in de han
del: opvallend lomper en
veel minder zorgvuldig af
gewerkt.