Een bruine kroeg in grijs beton Dus bij het Vredespaleis rechtdoor, voor't 2e stoplicht links: Telefoonbemiddeling: nieuwe rage in de dienstverlening het Binnenhof Kortenaerkadel. STADSONTWIKKELING ANNO 1986 (ADVERTENTIE) ZATERDAG 1 MAART 1986 UITERLIJKE SCHIJN Intertel: „Bij ons heeft de abonnee die de eigen DEN HAAG „Interswitch, de persoon lijke telefoon- en telexservice voor 210 gulden per maand", staat in de brochure van het Amsterdamse bedrijf Interswitch vermeld: telefoonbemiddeling. Een dienstverlening waarbij de onschuldige beller in feite in de maling wordt geno men. Door de uiterlijke schijn wordt een bedrijf gepresenteerd dat in werkelijkheid misschien niet meer is dan een morsig werkkamertje twee hoog achter. Een nieu we vorm van public relations in Neder land. De heer Van Hasperen van de Kamer van Koop handel in Den Haag reageerde enigszins verbaasd op het bestaan van een eventueel verband tussen bemiddelingsdiensten en fagade. „U bedoelt een bedrijf dat door gebruik te maken van deze dien sten een bepaalde grootheid wil suggereren? Dat is natuurlijk wel mogelijk, maar ik heb het nooit meegemaakt. Ik ken deze bemiddelingsbedrijven alleen als alternatief voor de automatische tele- foonbeantwoorder, om de bereikbaarheid te ver groten". De secretaris, mr. J. W. van Oosten, vult zijn collega aan. „Bij bedrijven die gebruik ma ken van dergelijke bemiddelingsdiensten denk ik aan de kleine, hardwerkende, zelfstandige onder nemer en zeker niet aan iemand die de boel pro beert te flessen. Ik denk aan een handelsman die altijd op pad is en met gebruik van een telefoni sche centrale toch bereikbaar blijft". TELEFOONTJE Uiterlijke schijn. De heer B. Mouwen van' Inters witch aan de Koningskade in Amsterdam was de eerste in Nederland die een telefonische bemid delingsdienst begon. Vijf jaar geleden, met elek tronische apparatuur die hij zelf heeft laten ont wikkelen. Voor tweehonderdtien gulden per maand kan men zich aansluiten op de telefoon service van Interswitch. „Het systeem werkt per fect", zegt directeur Mouwen. „Wanneer bijvoor beeld een meneer Jansen wordt gebeld die is aan gesloten op onze centrale, komt het telefoontje bij ons binnen. Op een beeldscherm valt te lezen dat het zijn telefoonnummer betreft. Een van onze vijf meisjes neemt dan op en zegt: „Met het be drijf van de heer Jansen". Zo weet de klant niet dat hij is doorverbonden met een centrale. Dit is toch veel beter dan een onpersoonlijke telefoon- beantwoorder. Die schrikt potentiële klanten al leen maar af. En zeg nu zelf, een levende juf frouw aan de telefoon is toch veel aardiger dan een antwoordapparaat". Inmiddels maken zo'n tweehonderd bedrijfjes en bedrijven van de dien sten van de heer Mouwen gebruik. Advocaten, aannemers, makelaars en zakenmensen. Inder daad, mensen die veel onderweg zijn. Ook zijn enige buitenlandse bedrijven in het sy steem van Interswitch ondergebracht. De heer Mouwen: „Zij maken gebruik van onze diensten om een steunpunt in Nederland te hebben. Za kenmensen die bijvoorbeeld maar eens per maand Amsterdam aandoen. Zij komen dan langs en handelen de door ons aangenomen boodschap pen af. En ook dat kan hier, op de Koningskade. We verhuren tenslotte ook vergader- en kantoor ruimte. Voor veertig gulden per uur kan van onze accommodatie gebruik worden gemaakt". Voor de heer Mouwen was het die afgelopen vijf jaar een kwestie van vallen en opstaan. „Iedereen denkt dat dit een gat in de markt is, maar dat valt behoorlijk tegen. We moeten het tenslotte overwegend hebben van mond-op-mondreclame. Pas het laatste half jaar gaat het redelijk goed". Hoe goed het gaat, blijkt in een gesprek met een van de concurrenten van Interswitch, het aan de Benoordenhoutseweg in Den Haag gevestigde In tertel. RAGE Intertel, alert and reliable (waakzaam en be trouwbaar), is in ouderwetse vorm een telefoni sche boodschappendienst, maar werkt inmiddels ook met professionele schakelapparatuur. Me vrouw P. M. de Moet van het Haagse Intertel spreekt van een rage in telefoonbemiddeling. „We hebben inmiddels meer dan dertig directe aansluitingen en het werk groeit. Telefoonbemid deling en andere vormen van dienstverlening zijn de laatste jaren in opmars. Zo hebben wij bij voorbeeld weer een secretaressen-service als abonnee. Een goed voorbeeld van deze trend is het World Trade Centre in Amsterdam. Daar worden alle administratieve handelingen voor de in het centrum ondergebrachte bedrijven bene den ■aan de receptie-desk afgehandeld. Een uit Amerika overgewaaide bedrijfsvoering die niet alleen efficiënt maar uiteindelijk ook goedkoper werkt". De rage in de telefoonbemiddeling is vol gens mevrouw De Moet mede te danken aan de technische ontwikkelingen. „Doorschakelen kan met eigen apparatuur, apparatuur van de PTT of via de centrale van de PTT. Met behulp van een computer kun je tientallen abonnees op één lijn zetten want nummer en firmanaam zijn op het beeldscherm af te lezen. Wij werken anders, bij ons heeft de abonnee die de eigen firmanaam ge bruikt ook een eigen lijn". „Wij leggen vooraf geen criteria aan bij het aan nemen van nieuwe abonnees. Slechts eenmaal heb ik iemand de deur gewezen. Dat bleek een videoverhuurbedrijf te zijn, maar wel van porno grafische filmpjes. 'Ik heb dit bedrijf geweigerd om te voorkomen dat mijn medewerkers allerlei mannetjes aan de lijn krijgen die vragen wat er op die films te zien is. De ideale abonnee is na tuurlijk de „slapende". Daar zou ik er wel dui zend van willen hebben. Wel betalen voor een lijn maar er geen of nauwelijks gebruik van ma ken. Dat komt voor en ook op dit moment heb ben we een aantal ervan in ons bestand. „Slapen de" lijnen zijn bijna altijd van buitenlandse be drijven. Zij krijgen slechts drie of vier telefoon tjes in het jaar. Maar dan wel zulke belangrijke, dat het de moeite waard is om hier bereikbaar te zijn". VESTIGING Dank zij deze telefoonbemiddelingsbedrijven kan de schijn worden gewekt dat een bedrijf meer vestigingen heeft. Mevrouw De Moet vertelt dat zij als klant daar ook een keer mee is geconfron- treerd. „Het ging om een loodgietersbedrijf. Vol gens de brochure zouden zij vestigingen hebben in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en noem maar op. Maar toen ik een keer het telefoonnummer draaide van de Haagse vestiging hoorde ik, maar dat komt door mijn er varing met dit soort zaken, dat ik werd doorge schakeld. Uiteindelijk bleek alleen de vestiging in Rotterdam te bestaan. In feite worden de mensen in de maling genomen, maar er zijn al zoveel be drijven die doorschakelen en ach, zolang het se rieuze bedrijven zijn maakt het toch niet uit dat ze groter willen lijken dan ze in werkelijkheid zijn". Mevrouw De Moet was niet de enige beller die ontdekte met een bemiddelingsdienst te ma ken te hebben. „Het komt inderdaad weieens voor dat mensen doorkrijgen dat ze niet met het bedrijf zelf van doen hebben. Tenslotte kan het opvallen dat de telefoniste nooit iets weet te vin den, nooit meneer te spreken krijgt en zelfs de eenvoudigste vragen niet kan beantwoorden, zo als even nakijken of de onlangs door de beller verstuurde brief is aangekomen. Afhankelijk van In Zoetermeer probeert men de geschiedenis ver sneld te herhalen. Wat elders eeuwen kostte, wordt in deze groeistad in één decennium ge creëerd: een kloppend stadshart. „Als een inwoner van Zoetermeer zegt: „Ik ga naar de stad", moet hij richting stadshart vertrekken en niet naar de Haagse Spuistraat", zegt drs. W. van Zijll, directeur van projectontwikkelaar MAB. ZOETERMEER De .tachtigduizend in woners van Zoetermeer hebben het tot af gelopen zomer moeten doen zonder cen trum. Ja, in de Dorpsstraat zaten de war me bakker en een boekhandel, maar het echte winkelen deed de Zoetermeerder (geheel in de geest van het monopolyspel) liever op het Spui in Den Haag. Groeiden de voorzieningen in andere steden evenre dig met de bevolking, in „ons dorp" Zoe termeer vestigden zich zestigduizend men sen in tien jaar, zonder een bioscoop, een C A en de nodige kroegen met zich mee te brengen. Aan deze tegennatuurlijke si tuatie moest een eind komen door de ont wikkeling van een eigen Zoetermeers cen trum. In 1976 werd contact gelegd tussen de gemeente Zoetermeer en de Haagse projectontwikkelaar MAB. Als resultaat daarvan kon in mei 1985 de eerste fase van een nieuw „stadshart" aan het pu bliek gepresenteerd worden. Eind 1988 hoopt men de vijfde en laatste fase daarvan af te ron den. Het stadscentrum zal dan bestaan uit drie honderd woningen, 42.000 vierkante meter win kelruimte en 15.000 vierkante meter kantoor ruimte. Volgens MAB-directeur Van Zijll is er voor het Zoetermeerse publiek dan geen enkele reden meer om op zaterdagmiddag uit te wijken naar Den Haag of een andere stad. Zoetermeer zal over een eigen en compleet hart beschikken, belooft hij. De MAB (als Meijers Aannemers Bedrijf vroeger zowel projectontwikkelaar als aannemer, nu zon der bouwbedrijf actief als zelfstandig ontwikke laar) kreeg van de gemeente Zoetermeer de op dracht te zorgen voor een belegger, voor architec ten, voor een aannemer en voor gegadigde win keliers, bewoners en bedrijven. Hoewel de ge meente verantwoordelijk bleef, kwam de uitvoe ring van het stadshart geheel in handen van MAB Van Zijll: „Onze planfilosofie sloot nauw aan bij het bestemmingsplan van de gemeente. Daar komt bij dat Zoetermeer ons al kende van andere projecten, zoals het City-hotel en een aan tal kantoren". „Kijk, je moet ervan uitgaan dat de bevolking van Zoetermeer uit Den Haag afkomstig is. Die mensen gaan dus in Den Haag naar familie, naar de bios en naar de winkels. „De stad", dat is voor iemand in Zoetermeer gewoon Den Haag. Wil je de instructie die wij van het bedrijf gekregen hebben, maken we in zo'n situatie bekend dat hij of zij met een bemiddelingsdienst van doen heeft. Maar er zijn abonnees die dit koste wat het kost niet willen. Wanneer dan de cliënt boos reageert op de „onwil" van onze telefoniste om even die brief of offerte op te zoeken, moet onze abonnee het zelf maar met die klant zien goed te praten". Is er nu van bedrog sprake? Trouwens wat is be drog eigenlijk. Op het ministerie van justitie kon in elk geval op die laatste vraag wel antwoord worden gegeven. Tenslotte spreekt Artikel 326 van het wetboek van strafrecht voor zich. De voorlichtster van het departemept leest voor: „Hij die met het oogmerk om zich of een ander we derrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aan nemen van een valse naam of een valse hoeda nigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels iemand beweegt tot de afgifte van enig goed of tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld wordt als schuldig aan oplichting gestraft, hetzij met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren en een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen". Een vrij ruim omschreven artikel, vindt ook de voor- lichtster op het departement. Een handige jongen 1 kan binnen deze wet, volgens haar, een hoop 1 doen. „Tenslotte mag iedereen van alles op zijn 1 briefpapier laten drukken. Het ligt er maar aan wat je met dat papier doet. Oplichting is vaak 1 moeilijk te bewijzen". De beste raad die men op het ministerie van justitie kan geven is: Wees niet te goed van vertrouwen. Ga voor het aangaan van een transactie eerst informatie inwinnen bij de Kamer van Koophandel. Zeker om te weten i wie de aansprakelijke personen zijn. „Tenslotte", zo zei de voorlichtster, „kunnen we niet iedereen voortdurend tegen zichzelf in bescherming ne men. Sommige mensen vragen om moeilijkheden, die Trappen voortdurend in de uiterlijke schijn". FRANS BOTHOF FOTO: CEES VERKERK daar verandering in brengen, dan kun je niet vol staan met een Leidsenhage; zo'n winkelcentruijn en niets meer dan dat. Je moet er „verblijfswaa^-- de" aan toevoegen, zoals wij dat noemen. Het stadshart in Zoetermeer moet ook na zessen een levend centrum zijn. Daarom moeten er mensen wonen, moeten er horecavoorzieningen zijn. Je moet er kunnen verblijven, zonder dat je bood schappen gaat doen. Daarom hebben we pleintjes, terrasjes en een bioscoop gepland, zodat je er ook voor je lol kunt rondwandelen en een uurtje zit ten". Van Zijll erkent dat een stad zonder historische kern moeilijk aan een eigen karakter te helpen is. MAB heeft toch geprobeerd iets „eigens" te creër en door het stadshart door zeven verschillende architecten te laten ontwerpen. Verschillende bouwstijlen in een vrij klein gebied moeten de suggestie wekken dat het centrum in verschillen de bouwperioden is ontstaan. Maar een bruihe kroeg in grijs beton, lukt dat ooit? Van Zijll: „Ja zeker, in de vijfde fase is voorzien in zo'n kroeg en in een muziekcafé". CONTACT De belangstelling voor de kantoor- en winkel ruimte in het stadshart is volgens Van Zijll groot. Hoewel er in de Randstad nogal wat kantoren leeg staan, is het „citycentre" in Zoetermeer een geliefde vestigingsplaats. Van Zijll: „Onze kanto ren zijn het meest geschikt voor zakelijke en maatschappelijke dienstverlening. Een groot in- i genieursbureau met tweehonderd man achter te kentafels komt hier niet, maar voor bedrijven die het moeten hebben van het contact met de consu ment en met elkaar is Zoetermeer geknipt. Je moet dan denken aan accountants, advocaten, computerbedrijven, een arbeidsbureau en derge lijke. Meestal huren deze bedrijven en instellin gen betrekkelijk kleine oppervlakten, vanaf hon derd vierkante meter ongeveer. Wij hebben de ruimte, wij zijn centraal gelegen, prima bereik baar en onze huurprijs is concurrerend". „Laat ik als voorbeeld een advocatenbureau uit Leiden noemen. Dat zag een markt in de enorme bevolkingsgroei van Zoetermeer en vestigde zich hier. Een bevriend accountantskantoor volgde en die nam weer een adviesbureau op sleeptouw. De bedrijven zijn er echt wel van op de hoogte dat Zoetermeer een grote stad begint te worden". Voor de vierde en vijfde fase is nog kantoorruim te beschikbaar, in tegenstelling tot winkelruimte. Van Zijll: „Winkelruimte kun je vanaf een platte grond verkopen. Een winkelier kan aan de hand van papieren plannen goed inschatten hoe zijn kansen zijn. Winkeliers leggen vaak al jaren van tevoren vast wat ze zullen huren. Bij kantoren lukt dat niet. De huurders daarvan willen het eerst zien voor ze een beslissing nemen. Die wil len rondgekeken hebben, hun bureau en secreta resse al voor zich zien, eerder komen ze niet". SELECTIE Voor de ruim zeventig winkeleenheden die ge pland staan in de vierde en vijfde fase van het stadshart hebben zich al tweehonderdvijftig gega digden gemeld bij de MAB. Voor een winkel zich mag vestigen moet aan heel wat eisen voldaan zijn. Van Zijll: „Er is een nauw omschreven plan voor branchespreiding. Als er bijvoorbeeld zes schoenenzaken en twee viszaken gepland staan, dan komen er ook niet meer. De „selectiecommis sie winkelgebeuren" toetst alle aanvragen en ad viseert burgemeester en wethouders, die uitein delijk toestemming moeten geven". „Stel dat er vijftien belangstellenden zijn voor die schoenenzaken, dan worden die beoordeeld op goed ondernemerschap, op hun financiële positie en op hun plaats in onze filosofie. Er is natuurlijk nogal een verschil tussen een exclusieve zaak en een schoenen-super. We willen van beide graag een vestiging hebben, maar niet twee „supers" en geen enkele exclusieve winkel". De winkels die zich mogen verheugen in een plaats in het stadshart worden niet kriskras door elkaar gezet. Het centrum is verdeeld in blokken, die ellp een „trekker" toegewezen krijgen. „Hier zit een' grote Konmar en tweehonderd meter ver derop een Hema. Daartussen planten we dan een andere bekende winkel, een anker. In dit geval is dat Blokker geworden". Op die manier is het hele stadshart opgezet. Elke tegel past in de filosofie, elke vestiging past in het schema wonen, werken, winkelen. Aan het stadshart kan het niet meer liggen, vindt burgemeester Hoekstra van Zoeter meer. „Het is nu aan de Zoetermeerse inwoners om te bewijzen dat we dit waard zijn", zei hij bij de opening van het hartje stad. Als de vorst geen roet in het eten gooit zal de derde fase van het stadshart deze maand geopend worden. Volgens Van Zijll kan de tevredenheid van het publiek dan alleen maar toenemen. Uit een MAB-enquête bleek dat het Zoetermeerse pu bliek het centrum weliswaar „gezellig" vond, maar ook nogal wat winkels miste. Van Zijll: „Nu er een Hema, een C A en een grote discotheek voor zo'n vijfhonderd man bijkomt, wordt het stadshart steeds meer een volwaardig alternatief. Nog even en de Zoetermeerder weet niet beter of het stadshart is „de stad". STEVO AKKERMAN Rechts: Het is de bedoeling dat de Zoetermeerders ook naar het stadshart gaan als ze niets hoeven te kopen, maar omdat ze het gezellig vinden er wat rond te kijken. Links: MAB- directeur Van Zijll: „Het stadshart van Zoetermeer zal een levend centrum zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 33