finale Iron niA^ Aiirlpyc 1>1 CAvn lliCl UUUvlk) ivan iiiv t *S 'Eeidóc&xi/ia/nt1 T ZATERDAG 22 FEBRUARI Jarenlang zijn de Jongeren Advies Centra en andere instellingen voor alternatieve hulpverlening bolwerken geweest tegen het ouderlijk gezag. „Het gezin is een onderdrukkend systeem", luidde de strijdkreet. En steeds grotere aantallen weglopende kinderen kwamen bewijzen hoezeer dit gezin als maatschappelijk verschijnsel failliet was. Een studiedag te Roermond echter duidt erop dat een aardverschuivinkje in deze steile denkwereld aanstaande is. „Wat schiet een kind ermee op als ik anti-gezin zou zijn?" breiden eiding mv van in het inteur. \M-2e lemde t, vol- ee te perso- sJoord- N.V., lm j i bureaus uur) ROERMOND/AMSTERDAM - „Geef je ouders maar weer de schuld", luidde de titel van een lichtvoetig programma op de VPRO-televisie. In Roermond hebben ze hem even geleend om er een zwaartillende studiedag mee te benoe men die als een steen zal neerploffen in de eendebijt van de alternatieve hulp verlening aan jongeren, met alle lande lijk gesnater van dien. „Weggelopen... geef je ouders maar weer de schuld'', hebben ze er daar in Roermond van ge maakt en die probleemstelling geeft aar dig aan welk aardverschuivinkje zich in de steile denkwereld van de Jongeren Advies Centra belooft te gaan voltrek ken. De jeugd heeft rechten, dat blijft. Jongeren willen zelfstandig leven, na tuurlijk. Een eigen woning en een onaf hankelijk inkomen, het moet allemaal kunnen. Maar zodra een jongere weg loopt van huis en aanklopt bij het JAC, vindt hij althans in Roermond tegen woordig een andere hulpverlener achter het bakje troost dan vroeger. Eentje die zich niet op voorhand solidair verklaart met de wegloper. Die niet, zoals tot voor kort de ongeschreven wetten van het al ternatieve circuit wilden, lak heeft aan de gevoelens van de in de steek gelaten ouders. Die niet ^enzijdig partij kiest voor het dwarsliggende kind. En dat het JAC Roermond zijn herziene opstelling langs de weg van een landelijke studie dag probeert uit te dragen, duidt erop dat het vaderlandse klimaat rijp wordt geacht voor enige zendingsarbeid in de nieuwe richting. 23.000 Bijna 23.000 kinderen lopen naar schat ting in Nederland jaarlijks weg Van huis. Voor zover ze zich wenden tot een Jon geren Advies Centrum of een andere in stelling voor alternatieve hulpverleping plachten ze daar en plegen ze vaak nog een sterk politiek doorwasemde sfeer aan te treffen. Janwillem de Goeij, als sociaal psycholoog aan het JAC Roer mond verbonden: „De onderliggende fi losofie was dat jongeren in een achterge stelde positie verkeren die tot uiting komt in generatieconflicten. Het gezin werd beschouwd als een werktuig van onderdrukking. Daarom moest het JAC vierkant achter de jongeren gaan staan. De hulpverleners moesten strijden tegen het ouderlijk gezag, want daarmee dien den ze het belang van het kind. Aan het fenomeen van het weglopen werd een grote maatschappelijke betekenis toege dicht. Al die weglopers vormden het be wijs dat het gezin failliet was. Maar in middels zijn we er anders over gaan den ken. Nu zeggen we: niemand kan om het gezin heen. Zelfs dochters die door hun vader seksueel misbruikt zijn, kunnen niet om hun vader heen. Het gezin is na tuurlijk niet het enig mogelijke samenle vingsverband. Maar het is wel nog steeds de meest gangbare vorm van sa menleven. Zolang er gezinnen blijven bestaan, met. alle emotionele bindingen die daar bij 'horen, moet ik ze als een realiteit aanvaarden. Wat schiet een cliënt ermee op als ik anti-gezin zou zijn?" Gezinsaanpak Door het JAC-nieuwe-stijl wordt niet meer met een grote boog om de ouders heengelopen. Ruud van Roosmalen, hulpverlener aan weglopers in Roer mond (het afgelopen jaar zo'n 150 stuks) vertelt: „Al in het eerste gesprek maak ik duidelijk: ik wil je helpen, maar daar heb ik je ouders bij nodig. Of luister: daar heb jij je ouders bij nodig. Niet in alle gevallen ga ik zo te werk. Loopt een jongere weg om aan lichamelijk geweld te ontkomen, dan volg ik een andere strategie. Maar het overgrote deel van de weglopers hier krijgt te maken met de gezinsaanpak. In ons werk leiden nieuwe inzichten nu eenmaal tot nieuwe werk wijzen. We begeven ons daarmee op ter reinen die voor de alternatieve hulpver lening onbekend of zelfs besmet zijn. maar we doen dit omdat daadwerkelijke hulp aan weglopers ons inziens verder moet reiken dan het verstrekken van on derdak en geld". Verder reiken in welke richting? Sociaal psycholoog De Goeij: „Wat gebeurt er wanneer je, zoals we vroeger deden, vierkant achter een wegloper gaat staan? De ouders gaan dan net zo reageren op de hulpverlener als ze reageren op hun zoon of dochter. Omgekeerd heeft de hulpverlener de neiging om net zo te re ageren als het weggelopen kind. Je zit dan in wezen als hulpverlener conflicten uit te vechten die de jongere met zijn ouders heeft. Maar op het moment dat je meegaat in het gescheld tegen de ou ders, dan raak je zo'n jongere in zijn kern, in zijn loyaliteit jegens zijn ouders. Want tussen ouders en kinderen bestaat een emotionele band. Kinderen verdedi gen hun ouders. Dat heeft iedereen in zich en het gaat heel diep. Je ouders zijn jc wortels. Die wil je niet doorsnijden. Uit onderzoek blijkt ook dat weglopen zelden leidt tot een definitieve breuk met de ouders. Weglopers willen, op een enkele uitzondering na, het contact met thuis blijven behouden. Ze nemen er het initiatief toe. Ze doen er moeite voor". Signaal Weglopen, kortom, betekent voor een kind niet: weg met het gezin. Weglopen betekent dat een kind verbetering wil van de gezinssituatie. Het is een signaal en het heeft, mits dat signaal door de hulpverlener wordt onderkend, een func tie. Van Roosmalen: „Achter botsingen tussen ouders en kinderen kunnen ge zinsproblemen schuil gaan die op een ge geven moment zo onhoudbaar worden dat alleen de wegloopreactie nog enige verlichting brengt. Het weglopen is dan als het ware een strategie om die gezins problemen opgelost te krijgen. Wat dat betreft, mogen ouders hun weglopende kinderen dankbaar zijn. Ze brengen de vuile was tenminste naar buiten, zodat er wat aan gedaan kan worden. Ze gaan hulp halen. Je hoort bijna altijd van die kinderen: we hebben al zoveel gepro beerd, maar niets helpt meer. Kinderen kunnen ontzettend dwingen, hoor, om dingen die mis zijn in het gezin, te ver anderen. Dat is het goede van weglopen. Het veroorzaakt, vooral in starre gezins structuren, een schok. Het systeem komt in beweging. Dat legt op de hulpverlener de plicht om te kijken of er binnen zo'n gezin geen basis aanwezig is voor veran deringen. Je moet gebruik maken van de schok. Het is een soort crisis-interventie. De zaak staat op tilt. Alle poppen zijn aan het dansen. Daar moet je van profi teren". Hoe onverveerd de medewerkers van het JAC Roermond de voor alternatieve hulpverleners onbekende en besmette terreinen van de gezinsaanpak opstor men, moge blijken uit het gegeven dat ze voor hun landelijke studiedag Else Ma rie van den Eerenbeemt als spreekster durfden uitnodigen. „Ik heb ze nog ge waarschuwd dat ze daarmee een leeuw in schaapskleren zouden binnenhalen", grijnst deze gezinstherapeute, zelf moe der van twee opgroeiende kinderen en daarnaast stafdocent aan de voortgezette opleiding maatschappelijk werk IVABO te Amsterdam. De uithaal die volgt, maakt duidelijk waarom ze zich met een leeuw vergelijkt. „Bij de alternatieve hulpverlening weten ze drommels goed waar ik voor sta. Ik sta voor het verbin den, het verzoenen, en niet voor het ver breken van banden die wezenlijk zijn voor de mens. Hulpverleners? Die moeten beseffen dat ze louter passanten zijn, voorbijgangers. Op de langere ter mijn bezien is hun rol heel onbelangrijk. Want die jongere van nu zit straks ook als tachtigjarige terug te kijken en die zal dan niet denken: o ja, dat was mijn hulpverlener; nee, die zal denken: dat was mijn vader of dat was mijn moeder. Breken met je ouders kan niet, want wat je ook doet, het blijven je ouders. Ex-ou- ders bestaan niet. Door geboren te worden is ieder mens in een niet te ont kennen, onomkeerbare verhouding met zijn ouders gekomen. Ik noem dat de loyaliteitsband". Waarom hebben alternatieve hulpverle ners zo vaak geen oog voor het bestaan van die band? „Mijn hypothese is dat ze voor de hulp verlening gekozen hebben omdat ze zelf in de knoop zitten met hun achtergrond. Ze hebben soortgelijke ervaringen door gemaakt als de weglopers die bij hen aankloppen, en ze willen die kinderen daartegen beschermen. Maar ze maken de vergissing te denken dat een breuk met de ouders voor een kind gelijk staat aan het krijgen van zelfstandigheid. In de naam van die overtuiging hebben ze nogal wat schade aangericht. Ouders zijn wantrouwig gemaakt tegen de hulpverle ning; die denken bij voorbaat: ik krijg toch de schuld en ik raak misschien mijn kind kwijt, laat ik dus maar geen hulp zoeken. En op de langere termijn lijden ook de jongeren zelf schade. Ge lukkig is de mens gezond genoeg om die schade te herstellen. Uit onderzoek blijkt dat tachtig percent van de weglo pers weer terug gaat naar huis. Maar de overige twintig percent? Wie zijn dat? Ik denk dat ze in nieuwe relaties die ze aangaan, de rekening gepresenteerd krij gen voor de breuk met hun ouders. Ik denk dat ze niet in staat zijn betrouw baarheid te investeren in hun vrienden, in hun levenspartner en in de kinderen Gezinstherapeute Else Marie van den Eerenbeemt: „Ik sta voor het verbinden, het verzoenen, en niet voor het verbreken van banden die wezenlijk zijn voor de mens. Hulpverleners? Die moeten beseffen dat ze louter passanten zijn, voorbijgangers". die ze eventueel krijgen. Ik acht de kans groot dat de geschiedenis zich bij hen herhaalt. Het is een breuk die zich door de generaties heen voortzet". De uitnodiging om in Roermond te ko men spreken, heeft Else Marie van den Eerenbeemt naar haar zéggen „enorm verrast". Ze beschouwt de landelijke stu diedag als een eerste aanzet tot een door braak bij de alternatieve hulpverlening en hoopt vurig dat haar bijdrage de ge slagen bres verder zal openen. Met rots vast geloof zegt ze haar leermeester, de beroemde Amerikaanse kinderpsycho loog Nagy (spreek uit: Nodzj), na: „Het belang van het kind wordt gediend als het in staat wordt gesteld een goede rela tie op te bouwen met zijn ouders. Wan neer je een normale, aardige relatie met je ouders hebt, zullen de relaties die je zelf in je leven aangaat, ook steviger zijn. Ik ben ervan overtuigd dat een le ven het meest leefbaar is als de houding ten opzichte van je ouders open en eer lijk is. Heb je een volwassen vorm ge vonden in de omgang met je ouders, dan gaat het met de relaties die je zelf aan knoopt, ook goed. Een relatie hebben met iemand is iets wat veel vergt van een mens en de eerste leerschool daarin is thuis". Else Mane van den Eerenbeemt heeft als therapeute veel gewerkt met kansarme gezinnen. „Ik ben geweest in buurten waar de mensen echt helemaal uit elkaar gerafeld waren. Ik herinner me een man die als baby zo door zijn' moeder mis handeld was dat hij er hersenletsel aan solidair verklaart met de wegloper. over had gehouden. Later werd hij gea dopteerd en bij die ouders ging het schit terend, maar toch hield hij die ene wens: zijn moeder terug te zien. Daar had hij een hele mythe omheen geweven. Hij verwachtte er alles van. Uiteindelijk kwam de ontmoeting inderdaad tot stand. In een wegrestaurant. Je ziet het voor je. Zo jongen, wat fijn dat het goed met je gaat, met mij gaat het ook goed, maar ik heb het vreselijk druk, dus bon jour maar weer. Jarenlang had die man naar dit moment toegeleefd en in tien minuten was het over. Een schok. En toch bleef hij nadien volhouden: wan neer mijn moeder ooit iets mocht over komen, dan wil ik voor haar zorgen. Daar heb je in een notedop wat ik be doel. De loyaliteitsband. Je zou zeggen: zo'n man slaat het boek dicht, maar nee. De ongeschreven wetten die de verhou ding tussen kinderen en ouders beheer sen en die wortelen in biologische, erfe lijke, gemeenschappelijke gegevenheden, zijn sterker dan dat. Bloed kruipt waar het niet gaan kan. Altijd en overal zie je dat mensen er van nature op uit zijn zich met hun ouders te verzoenen. Kin deren komen vol woede en haat bij een JAC, maar diep daaronder zitten liefde en genegenheid. Wanneer je als hulpver lener die woede aanwakkert, ga je voor bij aan een heel fundamentele wet waar van het belang ver uitstijgt boven dat van opstandigheid en verzet, hoe ver schrikkelijk gerechtvaardigd die gevoe lens soms ook kunnen zijn". PIET SNOEREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 19