Rudolf Geel struikelt in spel
van fictie en werkelijkheid
B
„Evita wcg uit Londen
BOEKEN EN PLATEN/KUNST
Spielbergs nieuwste film
leidt tot heftige
discussie in Amerika
N
Alle orgel
symfonieën
van Vierne
Barbra Streisand:
teveel van het bekende
CcidócSommil
WOENSDAG 12 FEBRUARI 1986 PAGINA H
Op het omslag van de nieuwe
roman van Rudokf Geel, „De
Vrouwenbron", Staat een re-
produktie van een merkwaar-
1546. Ergens in het boek wordt
dit schilderij uitvoerig be
schreven: een groot vierkant
bassin, waar links oude vrou
wen in afdalen om er dan
doorheen te waden en er
rechts geheel verjongd weer
uit omhoog te komen. In het
boek van Rudolf Geel vindt de
lezer die beschrijving in het
tweede deel, wanneer de.
hoofdpersoon daarvan de om-ijt
slag beschrijft van een roman
onder de titel „Inwijdingen",
waarmee een oude vriendin
grote successen oogst. De om
slag van „De Vrouwenbron" is
dezelfde als die van „Inwijdin
gen", zoals blijkt draagt de
eerste helft van de roman de
zelfde titel.
Het deel „Inwijdingen" is de
geschiedenis van drie studen
ten in de Neerlandistiek en
een van hun docènten. Er is
geen duidelijke hoofdpersoon,
al richt zich de aandacht meet
op het meisje Sandra Wiech-
man. dan op haar medepstu-
denten Steven en Hugo. Wat
zij Meemaken is trouwens niet
zo bijzonder alledaagse din
gen, waar mensen op die leef
tijd mee te maken krijgen.
Hugo met zijn moederbinding,
Steven met zijn latente homo-
sexualiteit en zijn ambitie om
romanschrijver te worden.
Sandra met haar wat geheim
zinnige ouderlijk huis en een
mysterieuze grootmoeder,
waar zij zich aan probeert te
ontworstelen. In een drietal
epiloogjes komen nogal goed
kope happy-ends voor. San
dra's afsluiting is totaal onge
loofwaardig door de cliché
matigheid van het succes dat
zij met haar geliefde docent in
alle opzichten bereikt.
Tot dusver niet veel, eigenlijk
heel pover. Dan neemt een
van de hoofdpersonen, Steven,
het woord en hij geeft in het
tweede grote deel, „De Vrou
wenbron", verslag van zijn re
acties op het lezen van het
boek „Inwijdingen", geschre
ven door zijn voormalige
vriendin en studie-genote San
dra Wiechman. Een heel ande
re waarheid komt aan het
licht, die net genoeg met de
werkelijkheid waarin de
eerder leefden,
heeft, maar er tegelijk te zeer
van afwijkt, dan dat zij zich
echt kunnen herkennen in
deze fictie. De jeugdepisode uit
het leven van Sandra en haar
vrienden is door haar ver
vormd. Waarom? Komt het
door de huwelijksproblemen
waar zij later mee te maken
kreeg? Of door haar geestelij
ke inzinkingen, die het gevolg
zijn van haar onverwerkte re
laties met ouders en grootmoe
der?
Steven spreekt met verbazing
over haar boek en hij duikt
dan ook in het zelfonderzoek
om opnieuw te overwegen,
hoe het nu eigenlijk was in
zijn jeugd, in de jaren waar het
boek van zijn vriendin
Sandra's „Inwijdingen": Hugo,
die nu in het buitenland woont
en met wie hij correspondeert,
ook over Sandra en haar ro
man; Vlögel, de docent Mid
deleeuwse literatuur in San
dra's verhaal, aan wie overi
gens heel leuke passages ge
wijd zijn, vooral in de weerga
ven van zijn nogal cynische
manier van lesgeven.
Maar ook Sandra zelf ontmoet
hij: zij geeft in zijn woonplaats
een lezing over haar succes-
boek. Steven hoort dat aan.
Haar relaas brengt hem niet
de antwoorden op zijn vragen
en onzekerheid over de bete
kenis van haar verzinsels en
vervalsingen. Het steeds in het
boek van Sandra op te lossen
literair-historisch probleem
(„Hoe komt een man, die
's nachts een middeleeuwse
stad verlaten wil, buiten de
poorten?"), naar aanleiding
van een regel uit de „Beatrijs",
krijgt in Stevens commentaar
dan ook een boeiende uitwer
king en wordt eigenlijk de es
sentie van de problematiek.
Het spel van fictie en werke
lijkheid in romans, de relatie
tussen romanfiguren en de le
vende mensen die door de
schrijver als model gekozen
een grote rol. „Inwijdingen"
van Sandra Wiechman is in
menig opzicht voor haar een
bron van verjonging, omdat ze
veel van wat haar oud zou ma
ken, kon vervalsen en wegla
ten. Tegelijk is het voor Ste
ven een breekpunt in de tijd-
servaring van zijn leven.
Jammer dat het eerste boek,
„Inwijdingen", nergens de
kracht heeft om waar te ma
ken, dat het hier om een zeer
succesvolle roman gaat, een
suggestie die nodig is om het
tweede deel van het boek te
onderbouwen. Daarvoor ram
melt het teveel, is het te ba
naal en bovenal, te kort en on
uitgewerkt.
JAN VERSTAPPEN
Rudolf Geel: „De Vrouwen
bron" - roman. Uitgave De
Arbeiderspers. Prijs 28,50.
Voor een uitgebreide agen
da, ook voor de komende
dagen. raadplege men
„UIT", de gratis wekelijkse
bijlage van deze krant.
bioscopen
NEMA II: Commando (16): 18.45.
18.45, 21.15. Goonies (al); 14.15.
KINDERVOORSTELLINGEN
EUROCINEMA II: Thomas sn se
nior (al); wo. 14.15.
LEIDEN LUXOR (Stationsweg 19.
tel. 071-121239): Once upon a time
in the west (12); 14.00. 20.00.
LIDO en STUDIO (Steenstraat 39.
tel. 124130): Back to the future (al);
A chorus line (12); 14.30. 19.00,
21.15. De aanslag (al); 14.15. 20.00;
White nights (al); 18.45, 21.15.
TRIANON (Breestraat 31, tel.
123875): In de schaduw van de
overwinning (al); 14.30, 19.00,
21.15. REX (Haarlemmerstraat
4.30, 19.00, 21.15.
KINDERVOORSTELLINGEN
LIDO: Taran en de toverketel
(al); wo. 14.30.
NOORDWIJK LIDO THEATER (Pr.
KINDERVOORSTELLING: Geen.
KATWIJK CITY THEATER I (Bad-
straat 30. tel. 01718-74075): Miami
Super Cops (al); wo. 14.45, 19.00,
21.15. ma. di. 19.00, 21.15. CITY
THEATER II: Invasion USA (16): tij
den zie City I. CITY THEATER III:
Fletch (al); tijden zie City I. CITY
THEATER IV: Pervola (12); tijden zie
City I behalve woensdagmiddag.
20.00. The wall (al); n
KINDERVOORSTELLINGEN
19.00, 21.30. ASTA 2 (Spui 27.
tel. 463500): Commando (16);
14.00, 18.45. 21.15. ASTA 3: In
de schaduw van de overwinning
(12); 14.00. 18.45. 21.15. BABY
LON 1 (naast Centraal Station, tel.
471656): White nights (al); 14.00.
18.45, 21.30. BABYLON 2: Maca
roni (16); 14.00. 19.00, 21.15. BA
BYLON 3: Plenty (al); 18.45, 21.15.
CINEAC 1 (Buitenhof 20. tel.
630637): To live and die in L.A.
(16); 13.15. 16.00, 18.45. 21.30. CI
NEAC 2: Death wish 3 (16); 18.45.
13.30. 19.00, 21.30. ma. di. 13.30.
16.00. 19.00, 21.30. METROPOLE
1 (Carnegielaan, tel. 456756): De
aanslag (al); 14.00, 20.15. ME
TROPOLE 2: Tea,chera (al); 14.00,
18.45, 21.30. METROPOLE 3:
Back to the future (al); 14.00,
18.45, 21.30. METROPOLE 4:
West side story (al); 14.00, 20.15.
METROPOLE 5: Dance with a
stranger (16); 18.45. 21.30. ODE-
ON 1 (Herengracht 13. tel. 462400):
The best of Bond: For your eyes
only; ma. Goldfinger; di. Live and
let die; wo. 13.15, 16.00. 18.45.
21.30. ODEON 2: Brewster's mil-
s (al); 13.5. 16.00. 18.45. 21.30.
ON 4: Silverado (al); 16.45. 21.30.
LE PARIS 1 (Kettingstraat 12b,
tel. 656402): Stiff competition (18);
22.45. LE PARIS 3: Junge Mad-
schen/heiBe Körper (18); 12.30 tot
23.0Q.
LONDEN Evita is weg uit
het Londense West End. Acht
jaar lang was zij daar een ver
trouwde persoon. Voor de vas
te bezoekers van de theater
wereld is het nu net of ze een
bemind lid van de familie
kwijt zijn.
Vooral mevrouw Maye Briggs,
van Romford in het Engelse
graafschap Essex, voelt dit
zware verlies onzettend hard
aan. Maye Briggs was namelijk
Evita's vurigste fan. Zij heeft
de politieke pop-musical van
Tim Rice en Andrew Lloyd
Webber niet minder dan 330
maal gezien.
Evita is er vandoor, na 2.913
voorstellingen, die samen 23
miljoen pond opbrachten. Zo'n
vier miljoen mannen, vrouwen
en kinderen woonden de ver
toningen bij in het Prince Ed
ward Theatre, op de hoek van
Soho's Old Compton Street en
Greek Street. Van de première
af, in juni 1978, tot de laatste
voorstelling, afgelopen zater
dag, werden de 41 rollen ge
speeld door 136 artiesten.
De hoofdrol, Evita Peron,
rustte op de schouders van zes
verschillende jonge dames:
Elaine Page, Marti Webb,
Stephanie Lawrence, Siobhan
McCarthy, Jacquey Chappell
en Kathryn Evans, die in hun
theatervermomming allemaal
als twee druppels water op el
kaar geleken. Nadat ze in de
laatste voorstelling het nu we
reldwijd bekende „Don't Cry
for Me, Argentina" had gede
biteerd, huilde Kathryn Evans
echte tranen.
Ontroering
Maar het waren geen tranen
van verdiet, wel van ontroe
ring, omdat de 1.600 mensen in
de zaal spontaan waren recht-
gesprongen om te applaudise-
réh. Zij klapten 20 minuten.
„Ik kon niet de eerste Evita
zijn, maar ik ben blij dat het
publiek mij als de laatste zal
herinneren," zei Kathryn
Evans na die voorstelling.
Kathryn is een Londense huis
vrouw, die voor ze trouwde
actrice was en na verloop van
tijd een beetje baalde van het
huiswerk. Haar echtgenoot Pe
ter Purves, die vroeger aan tv
deed, zei: „Waarom ga je niet
terug naar het theater?"
Afgelopen mei nam Kathryn
Evans de rol over van Jacquey
Chappell, de vijfde Evita. In
april begint een lange serie
voorstellingen van Evita in
Manchester, Engelands tweede
belangrijkste theaterstad.
Kathryn Evans zal dan weer
de hoofdrol vertolken, ,,'t Is de
beste rol die ik ooit heb ge
speeld," zegt ze.
Evita moest weg uit het Prince
Edward Theatre van Londen
om plaats te maken voor
„Chess", een nieuwe musical
van Tim Rice, die in mei in
première gaat. De hoofdrol in
Chess zal worden gespeeld
door Elaine Page, de eerste
Evita. De laatste voorstelling
in Londen van de Engelse mu
sical over wijlen Evita Peron,
de beruchte First Lady van
Argentinië, betekende terzelf-
dertijd dat in het West End
geen gezamenlijke show van
Rice en Lloyd Webber meer
voor het voetlicht kwam.
Geldschieters
Toen Evita daar acht jaar gele
den voor het eerst op de plan
ken werd gebracht, was dit zo-
ais steeds alleen mogelijk om
dat er geldschieters waren, die
in het Engels „angels" (letter
lijk: engelen) worden ge
noemd. De prive-personen die
Evita hielpen financieren,
schaften zich belangen aan
van 500 pond het stuk. De risi-
gels" verliezen vaak hun geld.
In dit geval verdienden zij het
echter al in zes maanden vol-
ledig terug, samen met 60 pro
cent van de winst. Acht jaar
lang verdienden zij 910 pond
voor elke 500 pond, die zij in
Evita hadden belegd.
Tim Rice, Andrew Lloyd
Webber, producer David Land
en impressario Robert Stig-
wood van hun kant verdien
den een miljoen pond aan Evi
ta's filmrechten. De controver
siële Britse regisseur Ken Rus
sell werd aangeworven om de
Evita-film te maken, maai
laatste is nooit gebeurd.
De Argentijnen waren
dend op de Britten omdat de
zen de echtgenote van dictator
Peron durfden voorstellen als
een losbandige vrouw, die op
haar manier de hoogste sport
had bereikt. In Argentinië
werd dan ook een rivale versie
gemaakt. Deze stelde Evita
voor als een heilige. Duizen
den Argentijnen die het zich
konden veroorloven, namer
echter het vliegtuig naar Bra
zilië om daar de „echte" Evita-
-show te kunnen zien.
Adios
„Adios, Evita," schreef het
dagblad Daily Mail, kort vooi
de populaire musical van An
drew Lloyd Webber en Tim
Rice uit Londen ging vertrek
ken, „wij zullen je niet verge
ten!" Lloyd Webber en Rice
lanceerden Evita 10 jaar gele
den in de vorm van
LP-album. De muziek en de
teksten waren al „world hits"
twee jaar voor er een Evita
van vlees en bloed op de plan
ken kwam. De show zelf oog
stte van het begin af grote bij
val. Hij bewees dat de Britten,
die in dat opzicht altijd eer
slechte reputatie hadden geno
ten, ook goede musicals kun
nen maken.
ROGER SIMONS
WASHINGTON In Ameri
ka verdringen zich op dit mo
ment honderdduizenden film
liefhebbers voor de bioscopen
om Steven Spielbergs nieuw
ste film „The Color Purple" te
zien. Maar het zijn niet alleen
de doorgewinterde liefhebbers
en het grote leger van Spiel-
berg-fans die zich naar de bio
scopen reppen. Veel Amerika
nen willen zich namelijk zelf
een oordeel vormen over deze,
voor de VS hoogst controver
siële film. „Purple" is namelijk
het onderwerp van een natio
nale discussie geworden omdat
de zwarte man erin wordt af
geschilderd als een verkrach
ter, een tiran en een liefdeloze
bruut.
Ofschoon critici en liefhebbers
zeer hoog opgeven over de ar
tistieke kwaliteit van de film,
zeggen tegenstanders van
„Purple" dat de zeer negatieve
schildering van de zwarte
man, de beeldvorming van de
gehele zwarte bevolking in de
slechste zin van het woord
heeft beïnvloed. De film zou
opnieuw tal van negatieve
vooroordelen over de zwarte
bevolking aanwakkeren.
Overigens durft vrijwel nie
mand Spielberg te verwijten
dat hij zich als blanke een oor
deel heeft aangematigd over
de zwarten. Immers, de film is
gebaseerd op het gelijknamige
boek van Alice Walker dat in
1982 verscheen en dat toen
ook al opzien baarde. Alice
Walker is zwart.
Verhaal
Boek en film vertellen het
verhaal van het negermeisje
Celie dat wordt verkracht
door een man die ze altijd voor
haar vader heeft aangezien.
Uit deze zeer ongelukkige ver
bintenis komen twee kinderen
voort die door de man worden
weggegeven. De man dwingt
Celie vervolgens te trouwen
met een andere man die Mis
ter heet. Mister houdt er even
wel een geliefde op na die hij,
samen met Celie in zijn huis
brengt.
De twee vrouwen vatten, in
deze hoogst emotionele om
standigheden, liefde voor el
kaar op en ze besluiten dan
ook samen het huis van Mister
te verlaten, na tot het uiterste
vernederd te zijn.
Alice Walker heeft haar boek
geschreven om de liefde van
twee zwarte vrouwen voor el
kaar zichtbaar te maken en
dat thema heeft Spielberg vrij
nauwkeurig gevolgd.
Overigens wil niemand in
Amerika de vertoning van de
film tegenhouden, zo goed als
niemand twijfelt aan de artis
tieke kwaliteiten van Spiel
berg werkstuk.
Het draait in de soms hevige
Steven Spiel
berg: alleen
maar boek
verfilmd.
discussie vooral om het pro
bleem van de negatieve beeld
vorming. Of zoals columnist
en filmproducer Tony Brown
zei: „Er zijn toch al weinig
films die zich diepgaand met
het leven van de zwarten be
zighouden. Daarom wordt deze
film - wellicht ongewild - ge
zien als een soort uitleg over
het karakter van de zwarte
man".
„De mannen in deze film zijn
verkachters, ze plegen incest,
spreken grove taal, scheuren
mensen los uit hun families,
maar kunnen in huis niet eens
een simpele pot koken. De
film versterkt het idee dat de
zwarte man een soort beest is",
zegt Leroy Clark, een rechts
geleerde verbonden aan de ka
tholieke universiteit van Was
hington.
Clark voegt daaraan toe: „De
zwarte wordt nog steeds ge
zien als een uitstekende base-
-ballspeler, maar de vooroor
delen tegen hem zijn zo sterk
dat grote groepen mensen er
aan twijfelen of hij bijvoor
beeld ook een goede dokter
zou kunnen zijn. De media
dringen de zwarte man nog
steeds een negatief immage
op."
In Washington werd dezer da
gen een seminar georganiseerd
om de voors en tegens van
Spielbergs film te bespreken
De deelnemers aan de discus
sie kwamen er niet uit.
De opmerkelijkste conclusie
tijdens dat seminar werd ge
trokken door E. Ethelbert Mil
ler, een zwarte dichter ver
bonden aan de Howard Uni
versiteit in de Amerikaanse
hoofdstad.
Miller zei: „De meeste zwarten
zijn helaas niet in staat deze
film te begrijpen. Ze misse
de training voor. Hun omstan
digheden hebben hen tot wei
nig gerijpte filmkijkers ge
maakt. Ze kunnen hun eigen
realiteit niet zien. Daarom wil
len ze alleen maar geamuseerd
worden".
Feit blijft dat, vooral in de
zwarte gemeenschap, de ver
bitterdheid over „Purple" zeer
groot is. Tal van zwarten boy
cotten de film en voelen zich
er door vernederd. Er zijn
overigens ook zwarten die The
Color Purple zeer bewonderen
als een werkstuk dat artistiek
van hoog gehalte is en boven
dien de discussie over de
plaats en de beeldvorming van
de zwarte opnieuw in gang
heeft gezet.
JO WIJNEN
Schuberts emoties
afstandelijk vertolkt
door Alban Berg Quartet
JCitt
De Haagse organist Ben van
Oosten werkt gestaag aan
een internationale carrière
die hem al tot diep in Rus
land heeft gebracht. Deze zo
mer zit hij in de jury van een
orgelconcours in Dublin waar
hij ook zal concerteren. Na
een aantal losse plaatopna
men verscheen onlangs van
hem een prestigieus platen-
projekt, gemaakt voor Da-
bringhaus und Grimm in het
Duitse Detmold, waarvan de
uitgaven worden gedistri
bueerd door EMI-Electrola.
Voor deze onderneming leg
de Van Oosten op vier lp's
alle zes orgelsymfonieën van
Louis Vierne vast.
Wie de levensloop van deze
vertegenwoordiger van de
Frans-romantische, symfo-
nisch-concertante orgelstijl
kent, zou kunnen veronder
stellen dat Van Oosten deze
symfonieën uitvoerde in de
Parijse Notre-Dame, waaraan
Vierne van 1900 af als orga
nist-titulaire was verbonden
en aan de speeltafel waarvan
hij 2 juni 1937 tijdens zijn
1750ste orgelconcert letterlijk
in het harnas is gestorven.
Sindsdien is dit orgel helaas
allesbehalve fraai gerestau
reerd zoals kan blijken uit de
platen die de in 1984 gestor
ven Pierre Cochereau maak
te van vertolkingen van
Viernes symfonieën op dit
instrument.
Nu hadden Van Oosten en
zijn „Tonmeister" kunnen
uitwijken naar het indruk
wekkende orgel in de ro-
maanse basiliek Saint-Sernin
in Toulouse waar Aristide
Cavaillé-Coll in 1889 een or
gel bouwde, dat behoudens
geringe reparaties in de jaren
dertig vrijwel in de oorspron
kelijke staat behouden bleef.
Omdat de muziek van Vierne
nauw verbonden is met dit
orgeltype waarvan afzonder
lijke registers een intonatie
hebben die is afgestemd op
die van instrumenten van
het symfonieorkest, heeft
Pierre Labric dit instrument
gebruikt voor een andere in
tegrale opname van de Vier-
nesymfonieën.
Het lag voor de hand dat Van
Oosten en de zijnen niet aan
het orgel in Toulouse voorbij
konden gaan en daarop wer
den dan ook de derde en de
vijfde symfonie gespeeld. De
derde is de bekendste van
het zestal en ook de gemak
kelijkst aansprekende, maar
hier én in de veel somberder
en duisterder vijfde zijn de
persoonlijk verwerkte in
vloeden van Franck en voor
al van Wagner (Isoldes Lie-
bestod) in de overdadige
chromatiek onmiskenbaar.
Bij deze muziek dreigt bij de
uitvoering het gevaar van
overdrijving maar dat gevaar
wist Van Oosten opmerkelijk
goed te vermijden door een
voorname intensiteit.
Het aantrekkelijke van het
platenkwartet van Van Oos
ten is verder, dat er nog twee
andere Cavaillé-Coll-orgels
op te horen zijn. Voor de eer
ste en de vierde symfonie is
namelijk het orgel gebruikt
in kerk van Saint-Frangois-
de-Sales in Lyon dat dateert
uit 1880. Het bevindt zich nog
in de originele staat maar de
jaren zijn er niet ongemerkt
aan voorbij gegaan zodat men
bijgeluiden van het mecha
niek op de koop toe moet ne
men. In de eerste symfonie
van de 29-jarige componist is
de invloed van diens mentor
Charles Marie Widor en het
door deze bespeelde orgel in
de St. Sulpice merkbaar. De
vierde symfonie, gestructu
reerd naar het cyclische
principe van Franck, is veel
persoonlijker. Beide stukken
krijgen van Van Oosten de
virtuositeit waarom zij vra
gen.
De twee resterende symfo
nieën werden ten gehore ge
bracht op het orgel dat Ca
vaillé-Coll in 1890 voltooide
en waarvoor hij gebruik
maakte van de bestaande
oude kast en pijpen. Dit in
strument klinkt niet hele
maal zuiver maar als men
over die „relatieve" handicap
kan heenhoren voldoet het
uitstekend in de tweede sym
fonie en in de zesde, die na
de donkere vijfde als een
lichtende bevrijding werkt.
Deze opmerkelijke, veelszins
geslaagde Vierneplaten die
de genoemde oudere opna
men stellig overtreffen, bren
gen in herinnering dat Vier
ne weliswaar zo'n twintig or
gelwerken componeerde
maar dat hij nog veel meer
orkestwerken, pianostukken,
koorwerken en liederen
maakte. Het is bijna ondenk
baar dat die allemaal verge
ten zouden zijn.
JOHN KASANDER
„Hij heeft het van Onze Lie
ve Heer zelf gekregen". Dat
zeiden de leraren van de jon
ge Schubert over de compo-
neertalenten van hun leer
ling. „Hem hoeven we niets
meer te leren". Die uitspraak
is te begrijpen: Schubert
schreef al heel vroeg met
feilloze zekerheid zijn com
posities en later waren de
meeste concepten tegelijk de
definitieve versies.
De indruk zou kunnen ont
staan dat het componeren
Schubert gemakkelijk afging.
In brieven getuigt hij ervan
dat het niet zo was. „Mijn
produkten in de muziek zijn
ontstaan door het verstand
en door het verdriet; die door
mijn verdriet zijn voortge
bracht schijnen de wereld het
minst te bevallen", schrijft
hij in 1820 op een menukaart
van het Gasthaus „lm Seit-
zerhof". En verdriet heeft hij
veel gehad. Ook dat is in veel
brieven te lezen.
Dat juist de composities
waarin hij zijn verdriet ver
werkt niet op prijs werden
gesteld, is een tijdgebonden
constatering. Schubert sloeg
nieuwe muzikale paden in en
lang niet iedereen in zijn om
geving kon hem volgen. In
1824 schrijft hij het strijk
kwartet in a, opus 29 nr. 1. Er
was niet veel enthousiasme
toen het werk voor het eerst
werd opgevoerd. „Geaffec
teerd en stijlloos" was de kri
tiek van een van de toehoor
ders. En juist dit kwartet,
met als naam „Rosamunde",
naar het thema uit het gelijk
namige werk, is zo veel men
sen na ziin tijd gaan aanspre
ken. Tóch omdat het verdriet
van Schubert herkenbaar is
en mensen aanspreekt?
Bij een ander strijkkwartet
uit 1824 is de relatie met
Schuberts innerlijk leven on
dubbelzinnig aanwezig. Dat
is het kwartet „Der Tod und
das Madchen", zo genoemd
omdat het tweede deel is ge
baseerd op het gelijknamige
lied uit 1817. Terwijl Schu
bert werkte aan het kwartet
(hij maakte het overigens pas
in 1826 af), was hij ziek en
voelde zich letterlijk doodon
gelukkig. Hij liet een vriend
(Leopold Kupelwieser) per
brief delen in zijn ellende:
„In één woord, ik voel mij als
de ongelukkigste, ellendigste
mens ter wereld... Elke nacht
als ik ga slapen, hoop ik niet
meer wakker te worden en
elke morgen brengt mij de
narigheid van de dag tevoren
voor de geest".
Over de aard èn achtergron
den van Schuberts levensge
voel is veel geschreven.
Freudiaanse psychologen
zien bij Schubert een onver
vuld verlangen naar (moe
derlijke) geborgenheid. Daar
door voelt hij zich nergens
ji
ilve
ittyC
idioprc
o2.i:
isscnu
iren
*ft zt
•maak
:trice
thuis; kan zich aan niets en
niemand binden. Zijn veel
vuldig verhuizen, zijn evèn-
zovele tijdelijke contacten
met vrouwen zijn daarvan
concrete symptomen. In de
kunst vecht Schubert met
zijn leven; het componeren is
bij hem de verwerking van aarin
zijn psychische problemen.
Het notenbeeld van het
kwartet „Der Tod und das
Madchen" biedt ook objectief
gezien alle aanleiding om een
relatie te zien tussen Schu
berts gevoelens en het werk.
Bijvoorbeeld het „doodsrit-
Het V
■ograr
;r mei
kennen uit veel
liederen en van de Wande-
rer-fantasie is voelbaar aan
wezig in het kwartet. En het
tarantellaritme van het slot
deel is tezeer geladen om het
niet een dodendans te noe
men. Daarom gaan sommige
Schubert-kenners zover dat
ze dit kwartet de tot „vlees
en bloed" geworden levens
strijd van Schubert noemen.
Zulke uitspraken klinken
wellicht wat „overdone", feit
is dat Schubert, als volbloed
romanticus, zichzelf voortdu
rend in dergelijke termen
uitdrukte.
Met die wetenschap is het be
luisteren van beide genoem
de kwartetten een extra bele
venis: muzikaal en menselijk.
De grammofoonplaat is een
prachtig hulpmiddel om naar
believen de muziek beschik
baar te hebben. Op een nieu
we plaat van het EMI-label
speelde het Albdn Berg
Quartet de twee kwartetten.
Om bij deze muzikanten te
spreken over het hoorbare
vakmanschap is onnodig; het
is een topensemble. Waar wel
over te praten valt
zikale vertaling van de noot
jes. De muzikanten hebben
de muziek in zekere zin af
standelijk aangepakt; de
emotie is in de hand gehou-
denrEn gelukkig maar. Want
zonder die distantie vervalt
zulke „heavy" muziek
gauw tot vormloze gevoelig
heid. De betrokkenheid
het Alban Berg Quartet uit
zich in de beheersing
emotie, waardoor deze over
draagbaar èn herhaalbaar
wordt. Het is het voorrecht
van de luisteraar te bepalen
of hij/zij zich kan vinden
deze interpretatie. Misschien
vinden sommigen het
ble te „strak", met te weinig
naar buiten tredende emotio-
-naliteit. Maar misschien
dat een reden des te meer
de plaat te gaan beluisteren;
het is een extra (leeferva
ring. De muziek op de plaal
is niet gemakkelijk; intensief
luisteren is nodig. Maar daar
voor krijg je dan ook
verrijkend uurtje.
LÜTSEN KOOISTRA
Strijkkwartattan nummara 13 an 14 van
Quartan!' ImFT/MM™' (L*P)f 27««'2
(MC)
ILV1
instfc
et g<
effer
oordc
re m
regei
ntee
ieeth(
ba!
iet bt
mer
sseui
ielu
rond
ed. 1
i de
:n d«
igonr
Barbra Streisand is een muzikaal fenomeen bij wie de gebrui
kelijke grenzen tussen muziekliefhebbers vervagen. Ze bindt
bewonderaars van alle leeftijden, met de meest uiteenlopende
voorkeuren en „stokpaardjes" aan haar volstrekt overtuigen
de muzikaliteit. Het is moeilijk het geheim van „La Strei
sand" te ontrafelen, maar een heel belangrijk element is de
manier waarop zij haar stem instrumentaal gebruikt. Ze
speelt met kleur, intensiteit, uitdrukkingsmiddelen als geen
ander. In die ene stem klinkt bij wijze van spreken een heel
orkest. Met natuurlijk die enorme expressie. Streisand kan
koel. warm, zwoel of zakelijk zingen, maar ook schreeuwen
en fluisteren. En altijd komt over wat ze heeft te zeggen. Ze
doet dingen met haar stem die bij anderen zouden mislukken,
bijvoorbeeld vals zouden klinken. Niet bij haar, want de emo
tie overstemt „normale" zangtechnieken en -normen.
De Streisand-fans zullen blij zijn met een nieuwe lp van haar:
The Broadway Album. Hierop zingt ze bekende en minder
bekende liederen uit musicals, bijvoorbeeld uit The West Side
Story. Barbra zou zichzelf niet zijn als ze met die liedjes niet
aan de haal zou gaan. Bijvoorbeeld met „Somewhere". De
versie die Streisand brengt, is niet meer Leonard Bernstein,
maar volop Streisand. Met alle aangename gevolgen van dien.
Jammer is dat de muziek op zichzelf wat beperkt is. Teveel
wordt aangeleund tegen materiaal dat Barbra en anderen al
eerder brachten. Steeds komen nummers van andere lp's in
de herinnering naar voren. Wie haar platen „Emotion" of
„Yentl" kent, zal veel herkennen. Het melodisch materiaal
van de nieuwe plaat is dus bepaald niet vernieuwend; de or
kestraties zijn dat evenmin. Eigenlijk is dat een verwijt aan
Streisand; ze zou zulke platen niet moeten uitbrengen. Met
haar stem is ze steeds verrassend nieuw; haar muziek moet
dat ook zijn.
LUTSEN KOOISTRA
„Th* Broadway Album". CBS 88322, ook op muzlal
IRT
IR1