Rudolf Geel struikelt in spel van fictie en werkelijkheid B „Evita wcg uit Londen BOEKEN EN PLATEN/KUNST Spielbergs nieuwste film leidt tot heftige discussie in Amerika N Alle orgel symfonieën van Vierne Barbra Streisand: teveel van het bekende CcidócSommil WOENSDAG 12 FEBRUARI 1986 PAGINA H Op het omslag van de nieuwe roman van Rudokf Geel, „De Vrouwenbron", Staat een re- produktie van een merkwaar- 1546. Ergens in het boek wordt dit schilderij uitvoerig be schreven: een groot vierkant bassin, waar links oude vrou wen in afdalen om er dan doorheen te waden en er rechts geheel verjongd weer uit omhoog te komen. In het boek van Rudolf Geel vindt de lezer die beschrijving in het tweede deel, wanneer de. hoofdpersoon daarvan de om-ijt slag beschrijft van een roman onder de titel „Inwijdingen", waarmee een oude vriendin grote successen oogst. De om slag van „De Vrouwenbron" is dezelfde als die van „Inwijdin gen", zoals blijkt draagt de eerste helft van de roman de zelfde titel. Het deel „Inwijdingen" is de geschiedenis van drie studen ten in de Neerlandistiek en een van hun docènten. Er is geen duidelijke hoofdpersoon, al richt zich de aandacht meet op het meisje Sandra Wiech- man. dan op haar medepstu- denten Steven en Hugo. Wat zij Meemaken is trouwens niet zo bijzonder alledaagse din gen, waar mensen op die leef tijd mee te maken krijgen. Hugo met zijn moederbinding, Steven met zijn latente homo- sexualiteit en zijn ambitie om romanschrijver te worden. Sandra met haar wat geheim zinnige ouderlijk huis en een mysterieuze grootmoeder, waar zij zich aan probeert te ontworstelen. In een drietal epiloogjes komen nogal goed kope happy-ends voor. San dra's afsluiting is totaal onge loofwaardig door de cliché matigheid van het succes dat zij met haar geliefde docent in alle opzichten bereikt. Tot dusver niet veel, eigenlijk heel pover. Dan neemt een van de hoofdpersonen, Steven, het woord en hij geeft in het tweede grote deel, „De Vrou wenbron", verslag van zijn re acties op het lezen van het boek „Inwijdingen", geschre ven door zijn voormalige vriendin en studie-genote San dra Wiechman. Een heel ande re waarheid komt aan het licht, die net genoeg met de werkelijkheid waarin de eerder leefden, heeft, maar er tegelijk te zeer van afwijkt, dan dat zij zich echt kunnen herkennen in deze fictie. De jeugdepisode uit het leven van Sandra en haar vrienden is door haar ver vormd. Waarom? Komt het door de huwelijksproblemen waar zij later mee te maken kreeg? Of door haar geestelij ke inzinkingen, die het gevolg zijn van haar onverwerkte re laties met ouders en grootmoe der? Steven spreekt met verbazing over haar boek en hij duikt dan ook in het zelfonderzoek om opnieuw te overwegen, hoe het nu eigenlijk was in zijn jeugd, in de jaren waar het boek van zijn vriendin Sandra's „Inwijdingen": Hugo, die nu in het buitenland woont en met wie hij correspondeert, ook over Sandra en haar ro man; Vlögel, de docent Mid deleeuwse literatuur in San dra's verhaal, aan wie overi gens heel leuke passages ge wijd zijn, vooral in de weerga ven van zijn nogal cynische manier van lesgeven. Maar ook Sandra zelf ontmoet hij: zij geeft in zijn woonplaats een lezing over haar succes- boek. Steven hoort dat aan. Haar relaas brengt hem niet de antwoorden op zijn vragen en onzekerheid over de bete kenis van haar verzinsels en vervalsingen. Het steeds in het boek van Sandra op te lossen literair-historisch probleem („Hoe komt een man, die 's nachts een middeleeuwse stad verlaten wil, buiten de poorten?"), naar aanleiding van een regel uit de „Beatrijs", krijgt in Stevens commentaar dan ook een boeiende uitwer king en wordt eigenlijk de es sentie van de problematiek. Het spel van fictie en werke lijkheid in romans, de relatie tussen romanfiguren en de le vende mensen die door de schrijver als model gekozen een grote rol. „Inwijdingen" van Sandra Wiechman is in menig opzicht voor haar een bron van verjonging, omdat ze veel van wat haar oud zou ma ken, kon vervalsen en wegla ten. Tegelijk is het voor Ste ven een breekpunt in de tijd- servaring van zijn leven. Jammer dat het eerste boek, „Inwijdingen", nergens de kracht heeft om waar te ma ken, dat het hier om een zeer succesvolle roman gaat, een suggestie die nodig is om het tweede deel van het boek te onderbouwen. Daarvoor ram melt het teveel, is het te ba naal en bovenal, te kort en on uitgewerkt. JAN VERSTAPPEN Rudolf Geel: „De Vrouwen bron" - roman. Uitgave De Arbeiderspers. Prijs 28,50. Voor een uitgebreide agen da, ook voor de komende dagen. raadplege men „UIT", de gratis wekelijkse bijlage van deze krant. bioscopen NEMA II: Commando (16): 18.45. 18.45, 21.15. Goonies (al); 14.15. KINDERVOORSTELLINGEN EUROCINEMA II: Thomas sn se nior (al); wo. 14.15. LEIDEN LUXOR (Stationsweg 19. tel. 071-121239): Once upon a time in the west (12); 14.00. 20.00. LIDO en STUDIO (Steenstraat 39. tel. 124130): Back to the future (al); A chorus line (12); 14.30. 19.00, 21.15. De aanslag (al); 14.15. 20.00; White nights (al); 18.45, 21.15. TRIANON (Breestraat 31, tel. 123875): In de schaduw van de overwinning (al); 14.30, 19.00, 21.15. REX (Haarlemmerstraat 4.30, 19.00, 21.15. KINDERVOORSTELLINGEN LIDO: Taran en de toverketel (al); wo. 14.30. NOORDWIJK LIDO THEATER (Pr. KINDERVOORSTELLING: Geen. KATWIJK CITY THEATER I (Bad- straat 30. tel. 01718-74075): Miami Super Cops (al); wo. 14.45, 19.00, 21.15. ma. di. 19.00, 21.15. CITY THEATER II: Invasion USA (16): tij den zie City I. CITY THEATER III: Fletch (al); tijden zie City I. CITY THEATER IV: Pervola (12); tijden zie City I behalve woensdagmiddag. 20.00. The wall (al); n KINDERVOORSTELLINGEN 19.00, 21.30. ASTA 2 (Spui 27. tel. 463500): Commando (16); 14.00, 18.45. 21.15. ASTA 3: In de schaduw van de overwinning (12); 14.00. 18.45. 21.15. BABY LON 1 (naast Centraal Station, tel. 471656): White nights (al); 14.00. 18.45, 21.30. BABYLON 2: Maca roni (16); 14.00. 19.00, 21.15. BA BYLON 3: Plenty (al); 18.45, 21.15. CINEAC 1 (Buitenhof 20. tel. 630637): To live and die in L.A. (16); 13.15. 16.00, 18.45. 21.30. CI NEAC 2: Death wish 3 (16); 18.45. 13.30. 19.00, 21.30. ma. di. 13.30. 16.00. 19.00, 21.30. METROPOLE 1 (Carnegielaan, tel. 456756): De aanslag (al); 14.00, 20.15. ME TROPOLE 2: Tea,chera (al); 14.00, 18.45, 21.30. METROPOLE 3: Back to the future (al); 14.00, 18.45, 21.30. METROPOLE 4: West side story (al); 14.00, 20.15. METROPOLE 5: Dance with a stranger (16); 18.45. 21.30. ODE- ON 1 (Herengracht 13. tel. 462400): The best of Bond: For your eyes only; ma. Goldfinger; di. Live and let die; wo. 13.15, 16.00. 18.45. 21.30. ODEON 2: Brewster's mil- s (al); 13.5. 16.00. 18.45. 21.30. ON 4: Silverado (al); 16.45. 21.30. LE PARIS 1 (Kettingstraat 12b, tel. 656402): Stiff competition (18); 22.45. LE PARIS 3: Junge Mad- schen/heiBe Körper (18); 12.30 tot 23.0Q. LONDEN Evita is weg uit het Londense West End. Acht jaar lang was zij daar een ver trouwde persoon. Voor de vas te bezoekers van de theater wereld is het nu net of ze een bemind lid van de familie kwijt zijn. Vooral mevrouw Maye Briggs, van Romford in het Engelse graafschap Essex, voelt dit zware verlies onzettend hard aan. Maye Briggs was namelijk Evita's vurigste fan. Zij heeft de politieke pop-musical van Tim Rice en Andrew Lloyd Webber niet minder dan 330 maal gezien. Evita is er vandoor, na 2.913 voorstellingen, die samen 23 miljoen pond opbrachten. Zo'n vier miljoen mannen, vrouwen en kinderen woonden de ver toningen bij in het Prince Ed ward Theatre, op de hoek van Soho's Old Compton Street en Greek Street. Van de première af, in juni 1978, tot de laatste voorstelling, afgelopen zater dag, werden de 41 rollen ge speeld door 136 artiesten. De hoofdrol, Evita Peron, rustte op de schouders van zes verschillende jonge dames: Elaine Page, Marti Webb, Stephanie Lawrence, Siobhan McCarthy, Jacquey Chappell en Kathryn Evans, die in hun theatervermomming allemaal als twee druppels water op el kaar geleken. Nadat ze in de laatste voorstelling het nu we reldwijd bekende „Don't Cry for Me, Argentina" had gede biteerd, huilde Kathryn Evans echte tranen. Ontroering Maar het waren geen tranen van verdiet, wel van ontroe ring, omdat de 1.600 mensen in de zaal spontaan waren recht- gesprongen om te applaudise- réh. Zij klapten 20 minuten. „Ik kon niet de eerste Evita zijn, maar ik ben blij dat het publiek mij als de laatste zal herinneren," zei Kathryn Evans na die voorstelling. Kathryn is een Londense huis vrouw, die voor ze trouwde actrice was en na verloop van tijd een beetje baalde van het huiswerk. Haar echtgenoot Pe ter Purves, die vroeger aan tv deed, zei: „Waarom ga je niet terug naar het theater?" Afgelopen mei nam Kathryn Evans de rol over van Jacquey Chappell, de vijfde Evita. In april begint een lange serie voorstellingen van Evita in Manchester, Engelands tweede belangrijkste theaterstad. Kathryn Evans zal dan weer de hoofdrol vertolken, ,,'t Is de beste rol die ik ooit heb ge speeld," zegt ze. Evita moest weg uit het Prince Edward Theatre van Londen om plaats te maken voor „Chess", een nieuwe musical van Tim Rice, die in mei in première gaat. De hoofdrol in Chess zal worden gespeeld door Elaine Page, de eerste Evita. De laatste voorstelling in Londen van de Engelse mu sical over wijlen Evita Peron, de beruchte First Lady van Argentinië, betekende terzelf- dertijd dat in het West End geen gezamenlijke show van Rice en Lloyd Webber meer voor het voetlicht kwam. Geldschieters Toen Evita daar acht jaar gele den voor het eerst op de plan ken werd gebracht, was dit zo- ais steeds alleen mogelijk om dat er geldschieters waren, die in het Engels „angels" (letter lijk: engelen) worden ge noemd. De prive-personen die Evita hielpen financieren, schaften zich belangen aan van 500 pond het stuk. De risi- gels" verliezen vaak hun geld. In dit geval verdienden zij het echter al in zes maanden vol- ledig terug, samen met 60 pro cent van de winst. Acht jaar lang verdienden zij 910 pond voor elke 500 pond, die zij in Evita hadden belegd. Tim Rice, Andrew Lloyd Webber, producer David Land en impressario Robert Stig- wood van hun kant verdien den een miljoen pond aan Evi ta's filmrechten. De controver siële Britse regisseur Ken Rus sell werd aangeworven om de Evita-film te maken, maai laatste is nooit gebeurd. De Argentijnen waren dend op de Britten omdat de zen de echtgenote van dictator Peron durfden voorstellen als een losbandige vrouw, die op haar manier de hoogste sport had bereikt. In Argentinië werd dan ook een rivale versie gemaakt. Deze stelde Evita voor als een heilige. Duizen den Argentijnen die het zich konden veroorloven, namer echter het vliegtuig naar Bra zilië om daar de „echte" Evita- -show te kunnen zien. Adios „Adios, Evita," schreef het dagblad Daily Mail, kort vooi de populaire musical van An drew Lloyd Webber en Tim Rice uit Londen ging vertrek ken, „wij zullen je niet verge ten!" Lloyd Webber en Rice lanceerden Evita 10 jaar gele den in de vorm van LP-album. De muziek en de teksten waren al „world hits" twee jaar voor er een Evita van vlees en bloed op de plan ken kwam. De show zelf oog stte van het begin af grote bij val. Hij bewees dat de Britten, die in dat opzicht altijd eer slechte reputatie hadden geno ten, ook goede musicals kun nen maken. ROGER SIMONS WASHINGTON In Ameri ka verdringen zich op dit mo ment honderdduizenden film liefhebbers voor de bioscopen om Steven Spielbergs nieuw ste film „The Color Purple" te zien. Maar het zijn niet alleen de doorgewinterde liefhebbers en het grote leger van Spiel- berg-fans die zich naar de bio scopen reppen. Veel Amerika nen willen zich namelijk zelf een oordeel vormen over deze, voor de VS hoogst controver siële film. „Purple" is namelijk het onderwerp van een natio nale discussie geworden omdat de zwarte man erin wordt af geschilderd als een verkrach ter, een tiran en een liefdeloze bruut. Ofschoon critici en liefhebbers zeer hoog opgeven over de ar tistieke kwaliteit van de film, zeggen tegenstanders van „Purple" dat de zeer negatieve schildering van de zwarte man, de beeldvorming van de gehele zwarte bevolking in de slechste zin van het woord heeft beïnvloed. De film zou opnieuw tal van negatieve vooroordelen over de zwarte bevolking aanwakkeren. Overigens durft vrijwel nie mand Spielberg te verwijten dat hij zich als blanke een oor deel heeft aangematigd over de zwarten. Immers, de film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Alice Walker dat in 1982 verscheen en dat toen ook al opzien baarde. Alice Walker is zwart. Verhaal Boek en film vertellen het verhaal van het negermeisje Celie dat wordt verkracht door een man die ze altijd voor haar vader heeft aangezien. Uit deze zeer ongelukkige ver bintenis komen twee kinderen voort die door de man worden weggegeven. De man dwingt Celie vervolgens te trouwen met een andere man die Mis ter heet. Mister houdt er even wel een geliefde op na die hij, samen met Celie in zijn huis brengt. De twee vrouwen vatten, in deze hoogst emotionele om standigheden, liefde voor el kaar op en ze besluiten dan ook samen het huis van Mister te verlaten, na tot het uiterste vernederd te zijn. Alice Walker heeft haar boek geschreven om de liefde van twee zwarte vrouwen voor el kaar zichtbaar te maken en dat thema heeft Spielberg vrij nauwkeurig gevolgd. Overigens wil niemand in Amerika de vertoning van de film tegenhouden, zo goed als niemand twijfelt aan de artis tieke kwaliteiten van Spiel berg werkstuk. Het draait in de soms hevige Steven Spiel berg: alleen maar boek verfilmd. discussie vooral om het pro bleem van de negatieve beeld vorming. Of zoals columnist en filmproducer Tony Brown zei: „Er zijn toch al weinig films die zich diepgaand met het leven van de zwarten be zighouden. Daarom wordt deze film - wellicht ongewild - ge zien als een soort uitleg over het karakter van de zwarte man". „De mannen in deze film zijn verkachters, ze plegen incest, spreken grove taal, scheuren mensen los uit hun families, maar kunnen in huis niet eens een simpele pot koken. De film versterkt het idee dat de zwarte man een soort beest is", zegt Leroy Clark, een rechts geleerde verbonden aan de ka tholieke universiteit van Was hington. Clark voegt daaraan toe: „De zwarte wordt nog steeds ge zien als een uitstekende base- -ballspeler, maar de vooroor delen tegen hem zijn zo sterk dat grote groepen mensen er aan twijfelen of hij bijvoor beeld ook een goede dokter zou kunnen zijn. De media dringen de zwarte man nog steeds een negatief immage op." In Washington werd dezer da gen een seminar georganiseerd om de voors en tegens van Spielbergs film te bespreken De deelnemers aan de discus sie kwamen er niet uit. De opmerkelijkste conclusie tijdens dat seminar werd ge trokken door E. Ethelbert Mil ler, een zwarte dichter ver bonden aan de Howard Uni versiteit in de Amerikaanse hoofdstad. Miller zei: „De meeste zwarten zijn helaas niet in staat deze film te begrijpen. Ze misse de training voor. Hun omstan digheden hebben hen tot wei nig gerijpte filmkijkers ge maakt. Ze kunnen hun eigen realiteit niet zien. Daarom wil len ze alleen maar geamuseerd worden". Feit blijft dat, vooral in de zwarte gemeenschap, de ver bitterdheid over „Purple" zeer groot is. Tal van zwarten boy cotten de film en voelen zich er door vernederd. Er zijn overigens ook zwarten die The Color Purple zeer bewonderen als een werkstuk dat artistiek van hoog gehalte is en boven dien de discussie over de plaats en de beeldvorming van de zwarte opnieuw in gang heeft gezet. JO WIJNEN Schuberts emoties afstandelijk vertolkt door Alban Berg Quartet JCitt De Haagse organist Ben van Oosten werkt gestaag aan een internationale carrière die hem al tot diep in Rus land heeft gebracht. Deze zo mer zit hij in de jury van een orgelconcours in Dublin waar hij ook zal concerteren. Na een aantal losse plaatopna men verscheen onlangs van hem een prestigieus platen- projekt, gemaakt voor Da- bringhaus und Grimm in het Duitse Detmold, waarvan de uitgaven worden gedistri bueerd door EMI-Electrola. Voor deze onderneming leg de Van Oosten op vier lp's alle zes orgelsymfonieën van Louis Vierne vast. Wie de levensloop van deze vertegenwoordiger van de Frans-romantische, symfo- nisch-concertante orgelstijl kent, zou kunnen veronder stellen dat Van Oosten deze symfonieën uitvoerde in de Parijse Notre-Dame, waaraan Vierne van 1900 af als orga nist-titulaire was verbonden en aan de speeltafel waarvan hij 2 juni 1937 tijdens zijn 1750ste orgelconcert letterlijk in het harnas is gestorven. Sindsdien is dit orgel helaas allesbehalve fraai gerestau reerd zoals kan blijken uit de platen die de in 1984 gestor ven Pierre Cochereau maak te van vertolkingen van Viernes symfonieën op dit instrument. Nu hadden Van Oosten en zijn „Tonmeister" kunnen uitwijken naar het indruk wekkende orgel in de ro- maanse basiliek Saint-Sernin in Toulouse waar Aristide Cavaillé-Coll in 1889 een or gel bouwde, dat behoudens geringe reparaties in de jaren dertig vrijwel in de oorspron kelijke staat behouden bleef. Omdat de muziek van Vierne nauw verbonden is met dit orgeltype waarvan afzonder lijke registers een intonatie hebben die is afgestemd op die van instrumenten van het symfonieorkest, heeft Pierre Labric dit instrument gebruikt voor een andere in tegrale opname van de Vier- nesymfonieën. Het lag voor de hand dat Van Oosten en de zijnen niet aan het orgel in Toulouse voorbij konden gaan en daarop wer den dan ook de derde en de vijfde symfonie gespeeld. De derde is de bekendste van het zestal en ook de gemak kelijkst aansprekende, maar hier én in de veel somberder en duisterder vijfde zijn de persoonlijk verwerkte in vloeden van Franck en voor al van Wagner (Isoldes Lie- bestod) in de overdadige chromatiek onmiskenbaar. Bij deze muziek dreigt bij de uitvoering het gevaar van overdrijving maar dat gevaar wist Van Oosten opmerkelijk goed te vermijden door een voorname intensiteit. Het aantrekkelijke van het platenkwartet van Van Oos ten is verder, dat er nog twee andere Cavaillé-Coll-orgels op te horen zijn. Voor de eer ste en de vierde symfonie is namelijk het orgel gebruikt in kerk van Saint-Frangois- de-Sales in Lyon dat dateert uit 1880. Het bevindt zich nog in de originele staat maar de jaren zijn er niet ongemerkt aan voorbij gegaan zodat men bijgeluiden van het mecha niek op de koop toe moet ne men. In de eerste symfonie van de 29-jarige componist is de invloed van diens mentor Charles Marie Widor en het door deze bespeelde orgel in de St. Sulpice merkbaar. De vierde symfonie, gestructu reerd naar het cyclische principe van Franck, is veel persoonlijker. Beide stukken krijgen van Van Oosten de virtuositeit waarom zij vra gen. De twee resterende symfo nieën werden ten gehore ge bracht op het orgel dat Ca vaillé-Coll in 1890 voltooide en waarvoor hij gebruik maakte van de bestaande oude kast en pijpen. Dit in strument klinkt niet hele maal zuiver maar als men over die „relatieve" handicap kan heenhoren voldoet het uitstekend in de tweede sym fonie en in de zesde, die na de donkere vijfde als een lichtende bevrijding werkt. Deze opmerkelijke, veelszins geslaagde Vierneplaten die de genoemde oudere opna men stellig overtreffen, bren gen in herinnering dat Vier ne weliswaar zo'n twintig or gelwerken componeerde maar dat hij nog veel meer orkestwerken, pianostukken, koorwerken en liederen maakte. Het is bijna ondenk baar dat die allemaal verge ten zouden zijn. JOHN KASANDER „Hij heeft het van Onze Lie ve Heer zelf gekregen". Dat zeiden de leraren van de jon ge Schubert over de compo- neertalenten van hun leer ling. „Hem hoeven we niets meer te leren". Die uitspraak is te begrijpen: Schubert schreef al heel vroeg met feilloze zekerheid zijn com posities en later waren de meeste concepten tegelijk de definitieve versies. De indruk zou kunnen ont staan dat het componeren Schubert gemakkelijk afging. In brieven getuigt hij ervan dat het niet zo was. „Mijn produkten in de muziek zijn ontstaan door het verstand en door het verdriet; die door mijn verdriet zijn voortge bracht schijnen de wereld het minst te bevallen", schrijft hij in 1820 op een menukaart van het Gasthaus „lm Seit- zerhof". En verdriet heeft hij veel gehad. Ook dat is in veel brieven te lezen. Dat juist de composities waarin hij zijn verdriet ver werkt niet op prijs werden gesteld, is een tijdgebonden constatering. Schubert sloeg nieuwe muzikale paden in en lang niet iedereen in zijn om geving kon hem volgen. In 1824 schrijft hij het strijk kwartet in a, opus 29 nr. 1. Er was niet veel enthousiasme toen het werk voor het eerst werd opgevoerd. „Geaffec teerd en stijlloos" was de kri tiek van een van de toehoor ders. En juist dit kwartet, met als naam „Rosamunde", naar het thema uit het gelijk namige werk, is zo veel men sen na ziin tijd gaan aanspre ken. Tóch omdat het verdriet van Schubert herkenbaar is en mensen aanspreekt? Bij een ander strijkkwartet uit 1824 is de relatie met Schuberts innerlijk leven on dubbelzinnig aanwezig. Dat is het kwartet „Der Tod und das Madchen", zo genoemd omdat het tweede deel is ge baseerd op het gelijknamige lied uit 1817. Terwijl Schu bert werkte aan het kwartet (hij maakte het overigens pas in 1826 af), was hij ziek en voelde zich letterlijk doodon gelukkig. Hij liet een vriend (Leopold Kupelwieser) per brief delen in zijn ellende: „In één woord, ik voel mij als de ongelukkigste, ellendigste mens ter wereld... Elke nacht als ik ga slapen, hoop ik niet meer wakker te worden en elke morgen brengt mij de narigheid van de dag tevoren voor de geest". Over de aard èn achtergron den van Schuberts levensge voel is veel geschreven. Freudiaanse psychologen zien bij Schubert een onver vuld verlangen naar (moe derlijke) geborgenheid. Daar door voelt hij zich nergens ji ilve ittyC idioprc o2.i: isscnu iren *ft zt •maak :trice thuis; kan zich aan niets en niemand binden. Zijn veel vuldig verhuizen, zijn evèn- zovele tijdelijke contacten met vrouwen zijn daarvan concrete symptomen. In de kunst vecht Schubert met zijn leven; het componeren is bij hem de verwerking van aarin zijn psychische problemen. Het notenbeeld van het kwartet „Der Tod und das Madchen" biedt ook objectief gezien alle aanleiding om een relatie te zien tussen Schu berts gevoelens en het werk. Bijvoorbeeld het „doodsrit- Het V ■ograr ;r mei kennen uit veel liederen en van de Wande- rer-fantasie is voelbaar aan wezig in het kwartet. En het tarantellaritme van het slot deel is tezeer geladen om het niet een dodendans te noe men. Daarom gaan sommige Schubert-kenners zover dat ze dit kwartet de tot „vlees en bloed" geworden levens strijd van Schubert noemen. Zulke uitspraken klinken wellicht wat „overdone", feit is dat Schubert, als volbloed romanticus, zichzelf voortdu rend in dergelijke termen uitdrukte. Met die wetenschap is het be luisteren van beide genoem de kwartetten een extra bele venis: muzikaal en menselijk. De grammofoonplaat is een prachtig hulpmiddel om naar believen de muziek beschik baar te hebben. Op een nieu we plaat van het EMI-label speelde het Albdn Berg Quartet de twee kwartetten. Om bij deze muzikanten te spreken over het hoorbare vakmanschap is onnodig; het is een topensemble. Waar wel over te praten valt zikale vertaling van de noot jes. De muzikanten hebben de muziek in zekere zin af standelijk aangepakt; de emotie is in de hand gehou- denrEn gelukkig maar. Want zonder die distantie vervalt zulke „heavy" muziek gauw tot vormloze gevoelig heid. De betrokkenheid het Alban Berg Quartet uit zich in de beheersing emotie, waardoor deze over draagbaar èn herhaalbaar wordt. Het is het voorrecht van de luisteraar te bepalen of hij/zij zich kan vinden deze interpretatie. Misschien vinden sommigen het ble te „strak", met te weinig naar buiten tredende emotio- -naliteit. Maar misschien dat een reden des te meer de plaat te gaan beluisteren; het is een extra (leeferva ring. De muziek op de plaal is niet gemakkelijk; intensief luisteren is nodig. Maar daar voor krijg je dan ook verrijkend uurtje. LÜTSEN KOOISTRA Strijkkwartattan nummara 13 an 14 van Quartan!' ImFT/MM™' (L*P)f 27««'2 (MC) ILV1 instfc et g< effer oordc re m regei ntee ieeth( ba! iet bt mer sseui ielu rond ed. 1 i de :n d« igonr Barbra Streisand is een muzikaal fenomeen bij wie de gebrui kelijke grenzen tussen muziekliefhebbers vervagen. Ze bindt bewonderaars van alle leeftijden, met de meest uiteenlopende voorkeuren en „stokpaardjes" aan haar volstrekt overtuigen de muzikaliteit. Het is moeilijk het geheim van „La Strei sand" te ontrafelen, maar een heel belangrijk element is de manier waarop zij haar stem instrumentaal gebruikt. Ze speelt met kleur, intensiteit, uitdrukkingsmiddelen als geen ander. In die ene stem klinkt bij wijze van spreken een heel orkest. Met natuurlijk die enorme expressie. Streisand kan koel. warm, zwoel of zakelijk zingen, maar ook schreeuwen en fluisteren. En altijd komt over wat ze heeft te zeggen. Ze doet dingen met haar stem die bij anderen zouden mislukken, bijvoorbeeld vals zouden klinken. Niet bij haar, want de emo tie overstemt „normale" zangtechnieken en -normen. De Streisand-fans zullen blij zijn met een nieuwe lp van haar: The Broadway Album. Hierop zingt ze bekende en minder bekende liederen uit musicals, bijvoorbeeld uit The West Side Story. Barbra zou zichzelf niet zijn als ze met die liedjes niet aan de haal zou gaan. Bijvoorbeeld met „Somewhere". De versie die Streisand brengt, is niet meer Leonard Bernstein, maar volop Streisand. Met alle aangename gevolgen van dien. Jammer is dat de muziek op zichzelf wat beperkt is. Teveel wordt aangeleund tegen materiaal dat Barbra en anderen al eerder brachten. Steeds komen nummers van andere lp's in de herinnering naar voren. Wie haar platen „Emotion" of „Yentl" kent, zal veel herkennen. Het melodisch materiaal van de nieuwe plaat is dus bepaald niet vernieuwend; de or kestraties zijn dat evenmin. Eigenlijk is dat een verwijt aan Streisand; ze zou zulke platen niet moeten uitbrengen. Met haar stem is ze steeds verrassend nieuw; haar muziek moet dat ook zijn. LUTSEN KOOISTRA „Th* Broadway Album". CBS 88322, ook op muzlal IRT IR1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 14