A CHORUS LINE finale |Het voetvolk van de showbizz in de hoofdrol GYPSY YAMIL „Ik moest die rol GYPSY JUSTIN: GYPSY CAMERON: hebben" „Een soort oerbestaan" „Zaak van doorzetten" Lunch op Buckingham Palace ■£ekUc Qowuvnt - AMSTERDAM/MÜNCHEN Gypsy's noemt men ze. De zigeu ners van het theater. De zwervers van de showbusiness. Ze hebben nauwelijks een naam. Ze hebben nauwelijks een gezicht. Ze zijn de bladvulling van het Amerikaanse theater, de illustratie van de shows, de warmbloedige golfstroom waar op Broadway voortleeft. Ze bevol ken de shows in New York en in Los Angeles, ze staan achter de sterren in Las Vegas. Ze heffen de benen, zwaaien de hoeden, zingen desgewenst de refreinen. Ze zijn het dagelijks brood van de amuse mentsindustrie, onmisbaar maar anoniem. Ze vormen de „chorus line", het koor van onbekenden op de achtergrond. Ze getroosten zich bloed, zweet en tranen om er te ko men, om in een lange rij op het to neel hun danspassen te mogen doen, hopend op ooit nog een solo. Amerika kent misschien wel duizenden van dat soort vooral jonge mensen, wachtend op roem, dromend van „Fame". Bijna alle grote musicalsterren zijn zo begonnen, dansend in die „cho rus line" en hopend op het moment om eindelijk alleen naar voren te stappen in de verblindende gloed van de volgspot die voor de Ster is gereserveerd. Choreo graaf en regisseur Bob Fosse was jaren lang een van de talentvolle velen op de achtergrond, Shirley MacLaine danste in het „koor" tot een ster-danseres ziek werd en zij als „understudy" haar rol mocht overnemen. Maar honderden krijgen die kans nooit, dansen door en worden onmisbare maar onderling ver wisselbare attributen op de achtergrond. Zigeuners die van show naar show trek ken, hun geuzengevecht leverend om de gunst van producer, regisseur en uitein delijk publiek. Maar achter de honder den voetgangers van de roem staan er duizenden te wachten om ze te vervan gen. Ze doen elke dag hun „work outs", trainen elke dag bij een van de vele hon derden dansmeesters en -meesteressen dat de stukken er af vliegen, om overdag of 's avonds hun brood en hun lesgeld te verdienen als kamermeisje, bordewas ser, serveerster of taxichauffeur. Theatervee praat raakt, staat verbaasd 1 i het i of acteur, actrice of zangeres. Wachtend op de kans om door te breken. Begint er weer een nieuwe show op Broadway en publiceren de showbladen advertenties voor nieuw talent dan staan ze met vele honderden klaar. Het geflatteerde foto portret op glanzend papier en het wat opgeklopte curriculum vitae in de aan slag om zich te melden voor de audities. Het zijn bijna mensonterende massage beurtenissen, veldslagen barstensvol tra giek en heroïek op mini-formaat. „Cattle calls" heten die audities. Een cynische benaming die al een officiële term is ge worden. Het vee van de showbusiness mag opdraven, z'n naam noemen, een paar danspassen demonstreren en meest al wegwezen. Met honderden tegelijk. Dagenlang draven ze op en dagenlang worden ze weer afgevoerd. Hard en hart verscheurend. Iemand moest ooit hun verhaal vertellen, het ware verhaal van de showbizzmachine, waartussen zovele talenten gekneusd, verpletterd en verma len worden. Het werd de Amerikaanse choreograaf Michael Bennett die in een „workshop" met een aantal dansers hun eigen privé- verhaal tot een show uitwerkte. „A cho rus line". Sinds de première op 25 juli 1975 in het Schubert Theatre in New York hebben vele tienduizenden die hit musical gezien. Er ging een versie van op reis door Amerika; Londen kreeg z'n Gypsy nummer een: Yamil Borges, een kleine, zwartharige Amerikaanse van Portoricaanse afkomst: ..Chorus Line is helemaal mijn verhaal. De rol van het meisje Morales die ik speel, is mijn leven. Ik heb mijn hele leven niets anders gewild dan showbusiness. Ik ben in de Bronx opge groeid en vanaf m'n zestiende ben ik professioneel aan het werk. Dan bedoel ik dat ik geld verdiende, m'n huur kon betalen en kon overleven. Ik heb in de tussentijd de New York School for Performing Arts doorlo pen. Toen ik hoorde dat er audities gedaan werden voor de film, wist ik: ik moet en zal die rol van Morales hebben. Ik heb een moeilijkheid: ik ben erg klein en ik pas niet in elke „chorus line". Wantje wordt met een aantal samen vaak op gelijke lengte gekozen. Ik heb nog een moeilijk heid: ik ben Portoricaans. ik behoor tot een minderheid. En voor zo ie mand zijn de rollen niet dik gezaaid. Dus toen er audities voor die Porto ricaanse rol van Morales gedaan moesten worden, was het erop of eron der. In de advertentie zeiden ze tot mijn verdriet bovendien nog dat „non Latin-girls" ook welkom waren. Dat kon niet, vond ik. Ik was gebo ren voor die rol, ik was Morales. Tot overmaat van ramp kon ik bij die eerste audities niet dansen. Ik had een ongelukje met m'n voet gehad. Ik ben met een kruk in de ondergrondse gestapt, heb me naar de plek van die auditie gesleept, ben de trap er naar toe letterlijk opgekropen, bleek nog verkeerd te zijn ook, weer trap af, trap op, en ik heb die auditie gedaan. Dan kun je niets meer doen, alleen wachten, alles is voorbij. Je hebt het niet meer in handen. Als ik die rol niet krijg, hou ik er mee op, dacht ik. Ik wil dat niet meer meemaken. Dat heb ik aan m'n broers en m'n zusjes gezegd en die riepen meteen: „Als jij niet meer doorgaat, hou den wij ook met onze school op". Ze zijn jonger dan ik, ze kijken naar me op, dus dat kon niet. Ik dacht: ik ben gek. Als ik afgewezen ben, ga ik door. Ik weet dat het bijna masochistisch is. Je gaat in één maand wel naar tien audities. Je weet dat je talent hebt, dat je iets te zeggen hebt, maar toch word je afgewezen. Om wat voor reden dan ook. Je krijgt een klap op je kop, want ze wijzen niet alleen af wèt je doet, nee, ze wijzen ook jóu af. Je kri jgt een dreun, maar je gaat door. Je smeekt om meer. Zo gek zit het in elkaar. Toen ik dan eindelijk-mijn screentest mocht doen, ben ik na afloop in m'n kleedkamer in elkaar gezakt en heb gehuild, ge huild. En kijk mij nou- hier. Op reis door Europa. Ik doe dingen die ik nooit gedaan heb. Ik voel me een ambassadrice. Voor Portoricaans Ame rika en voor de gypsy's". Justin Ross, een stevig gebouwde, ros sige Amerikaan met sproeten speelt de rol van Greg: „Voor mij geldt hetzelf de als voor Shirley MacLaine. Die zei: „I have a gypsy in my soul". Als 12-ja- rig jongetje bezocht ik met m'n moe der al alle middagvoorstellingen van Broadwayshows. Want ik wilde toneel spelen. De leraren vonden die jeugdige vastberadenheid wel interessant, maar m'n medeleerlingen, voornamelijk kinderen van de straat uit Brooklyn, vonden 't maar raar en belachelijk. Toen de oorspronkelijke video-inter views gemaakt werden door Michael Bennett voor A Chorus Line danste ik in de musical Pippin. Ik was nog maar een knulletje. Toen het eerste concept het Amerikaanse theater, de illustratie van de shows, dt warmbloedige er was, deed ik auditie. Ik werd afge wezen. Maar toen Chorus Line een succes werd, moest er een tweede rol bezetting worden opgezet. Ik heb me weer gemeld en kreeg de rol van Greg. Die heb ik een aantal jaren op het to neel gedaan. Toen kwam de -film. Eerst werd er gezegd dat de acteurs uit de originele Broadway-versie de rollen zouden krijgen. Toen hoorde ik dat die inmiddels te oud waren. Tragisch. Stel je voor: jij hebt die rol gecreëerd die is gebaseerd op je eigen leven en als dat dan verfilmd gaat worden ben je te oud om jezelf te spelen! Ik heb me gemeld voor een screentest en m'n ZATERDAG 8 FEBRUARI 1986 eigen Chorus-Linefiliaal en over een film werd almaar gepraat. Vanaf het allereer ste begin, toem Michael Bennett de lach- en-een-traan-verhalen van eenentwin tig dansers en danseressen op videoban den vastlegde om er een musical van te maken. Nog voor de première kwam het eerste bod op de filmrechten bij produ cers Cy Feuer en Ernest Martin: 150.000 dollar. Ze weigerden. De aanbiedingen zouden doorgaan. Bij de off-Broadway- première in het Public Theatre in New York weigerden ze een bedrag van 400.000 dollar, tussen de première daar en in het grote Schubert Theatre op Broadway zelf liepen de papieren van de show op tot drie miljoen dollar. In fe bruari '76 verkochten Feuer en Martin de filmrechten aan Universal Pictures: 5.500.000 dollar, plus royalty's, een be drag dat gelijk lag aan wat Hollywood voor My fair Lady betaalde. Het was nog lang niet het einde. Universal kon niet met het project uit de voeten en verkocht het door aan de maatschappij Polygram, die er zes jaar geleden 7.800.000 dollar voor uit de knip haalde. Tussen '76 en '82 werd er onophoudelijk en steeds wanhopiger aan het project ge werkt. Alle filmplannen kwamen niet van de grond, inclusief het plan met John Travolta in de hoofdrol. Maagzweer Het werd steeds benauwender, want voordat de film ooit aan de filmkijker zou kunnen worden voorgezet, lag er al een enorme financiële last op die in geen verhouding stond tot wat het maken van de film zelf zou moeten kosten: de film rechten in de eerste plaats, daar bovenop de kosten voor elke mislukte poging die te realiseren en dan nog eens de royalty's aan de oorspronkelijke makers van de show, twintig procent van de omzet bo ven dertig miljoen dollar. Dan was er een artistiek probleem waar niemand bleek uit te komen: De show is geschre ven voor het theater met als bijzonder heid dat al die gypsy's hun audities doen voor het werkelijke publiek in de zaal. Dat zo een bijna fysieke kijk achter de schermen krijgt. Een nieuwe vorm, ge schikt voor de bioscoop, werd maar niet gevonden. Terwijl het project Polygram steeds meer als een zeurende maagzweer dwars ging zitten en alle ontwikkelingen op dood spoor stonden, kwamen Feuer en Martin opnipuw in beeld in '82. Ze hadden een idee. een scenarioschrijver en een plan tot financiering. Gordon Stulberg. president van Polygram, zei ja. Embassy Film zou de produktiekosten op tafel leggen en de film distribueren. Polygram zou zijn aandeel m de film houden ter hoogte van de waarde van de rechten en de geïnvesteerde ontwikke lingskosten. De lijdensweg was ten ein de. het in wezen o zo simpele verhaal van de gypsy's kon verfilmd worden. De ooit als een kleine produktie gestarte „hommage" aan het voetvolk van de showbusiness had gigantische proporties gekregen. Vandaar dat regisseur en acteurs op een wereldtoernee werden gestuurd om hun „chorus line" te ondersteunen. In Mün- chen waren enige van de gypsy's aanwe zig bij het jaarlijkse filmbal: Yamil Bor ges, Justin Ross en Cameron English. Drie jonge mensen aan het woord over hun droom, de showbusiness. Driemaal het verhaal van een Amerikaans feno- BERT JANSMA vingers gekruist gehouden. En weer werd die droom waar. In bepaalde op zichten ben ik inmiddels veranderd. Ik ben niet meer zo'n gypsy als de rest van de groep. Ik ben aan een solo-car rière begonnen. Schrijf m'n eigen tek sten, zing liedjes met pianobegelei ding. Ergens tussen Lenny Bruce en Bette Middler in. („Hij is erg grappig", roept Yamil Borges/Morales tussen door). Maar ik kan je wel iets vertellen over het bestaan als danser. Het is ab soluut geen glamourbestaan. Het is hard, lichamelijk werk. Je ruikt naar zweet. Het is primitief. Maar zo'n dansgroep is een hele aparte samenle ving. Met niets anders vergelijkbaar. Een soort oerbestaan". Cameron English, een donkerharige Amerikaan, die Paul, de Portoricaanse vriend van Morales, speelt: „Bij mij ligt het anders. Ik ben geen Portori- caan. Ik denk ook dat ik meer greep op het leven heb dan de jongen die ik speel. Ik ben laat begonnen met dansen, toen ik al zeventien was. Voor mij was 't meer iets atletisch, iets presteren met je lichaam. Daarna ontdekte ik dat ik via m'n lichaam m'n emoties kon uitdrukken. Toen pas besefte ik dat ik er m'n beroep van kon maken. Ik hoorde van de audities in Los Angeles. Ik had daar in de tv-serie Fame gezeten. Drie jaar lang. Dne jaar gedanst zonder een enkel woord te mogen zeggen. Op het laatst dacht ik dat ik nooit verder zou komen. Ik wilde m'n mond open doen, ik wilde meer dan dan sen. Dus die audities. Ik heb niet voor een speciale rol auditie gedaan. Ik wilde hét gewoon proberen. Eri dan hoor je iets van: we zullen je nog wel bellen. Je bent onzeker, weet niet wat je kunt verwachten. En dan wórd je teruggebeld. En weer naar huis gestuurd. Tien keer achter elkaar. Het enige is dan niet gek te worden. Je moet je voortdurend realiseren dat je afgewe zen kunt worden. Niet te veel hopen. Gewoon de volgende auditie opnieuw proberen. Het is eigenlijk een heel primitief bestaan. Alleen de allersterksten overleven. Als je hoort dat jij voor die rol niet het goeie type bent, denken: okay, voor de volgende rol ben ik 't misschien wel. Een gypsy zijn, is door zettingsvermogen hebben". LONDEN - Een kennis van ons lunchte onlangs met koningin Elizabeth op Buc kingham Palace. 't Was reuzefijn.ver telde hij later, apetrots. Groot-Brittanniës vorstin inviteert geregeld enkele onderda nen om 's middags bij haar een hapje te komen eten. De genodigden vertegen woordigen diverse lagen van de bevol king. 'oor de doorsnee Bril is een derge lijke invitatie de hoogste eer die een ge wone sterveling te beurt kan vallen. Iets om dagen, nee maanden, over te praten met familieleden, vrienden en kennissen. En later met je kleinkinderen. („Toen opa nog een jonge man was. kreeg 'ie op een mooie morgen een briefje van de queen in de bus". Was die koningin de boze stiefmoeder van Sneeuwwitje, opa?"). Achteraf wist die vriend van ons zelfs niet meer wat hij te eten had gekregen. Dat laatste vond hij trouwens volslagen onbe langrijk. Op het koninklijke paleis in Londen wordt zelden grote gastronomie beoefend. Toch eten alle gasten er gretig wat de pot schaft. De nieuwe glans voor je imago vanwege de koninklijke invita tie is belangrijker dan wat er op het menu staat. Onze kennismoet overigens wel heel diep onder de indruk zijn geweest. Na dien herinnerde hij zich nog maar twee dingen: Buckingham Palace is een toch tige oude tent en de koningin sleept bijna overal haar lelijke hondjes mee. De koninklijke corgi's een kortpotig honderas met tamelijk grote kop, afkom stig uit Wales) zijn berucht. Alle 'Britse royalisten weten dal hun koningin haar half dozijn keffertjes ontzettend schattig vindt. Ze gaan geregeld met haar op reis en vergezellen ae vorstin ook naar haar buitenverblijven in Windsor en Balmo ral. Dat ze zelfs aanwezig zijn telkens wanneer Elizabeth II en haar gasten zit ten te lunchen, is echter minder alge meen bekend. Volgens onze informant gedragen de ko ninklijke corgis zich onder dergelijke omstandigheden zoals vrijwel alle hon den. Ze snuffelen onder tafel rond. op zoek naar eetbare dingen. Niemand durft ze een trap geven, want de koninklijke gastvrouw zou je dat nooit vergeven. Nog maar enkele eeuwen geleden werd voor een dergelijke wandaad in de Tower van Londen je hoofd afgehakt. Krijgen de corgi's van seen enkele gast een lekker hapje, dan hangen ze maar wat rond in de omgeving van Elizabeth. Onze bevriende zegsman merkte dat zij regelmatig even de lijd vond om uit het plastic zakje op haar schoot een vers be schuitje te halen. De vorstin brak dit telkens zorgvuldig in kleine stukjes. Die deelde ze uit aan haar hongerige hondjes. De corgi's namen al les dankbaar in ontvangst en lieten geen kruimeltje achter. De gasten keken min zaam glimlachend en goedkeurend mompelend toe. Onze kennis vertelde ook. dat de konink lijke blaffertjes overigens erg fatsoenlijk bleven. Ze lieten nauwelijks van zich ho ren en deden geen plasjes op het tapijt. Een koninklijke lakei heeft echter ver klapt dat de corgi 's van Elizabeth II soms wel echte probleemhondjes zijn. Die lijfknecht moet van de Britse konin gin elke dag met haar troeteldiertjes een lange wandeling maken in de uitgestrek te tuin van Buckingham Palace. „In de open lucht doen ze nooit iets", vertelde hij. „De ellende begint pas als we terug komen in het paleis. Van dan af heb ik voortdurend een dweil en een schopje no dig. want als tk niet direct opruim, trapt iedereen in de hondepoep". 1 ROGER SIMONS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 21