In de schaduw van de
een spannende thriller in oorlogstijd
Thriller wint het van dans inWhite Nights'
Silverado
complete inventaris
van 50 jaar western
Kunstverzamelaar
eist miljoenen van
veilinghuis
Rotterdams orkest op nominatie voor Grammy Award
FILM/KUNST üüdviQowiwnt VRIJDAG 17 JANUARI 1986 F
WILLEM RUIS STOPT
MET „STERRENSHOW'
HILVERSUM Willem Ruis stopt, wanneer op 26 maart el
achtste en laatste „Sterrenshow'' wordt uitgezonden, met
maken van amusementsprogramma's waaraan een lotenacti
verbonden. Ruis, wiens contract op 1 september afloopt, h^elc
plannen voor een serie shows, die kleiner van opzet en fin
cieel minder ingrijpend zijn. De quiz-master heeft laten we
deze programma's graag bij de VARA te maken. „Ik heb de
gelopen vijf jaar met veel plezier bij de VARA gewerkt". In
reactie laat de omroep weten, dat de opvatting van Ruis
nieuw is. „Aan het begin van het seizoen vertelde Willem al
hij in de toekomst wilde stoppen met een programma waarin n
show gekoppeld is aan liefdadigheid". Of de VARA en Wilitg<
Ruis het eens zullen worden, kon de omroep nog niet zegjj jpji
„We moeten nog rond de tafel gaan zitten om de plannen
het nieuwe seizoen te bespreken".
eft
NEW YORK Een Amerikaanse kunstverzamelaar eist
schadevergoeding van 37 miljoen dollar van het veilingl
Christie's omdat hij zich ertoe liet brengen een met juwelen
zet paasei van Fabergé te kopen dat een vervalsing bleek te J
Eskander Aryeh zegt in zijn eis dat hij begon te twijfelen aad
echtheid van het ei kort nadat hij er op een veiling in 19771
kwart miljoen dollar voor had geboden. Hij betaalde echte»
rekening nadat Christie's hem in Genève voor de rechter I
gedaagd. Volgens Aryeh garandeerde het veilinghuis de er
heid van het ei van tsaar Nikolaas II uit 1913 en kreeg hij
een schriftelijke erkenning van authenticiteit van de Londt cry
kunstkenner Kenneth Snowman. In de herfst van vorig
vroeg Aryeh Christie's het ei opnieuw te koop aan te biet
maar het veilinghuis onttrok het aan de catalogus naar aar -
ding van een bericht van de hand van Snowman en andere tyR I
ners van Russische kunst, waarin de echtheid in twijfel
getrokken. Snowman herzag zijn mening volgens Aryeh n; 00
hij het ei in 1979 voor het eerst had gezien.
MICK JAGGER
BESCHULDIGD
VAN PLAGIAAT
LONDEN Wel eens van Pa
trick Alley gehoord? Deze Ja-
maicaanse muzikant beschul
digt zanger Mick Jagger van
plagiaat. De Rolling Stone zou
de single „Just another night"
van zijn solo-elpee „She's the
boss" hebben afgekeken van
een van Alleys composities die
is terug te vinden op de elpee
„Touch of Patrick Alley". De
muzikant nam de elpee al in
1982 op. De Jamaicaan is in
middels naar de rechter ge
stapt voor het regelen van een
fikse schadevergoeding. Om
hoeveel het gaat, kon Jaggers
platenmaatschappij CBS niet
zeggen. Het zou echter wel
eens in de miljoenen dollars
kunnen lopen.
Europees parlement
neemt wijzigingen aai25
STRAATSBURG Het Et
pees parlement blijft uit
ontevreden over de wijzi
gen van het EG-verdrag, n*15
tot een uitgesproken verv
ping van de hervorminge "0
het gisteren in Straatsl
niet gekomen. Het schep
van een Europa zonder
nengrenzen vóór 1992 is
van de voornaamste elen
ten van de Europese
Voorts worden de bevoegi 5I
den van de Europses comf
sie (het dagelijks bestuur
de EG) vergroot. Denemar
is het enige land dat zich
heel tegen alle wijzigin
heeft opgesteld en daai
wordt op 21 janurai in dat 1
een referendum gehou
over de vraag of het in de
moet blijven.
ROTTERDAM In het
Liszt-jaar 1986 is aan dirigent
James Conlon en het Rotter
dams Philharmonisch Orkest
de eer te beurt gevallen ge
nomineerd te worden voor
de Amerikaanse Grammy
Award. Deze prijs, qua opzet
te vergelijken met de Grand
Prix du Disque in Frankrijk
en de Nederlandse Edison-
onderscheiding, staat in de
wereld van de klassieke mu
ziek hoog aangeschreven. De
iury van de Grammy Award
kiest jaarlijks uit het enorme
internationale aanbod drie
platen die strijden om de on
derscheiding „Beste klassieke
plaat van het jaar". De uit
slag wordt over enkele we
ken bekend gemaakt.
Conlon en het Rotterdamse
orkest zijn op de nominatie
geplaatst dank zij de Erato-
opname van de Faust-symfo-
nie van Liszt, de eerste opna
me die dirigent en orkest
maakten. Vermeldenswaard
is, dat Conlon het werk reeds
op het programma plaatste
(december 1982) nog voordat
zijn officiële benoeming bij
het Rotterdams Philharmo
nisch op 1 september 1983 in
ging. Die weergave gaf ons
destijds aanleiding in de
kunstkolommen van deze
krant te melden: „Dit werk
met zijn drie „Charakterbil-
der" n.l. Faust, Gretchen en
Mephistopheles, stelt aan de
uitvoerenden hoge eisen. Met
deze weergave heeft Conlon
de muzikale expressie opge
voerd en de spanning aange
duid. De verwachtingen zijn
hoog gespannen".
James Conlon was vandaag
onbereikbaar voor een reac
tie op deze (voorlopige) on
derscheiding. Directeur Hans
Oosterlee zei in een spontane
reactie: „Ik ben daarom al
verheugd omdat dit zo goed
past in ons streven naar in
ternationale bekendheid".
Artistiek adviseur Willem
Vos benadrukte dat het Rot
terdamse Orkest met David
Zinman reeds eerder op de
nominatie stond (Rimsky-
Korsakov) en ook dat het or
kest reeds tweemaal in aan
merking kwam voor de
Grand Prix du Disque. „Ik
hoop dat de nominatie zal lei
den tot de prijs, maar nu al
ben ik bijzonder gelukkig,
want ook de nominatie wordt
beschouwd als een onder
scheiding".
ADRIAAN HAGER
LIDO/STUDIO:„ln de
schaduw van de overwin
ning" met Jeroen Krabbe,
Edwin de Vries en Linda
van Dyck. Producent Mat-
thijs van Heijningen. Mu
ziek: Henny Vrienten. Re
gie: Ate de Jong.
Regisseur Ate de Jongs „In de
schaduw van de overwinning"
ontkomt in elk geval aan een
geliefde Nederlandse discussie:
Was de film beter of slechter
dan het boek? In een (nog) re
delijk veel lezend land, met
een gebrek aan schrijvers van
originele filmscenarios een
vast agendapunt. (Ik hoor de
stemmen alweer opgaan rond
Rademakers' komende verfil
ming van Mulisch' „De Aan
slag"). Maar Ate de Jongs film
raakt een ander gevoelig punt:
de verhouding tussen de histo
rische werkelijkheid en de
film werkelijkheid.
Want De Jongs film valt in de
categorie die met een Engels
woord „faction" heet: fictie die
gebruik maakt van de feiten
(facts). Hier zijn het nota bene
twee opvallende figuren uit de
periode '40-'45 in Nederland
die je terug kan vinden op de
achtergrond van de film: Frie-
drich Weinreb en Gerrit Jan
van der Veen. De laatste
beeldhouwer en verzetsheld,
gesneuveld in dat verzet. De
eerste een omstreden joodse fi
guur die via verzinsels en
mystificaties geprobeerd zou
hebben vele joden via een uit
zonderingslost „gesperrt" te
houden voor deportatie. Deed
Jeroen Krabbé iets te instructief als hij Linda van Dyck een Rode Kruis-wagen helpt beschilderen,
terwijl zijn vrouw (Marieke van der Pol) toekijkt.
hij dat om zelf de dodendans
te ontspringen, er beter van te
worden en om zijn drang
„doktertje" te kunnen spelen
uit te leven tijdens zijn zgn.
gezondheidskeuringen (Wein
reb was econoom), heeft hij
verraad gepleegd toen hij ont
maskerd werd? De boekdelen
vullende discussie daarover
(W.F.Hermans versus Renate
Rubinstein c.s. indertijd) lijkt
angstig dichtbij. Om hen heen
historische gebeurtenissen, zo
als de grote overval op het be
volkingsregister van de hoofd
stad.
Toch noemt De Jongs zijn film
fictie. Zijn hoofdpersonages
heten Blumberg en Van Dijk
(hier schilder). Ze zijn niet de
historische Weinreb en Van
der Veen, maar ze lijken er op.
Blumberg met zijn lijst van list
en bedrog op basis van een
scherp psychologisch inzicht.
Van Dijk met zijn knokploeg-
-verzet van het geweld. Rond
hen weeft De Jong een span
nende film, die beiden in el-
kaars vaarwater brengt: De
van twee kanten van verraad
en bedrog verdachte Blumberg
komt met Van Dijk in één cel
terecht, Van Dijk zal later de
rol op zich nemen van de door
Blumberg verzonnen adelijke,
Nederlandse tussenpersoon in
zijn spelletje met de Duitsers.
Gecompliceerde en pittig ver
filmde verwikkelingen tegen
een achtergrond van blaffende
Duitsers (allemaal door Neder
landers gespeeld overigens,
met Hein Boele als SD-er
Schwarz), terwijl de verhaal
draden samenkomen bij een
van twee walletjes etende
zwarthandelaar (goede rol van
Rijk de Gooijer).
Ate de Jong wil laten zien
welke „Umwertung" er plaats
vindt in oorlogstijd wat het ge
dragspatroon van mensen be
treft, en hoe moeilijk er nog
algemene grenzen te trekken
zijn tussen wat mag en wat
niet mag. Verzetsman Van
Dijk is een aardig soort avon
turier die de goede zaak dient,
maar ook verslaafd raakt aan
die verhevigde levensituatie
van het verzet, inclusief snelle
verliefdheden, inclusief risi
co's voor vrouw en kinderen.
Blumberg wordt het meest in
trigerende karakter van de
film, steeds verder verstrikt in
zijn eigen uit compassie ontsta
ne „lijst" en verzonnen Duitse
generaals en uiteindelijk al
leen nog in staat zichzelf te
redden.
Voor iemand die ook maar iets
van de oorlog weet is het in
eerste instantie moeilijk Wein
reb en Van der Veen los te la
ten. Halverwege bevrijdt de
spanning van De Jongs film je
uit de greep van de werkelijke
historie. Het bioscooppubliek
is tegenwoordig zo jong, dat
het die historische feiten
James Conway.
LIDO/STUDIO: „Silvera
do"^.!.) met Kevin Kline,
Scott Glenn, Danny Glover
en Kevin Costner. Regie:
Lawrence Kasdan.
Het frappante van de nieuwe
succes-generatie van jonge
Amerikaanse filmers is dat ze
zich zo ongelooflijk sterk be
wust zijn van wat geweest is in
de cinema. Zo zijn Spielberg
en in zekere mate ook George
Lucas niet denkbaar zonder
het Hollywood-amusement
van de vijftiger jaren en in de
door hen financieel geeffende
banen nemen ze een reeks an
dere talenten mee. Allemaal
filmmakers die nauwelijks in
noverend werken. Als er ver
nieuwd wordt gebeurt dat via
de techniek, wanneer er spra
ke is van eigen stempel dan
vind je dat in pepmiddelen als
geraffineerde montage en dy
namische camerabewegingen.
Hun films kennen qua tech
niek nog nauwelijks beperkin
gen lijkt het, maar qua inhoud
is het voortborduren op en
vervolmaken van wat is ge
weest. Lawrence Kasdan (die
zijn eerste kansen via Lucas-
/Spielberg kreeg) is in zekere
opzichten zo'n talent. Met zijn
laatste film, „Silverado", haal
de hij het bijna vergeten genre
van de western van stal. Niet
een bevlogen nieuwe invulling
van dat genre, maar slim, ge
haaid en tot in de puntjes ver
zorgd een opsomming van al
les wat de western geweest is.
„Silverado" heeft iets van een
luxe etalage waarin de hele
western-inventaris van een
halve eeuw ligt uitgestald. Op
gepoetst en opgedirkt op een
manier dat je je ogen er niet af
kan houden, dat wel.
Silverado is een stadje in het
wilde westen waar alle draden
van Kasdans film samenko
men voor een „shoot out" van
jewelste, inclusief de came
ra-instelling van Zinnemans
„High Noon" (camera laag
langs de benen van de ene
scherpschutter zoekend naar
de tegenstander in een lege
hoofdstraat). De kogels fluiten
als weleer. Er zijn er alleen
meer en er zit meer variatie
in. Dat geldt voor de hele film.
Die begint in de tent van een
Eastwood-achtige Scott Glenn
die al meteen op een wonder
baarlijke manier via geweer
en zesde zintuig een aantal
stiekeme belagers uit de weg
ruimt. Hij wordt gekoppeld
aan Kevin Kline, die in z'n
Jaeger-ondergoed voor een
wraakoefening zorgt. Het wil
de broertje van Glenn (Kevin
LIDO/STUDIO: „White
Nights" (a.l.) met Mikhail
Baryshnikov, Gregory Hi-
nes, Isabella Rosselini en
Helen Mirren. Muziek van
o.a. Lionel Ritchie en Phil
Collins. Regie: Taylor
Hackford.
De Verenigde Staten zijn voor
Hollywood nog altijd de beste
van alle mogelijke werelden.
Ook in de film „White Nights"
mag daar geen twijfel over be
staan. De uit Vietnam naar
Rusland gevluchte zwarte
Amerikaan Gregory Hines
staat dan wel met een fles
wodka achter z'n kiezen bitter
te schelden op het Harlem van
z'n jeugd, op discriminatie je
gens hem en zijn kleurgeno-
ten, maar aan het eind van de
film gaat hij toch maar mooi
terug.
U heeft het al begrepen, „Whi
te Nights" is geen bijdrage aan
de vredesonderhandelingen
tussen de VS en Rusland. Re
gisseur Taylor Hackford ver
telt een best aardig verhaal dat
steunt op de aanwezigheid van
twee dansers in zijn rolbezet
ting: De grootste klassieke bal
letdanser van het laatste de
cennium, de naar Amerika
overgestapte Rus Mikhail Ba
ryshnikov en tapdanser Gre
gory Hines, na shows op
Broadway ook in de film door
gedrongen via een grote rol in
Coppola's „Cotton Club".
Baryshnikov speelt een naar
Amerika overgelopen top-bal-
letdanser (zichzelf dus), wiens
vliegtuig op weg is naar Tokyo
en onderweg een noodlanding
moet maken in Siberie. Hij
verscheurt nog snel z'n pas
poort, want in Rusland geldt
hij als Rus èn crimineel door
zijn illegale vlucht. De KGB
vindt toch uit wie hij is, en
doordat hij gewond raakt en in
een ziekenhuis terechtkomt,
probeert men hem - via ver
valste röntgenfoto's - in Rus
land te houden. Zijn terugkeer
op de planken moet een publi
citeitsstunt worden. In datzelf-
luxe en Lebensraum. Die
KGB'er - een uitgekookte sa
dist - wordt superieur-sardo
nisch gespeeld door de in En
geland wonende Poolse film
regisseur Jerzy Skolimowski
die hopelijk al een keer in
Rusland is geweest, want van
af nu zal de deur daar zeker
voor hem op slot zitten. Zo
krijg je in een Leningrad-se
balletstudio twee verschillend
geaarde mensen tegenover en
naast elkaar: de klassieke dan
ser die alles wil doen om terug
te komen naar Amerika en de
Amerika ontvluchte tapdanser
(Hines groeit uit tot de beste
acteur van de film) die het
knagende heimwee naar zijn
geboorteland liever onder
drukt. Via het samen bewegen
groeit begrip, een van de aar
digste elementen in de film.
Toch is dans zeker niet de
hoofdzaak (er zijn een vijftal
grote dansscènes), al was het 't
uitgangspunt. „White Nights"
blijft in de eerste plaats een
pure Oost-West thriller: Hoe
ontsnapt het drietal aan de 24
uursbewaking en hoe komen
ze in de Amerikaanse ambas
sade? Spannend genoeg.
Al is er echt (stiekem) in Le
ningrad gefilmd, je houdt het
gevoel een onecht Rusland op
z'n Amerikaans te zien. Stere
otiep en eenzijdig. Een Rus die
gevlucht is is inderdaad straf
baar in eigen land; de KGB
bestaat niet uit lieverdjes; en
Amerika mag van mij best het
land met de grotere vrijheid
zijn. Maar de kleine details en
terzijdes van een gewoon-Rus-
sisch leven (en dat is er ook)
ontbreken, al laat de ex-echt
genote van de danser (directri
ce bij het Kirov-ballet) weten
dat zij haar land in elk geval
nooit zal verlaten. Maar waar
om moeten Russische mannen
en vrouwen altijd foeilelijke
en zielige kruisingen zijn tus
sen Chroestsjof en Breznjef en
waarom krijgt Isabella Rosseli
ni een weinig flatteus (Rus
sisch?) kapsel mee waar ook
een Russische kapper zich
voor zou schamen?
BERT JANSMA
Blumberg (Edwin de Vries) bezig aan een van z'n vervalste documenten.
waarschijnlijk niet eens kent.
Misschien geldt dat probleem
alleen voor wie over film
schrijven. Vooral mikkend op
dat jonge publiek maakte Ate
De Jong in elk geval een zeer
respectabele film. goed ver
teld, goed geacteerd. Met Ed
win de Vries in een zeer knap
pe rol als Blumberg en Jeroen
Krabbe niet veel anders dan
normaal als Van Dijk. In het
eindresultaat overheerst de ui
terlijke spanning de mogelijke
diepgang van de karakters of
enige echte filosofie achter het
verzet. Je kan De Jongs film
dan ook rustig een „thriller in
oorlogstijd" noemen. Vergelijk
je hem als zodanig met inter
nationale produkten, dan val
len je een aantal dingen posi
tief op: de helden worden met
een kleine h gefilmd - hun
menselijkheid (dus hun fou
ten) voorop - het karakter van
de locaties (door al die archi
tectuur uit de Amsterdamse
school lijkt ons het vooroorlog
se bouwen heel wat) geeft een
ongewoon klinische, ver
vreemdende sfeer aan het ver
haal en het verzet klungelt er
soms triest op los op een ma
nier die waarschijnlijk meer in
overeenkomst is met de wer
kelijkheid dan enige ander
Al is „In de schaduw van 0i
overwinning" dan niet di
gravend maar vooral sp tw
nend, ik sla hem heel wat
ger aan Frenkel Franks
IJssalonHij zit in de bu
van „Het bittere kruid", wa
van ik het nog steeds jami
vind dat de opgeklopte dis< )r{j
sie succes in de weg heeft
staan. Dat moest bij „In
schaduw van de overwinni
maar niet gebeuren. Gew
zelf gaan oordelen. U zult
beslist geen buil vallen.
BERT JANS
gn
Costner) komt erbij, de zwarte
cowboy (Danny Glover) krijgt
eindelijk de plaats die hij in
het ware wilde westen gehad
heeft en het is de op de proef
gestelde solidariteit van deze
Magnificent Four die de film
bijeen houdt.
Uiteraard gaat het tegen een
gladde, hebzuchtige landeige
naar die gesteund wordt door
een corrupte sheriff (Brian
Dennehy's grijnzende gierekop
krijg je niet gauw van je net
vlies). worden er vrouwen en
kinderen gegijzeld en is er een
saloon waarin de kleine actri
ce Linda Hunt een mooi soort
wereldse wijsheid in pacht
heeft. De dialogen zijn van
daarbij van meet af aan sterk
en humoristisch. John, Cleese
speelt een leuk, maar nogal
verdwaald rolletje als een
sheriff met een Britse aardap
pel in de keel, en Jeff Gold-
blums rol als kaartspeler is
ronduit slecht uitgewerkt.
Verder is er elk moment wel
iets te genieten, al duurt de
film rijkelijk lang. Via Kasdan
zie je alle grote westerns van
toen terug: Dat maakt „Silver
ado" niets nieuws, maar wel
een feest der herkenning.
BERT JANSMA
de Siberie zingt en „tapt" een
zwarte Amerikaan Sportin'
Life uit „Porgy and Bess" op
een armetierig dorpsplankier.
Hij is gedeserteerd uit de Viet-
nam-oorlog, is in Rusland in
middels met zijn tolk ge
trouwd (Isabella Rosselini die
sterk aan haar moeder Ingrid
Bergman doet denken), maar
voelt zich verder niet zo kits
in de witte Siberische nachten
(tijdens welke de zon niet on
dergaat).
De KGB probeert de ex-Ame
rikaan als een soort verklik
ker aan de ex-Rus te koppelen
onder de belofte van meer
Tapdanser Gregory
Hines en balletster
Mikhail Baryshnikov
groeien naar elkaar
toe in „White
Nights".