finale
Du
treurigheid
Belgische
jeugd
ongezonder
'CeidócGoirtcuit
ZATERDAG 11 JANUARI 1986
zelfdoding: bijna tien procent van de
overlijdens. In 1975 stierven honderdvijf
jongeren door eigen hand, in 1978 waren
dat er honderdvijfenveertig en sindsdien
stijgt het aantal gestaag.
Er wordt ook meer misdadigheid bij pu
bers waargenomen, vooral in de leeftijds
groep van dertien tot zestien jaar. In
1975 werden in België 71.202 jongeren
bij enig vergrijp geverbaliseerd, in 1982
waren dat er 95.748 geworden. Diefstal
(steeds meer meisjes) en vandalisme sco
ren daarbij hoog. Het ministerie van
volksgezondheid constateert aan de hand
van het rapport dat zowel de lichamelijke
als geestelijke gezondheid van de jeugd
zorgen baart. Een conclusie die gewettigd
lijkt.
AAD JONGBLOED
DEVENTER - Hij kan het zich nog pre-
zoies herinneren: de dag dat de allereerste
zovona,£l Duck in de brievenbus van zijn
minoUderlijke woning werd geschoven. „Ok-
t eell^H 1^52, ^et staat 'n mijn Seheugen
n jigrift". zegt Jan Kruse. „Net zoiets als
moord op Kennedy. Dat weet ook
ig iedereen".
avonturen van de snaterende drift-
lcrnAker en zijn familie maakten diepe in
ruk op de jonge Jan. En niet minder op
udere huisgenoten die altijd als eersten
e verse Donald Ducks tot zich namen,
"oen hij de korte broek ontgroeide en
n blik op andere zaken des levens
:htte, verdween de beroemdste eenden-
nlie ter wereld uit zijn blikveld,
is veel later volgde hij het spoor terug,
graficus kreeg in 1983 een adverten-
onder ogen, waarin de Nederlandse
actie van het nog altijd immens po-
ilaire weekblad om scenarioschrijvers,
maar verhaalt-
iverzinners,
:g. Kruse stuur-
een verhaaltje
iet uitgewerkte te-
■'""tningen in en be-
niebort sindsdien tot
T?fet kleine team
schrijvers, dat
P *'Jjekelijks de Ne-
>mge iandse Donald
c juck leven in-
rSast.
13 heeft bijna elk
„üjnd wel z'n „ei-
Donald Duck
wel moet vol-
:n aan het „oer-
peld" van de
fini&nerikaanse Dis-
lernegy Productions
1 .®[udio. „Ik dacht
en. 'itijd dat die strips
orK°knt en klaar uit
imerika kwamen.
e5cwoon nooit bij
^Tilgestaan".
e|e Duck-schrijvers
0|Ver de hele wereld
as 9febben behoorlijk
J z|Jpt speelruimte,
ia,zetaar op één punt
™*rei het Disney-con-
■cl isfcm onverbidde-
jk. „De goeden
jken niet en drin-
rt'hrfn geen druppel.
d ne»c slechteriken
t dfien sigaren of
fSheve sjekkies en
„Eend zoekt scenarioschrijver". Het is alweer zo'n kleine twee en een half
jaar geleden dat Jan Kruse attent werd gemaakt op de advertentie met deze
nieuwsgierig makende kop van het tijdschrift Donald Duck. Uit een soort
jeugdsentiment schreef hij toen een verhaaltje over 's werelds beroemdste
eendenfamilie en stuurde dat op aan de Nederlandse redactie van het
jeugdblad. Het klikte. Kruse werd een van de vaste leveranciers van
Donald-Duckverhalen voor de Nederlandse markt. Tot op heden schreef
hij zo'n dertig lange Duck-avonturen en ongeveer veertig kortere Gijs-
Gansafleveringen. Kruse wordt niet volledig door Donald Duck in beslag
genomen. Hij runt een „design studio" in Deventer waar hij ook lay-outs
maakt voor boeken, tijdschriften en folders. Daarnaast geeft hij eens per
week les in grafische vormgeving. „Dat moet ook wel", zegt hij, „want
uitsluitend verhalen maken voor Donald Duck zou me uitwringen. Het is
het zwaarste werk dat ik heb. Als ik een hele dag heb geschreven ben ik
's avonds echt afgedraaid. Leeg".
sten wel een
e^ucksVan zijn Goofy, ook een van de populaire figuren uit de Duck-dynastie.
uitenlandse colle-
Dat varieert nogal. In Duitsland werkt
en uitstekende tekenaar. De Spaanse
Euntonald is meestal veel aardiger, liever,
uschgn de onze. Een beetje slap, eigenlijk.
°k Persoonlijk houd ik er niet zo van. En in
)elelenemarken is de strip weer wat puri-
l da>jnSer. In Nederland mag je iemand
Wanjet een pistool laten zwaaien; in Dene-
okeiarken maken ze er een vinger van. Dat
Sl%alt er alle kracht uit, vind ik. Op een
z'e jïnger kun je bijten, daar gaat geen drei-
r hejng van uit. Ook in de Amerikaanse
erikluck zie je dat soort dingen steeds va-
dt dfcr".
iar cjet Nederlandse Duck-team schrijft we-
ceerfelijks zo'n dertig procent van het blad
r Bqo\, schat Kruse. De rest wordt vertaald
edetfo het Spaans, Duits, Deens en Ameri-
j iet best
:k genoeg draait de Amerikaanse Do-
zic!ald Duck de laatste tijd helemaal niet
sin1b best. „Ze zijn bezig de zaak daar op-
lcnelieuw op poten te zetten, onder meer
ik met Nederlands werk", zegt Kruse.
)e Amerikaanse Duck had nogal aan
vaiwaliteit ingeboet, sinds Carl Barks er in
vofp66 mee was gestopt. De Nederlandse
^Jdactie heeft veel moeite gedaan om de
"'waliteit te handhaven. Dat is uiteinde-
jk ook bij de Amerikaanse uitgeverij
staalainbow doorgedrongen. De rollen wor-
^00Ilen nu een beetje omgedraaid".
^'0,)e Deventernaar werkt altijd nauw sa-
C H^en met illustrator Mark de Jonge die
,n %nen met Michel Nadorp en Ben Ver
bogen de Nederlandse eendenfamilie te-
lulJ'fent. „Ik schrijf de verhalen en maak
[en!%n ruwe opzet voor de tekeningen", legt
nietruse uit. „Mark werkt dat uit. Aan
mei|hijn teksten wordt nooit iets veranderd.
ni^ï>aar zijn ze meestal erg enthousiast
erelWer. Mijn tekeningen worden bijge-
te '^haafd, maar meestal maken ze mijn
°%twerpen na".
hiscnaar waarom maakt hij zelf niet de de
finitieve tekeningen?
„Dat ligt me niet zo, heb ik gemerkt. Je
Ktrhoet er een bepaalde vaardigheid voor
^^ebben. Die mis ik. En trouwens, het
^ou me te veel tijd gaan kosten",
isiti^u is hij per Duck-avontuur een dag of
ar dlier kwijt. „Het verhaaltje kost me een
Diaar uur, hoogstens een halve dag". Hij
n oitót wat velletjes kladpapier zien, bijeen-
m zfhouden met een paperclip. „Dan
ing tflaak ik de ruwe strip: de tekst wordt ge-
e aafangen in spreektaal, er komen scènes,
pkeningetjes bij. Heel globaal nog.
en j)aarna begin ik de strip te maken. Ik
:hadjeb het geluk dat ik goed kan tekenen,
dadodat ik me gemakkelijk iets beeldends
zekaoor de geest kan halen bij de tekst. Ik
vodoef er nooit lang over na te denken,
gelaat komt, denk ik, doordat de persona-
Sind|es zo vertrouwd zijn. Ik begin nooit
n dnet lege handen. Je ziet ze als het ware
i-kiifoor je. Als je eenmaal de kern van een
opgtferhaal hebt, bijvoorbeeld een kudde
ierefhapen die Donald in z'n maag gesplitst
Ortrijgt, dan gaat het snel",
rtikille stripfiguren hebben een eigen karak-
zijèr, de verhoudingen liggen bij voorbaat
leefast. Dat is allemaal bedacht en tot in
letails uitgewerkt door Carl Barks, de
eigepestelijke vader van Donald Duck.
„Barks is de maker van de beste verha
len". zegt Kruse. „Hij is een grote inspi
ratiebron voor mij geweest". Barks ver
halen steken nog steeds met kop en
schouders uit boven de produktie van
zijn navolgers, zegt Kruse. „Ze misten
de braafheid die je nu veel tegenkomt in
de Spaanse, Amerikaanse en Deense
strips en die je ook in de tekenfilms te
rugvindt".
Roerei
Hij laat een voorbeeldje zien, waarin
Donald in blinde razernij op de buik
staat te dansen van een ongelukkige op
ponent. „Het ging er vaak toch wel hard
aan toe bij Barks", zegt Kruse f
der. Een ontzettende struggle for life",
fn de Duck-verhalen van Barks doken
ook regelmatig harde grappen op. „In
een van die strips heeft Donald Duck
een opslagplaats voor eieren gebouwd
boven op een berg. Maar de schuur
lioudt het niet en het dorpje in de vallei
wordt volledig bedolven onder de eier
struif. Een gigantische rel wordt dat,
waarbij de partijen elkaar naar het leven
staan. Het dorpje wordt later ook omge
doopt tot roerei".
Kruse glimlacht vertederd. „In de we
reld van Donald Duck is goedbe
schouwd veel treurigheid. Er valt bij
hem weinig te lachen. Bitter weinig.
Maar dat is nou juist het leuke. Als Do
nald Duck blij is, dient dat alleen maar
om hem op het volgende plaatje des te
treuriger te laten worden".
Barks heeft de karakters en persoonlijk
heden van de Duck-clan zo haarscherp
uitgewerkt, dat er volgens Kruse nooit
meer iets aan toegevoegd hoeft te wor
den. „Elke verandering zou er afbreuk
aan doen", zegt hij eerbiedig. „En je
kunt er evenmin iets aan toevoegen. Dat
is wel eens geprobeerd, maar volstrekt
overbodig. Ik probeer altijd vanuit de
bestaande karakters te schrijven. Donald
Duck is een verliezer. Een underdog.
Gedreven door een bijtende jaloezie op
zijn neef Guus Geluk die, de naam zegt
het al, voortdurend de buit binnenhaalt,
het meeste succes heeft, in de grootste
wagens rijdt en de mooiste eendvroyw-
tjes om zich heen verzamelt. Donald
wringt zich in de raarste bochten om
Guus af te troeven, maar dat lukt hem
zelden. Je hebt nou eenmaal winners en
losers. Donald is een geboren verliezer,
Guus zal het altijd winnen. Dat maakt
hem ook zo onuitstaanbaar. Een parasi
terende kwal".
„Tja, en dan is Donald ook nogal ge
charmeerd van zijn nicht Katrien". Kru
se kijkt een beetje bedenkelijk. „Eerlijk
gezegd, goed beschouwd, is dat eigenlijk
een héél burgerlijke trut. Maar dan oom
DagobertJan Kruse krijgt een
twinkeling in zijn ogen. „Dagobert
Duck, de oom die voortdurend voor zijn
lol een ferme snoekduik neemt in zijn
zwembad met geld. Steenrijk en zeer
vrekkig. Hij heeft zijn geld verworven in
het goudzoekersstadje Klondike, in 1896
of zoiets. Hij heeft nare trekjes. Zoals hij
zijn familieleden behandeltDaar
Commedia
Oma Duck is een typische aartsconser
vatieve Amerikaanse grootmoeder. En
de drie neefjes Kwik, Kwek en Kwak, de
„oomzeggers" van Donald? „Ze vormen
een soort schakel tussen Donald Duck
en de lezer. Soms halen ze hem uit de
problemen, waarschuwen hem bij nade
rend gevaar. Ze vertegenwoordigen en
vertolken eigenlijk de gedachten van de
lezer. Net als de spreekkoren in de oude
Griekse drama's en de commedia del-
l'arte".
„In de commedia dell'arte, de oude Itali
aanse kluchten, kom je de karakters uit
de Duck-verhalen eigenlijk al tegen.
Daar zijn het symbolische figuren, uit
beeldingen van bepaalde aspecten van
de menselijke geest. Ze voeren een on
derlinge strijd. De spreekkoren staan een
beetje buiten die strijd en geven com
mentaar aan de luisteraars. Donald
Duck heeft die elementen ook. Je kunt
het zien als een soort allegorie op het le
ven zelf, opgebouwd uit aspecten van
het menselijk gedrag die worden uitver
groot in de verschillende karakters. Ik
zie ze niet als eenden maar als karikatu
ren van menselijke persoonlijkheden. Ik
denk dan aan de zeven hoofdzonden:
gierigheid, hebzucht, jaloezie, vraat
zucht, wraakzucht, luiheid, overspel
Wat heb je nog meer? De dingen die het
leven kleur geven, kortom. Daarin kun
nen de mensen zich immers het beste in
leven. Ik denk dat Donald Duck ook
daarom nog steeds zo immens populair
is. Het geeft de verhalen een zekere tijd
loosheid. Om die reden worden er ook
nooit allerlei moderne ontwikkelingen in
de strip gebracht. Geen punk-eend, geen
moderne kleren".
Menselijk
Juist die menselijke kanten van de ka
rakters in Donald Duck spreken Kruse
erg aan. In zijn verhalen maakt hij er al
tijd weer gebruik van. „Als je die karak
ters afzwakt worden het poppetjes". Een
Donald Duck, de eeuwige verliezer.
Wie de gemiddelde
aanschouwt
te veel bier er schuld aan zijn dat hij of
zij wat ongezond oogt. Te vaak een vette,
bleke huia, te vaak een papperig gezicht
en heel veel dikke buik. Sinds een lijvig
rapport van het Belgische ministerie van
volksgezondheid op mijn bureau beland
de weet ik zeker aat mijn vermoeden de
waarheid geen geweld aandeed. Want de
samensteller van het rapport spreekt zijn
grote bezorgdheid uit over de gezond
heidstoestand, waarin met name de jeug
dige Belgen zich mogen verheugen".
Zo blijkt de overgrote meerderheid van
jongeren tussen twaalf en achttien jaar te
drinken en slechts 44 procent van hen be
perkt dat drinken tol drie glazen bier per
week. Slechts dertien procent van de jon
gens in die leeftijdscategorie is nooit
dronken, van de meisjes is dat 27 pro
cent. Veruit de meeste jongens en meisjes
zijn zeker drie tot vijf maal per jaar
dronken. Niet minder aan 42 procent van
de jongeren bezoekt dan ook dagelijks de
kroegbaas. Er wordt door de jeugd in
België ook steeds meer gerookt - in te
genstelling tot de buurlanden - en veer
tig procent van de rokers steekt voor zijn
dertiende levensjaar al de eerste sigaret
op. Het verschil van voorheen tussen ro
kende jongens en meisjes verdwijnt.
Er worden ook steeds meer kalmerings
middelen gebruikt, meer dan pepmidde
len en de piek bij de gebruikers ligt rond
het vijftiende jaar. Pijnstillers blijken ook
in trek: 42 procent noemt zich regelmati
ge gebruiker.
Vijf procent van de Belgische jeugd ge
bruikt drugs, vooral hasj en marihuana.
De jongeren stappen ook vaker dan voor
heen naar de huisarts. De meeste klach
ten betreffen de huid (acne). Ze gaan ook
vaker naar de tandarts, al leert een an
der, ook recent onderzoek in (Belgisch)
Limburg dal een op de zes nooit zijn
(haar) tanden poetst.
Met het nuttigen van gezond voedsel is
het bedroevend gesteld. Men vult het
liefst de maag met frites - met zoveel
mogelijk saus chocola of koek en er is
geen sprake van een uitgewogen voe
dingspatroon, inclusief de broodnodige
vitamientjes en mineraaltjes.
Er wordt aangenomen dat een op de hon
derd pubers lijdt aan enigerlei vorm van
anorexia nervosa (vermagerzucht) en dat
negen van de tien patiënten meisjes zijn.
Volgens het onderzoek is elf procent van
de meisjes en tien procent van de jongens
veel te zwaar.
Hei aantal geslachtsziekten is de laatste
jaren sterk toegenomen, maar dat heeft
te maken met het feit dat de jongeren
eerder dan in vroeger jaren met hun ban
ge vermoeden de dokter bezoeken. Tach
tig procent van de vrouwen, die abortus
laten uitvoeren, behoort tot de leeftijds
klasse van vijftien tot vierentwintig jaar.
Van de jongeren, die voor hun achttiende
komen te overlijden, heeft de dood voor
23 procent een natuurlijke oorzaak; in 52
procent van de gevallen is een verkeers
ongeval de oorzaak. De tweede niet-na-
tuurlijke oorzaak na het verkeer is de
gelukkig slot is voor Jan Kruse dan ook
geen noodzaak. „Helemaal niet nodig.
Een slechte afloop blijft langer bij. Dat
geeft de persoon van Donald Duck ook
zijn eigen tragiek mee. En het houdt de
zaak levendig".
Zijn liefde voor het uitspelen van de
„slechte karaktertrekken" kan Kruse uit
stekend kwijt in de kerstverhalen. Hij
heeft er al ettelijke geschreven en het zal
het nog wel even duren, voordat hij ze
allemaal in het weekblad terugvindt.
„Zo'n verhaal heb je natuurlijk maar
een keer per jaar nodig", peinst hij. „Die
kerstverhalen, daar houd ik van. Het is
een dankbaar onderwerp. Die quasi-ge-
wijde sfeer waarin mensen graag willen
doen geloven dat ze 't zo goed met el
kaar menen, is een uitstekende gelegen
heid om het tegendeel te laten zien. Een
voorbeeld. Het loopt tegen kerst. De drie
neefjes zijn door de barre kou, geteisterd
door sneeuwstormen, op weg naar huis.
Onderweg komen ze bij een caravan. Ze
zijn nieuwsgierig en nemen een kijkje. In
de caravan zit een man met zijn tamme
dieren - een soort rondreizend circus-
je - zo ongeveer dood te vriezen van de
kou. De neefjes nemen hem uit barm
hartigheid mee. Maar de man neemt
met zijn dieren in korte tijd volledig be
zit van het huis. Het wordt een giganti
sche puinhoop en Donald raakt hele
maal over z'n toeren. Uiteindelijk trekt
Donald zich terug in die steenkoude ca
ravan en zet er een bordje voor: niet sto
ren tot Pasen".
Over de pedagogische aspecten zit Jan
Kruse niet zo in. „Ik vraag me nooit af
wat kinderen er wel van zullen vinden.
Ik doe wat ik denk dat goed is. Het is
uiteindelijk mijn verantwoordelijkheid:
ik behóór ook te weten wat goed is".
Gijsgans
Jan Kruse heeft ook al zo'n veertig korte
afleveringen geschreven over Gijs Gans,
ook een lid van de Duck-dynastie. Gijs
is weer een heel ander type dan Donald.
Het gegeven is veel minder avontuurlijk,
het thema zeer beperkt: Gijs wil niet
werken, Gijs wil de hele dag eten, Gijs is
een beetje dom. De ironie wil echter dat
hij soms, héél soms, een helder idee
heeft. Maar dan nemen de anderen hem
natuurlijk niet serieus.
„Een kwestie van hoe, veel meer dan het
wat en waarom. Telkens een grap, eigen
lijk. Slaagt Gijs in zijn opzet? Soms niet.
Dan lijdt hij honger en moet hij hard
werken". Maar ook deze strip heeft een
onvermoede dimensie.
„Gijs is een beetje dommig", peinst
Kruse hardop. „Je zou kunnen zeggen:
de sul van de familie. Er is iets mee.
Maar wat? Stel je voor: een alleenstaan
de oudere vrouw runt een hele boerderij.
Op zich al vreemd. Bovendien houdt ze
er een knecht op na: Gijs Gans. Die is
niet alleen ontzettend lui, maar heeft
ook een onstilbare vraatzucht. Je zou
zeggen: die had ze al lang moeten ont
slaan. Maar nee. Waarom houdt ze Gijs
Gans ondanks alles de hand boven het
hoofd? Is het een bastaardzoon van een
familielid, een geheime liefde? Ik weet
het niet. Er moet een onnoemelijke fru
stratie aan ten grondslag liggen".
Jan Kruse is nu een van ae scheppers
van Donald Duck. Zou het ooit nog wel
eens goed komen met hem?
„Hmmm. Weet je wat ik vaak doe? Bij
het laatste plaatje kom ik weer uit bij het
begin. Maar in de tussentijd is er heel
wat gebeurd. Donald is weer een erva
ring rijker. Maar wijzer? Nee. Wijzer
wordt Donald Duck natuurlijk nooit!".
JOHN VERHOEVEN