,Ik geld vervalsen? Ach, nee, dat zit niet in me" i „Wij maken muziek met een knipoog Ontwerper van bankbiljetten prof. Oxenaar: bioscopen meermalen getroffen door schrijfverbod KUNST EeidóeSouoant ZATERDAG 11 JANUARI 1986 PAGINA DEN HAAG Jarenlang aan de wieg staan van miljarden stuks bankpa pier en genoegen nemen met een niet eens zo héél groot inkomen. Dat over komt prof. R.D.E. Oxe naar uit Den Haag, zo'n twintig jaar de vaste ont werper van de Nederland- sche Bank en directeur van de Dienst Ethische Vormgeving van de PTT. Net overgekomen uit Goirle, nog in de geur van verhuisdozen, speelt hij met briefjes van tien tot en met duizend, echt en als proefbiljetten, zonder daar merkbaar opgewon den van te raken. Hij be zit er hele vellen van. „Nee meneer. Het is nog nooit bij me opgekomen iets te ver valsen. Zo zit ik niet in elkaar, ik heb er ook geen behoefte aan. De enige keer dat ik daar aan denk, is het moment waarop mensen me ernaar vragen". De man, die verant woordelijk is voor de ontwer pen van het Nederlands bank biljet en dus ook van het vuur torenbriefje van 250 gulden, dat onlangs in omloop is ge bracht, is niet zo happig op valse koekjes van echt eigen deeg. „Ik weet er te veel van. Overigens, als ik iets zou wil len vervalsen, dan zou ik de dollar nemen; die is niet zo moeilijk..." Zo bont en paars als zijn laat ste schepping (met mede-ont werper Hans Kruit) is uitge vallen, zo moeilijk is het om dit biljet te maken en na te maken. Elke vierkante mili- meter maakt deel uit van het ontwerpproces in heel grote werktekeningen, die per com puter worden uitgewerkt en verkleind. En het zijn niet al leen de lijntjes en cijfers en letters, die vaak niet eens met het blote oog te lezen zijn, die het (na)maken zo moeilijk ma ken, Het gedichtfragment bij voorbeeld van Slauerhoff: „De golven slaan in woesten dans...", verwerkt in een streepje vuurtoren, is slechts met een sterk loupe te lezen. Papier Prof. Oxenaar: „Het begint al met de aanmaak van het pa pier, dat na jaren van gebruik nog moet knisperen. Dan ko men daar de orthochromati- sche kleuren bij, waardoor controle bij infrarood licht mo gelijk is. Bijna elke vierkante milimeter heeft wel iets, waar door echt van vals kan wor den onderscheiden en het is niet voor niets, dat we publici teit aanmoedigen. Wie hier door het bankpapier wat beter gaat bekijken, zal eerder een nagemaakt biljet van een echt kunnen onderscheiden. En als een vervalst biljet in omloop „En dat konijn in het briefje van 250heet Niki komt, is de bron spoedig ach terhaald". Oxenaar is geen vervalser, geen dief, geen man met duis tere opwellingen. „Nooit ge weest ook; ik had als kind al een hekel aan jongens die rol letjes drop gapten. Maar goed, ik ben wel vaak met de politie in aanraking geweest; ik heb hele stapels parkeerbonnen..." Aardige mensen Dat vervalsers aardige mensen zijn, weet prof. Oxenaar uit ondervinding. „Er was een man die heel stilletjes zijn gang ging en die nog niet eens werd verdacht, toen hij zo'n veertig eieren per dag bestel de. Die man wil met alle ge weld heel potent zijn. dacht de buurt. Wat een eieren. Later waaide zijn vuilnisbak om en viel het op, dat die man als een gek reepjes papier liep te verzamelen. Toen pas werd de politie gewaarschuwd. Want wat bleek: de man had hele vellen bankpapier gemaakt, en had net zoals het bij de druk ker gebeurt, ruimte tussen de afbeeldingen opengelaten. Daar kwamen die reepjes van, die de man had weggeknipt en uit de vuilnisbak waren weg gewaaid. Vervolgens bleek ook waarom de man zo veel eieren nodig had. Het eigeel gebruikte hij voor de aanmaak van papier: het werd er wat gelig door en kreeg dat knis perende van echt geld". Prof. Oxenaar is duidelijk trots op zijn ontwerpen; hij heeft dan ook drie jaar nodig voor een ontwerp klaar is. „In alle vrijheid", zegt hij. „Ner gens ter wereld krijgt een ont werper zo veel vrijheid. Trou wens, het is ook typisch Ne derlands, dat het bankpapier Prof. R.D.E. Oxenaar: „Ach, wat zal ik ook vervalsen. Ik ben er de man niet na; door een particuliere drukker wordt aangemaakt. Maar hoe ze het doen is voor mij ook een geheim." Spelregels Het interesseert prof. Oxenaar ook niet zo bar veel. Hij houdt zich aan de spelregels en kan zich daarbinnen veel persoon lijke vrijheid veroorloven. In het watermerk van het jongste biljet van 250,- zit een konijn verwerkt en dat konijn heet Niki. „Een geweldig konijn", herinnert Oxenaar zich en hij kan demonstreren hóe gewel dig. „We hadden hem tien jaar; het kon dansen. Het was gek op strikjes. Toen ik na mijn scheiding en een paar woelige jaren een nieuwe part ner vond, die dat konijn al had, bleek Niki duidelijk ver liefd op haar te zijn; Niki dan ste zijn liefdesdansen voor haar. Niet voor mij, mij mocht hij niet zo. Toch heb ik Niki in dat laatste briefje verwerkt". Prof. Oxenaar toont zich een groot verteller, soms van vier verhalen tegelijk; hij heeft iets van een miskend kunstenaar, van wie vrijwel iedereen toch iets in bezit heeft, zonder de schepper ervan te kennen. Zijn werk is speels en grafisch, langzamerhand als van Oxe naar persoonlijk herkenbaar. Met trekjes die aan Escher doet denken. „Maar ik ben niet zo'n liefhebber van Escher, die meer wiskundige was. En als muziekliefhebber ben ik wel een bewonderaar van Mozart, maar niet omdat diens werk zo héél precies in- elkaar zit. Ik ben rommeliger, speelser, óverigens tot verbij stering van sommige buiten landers. Toen een Engelse bankier voor het eerst dat briefje van tien in handen kreeg en ik hem vroeg wat hij ervan vond, had hij een uur bedenktijd nodig. Toen dat uur om was, vroeg hij of ik hem voor de gek hield; zo iets licht zinnigs kon niet serieus zijn..." Miljarden En nu. „Je houdt het niet voor mogelijk hoeveel bankbiljetten er van de persen rollen: de produktie van dat briefje van tien bijvoorbeeld, dat al twin tig jaar meegaat. Dat gaat maar door, uren, hele dagen achterelkaar en soms ook nog 's nachts. Miljarden zijn ervan gedrukt. Vele miljarden". Nu pas valt op, dat van het bruine biljet van honderd twee soorten in omloop zijn en dat de ontwerpen steeds vrolijker en bonter worden. Oxenaar: „Maar de beeltenis van de ko ningin komt er nooit op voor, dat gebeurt alleen op munten, want munten vallen onder het ministerie van financieën. En op munten moet het staats hoofd worden afgebeeld. Het papiergeld is een zaak van de Nederlandsche Bank, al sinds het einde van de vorige eeuw, toen voor het eerst naast de munten bankbiljetten wet tig betaalmiddel werden. Want dat weten de meeste mensen niet: een bankbiljet is in feite een schuldbekentenis. Vroeger was het zo, dat als een schuld bekentenis moest worden uit geschreven, men daarvoor naar de bovenmeester ging; die had een mooi handschrift dat heel moeilijk was na te maken. In wezen gebeurt dat nu dus nóg, al is die goede man vervangen door de com puter". Kloof Dat Oxenaar is gevraagd een briefje van 250 gulden te ont werpen, had twee redenen. „Er is behoefte aan. Er is een te grote kloof gekomen tussen het biljet van honderd en van duizend, naarmate het geld minder waard werd. Maar er is ook de blijvende angst, dat het biljet van honderd te goed wordt nagemaakt. Er zijn er zo veel van in omloop, dat het rampzalig zou zijn, als dat bil jet uit de roulatie zou moeten worden genomen. Om minder briefjes van honderd te hoe ven maken, is besloten biljet ten van vijftig aan te maken en nu ook nog dat biljet van 250. Daardoor is er minder be hoefte aan biljetten van hon derd". Angst voor vervalsing blijft een rol spelen, al wordt de kans daarop steeds kleiner. Oxenaar: „Niemand weet dat: de grootste vervalser is de drukker zélf". Maar voor het verhaal de ronde doet dat de firma Joh. Enschedé glunde rend met valse briefjes van duizend het bankwezen een poot uitdraait, legt Oxenaar uit: „Ze moeten wel. Ze probe ren op alle mogelijke manie ren het papiergeld te verval sen, om erachter te komen óf dat kan. Want als je het stiel van de vervalser kent, kun je hem vóór blijven. Dat is de achtergrond". Klaar Oxenaar, ook buitengewoon hoogleraar industriële vorm geving in Delft, is voorlopig klaar met het ontwerpen van bankbiljetten. „Het onderwerp reserve-biljetten is bij de druk ker geheim dus ook bij mij. Maar wat ik later wil doen Ik loop al jaren met het plan rond om een kinderboek .te maken over geld. Veel plaatjes en weinig tekst. Maar dat ga ik pas over een jaar of tien doen". Dat zal dan de eerste keer zijn, dat prof. Oxenaar misschien iets aan geld zal verdienen en hij als kunstenaar in de winkel te koop zal liggen met eigen werk. Ook al zal de oplage die keer naar alle waarschijnlijk heid niet in de miljarden lo pen. FRITS BROMBERG Voor een uitgebreide agenda, ook voor de komende di gen, raadplege men „UIT", de gratis wekelijkse bijlaj van deze krant. ALPHEN AAN DEN RIJN EUROCINEMA I (Van Boetzelaerstraat 6, tel 01720-20800): Commando (16); 18.30, 21.00. za. zo. ook 14.00. EUROI CINEMA II: Commando (16); 18.30. 21.00. EUROCINEMA III: Back t the future (al); 18.45, 21.15. za. zo. ook 14.15. EUROCINEMA IV: Mian^ Supercopa (al); 18.45, 21.15. za. zo. wo. ook 14.15. NACHTVOORSTELLINGEN EUROCINEMA I: Commando (16); za. 24.00. EUROCINEMA II: Goi, den Schatjes (16) za. 24.00. EUROCINEMA III: Back to th« future (16 za. 24.00. EUROCINEMA IV: Lekkere spelletje» (18); za. 24.00. LEIDEN LUXOR (Stationsweg 19. tel. 071-121239): Commando (16i 14.30, 19.00, 21.15. LIDO en STUDIO (Steenstraat 39, tel. 1241301 Back to the future (al); The Goonlea (al); Miami Supercopa (al) Weirl Science (al); 14.30, 19.00, 21.15. Cotcha (al); 19.00, 21.15. TRIANOf (Breestraat 31. tel. 123875): De meester spion (16); 14.30, 19.00, 21.1S zo. 14.15, 16.30, 19.00, 21.15. REX (Haarlemmerstraat 52, tel. 07ll 125414): Baby d'amour (16); 14.30, 19.00, 21.15, NOORDWIJK LIDO THEATER (Pr. Bernhardstraat 56, tel. 01719-12800){ID1 The Cotton Club (al); vr. ma. 19.00. dl. zo. 20.15. Een smeris gaat buitsr^^ zijn boekje (18); vr. ma. 21.15. KINDERVOORSTELLING: Sneeuwwitje en de zeven dwergen (al); 15.00. KATWIJK CITY THEATER I (Badstraat 30, tel. 01718-74075): Mad Mairtn in de donderkooi (al); do. vr. za. zo. wo. 14.45, 19.00, 21.15. ma. dJ5 i 19.00, 21.15. CITY THEATER II: 48 hours (12); tijden zie City I. CITY THEATER III Hot bubblegum de boot in (16); tijden zie City I. CITYiaI: THEATER IV: Het smaragdgroene oerwoud (al); tijden zie City I behalv|av woensdagmiddag. i KINDERVOORSTELUNGEN I fc CITY THEATER: Sneeuwwitje en de zeven dwergen (al); za. wo. 14.4& VOORSCHOTEN GREENWAY (tel. 01717-4354): Year of the dregoP (16); do. t/m za. 19.00, 21.15. De droom (al); zo. 21.15. ma. t/m wo. 20.15fod di. 14.00. Ghostbusters (al); za. zo. wo. 15.45. s n KINDERVOORSTELLINGEN j» Sneeuwwitje (Ned. gespr.); za. zo. wo. 14.00. 80' WASSENAAR ASTRA (lel. 01751-13269): Vrl|d«o deel V (16); dl1 t/m zo. 20.00. A passage tot India (12); ma t/m wo. 20.00. Iter KINDERVOORSTELLINGEN fnp De laatste eenhoorn; za. zo. wo. 14.00. i r DEN HAAG* ASTA 1 (Spul 27, tel. 463500): Commando (16); 14.0#» 1 19.00, 21.30. zo. 13.30, 16.00, 19.00, 21.30. ASTA 2 (Spui 27, teiafv 463500): Weird science (al); 14,00, 19.00, 21.30. zo. 13.30, 16.00, 19.0QU 21.30. ASTA 3: St. Elmo's flre (al); 14.00. 18.45, 21.15. zo. 13.15, 15.45u ,t 18.45, 21.15. BABYLON 1 (naast Centraal Station, tel. 471656): Dirdt goonies (al); 1.4.00, 19.00, 21.30. zo. 13.30, 16.00, 19.00, 21.30. BABYn z LON 2: Plenty (al); 14.00, 18.45, 21.15. zo. 13.15, 15.45, 18.45, 21.15 BABYLON 3: Twee smerissen slaan hun slag (al); 14.00, 19.00, 21.3(Prsl zo. 13.30. 16.00, 19.00, 21.30. CINEAC 1 (Buitenhof 20, tel. 630637fibo King Solomon's mines (al); 14.00, 18.45, 21.30. zo. 13.15, 16.00, 18.45 p 21.30. CINEAC 2: Invasion U.S.A. (16); 18.45, 21.30. do. vr. ma. di. 14.00. CINEAC 3: Miami supercops (al);14.00, 18.45, 21.30. zo. IJ 16.00, 18.45, 21.30. EUROCINEMA (Leyweg 910, lel. 667066): C< mando (16); za. wo. 19.00, 21.00. zo. 16.30, 19.00, 21.00. overige 14.00, 19.00, 21.00. METROPOLE 1 (Carnegielaan, tel. 456756): Bi to the future (al); 14.00, 18.45, 21.30. zo. 13.15, 16.00, 18.45, 21 METROPOLE 2: Amadeus (al); 20.00. do. vr. ma. di. ook 14.00. TROPOLE 3: La femme publique (16); 14.00, 18.45, 21.30. zo. 13. 16.00, 18.45, 21.30. METROPOLE 4: Wegens verbouwing geslot< METROPOLE 5: Brewster's millions (al); 14.00, 18.45, 21.30. zo. 13. 16.00, 18.45, 21.30. ODEON 1 (Herengracht 13. tel. 462400): Back the future (al); 13.45, 18.45, 21.30. zo. 13.15, 16.00, 18.45, 21,30. OD$ ON 2: American Ninja (16); 13.45, 18.45, 21.30. zo. 13.15, 16.00, 18. 21.30. ODEON 3: Hot Chili (16); 13.45, 18.45, 21.30. zo. 13.15, 16. 18.45. 21.30 ODEON 4: Gandhi (al); 13.45, 20.00. LE PARIS 1 (Kej tingstraat 12b, tel. 656402): Too naughty to say no (18); 12.00 tot 22.3!| zo. v.a. 13.30. vr. za. 22.30, LE PARIS 2: Sens interdits (18); 12.15 t< 22.45. zo. v.a. 13.45. vr. za. 22.45. LE PARIS 3: Intieme bijles (181 12.30 tot 23.00. zo. v.a. 14.00. vr. za. 23.00. PASSAGE (Passage 63. t 460977): Militaire academie (16); 14.00, 18.45, 21.30. zo. 13.15, 16.0 18.45, 21.30. HAAGS FILMHUIS (Denneweg 56, tel. 459900): Zaal 1 Les enfant»; 16.15, 19.30, 21.45. Klassenverhaltni»; zo. 14.00, 16.1 Zaal 2* Stop making sense; 14.00. 19.30, 21.45. Zaal 3: 90 jaar filmgeschiedenis 1. Der golem; do. Das k£ binett des dr. Caligari; vr. Der mude tod; za. Faust; zo. Berlins simfonfl einer groszstadt; ma. Mutter Krausens fahrt Ins gluck; di. Nosferatd wo. 14.00. 19.30, 21.45. NACHTVOORSTELLINGEN: ASTA 1: In de schaduw van de overwinning (16); za. 24.00. 1: Silverado (16); za. 00.15. CINEAC II: Class (16); za. 00.15. III: Miami supercops (16); za. 00.15. EUROCINEMA: Meisjes In ext (18); za. 00.02. LE PARIS III: Intieme bijles (18); vr. za. 23.00. KINDERVOORSTELLINGEN: CINEAC II: Taran en de toverketel: za. wo. 14.00. zo. 13.15, 16.0< EUROCINEMA: De goonies (al); za. zo. wo. 14.00. METROPOLE Taran en de toverketel (al); za. wo. 14.00. zo. 13.15, 16.00. OVERLEDEN NOBELPRIJS WINNAAR VERZETTE ZICH TEGEN SOVJET-INVAL Jaroslav Selfert, de overleden Nobelprijswinnaar, verzette zich ten koste van een schrijfverbod openlijk tegen de Sovjet-Inval In zijn land. PRAAG De donder dagnacht overleden dichter Jaroslav Seifert was voor hij in 1984 on verwacht de Nobelprijs voor de literatuur kreeg nauwelijks bekend in het Westen. In Tsjechoslowa- kije viel de schrijver bui ten het officiële circuit, en zijn naam kwam in 1984 niet meer voor op de ledenlijst van de Tsje- choslowaakse schrijvers bond. Wie echter op straat naar de grootste Tsjechoslowaakse- dichters vraagt, krijgt twee namen te horen: die van de romantische dichter Karei Hynek Macha uit de vorige eeuw en die van Jaroslav Seifert, de in 1901 in Praag geboren arbeiderszoon. Seiferts naam was buiten zijn eigen land vooral verbonden aan het verzet van Tsjechos lowaakse intellectuelen tegen de Sovjetinvasie van 1968. Hij werd in september van dat jaar benoemd tot voorzit ter van de schrijversbond, maar legde die functie neer toen de autoriteiten een loya liteitsverklaring van hem eis ten. De schrijversbond werd korte tijd later ontbonden en het werk van Jaroslav Sei fert mocht niet meer worden gedrukt. Via ondergrondse publikaties bleef de bevol king van hem horen. Seifert heeft overigens gedu rende zijn leven altijd al een ingewikkelde relatie onder houden met de communisti sche partij. Afkomstig uit een sociaaldemocratisch katho liek gezin behoorde hij tot een van de oprichters van de communistische partij in zijn land. Op 20-jarige leeftijd schreef hij zijn eerste gedicn- tenbundel „Stad in tranen". Enkele jaren later werd hij hoofd van de culturele afde ling van de partij. In 1929 publiceerde hij een manifest waarin hij vroeg om meer aandacht van de com munistische partij voor de democratie. Korte tijd later werd hij als lid van de partij geroyeerd. Zijn poëzie kreeg steeds meer patriottistische trekken, een ontwikkeling die met de opkomst van het nazisme sterker werd. Na de Tweede Wereldoorlog trad Seifert toe tot het door communisten overheerste vakbondsblad „Prace". Na de communistische machtsover neming moest hij in 1949 de redactie verlaten en werd hem tijdelijk een publikatie- verbod opgelegd. Nog voor de dood van Stalin in 19^3» mocht zijn werk weer op nieuw worden uitgegeven. In 1966 kreeg hij de titel „natio naal kunstenaar", een hoge onderscheiding in Tsjecho-S- lowakije. Nadat hem in 1968 een publi catieverbod werd opgelegd, keerde Seiffert pas in 1980 terug in de „officiële open baarheid". President Strougal deed hem zijn gelukwensen toekomen. Deze felicitatie werd wel gevolgd door een verzoek aan Seifert om zijn adhesiebetuiging aan de mensenrechtenbeweging Charta '77 in te trekken. Sei fert kreeg niet lang daarna zijn eerste hartaanval. Sinds die tijd werd de schrijver ge plaagd door een slechte ge zondheid. Na de toekenning van de No belprijs werd Seifert open lijk, zij het schoorvoetend, in de Tsjechoslowaakse pers ge prezen om zijn literaire kwa liteiten. Zijn werken werden herdrukt. Tegen vrienden zei hij in 1984: „Ik ga binnenkort dood, neem me niet kwalijk dat ik niet meer gedaan heb". Die opvatting keerde vaak terug in zijn laatste werken, die werden gekenmerkt door een enorm pessimisme. Het werk van Seifert is in di verse landen vertaald. In Ne derland verschenen bloemle zingen uit zijn werk onder de titels „En vaarwel" en „Mo zart in Praag". Een van zijn bekendste bundels was „Ko meet van Halley". Seifert stierf in het jaar dat die ko meet langstrok. ZANGERES MIEKE HET HANDELSMERK VAN DE GIGANTJES AMSTERDAM Zange- res Mieke van „de Gi- gantjes" heeft net haar nagels gelakt. Op de foto wil ze nog niet, haar haar moet eerst met be hulp van een bus haar lak tot een suikerspin worden omgetoverd. Ze is het handelsmerk van „de Gigantjes". Mieke, een heavy tante uit de Achterhoek, Doetinchem om precies te zijn. Daar woont ze trouwens allang niet meer; op haar vijftiende liep ze weg van huis, helemaal naar Am sterdam. Een jaar geleden wist niemand wie Mieke was, nu kent iedereen haar. Je hoeft maar drie woorden te zeggen: Yaki Taki Oowah. Mieke: „Ik ben pas 22 gewor den en eigenlijk in de ver keerde tijd geboren. Ik zou het liefst in de tijd van Ru bens geboren willen zijn. Dat lijkt me wel wat. De hele dag lekker in je atelier rondklos- sen en een beetje modelleren. Gezellig met de heren schil ders optrekken. Maar dat kan dus niet. Ik ben ook niet in de tijd van de rock and roll geboren. Als ik uit deze eeuw een periode mocht kie zen om ter wereld te komen, zou ik 1930 nemen. Ik heb namelijk heel veel affiniteit met de jaren '40 en begin '50. Ik weet niet waar dat van daan komt." Kapsel „Als kind van twaalf liep ik al met mijn haar opgestoken, net zo'n kapsel als waarmee ik nu op het podium sta. Ik was gek op musicals en speel de veel toneel. Daarom ben ik later naar de kleinkunsta- kademie gegaan. Maar al die moderne dansen die je daar leerde, die lagen me niet. Ik dacht op een gegeven mo ment: ik moet één ding gaan doen, zingen. En daarom ben ik naar het conservatorium gestapt." „Ik ben op m'n vijftiende van huis weggelopen naar Amsterdam. Daar heb ik lek ker rondgekeken, zou je kun nen zeggen. Veel gekeken en geluisterd, lekker rondge- brast. Ik denk niet dat je rock and roll kunt zingen als je een serieus secretaresse-ty pe bent. Ik ben altijd al een buitenbeentje geweest". „Met de Gigantjes treed ik drie of vier keer in de week op. En we spelen altijd 'live'. Tegenwoordig gebruiken veel artiesten een bandrecor der. Dat woord alleen al klinkt mij als iets duivels in de oren. Dat is geen muziek maken, dat is niet optreden. Op die band staan altijd de zelfde nummers, dus je zingt elke avond dezelfde liedjes in precies dezelfde volgorde. Wij zijn altijd een groep ge weest die speelde om het ple zier en dat plezier draag je uit naar de mensen. En daar om hebben we altijd heel veel werk. Er is een chro nisch tekort aan groepen die met plezier optreden. Wij weten hoe we een publiek moeten vermaken, niet een half uurtje per avond, maar twee tot drie uur." „Eigenlijk maken wij muziek met een knipoog. Aan de ene kant is mijn uiterlijk een pa rodie, aan de andere kant is het bloedserieus bedoeld. Je Zangeres Mieke van „de Gigantjes" voelt nog even haar haar, hèt handelsmerk van de groep, nog goed zit. leeft in 1985 en dus is zo'n gevaarte op je hoofd sowieso al een parodie. Het is niet zo dat ik een beetje wazig in 1945 sta te staren. Toch heb ik intutief het gevoel dat die tijd bij mij past. De jurken die ik maak zijn in de sfeer van de 40er jaren en passen bij mij zoals ik anno 1986 ben. Ik ben niet het schoon heidsideaal voor '86, maar veel eerder voor '46. En daarom pas ik mijn kleding bij die tijd aan. Als ik een rij zige dame zou zijn, trok ik een prachtige smoking aan. Ik laat me niets aanpraten en daarmee bewijs je toch je per soonlijkheid. Die bewijs je niet door iets te kopiëren of je aan te passen aan de tijd. Mode vind ik het belachelijk ste wat er bestaat. Dat is iets voor mensen die niet beter weten, die niet zelf iets kun nen verzinnen". Integer „Het gekoketteer van sommi ge muzikanten met de we reldproblemen, daar heb ik een verschrikkelijke hekel ders om.' aan. Zeg maar gerust dat ik dat een walgelijke ontwikka, ling vind. Sinds dat Live-Ai|an gebeuren gaat iedereefc-y, opeens platen maken met afutej lerlei nobele bedoelingen. Zj)]yn kleden zich op een totaal aiht fr dere manier dan ze er nofc maal bij lopen. Want ja, jforez moet die nummers zo integ<W£ mogelijk laten liiken. Als ipe ti zo'n clip zie denk ik: ahbahr/e] daar heb je weer zo'n typfen En de hoeveelheid platen dhs-a de laatste tijd voor een goepef doel is gemaakt, nou, dat ksLeid, ik niet meer integer noemeipj z, Ik denk dat er heel wat aid h tiesten zijn die tot meerdeijyv eer en glorie van zichzelf tyosse ties voor Afrika ondernemeih dt Want als je je inspant vocVoor Afrika, kom je op de teevejier 4 Dat mensen in staat zijn eêyinn soort koraal te schrijven, eetleui soort zalvende muziek, djee/i tranen opwekt, ik ga dat du echt van over m'n nek", re d „Ik sta tenminste eerlijk <j het podium. Als de Gigantjffl^* spelen op een manifestatie tfJil- gen kernwapens, dan staa^ ze daar omdat ze tégen kenVer^ wapens zijn. En nergens ai nm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 12