oor Amerikanen geldt nog
steeds: niets is onmogelijk
kn
Altijd zorgen dat ze niet
idenken: wat jammer nou dat...
Paul Citroen:
van dadaïst
tot portrettist
iNA ïjCUNST
EckbcSoutcmt
7 Beurs van Amsterdam
MARKTEN
dagpuzzel
MAANDAG 30 DECEMBER 1985 PAGINA 13
Jn januari 1983 vertrok Marc de Ko-
ninck voor drie jaar naar de Vere
nigde Staten om daar als correspon
dent voor deze krant te werken. Nu
zijn termijn afloopt en hij terugkeert
naar Nederland, neemt „onze man in
Washington" in een serie van drie
artikelen afscheid van Amerika. Af
gelopen zaterdag prubliceerden wij
het eerste deel. Vandaag deel twee
over Amerika, dat nog steeds het
land is van de onbegrensde moge
lijkheden.
/X.
:HARLESTON Als we
Charleston naderen, aan
je Atlantische kust van
Juid-Carolina, wordt het
andschap heel exotisch.
Aan een machtig soort ei-
cebomen, die altijd groen
jlijven, hangt in uitbundi-
;e trossen het zogenaamde
lanse mos, een lucht-
j'lant die letterlijk van de
vind leeft. In punten
langt het spul aan de tun-
lel van takken boven het
igdek, zodat het is alsof
door een druipsteen-
•t rijden.
de punt van het schierei-
1 tussen de Ashley en de
ïtooper rivier ligt de twee en
I en halve eeuw oude stad
I Charleston, die niet voor niets
de parel van het Zuiden blijkt
e heten. De koloniale wonin-
jen zijn van een fonkelende
I choonheid. In de lommerrijke
traten houden ze gepaste af-
itand van elkaar en aan de
y staan ze zij aan zij
taar het water te staren.
,an de einder kunnen ze Fort
zien liggen, de vesting
ituurlijke havenmond,
1861 de eerste schoten
•ielen in de Amerikaanse bur-
roorlog. Veel residenties in
!harleston hebben drie veran-
boven elkaar, voor elke
'erdieping een. De „porch"
ïeet gewoonlijk de overdekte
litbouw van een Amerikaans
luis, maar hier zijn de galerij-
n zo royaal dat men ze „piaz-
a's" noemt. Vanuit de slaap
kamer stap je door openslaan
de deuren naar de bovenste pi
azza om er het ontbijt te genie
ten. Bijna altijd schijnt de zon.
De winter in Charleston duurt
gemiddeld vier tot vijf weken.
De opmerking dat de zomer in
Nederland in 1985 één dag
heeft geduurd, ontlokt hilari
teit aan het gezelschap in de
ontmoetingszaal van de oude
herberg.
Carter
Een van de gasten. Butch,
heeft jarenlang in Florida ge
woond. waar zijn ouders een
Cinda-boerderij hadden. Dat
rengt het gesprek op Ameri-
ka's beroemdste pindaboer, ex-
-president Jimmy Carter.
Butch trekt een vies gezicht.
„Ik heb ooit op hem gestemd,
maar ik heb zo'n verschrikke
lijke hekel aan die man gekre
gen, ik kan je niet vertellen
hoe ik van hem gruw". Miljoe
nen Amerikanen denken er
net zo over. Toen het Viet
nam-debacle en het Waterga-
te-schandaal het land van alle
trots en zelfvertouwen hadden
beroofd, werd Carter als toon
beeld van integriteit en men
selijk mededogen tot president
gekozen. Maar diens poging
om ten koste van verhoogde
belastingen naar Europees mo
del een sociale welzijnsstaat te
organiseren, was on-Ameri-
kaans. Met de verkiezing, vier
jaar later, van Ronald Reagan
was de vergissing weer her
steld. Butch en het overgrote
deel van zijn landgenoten
de VS zijn van
een
fonkelende
schoonheid. In
lommerrijke
straten
houden ze
gepaste
afstand van
elkaar.
wensen niet beschermd te
worden tegen het vrije spel
der economische krachten,
maar voelen zich erdoor uitge
daagd. „Als je hard werkt of
heel slim bent moet je schat
rijk kunnen worden. En wie
niet rijk wordt zal toch min
stens zelf voor een goed pensi
oen en voor de opleiding van
de kinderen moeten sparen. Ik
ben mens genoeg om zelf of
via mijn eigen kerk de gehan
dicapten te verzorgen. Ik ben
zelf voor mijn lot en dat van
mijn medemensen verant
woordelijk en ik draag die
verantwoordelijkheid niet af
aan een massa onbekende
ambtenaren". Regering, ga
van mijn rug af! Dat is het
sentiment dat we in drie jaren
Amerika van Californië tot
Massachusetts en van Arizona
tot Ohio overal altijd weer
hoorden. Dat is het gevoel dat
Ronald Reagan letterlijk zo
verwoordt. En dat is de ge-
dachtenwereld die Butch doet
gruwen bij de naam Jimmy
Carter.
Slaven
De volgende dag staan twee
voormalige plantages op het
programma. Middleton Place
is een waar paradijs aan de
Ashley River, met marmeren
beelden op de gazonnen, spie
gelende vijvers en romanti
sche tuinen vol geheime hoek
jes. Maar op de onafzienbare
rijstvelden aan de waterkant
ziet men met het minste in
beeldingsvermogen nog de ge
kromde rijen negerslaven en
de blanke meesterknechten
met hun zwepen. Het hoofdge
bouw is in 1865, aan het eind
van de burgeroorlog, in brand
gestoken door de zegevierende
yankees uit het Noorden. Bijna
alle steden en plantages in het
Zuiden zijn toen in de as ge
legd.
Die avond zou Walter in de
herberg, bij wijn en kaas, ver
tellen hoe vandaag in „Dixie
land" de afkeer tegen de over
winnaars nog dagelijks kan
worden gevoeld. „Een toerist
uit het Noorden noemen ze
hier een yankee. Als je uit het
Noorden afkomstig bent en
hier woont, zoals ik, dan ben je
een „damn yankee" (verdom
de yankee) en als je als noor
derling hier woont en met een
meisje uit het Zuiden bent ge
trouwd, ben je een God damn
yankee".
Het pinda-Zuiden kreeg buiten de VS bekendheid door ex-
president Jimmy Carter. In zijn woonplaats, Plains, is deze
lachende pinda een toeristische trekpleister. Maar de
meeste Amerikanen moeten niet veel meer van Carter hebben.
Wat voor de blanke Charlesto-
nians een ramp was, was voor
het leger zwarte slaven in 1865
een feest. Het Zuiden had zich
willen afscheiden teneinde de
slavernij te kunnen handha
ven. Maar de zege van presi
dent Lincoln en zijn noordelij
ke Union betekende onmid
dellijke vrijheid voor alle lijf
eigenen. In Charleston en om
geving vormden „veld- en
stadsslaven" de meerderheid
van de 12.000 inwoners. Alle
voorspoed, alle schoonheid en
alle elegantie van het blanke
leven in deze stad waren te
danken geweest aan het wrede
systeem der slavernij. Toen
dat onrecht was verdwenen
begon Charleston te verarmen
en verloor het zijn vooraan
staande positie in de rij van
Amerika's belangrijkste ste
den.
Nu, anno 1985, beleeft de stad
een nieuwe bloeitijd dankzij
met name de „yuppies", de
hoog opgeleide generatie derti
gers en veertigers met duurbe
taalde banen, die in de fraaiste
stukken binnenstad oude hui
zen kopen en renoveren. Yup
pies (young urban professio
nals) zijn bekeerde rebellen uit
de jaren zestig, die nu meestal
jurist of computerbolleboos
zijn en als zodanig de machi
nerie van de moderne Ameri
kaanse samenleving vormen.
Ze zijn trendgevoelig en ma
ken zich niet meer zo bezorgd
om het lot van de wereld,
maar letten des te meer op de
eigen lichamelijke gezondheid
en op een verfijnde levensstijl.
In trossen joggen ze 's avonds
tegen de magistrale zonsonder
gang langs de palmen, de no
tenbomen en de oleanders
over de boulevard van Char
leston.
Bekoring
Honderderden malen is het
ons in de loop der voorbije ja
ren gevraagd, gesmeekt bijna:
we weten wat voor slechte in
druk men in Europa van ons
heeft; vertel ze alsjeblief dat
we wel meevallen. En ze zijn
meegevallen. Vrijwel iedereen
die voor het eerst, met alle
scepsis van dien, de VS be
zoekt, heeft binnen enkele et
malen de bekoring van Ameri
ka te pakken: de vriendelijk
heid tot bij de kassa's van de
supermarkten, het veel veili
ger gevoel op straat, ook in
New York, en het idee van
ruimte.
Weinig Nederlanders konden
de afgelopen jaren, als gevolg
van de dure dollar, door de
Verenigde Staten reizen. Maar
wie wel dat voorrecht hadden,
het zalig gemak
men zich door dit
land kan verplaatsen. Na dui
zenden kilometers door de
Great Plains, over de Rocky
Mountains en door de woestijn
van het wilde westen is nog
steeds geen paspoort nodig en
geldt nog steeds dezelfde munt
en dezelfde taal. Van de mil
joen telefooncellen zijn er
hooguit drie vernield en in
welke uithoek van het land
dan ook wachten in de talloze
motels weer de eeuwig en
thousiaste herbergiers.
„Hi, so good to see you! Come
on in, make yourself comforta
ble". Is het plastic, is het ge
speeld? Nou, dan is het in elk
geval verdraaid goed gespeeld
en trouwens: duizend maal lie
ver ongemeende vrolijheid
dan oprecht sjagrijn. Uiteinde
lijk is alles business, maar
Amerika heeft al lang geleden
met zichzelf afgesproken, dat
blijmoedigheid de meest doel
treffende vorm van zakelijk
heid is. Wie nors is vliegt er
uit!
's Avonds, in onze inn in
Charleston, gaan de gesprek
ken over ieders geboorte
grond. Butch bezingt de zoele
nachten van Florida, Jay de
duizend koele meren van Min
nesota en Walter de brede
stranden van Long Island.
Grandma en de church duiken
het vaakst in de hoofdrollen
op.
Volbloed Amerikanen zijn ze,
de computeringenieur, de ar
chitect en de innkeeper. Con
servatief, religieus, agrarisch
en verschrikkelijk aardig. Op
dat solide platform is hun land
rijk en machtig geworden en
stijgt die avond de zoveelste
space-shuttle op naar het heel
al. Niets is onbereikbaar. The
sky is the limit.
MARC DE KONINCK
Foto "s PaulHuf in Gemeentemuseum
gu
pun
hoo,
OV AMSTERDAM „Voor
hikkende een ben ik portretfoto-
feraaf, voor de ander foto
graaf van reclameplaten
uleuifcn voor weer anderen
u landschapsfotograafEn
D^Jjlan ben ik ook nog fil
acer". Hij is dat al jaren,
I Paul Huf, die binnenkort
rd oof62 jaar wordt en niet beter
aang< weet dan dat hij sinds ei
gen heugenis meer op
dachten krijgt dan hij
aankan. Door zijn portret
ten heeft Huf de meeste
bekendheid gekregen, in
iden^e*nere kring worden
Turl?yn landschappen ge-
■cel rwoemd, die het karakter
Afhebben van stillevens.
Den mooi voorbeeld daarvan
hangt te kijk in het Gemeente
museum, zijn visie op het
schildersdorp Barbizon en om
geving. De foto's van Huf be
geleiden de tentoonstelling
Zyi Van werken van schilders uit
de School van Barbizon, die
-duurt tot en met 23 februari.
ngt
top
Er is iets opvallends
foto's en niet alleen door de
perfecte composities. Deze fo-
Jo's stralen sfeer uit, echte
naafFranse sfeer
kleuren, een beetje doezelig.
Ze doen denken aan aquarel
len, maar dat zijn ze niet en
•tihet zijn ook geen gewone fo-
achtoko's. Er is iets mee, maar wat.
üPaül Huf wil het wel uitleg-
iar bégen. zoals hij bereid is alles uit
'o the Ie leggen als men hem
mas? vraagt. Hij lijkt geen geheimen
100.0(1 He kennen, zich ervan bewust
vei dat zijn naam gevestigd
kaan; aijn werkwijze misschien
total uniek kan worden genoemd.
>oekeji:
Aid
als ie een foto van iemand
maakt, moet je al die aandacht
geven. En dan maak ik twaalf
opnamen; ik maak er altijd
twaalf, zoveel opnamen zitten
nu eenmaal op dat rolletje.
Misschien is de eerste opname
de beste, daarop heb je je het
meest geconcentreerd. Toch
kan het zijn, dat alle elf vol
gende opnamen bijna precies
dezelfde zijn en toch nét een
beetje anders. Dan wordt het
mogelijk, dat een andere opna
me dan de eerste de beste is
geworden, door dat heel klein
beetje verschil".
Amateur
En dan komt ook het verschil
tussen een vakman en een
goede amateur naar voren.
Huf: „Iemand kan een foto
maken van een juffrouw aan
het strand, die een badhand
doek omslaat en in een zwaai
van het hoofd de fotograaf
aankijkt. Met lachende, ondeu
gende ogen, loshangend haar.
Die fotograaf maakt misschien
de foto van z'n leven en als ze
later de foto bekijken, weet de
fotograaf dat hij precies op het
juiste moment heeft afgedrukt.
En hij zal bevestigen dat zijn
intuïtie voor hem heeft ge
werkt en hij zo'n foto nooit
meer zal kunnen maken.
Hij niet, ik wel en dat is m'n
vak. Ik weet wat ik wil en wat
mogelijk is en ik kan mijn on
derwerp laten doen precies
wat ik wil, omdat ik me voort
durend bewust ben van het
eindprodukt. En omdat ik
weet wat mijn model, de gefo
tografeerde uiteindelijk zal
willen, komen we er samen, ik
krijg altijd volledige medewer
king. Iemand die voor mij po
seert, zal ik niet geforceerd la
ten lachen, in tegendeel, ik
laat ze, wat ik noem, leeg kij
ken. Je kunt geen portret op
de piano zetten van iemand
die je voortdurend lachend
aankijkt; dat gaat na een poos
je onherroepelijk vervelen.
Die lach of die glimlach van
toen, slaat na een tijdje ner
gens op en irriteert. Iemand
die leeg kijkt, niet meer uit
straalt dan zichzelf, niet aan
een gebeurtenis of tijd gebon
den, dat zijn portretten van
Huf. Maar er komt nog veel
meer bij kijken. Als ik een ge
legenheidsprinses moet foto
graferen, zie ik daar tevoren
ook de kleding bij, zelfs de
schoenen voor die gelegen
heid. Dan ga ik daarnaar op
zoek en moet ik ze vinden.
Gemak
Voorop staat ook, dat degeen
die op de foto gaat, zich op zijn
gemak moet voelen, zich niet
meer bewust is van de camera.
Paul Huf: „Ik denk dat een
schaakcomputertje in m'n
hoofd veel voor me regelt; niet
alleen de belichtingstijden, di
afragma, opnamehoek en het
gebruik van licht. Binnen een
paar minuten moet ik weten
wie die ander is, die op de foto
gaat, wat z'n zwakke punten
zijn en wat z'n sterke. Ik moet
zien waar een ontsierende
pukkel zit. Ik praat en praat,
tot alle aandacht van het mo
del van de camera is afgeleid.
Dan pas kan ik de opnamen
maken".
De foto's bij de Barbizon-ten
toonstelling hebben hun afwij
kende karakter te danken aan
Michel Fresson in Parijs, die
de opnamen afwerkt volgens
de quadrichrome-techniek.
Hoe die techniek inelkaar zit,
is alleen de generatie Fresson
bekend, waarvan Michel de
derde is. De afdruk is in elk
geval opgebouwd uit vier
kleuren-pigment, laag voor
laag, zoals een batikwerk ont
staat.
Huf: „Daardoor krijg je dat
echte van de afbeelding, de
warmte van de kleuren. Ove
rigens in tegenstelling tot de
cibachrome-techniek met be
houd van volledige scherpte.
Waarmee je een wat kunstma
tig effect krijgt, veel harder;
de kleuren ervan, met alle
scherpte, schreeuwen je toe.
Elke techniek heeft z'n eigen
kenmerken, waar ik gebruik
van maak, als het onderwerp
daarom vraagt". t
Boxje
De vergelijking met de violist
Herman Krebbers, die uit een
slecht instrument nog iets aan
genaams haalt, spreekt Huf
wel aan. „O ja, geef me maar
een Agfa Clack en ik maak
mooie foto's. Ik heb altijd be
weerd dat het niet in de came
ra zit, maar in de man daar
achter. Alleen zal ik me wel
bewust blijven van de beper
kingen van een eenvoudig
boxje. Sommige opnamen kun
je er niet mee maken en die
maak ik dan ook niet. Ik
maak, wat het boxje technisch
aankan; alleen op een mooie
dag onder gunstige omstandig
heden. Ja hoor, dat kan best".
Er gaat veel vakkennis schuil
achter het onooglijke deurtje
in de onooglijke voorpui aan
de Hazenstraat in Amsterdam-
Centrum, waar Paul Huf zijn
studio heeft én zijn telefoon.
V^einig' poespas. Huf: „Dat be-
Paul Huf, vakwerk In een achteraf pandje.
grijpen ze nooit. Het begint er
mee, dat iemand die me opbelt
me vaak meteen aan de tele
foon krijgt. Meneer Paul Huf
zélf toch niet? Jawel, meneer
Paul Huf zélf. Goed, tot hun
verbazing blijkt dit mogelijk.
En dan komen ze na afspraak.
In een pand dat in tegen
spraak is met m'n naam. Jee
meneer Huf, ik dacht dat u in
een groot atelier... En dan ko
men ze in dit achterafpandje.
Pas in de studio beginnen ze
er iets van te begrijpen, maar
nog niet alles. Ze verwachten
bedienden en veel meer lam
pen en een heleboel opsmuk.
Maar niks
Er was eens een man uit de
Jordaan die zich verdienstelijk
had gemaakt en bij mij op de
foto mocht. Je had hem moe
ten zien. Huf Huf, dat had ik
van jou niet gedocht, dat is
maar niks, m'n jong. Later zag
hij de foto's en klaarde hij op.
Tjee m'n Huf, nou ken ik je
weer..."
Op een paar passen afstand
staat een koffiehuis met de
wervende tekst op een groot
bord: „Wegens enorm succes
vandaag wéér verse koffie".
Iets daarvan doet aan Huf
denken. Alsof hij in de Am
sterdamse Jordaan een foto
huis drijft met het reclame-
bordje: „Wegens enorm succes
vandaag wéér een goede foto".
Want zelfs na lang en diep na
denken moet Paul Huf beken
nen: „Nee. Ik heb nog nooit
iets echt stoms gedaan, in de
groote van die raket die werd
gelanceerd met een kostbare
camera, waarvan ze vergeten
waren het lensdopje af te ne
men. Die lancering was dus
helemaal voor nop. Nou goed,
dit dan". Huf toont een foto
boek met twee vrouwenge
zichten op één foto. De foto
graaf: „Kijk, dat kun je zien:
ik heb het het negatief maar
half doorgespoeld, waardoor
twee opnamen overelkaar
heen kwamen. Maar je ziet
ook, dat ik er tóch wat aardigs
van heb gemaakt".
hoofdfondsen
Nat.Nederi. 87.10 68.7C
N.M.B. 230.00 233.0C
NedlloydGr. 206.20 208.0<
Paul Citroen, geboren in
1896 te Berlijn, groeide op
in een metropool van de
vooroorlogse internationa
le avantgarde. Als student
aan een Berlijnse kunsta
cademie kwam hij in con
tact met kunstenaars die
elkaar regelmatig in het
Café des Westens troffen.
Hij ontmoette er o.a.
George Grosz, John He-
artfield, Raoul Hausmann
ern Erwin Blumenfeld,
kunstenaars die hevig te
keer gingen tegen alles
wat burgerlijk was. Toen
deze kunstenaars in 1917
deel uit gingen maken
van de Dadabeweging,
werd onmiddellijk duide
lijk dat het karakter van
de Berlijnse Dada grimmi
ger en politieker was dan
die van Zéirich.
Dada, ontstaan uit verzet te
gen alles wat in het verleden
was opgebouwd aan normen,
waarden en kunst, liet de ont
luistering van een cultuur zien
die zichzelf door oorlog aan
het vernietigen was. Dada
ging de geschiedenis in als
anti-kunstbeweging. Vanaf
1916, met als voorloper Marcel
Duchamp, werd de vocabulai
re van de beeldende kunst uit
gebreid met gevonden voor
werpen, afval, rommel, indus
triële gebruiksobjekten. Alles
kon de dadaïst hanteren om
vorm te geven aan zijn woede
en teleurstelling.
Toeval
Wat was de rol van Paul Ci
troen in Dada? In het boek
„Holland Dada"van K. Schip
pers uit 1974 wordt door Paul
Citroen aangegeven dat zijn
betrokkenheid voornamelijk
berustte op een geografische
toevalligheid: „Ik zat in Ber
lijn en deed gewoon mee"
Wanneer hij zich dan ook in
1927 definitief in Nederland
vestigt, verdwijnt het laatste
spoor Dada uit zijn werk en
richt hij zijn aandacht op een
bij uitstek burgerlijk genre:
het portret.
Bij een bezoek aan de grote
tentoonstelling van Citroen in
Pulchri Studio zijn er onder de
166 schilderijen, tekeningen en
etsen slechts twee werken te
vinden die herinneren aan zijn
dadaïstische periode. Een
klein etsje met de titel „men
sen in café" uit 1921, dat oor
spronkelijk een gezamenlijk
werkstuk van Erwin Blumen
feld, Walter Mehring en Paul
Citroen was, laat de kunste
naars in het Café des Westens
Metropolis
Een ander werk, dat
Citroen een plaats in de kunst
geschiedenis veroverde, is de
grote fotomontage „Metropo
lis" uit 1923.
Op de tentoonstelling in Pulc
hri is dit fameuze werkstuk
slechts in de vorm van een
foto vertegnwoordigd. Niette
min is het principe van de fo
tocollage of „Klebebilder" zo-
als Citroen dit noemde, duide
lijk. Door het overelkaar en
naastelkaar plakken van foto's
van gebouwen en straten uit
diverse wereldsteden, wordt
de dynamiek van de moderne
wereldstad zichtbaar. Dadaïs
ten gebruikten deze techniek
om het ware gezicht van bij
voorbeeld politiek en oorlog te
laten zien en daardoor werd
het een cynische kunstvorm.
Citroen: „Het cynisme van de
Dadaïsten was toch niet voor
mij. Maar als een maker van
„Klebebilder" zal ik wel altijd
bij hen horen". Paul Citroen
was een gematigd mens en dat
blijkt goed uit de expositie in
Den Haag. Zijn visie was wei
nig revolutionair, maar hij
verstond het métier uitste
kend.
Als leraar geroemd en gepre
zen, omdat hij in 1933 de
kunst-pedagogische methodes
van het Bauhaus in Nederland
introduceerde en tot 1937 de
leider van de Nieuwe Kunst
school in Amsterdam werd.
Van 1935 tot 1960 was hij do
cent aan de Koninklijke Aca
demie in Den Haag en een van
zijn vele studenten was Her
man Berserik.
„Ik herinner mij van de drie
maanden dat ik les van hem
had de „gedichtjes in toon" die
we moesten maken. Toonlad
ders van wit naar zwart in zo
veel mogelijk grijzen. Hetzij
met een pen via structuren of
het houtskool, hetzij met Sibe
risch krijt of conté via tonen;
de oefeningen met bepaalde
penlijnen, het gebruik van
licht en schaduw", aldus Ber
serik in de folder bij de ten
toonstelling.
De een boeiender geschilderd
dan de ander, de een expres
siever en gedurfder dan de an
der, maar ze zijn allemaal vak
kundig neergezet. Zijn teke
ningen met siberisch krijt die
in de kopzaal hangen zijn inte
ressanter. Door de direcktheid
van de lijnen doen deze teke
ningen aanspraak op de emo
tionaliteit van de kijker. De
landschapjes in de vierkante
zaal zijn daarentegen behoor
lijk saai en scharen zich volle
dig in de Pulchriaanse traditie.
De tentoonstelling is tot 19 ja
nuari in Pulchri Studio te zien
en gaat daarna naar Zwolle,
Sittard en Amersfoort.
INGRID VAN SANTEN
Pulchri Studio, Lange Voorhout 15,
„Paul Citroen 1896-1983. Een keuze
uit zijn werk", tot 19 januari. Dins
dag t/m zaterdag 11-17 uur, zondag
13-17 uur. Nieuwjaarsdag gesloten.
Er is een (older voor ƒ2.50 te ver
krijgen.
LEIDEN Noteringen groente
fruitveiling, maandag 30 december:
andijvie: 3.35-4.30;
56-1.33; paksoi: 1.75;
EIERVEILING EIVEBA BV BARNE-
VELD (30-12) - Aanvoer 2.953.800
stuks, stemming redelijk. Prijzen in
Horizontaal: 1 knaagdier; 8 voorzet
sel; 9 telwoord; 10 muzieknoot; 11
ogenblik; 13 warm zeepwater; 14 var
een of andere soort; 15 boom; 16 vrij
gevig; 20 veerkrachtig steunweefsel;
23 muzieknoot; 24 beweging met de
tong over iets; 25 eminentie (afk.); 26
hoofddeksel; 28 muzieknoot; 29
Verticaal: 1 zuivelprodukt; 2 slot
gebeden; 3 dieregeluid;
muit; 12 voorwerp c
iengesteld; 21
soonlijk v
OPLOSSING
■ez LZ 'U 92 :s-»3 22 teiuoy iz :|e>t
-ua 61 iJawe 81 :iesxo a jameis ei
Iieeiuii zi l ;e°ie 9 'ua g UaAeo
fr :aq e z :J9ioq i qeeoqjaA
•|9Ö
-ojjaai 62 :ej 82 :zej 9z "013 se :xn *2
:|os zz :ueeq>teejx 02 :in6 91 '.xie si
:i9|ja6|ua n "dos ei :iai u :ei 01 :uee
6 :iuo 8 Ue-iaoqiueq 1 qeeiuozijon
GRATIS ELKE WOENSDAG DE