KERSTMIS
Leren leven met ontruimingen
„Raketten
komen er;
Maar het is
geen feest"
■foicUe Qowtunt'
r>
urgemeester J.M. de Leeuw: „De
kruisraketten komen dus definitief naar
onze gemeente. De regering heeft een beslissing genomen
waardoor Woensdrecht heel Nederland over zich heen heeft
gekregen. Ik neem het Den Haag niet kwalijk. Nee, onze
gemeentesecretaris heeft z'n salarisverhoging in verband met de
verhoogde werkdruk niet gekregen. Hij trok z'n aanvraag
daarvoor in, toen bleek dat de raad dan alle gemeentesalarissen
onder de loep wilde laten nemen. En ikzelf, tja ik werk ook
harder, maar ga er geenszins onder gebukt".
„De ontruimingen
weg zijn".
kampen blijven dus doorgaan. Net zolang tot ze
Mr. de Leeuw (53) is tegenwoordig bur
gervader van een wel zeer belangrijke ge
meente in Nederland. Woensdrecht, een
bescheiden gemeente in West-Brabant,
heeft aan het eind van het voorbije jaar
de zekerheid gekregen dat uitgerekend
daar de 48 Nederlandse kruisraketten
zullen komen. Burgemeester De Leeuw:
„Het zij zo. 't Is geen feest. Ik accepteer
dat, net als regen of sneeuw. Je kunt te
gen die beslissing te hoop lopen, je kunt
een referendum houden, maar dat helpt
niks. En die actievoerders die we nog in
hutjes binnen onze gemeente hebben? In
m'n hart heb ik best bewondering voor
ze. Maar tegelijkertijd denk ik: zouden
die hun idealisme niet in iets anders
kunnen investeren, waar het iets uit
haalt? Het wekt alleen maar ergernis
op".
Woensdrecht is in de laatste drie van de
achttien jaren burgemeesterschap van
De Leeuw sterk veranderd. En dat is dan
ook precies de reden waarom de burge
meester extra blij is met zijn herbenoe
ming voor zes jaar. „Ik vind dat mijn
ambt er alleen maar interessanter op is
geworden, moeilijker ook. Het tegengaan
van verstoringen van de openbare orde
vergt veel van gemeente, politie en basis.
Deze plaats is een zeer levendig bedrijf
geworden, zeker de laatste jaren. De
kruisraketten hebben hier veel losge
maakt".
Wat gaat er om in de man die de rege
ringsbeslissing in zijn eigen gemeente
mag opknappen? Had hij niet liever de
plaats vaarwel gezegd nu er van bovenaf
zoveel onheil over wordt uitgestort?
„Het gaat niet meer om de vraag of de
gemeenteraad van Woensdrecht voor of
tegen de kruisvluchtwapens is. Dat
maakt de regering uit. En zo moet het
zijn. Nationale belangen moeten natio
naal geregeld worden, of wij het nou
leuk vinden of niet. Anders is dit land
niet meer te besturen. Dan zijn we de
eenheid in de Staat der Nederlanden
kwijt. De raad heeft gezegd: we hebben
het liever niet. Maar als ze er toch ko
men, dan moeten we er maar het beste
van maken. De mensen in de rest van
Nederland moeten niet denken dat ze nu
in Woensdrecht helemaal „om" zijn. Zo
is het niet. We willen de nadelen van de
komst van die wapens voor onze ge
meente zo klein mogelijk houden en in
de rijksoverheid",
Eenstemmig
In november heeft de raad van het
Westbrabantse plaatsje voor het eerst
sinds tweeëneenhalf jaar een eenstem
mig besluit genomen. Men besliste de
mogelijkheid van overleg en dialoog met
de regering open te houden door de mi
nister te vragen het college van Gedepu
teerde Staten van Noord-Brabant als tus
senpersoon te gebruiken. Minister Win-
semius had gedreigd de raad buitenspel
te zetten door alle nodige planologische
maatregelen dwingend op te leggen.
Dat begin deze maand de raad met een
kleinere meerderheid besloot alsnog
maar mee te werken aan de planologi
sche maatregelen voor de plaatsing
kwam De Leeuw aardig uit, maar het
unanieme, eerder genomen besluit was
voor hem toch het begin van de victorie.
„Ik ben blij dat bij dat raadsbesluit weer
een beetje de eenheid in de gemeente bo
ven kwam drijven".
Diezelfde raad nam in september 1983
nog met grote meerderheid een motie
aan die het college gebood elke mede
werking aan de plaatsing van kruis
vluchtwapens tot nader order te staken.
Dat actieve verzet heeft dus op de val
reep van 1985 plaats gemaakt voor een
passieve houding. „De raad zal zich niet
verzetten tegen aanwijzingen van gede
puteerde staten die de weg voor de
komst van de raketten vrijmaken", al
dus De Leeuw. „Dat wil niet zonder
meer zeggen dat de rust nu is weerge
keerd, we krijgen immers nog verkiezin
gen in maart. Maar dat de voltallige raad
achter één voorstel is gaan staan, dat
geeft de burger wel weer moed".
Er is ook niet meer zoveel te besluiten
voor de raad van Woensdrecht. Hoog
stens zijn er details op planologisch ge
bied waarin de Woensdrechters nog in
spraak willen hebben. „De nutsvoorzie
ning, de wegenaanpassing, voor details
als deze heeft men onze medewerking
nog nodig. Maar erg veel principiële te
genstand zal vanuit deze gemeente niet
meer komen", denkt De Leeuw.
Voor de komst van de raketten wordt
het fraaiste gedeelte van de basis, nu nog
in gebruik als zweefvliegterrein, hele
maal volgebouwd. Daar komen onder
grondse betonnen shelters, waarin de
twaalf lanceer- en zes commandovoer
tuigen hun plaats krijgen. Het ziet er dan
uit als een rijtje levensgrote molshopen
met driedubbele omheiningen, bewaakt
door zwaarbewapende Amerikaanse mi
litairen. De belangrijkste veranderingen
in het landschap worden gevormd door
de hoge uitkijktorens. „Landschappelijk
gezien wordt het er hier niet mooier op",
vreest De Leeuw.
Zal Woensdrecht over twintig jaar on
herkenbaar veranderd zijn? Op de basis
zelf komen enige honderden Amerika
nen te wonen. „Die zullen het straat
beeld mede bepalen. Ze vallen op. Ze
zullen winkels bezoeken, zij het dat ook
op de basis zelf voorzieningen worden
getroffen. Ze zullen in cafés komen, wat
problemen kan geven. Het ligt voor de
hand om daar nu al aan te denken.
Woensdrecht krijgt een zeer beperkte
taak om woningen te bouwen voor Ame
rikaanse gezinnen. De steden in de na
bije omgeving zullen wat dat betreft een
grotere rol spelen. Dus of het leven in
Woensdrecht sterk zal veranderen? Ik
betwijfel het".
Zestig procent
Uit een enquête onder de bevolking van
Woensdrecht is gebleken dat zestig pro
cent geen voorstander van de komst van
de raketten is. Een probleem voor een
burgemeester? „Handtekeningenacties
vanuit de plaatselijke bevolking hebben
we niet gekend. Volgens mij hebben de
meeste inwoners wel een standpunt,
maar ze gaan er niet voor op de barrica
des. Het verzet is afkomstig van de men
sen in de kampjes, die zéér stellig geen
onderdeel uitmaken van onze bevolking.
Dat zijn geheel vreemde elementen. Ze
worden geacht er niet te zijn en ze be
staan voor mij dan ook officieel niet. Ik
ben er natuurlijk wel eens langsgereden
met een paar mensen uit Den Haag.
Maar wat heeft contact met die actie
voerders eigenlijk voor zin? Er is met
die mensen in feite niet echt te praten.
Ze hebben een bepaalde gedachte. Daar
kom je niet in, we komen volgens mij
ook nooit echt tot elkaar. Ik accepteer
hun uitgangspunten en waardeer hun
idealisme. Maar ze bevinden zich op een
doodlopende weg. Idealisme is mooi,
maar de actievoerders schatten de moge
lijkheden van de realiteit veel hoger in
dan ik. Die kampen die actievoerders in
mijn gemeente instandhouden hebben
totaal geen invloed en worden door de
overgrote meerderheid van de bevolking
betreurd. Ik denk dat ze zich helemaal
voor niks druk maken. Maar het is nu
eenmaal hun geaardheid".
De actievoerders zijn met zeer weinigen.
Heeft het ook in hartje winter nog zin
om meermalen per week hun onderko
mens af te breken? „We hebben slechte
ervaringen met een door ons toegelaten
vredesactiekamp. De voorwaarden die
we stelden zijn door de actievoerders
weggehoond. Er mocht niet gegraven
worden en er zijn ondanks ons verbod
grote bouwsels neergezet. Er is met deze
mensen geen afspraak te maken. Dit ge
beurt ons geen tweede keer. De ontrui
mingen van kampen blijven dus door
gaan. Net zolang tot ze weg zijn. De ac
tievoerders zoeken het conflict toch ze
ker zelf op?".
ARJEN VAN DER SAR
N
beslissing worden genomen. Nederland viel
massaal over het kleine plaatsje met krap
tienduizend inwoners heen, zoals het er
eigenlijk sinds minister De Ruiter op 28
juni 1983 de Woensdrechtbrief schreef al
niet meer rustig is geweest. De uitslag van
het kabinetsberaad is duidelijk. Tegelijk
staat vast dat Woensdrecht Woensdrecht
niet meer is, beaamt ook burgemeester De
Leeuw. Het zal ook nooit meer echt de oude
plattelandsgemeente worden, noch
economisch wel varen bij alle aandacht die
er de laatste driejaar voor het plaatsje is
geweest.
Is nu de rust weergekeerd? „Wij zijn niet de
laatsten, maar de eersten der Mohikanen",
zeggen de hoogstens tien actievoerders, die
zich in de sneeuw warmen bij het
kampvuur voor hun hutjes aan de rand van
de basis. Door de zeer frequente
ontruimingen van hun bouwvallige
onderkomens hebben ze een groot tekort
aan warme kleren, plastic, stokken en
stookhout. „De actievoerders bestaan voor
mij officieel niet", zegt burgemeester De
Leeuw, comfortabel zittend in zijn
burgemeesterszetel aan de Raadhuisstraat
in Hoogerheide.
ZATERDAG 21 DECEMBER 1985
Geen beeld uit de hongerwinter, t.
t bij de basis in Woensdrecht bivakkerende actievoerders. Wel honger e
r dus en ook wel meelijwekkend. Maar ze hebben er zelf voor gekozen.
WOENSDRECHT - „Op de dag.van het
kabinetsbesluit in november stond er
nan aan onze bakfiets 1e morrelen.
Ik erheen, vragen wal dit te betekenen
had. Blijkt 't een sja^eraar te zijn. Zegt
die man: Nu Lubber^heeft besloten dat
die dingen er komefff vertrekken jullie
natuurlijk uit Woensdrecht. Die bakfiets
wil ik wel kopen. D'r zit nog wat oud ij-
Hilariteit in Woensdrecht om een anek
dote van een van de laatste bewoners
van de actiekampen. In de kleine neder
zettingen (eigenlijk een te groot woord)
die vorig jaar zomer nog honderden in
woners telden, woont nu niet meer dan
een handjevol actievoerders. Volhou
ders, zeker nu de winter een feit is.
Sneeuw, regen en wind vereisen een ex
tra dosis gedrevenheid, of desgewenst
„donquichotterie", waarop de sjacheraar
van de bakfiets ook niet had gerekend.
Waarom zijn er nog steeds actievoerders
bij Woensdrecht? Die kruisraketten, die
komen er toch? „Ze zijn er nog niet",
constateert actievoerder Karei, die zijn
onderkomen heeft in een bunker bij de
basis. „Ze zijn nog niet klaar met ons.
We kunnen ervoor zorgen dat het bou
wen van de installaties flinke vertraging
oploopt. Zo kunnen we op allerlei ma
nieren de voorbereidingen voor de
komst van die dingen dwarsbomen. Sa
boteren desnoods, met suiker bijvoor
beeld. Door een paar pakken suiker in
het nog natte beton te gooien bereik je al
veel. Na verloop van tijd brokkelt het
beton vanzelf af. Daar hebben we geen
omkijken meer naar". Karei, van oor
sprong Nijmegenaar, glimlacht van on
der zijn hanekam. Het handenwringen
doet hij vanwege de kou, maar het had
net zo goed om de spannende sabotage-
vooruitzichten kunnen zijn.
Het overleven van de winter is het be
langrijkste doel. Van actievoeren komt
niet zoveel meer. Zelfs op 1 november,
toen de actiekampen grote belangstelling
kregen van het publiek, bleef het rustig.
„Iedereen komt wel vragen of er nog ac
tie komt, maar als niemand iets onder
neemt, gebeurt er natuurlijk niks", aldus
Karei. Trouwens, hoe meer actievoer
ders er in Woensdrecht zijn, hoe alerter
de politie is".
Nu wordt er slechts op elke eerste maan
dag van de maand om twaalf uur, als de
BB-sirenes klinken, een zogeheten „val-
dood-actie" gehouden bij de hoofdpoort
van de basis.
Wie niet weet dat de actievoerders hier
uit eigen beweging zitten, zou spreken
van een mensonterende leefsituatie. Het
kost heel wat moeite warm te blijven.
De mensen kleden zich met alles wat
maar enigszins warm houdt, tot ouder
wetse lange onderbroeken toe. De spaar
zame momenten waarop de door sneeuw
en regen natgeworden kleren wat kun
nen worden gedroogd, vormen de bezoe
ken aan winkels en vooral het huis van
de Stichting Atoomvrijstaat in de Dorps
straat in Woensdrecht. Daar woont
Niek. Het „Atoomvrijhuis" is gekocht
van het geld dat actievoerders door het
kopen van obligaties bijeen hebben ge
bracht. Bij hun vriend Niek zitten ze
De enige plaats waar de „kampbewoners" af en toe kunnen bijkomen van de kou i
Atoomvrijhuis in Woensdrecht dat gekocht is met geld dat door actievoerders via
kopen van obligaties bijeen is gebracht.
Ontruimingen
Het contact met de politie blijkt voorna
melijk te bestaan bij de ontruimingen.
„Bij het Oerlevak hebben we het een tijd
lang meermalen per week gehad", zegt
Mark, die met zijn vriend Koen (beiden
uit Tilburg) een onderkomen heeft op
het stuk land dat ooit van een meneer
Oerlemans is geweest. Rond de basis be
vinden zich nog twee andere kampen,
waarvan er een altijd dienst heeft gedaan
als vrouwenkamp. Het aantal bewoners
in de vrouwenkolonie is drie, wat het to
taal van de actievoerders op niet meer
dan tien brengt. Het aantal wisselt sterk.
De weekeinden trekken nieuwe idealis
ten, die op zondagavond weer in de auto
stappen, op weg naar de bewoonde, be
schaafde wereld.
Die ontruimingen vinden plaats op
grond van de algemene politieverorde
ning, die bepaalt dat alles in beslag mag
worden genomen waarmee mogelijk een
onderkomen kan worden gebouwd. De
Rijkspolitie in Woensdrecht maakt grif
gebruik van de onlangs nog verscherpte
APV-bepalingen. De talrijke berichten
uit de kranten van 1985 kenden koppen
als „Vredeskamp ontruimd", „Activis
ten opgepakt", „Actiekampjes afgebro
ken" en nog tal van andere variaties op
een thema.
„We zijn te lang tolerant geweest. We le
ven in een gereglementeerde samenle
ving", vindt commandant Ketellapper
van de Rijkspolitie. Zijn woorden zijn in
daden vertaald in een verscherpt ontrui-
mingsbeleid. Zo kon onlangs de hon
derdste ontruiming worden genoteerd.
De ontruimingen, zo langzamerhand
routine voor politie èn actievoerders,
verlopen lang niet altijd zo dramatisch
als een buitenstaander zou verwachten.
„Sommige agenten vergeten bewust wel
eens wat", licht Oerlevakbewoner Koen
toe. „En soms, als ze wat vroeger in de
morgen komen en we liggen nog in de
slaapzak, bedenken ze zich. 't Is wel wat
vroeg, zeggen ze, we komen wel terug als
de koffie klaar staat", citeert Koen.
Consequentie van een en ander is, dat er
onder de actievoerders een groot tekort
is aan bouwmateriaal. Inmiddels komen
er in het hele land acties op gang onder
het motto „Help de kampjes in Woens
drecht de winter door". Een actieplak
kaat in Tilburg: „Als de handtekeningen
zijn opgeslagen, de massademonstraties
opgelost en het parlement tot plaatsing
heeft besloten, dient het uit te zijn met
het protesteren. Nederland moet in de
pas en daar horen geen kampjes bij. Be
denk, dat wanneer 't de overheid lukt dit
protest tegen de nucleaire waanzin te
breken, er meer verloren gaat dan stok
ken en plastic alleen. Wat kunnen wij
doen? Zorg dragen voor materiaal, opdat
de kampjes kunnen doorgaan. Nodig is:
dekens, slaapzakken, brandhout, olie
lampjes, plastic (minimaal 0,6 mm dik)
jerrycans, bestek, warme en waterdichte
kleding, houdbare etenswaren".
Ontruimingen, daar hebben de francisca
nen in Woensdrecht geen last van. Die
hebben toestemming van de gemeente
tot de jaarwisseling in een caravan aan
de rand van de basis te blijven wonen.
Men is doende met het geld van een in
zamelingsactie een huis te kopen, om
van daaruit enigszins comfortabeler ac
tie te voeren. Zo wordt er twee maal per
dag een stille tocht en een wake gehou
den bij de basis, soms met vier of vijf
medestanders en in de weekends met
tientallen.
„De kou is soms niet te harden", zegt
Karei, terwijl de in het Atoomvrijhuis
samengestroomde kampeerders zich zor
gen maken over de berichten van nade
rende nieuwe sneeuwbuien. „De enige
manier om warm te blijven is te zorgen
voor een goed kampvuur. En door af en
toe voor wat lichaamsbeweging te zor
gen". Bedoeld wordt het knipwerk aan
het hek van de basis, een liefhebberij die
bij tijd en wijle door de actievoerders
wordt beoefend.
„Op naar het bos", zegt Karei. Er klinkt
een begrijpelijke spijt in zijn stem als hij
de behaaglijke warmte van het huis
moet verlaten. Truien gaan aan, een le
ren jack er overheen, en daarover nog
een zware legeijas bivakmuts over
het hoofd, de inmiddels gedroogde
handschoenen aan. De sjaal is nog nat,
maar het moet zo maar.
„Als ik af en toe niet de warmte voel, ga
ik kapot. Ik ben weer een beetje bijgeko
men, nu gaat het wel weer. Zeker als ik
over een half uur in het bos m'n maag
weer heb gevuld. We eten schorseneren,
'k Ben benieuwd". Het „onderkomen"
van Karei ziet er nog erger uit dan ver
wacht. Een koude betonnen bunker, af
gedekt met plastic en allerlei ander ma
teriaal dat de gure winterwind een beetje
kan tegenhouden. Zonder water en zon
der gas of elektriciteit houden Karei en
de zijnen zich in leven door het kamp
vuur hoog op te stoken.
Hout is van levensbelang en wordt door
Karei en de zijnen dan ook gekoesterd
als ware het'goud. Als ze boodschappen
gaan doen in het toch al niet zo gastvrije
Woétisdrecht, wordt de brandstof stee
vast verstopt.
„We' hebben hier met opzet niet zoveel
spifllenV, zegt Karei. „Die ben je met de
eerstvolgende ontruiming weer kwijt".
ARJEN VAN DER SAR