De donkere zijde van het kerstverhaal Ccidóc Qowuvnt' De kerstpreek van Allan Boesak (Mattheüs 2,13 tot en met 18) „Geliefde broeders en zusters. Het is een verschrikkelijke gebeurtenis, maar niettemin on derdeel van het kerstverhaal. In dit gedeelte van de bijbel klinkt niet het luiden van de klokken of het geschal van de trompetten. Hier is het gezang van de engelen, de hemelse heerscharen die de Heer met vreugde loven, verstomd. In plaats daarvan is Mattheüs 2 cén lange, sombere litanie van pijn en lijden, die niet eindigt in een genadeb'rengende, zachte dood, maar in de zinloze vernietiging van een massamoord, ffit de donkere hemel, zwanger van tragedie, daalt een einde loze regen van pijn over een hulpeloze en wanhopige wereld meer. Tweemaal komen we in de bijbel de woordefl van Mattheüs 2, vers 18 tegen „Rachel huilt om haar kinderen, zij wil niet getroost worden, omdat zij niet meer zijn". Eerst in Jeremia 31. de tweede keer in Mattheüs 2. Beide keren worden deze woorden gesproken temidden van een onnoemelijk groot lijden. De eerste keer tijdens de ver woesting van Jeruzalem en de uittocht van Israël naar Baby- Ion, de tweede maal bij de geboorte van Jezus. Begrijpelijke woorden in het eerste geval, maar in het tweede? Is de ge boorte van de Messias dan niet de vervulling van de profe tieën? Is Hij dan niet de Vredevorst, die vrede, rechtvaardig heid en eenheid aan het door God uitverkoren volk schenkt? Natuurlijk, maar zelfs dan: het is juist deze vredesboodschap die een bedreiging is voor Herodes, koning van Israël. We vinden geen spoor van deze tragische gebeurtenis in de wereldlijke geschiedschrijving, maar het is geheel in overeen stemming met het karakter van koning Herodes. Deze Hero des is Herodes de Grote, de zoon van Antipater, die koning werd dank zij een beslissing van de s.enaat van Rome in het jaar 40 voor Christus. Deze heerser bezat noch de steun, noch de liefde of trouw van het volk dat hij regeerde. We kennen hem als een van de wreedste en bloeddorstigste koningen van zijn tijd. Koning Herodes heerste niet met rechtvaardigheid en begrip, maar was onrechtvaardig en hardvochtig voor zijn volk. Hij maakte niet het essentiële onderscheid tussen goed en kwaad, tussen juist en onjuist. Omdat hij geen rechtvaardig heerser was, ontbrak het Herodes. net als alle koningen in het verle den of heden die niet rechtvaardig waren of zijn, aan waar achtige macht, en daarom aan het recht om te heersen. Net als bij al dit soort koningen was de heerschappij van Herodes gebouwd op vrees, dreigementen en geweld. Toen Herodes hoorde dat er een kind geboren was dat.de ko ning der joden zou worden, de beloofde Messias van wie de profeten gesproken hadden, de dienstknecht van God die het jaar van Gods gunst zou aankondigen, „raakte hij in verwar ring" (Mattheüs 2 3). Hij wist beter dan de meesten wat dat betekende. Wanneer het volk de boodschap van de door God beloofde Messias eenmaal begreep, zouden ze het verschil zien tussen Zijn heerschappij e'n die van Herodes. De Messias kwam om vrede, rechtvaardigheid en heil op aarde te bren gen, niet alleen voor de individuele mens, maar voor de hele samenleving. Herodes' onderdanen zouden begrijpen dat de dodelijke stilte van onderdrukte woede, de door vrees be werkstelligde onderdanigheid, de angst en het geweld die het aanvaarden van onrechtvaardigheid en vernedering moesten garanderen, niet werkelijk vrede betekende, zoals Herodes en zijn Romeinse meesters beweerden. Als de aankondiging van de geboorte van Christus waar was, dan zou Hij inderdaad „de boog van de helden breken en de zwakken uit het stof tillen", zoals Hanna zo lang geleden gezegd had (1 Samuèl 1 2). Hij zou „de hoogmoedigen uit eenjagen, hun plannen verijdelen de machtigen van hun voetstuk stoten, maar de geringen verheffen" (Lucas 1:51, 52). De Messias zou ook zeker „wie honger leden, met alle goeds overladen, maar wie rijk waren met lege handen weg sturen" (Lucas 1 53). De geest van de Heer zou in hem zijn en hij zou de onderdrukten verheffen, de gevangenen bevrij den en de armen goed nieuws verkondigen. Het volk zou in Hem de dienstknecht van de Heer herkennen, de door God uitverkorene, die „niet zal verflauwen, niet worden gebroken, tot er op aarde recht heerst"(Jesaja 42 4). Het is van weinig belang je het hoofd te breken over de vraag of Herodes dit zelf geloofde. Dat zijn volk het kon geloven, was voor hem voldoende. Daarom raakte de boodschap van Jezus' geboorte hem diep. Hij reageerde op de enige manier die hem mogelijk was, de manier waarop alle tirannen van gisteren en vandaag reageren: met verschrikkelijk en wreed geweld". Vervolg op pagina 2: Herodes is niet dood. Hij leeft en is on der ons. „De Afrikaan hoeft zich niet te verontschuldigen voorde wijze waarop God hem gemaakt heeft. De Afrikaan en Afrika zijn door God geschapen en daarom kan de Afrikaan zichzelf zijn". Dat zegt de kunstenaar Elimo Njau uit Marangu in Tanzania, aan de voet van de beroemde berg Kilimanjaro. Elimo is afrikaans christen, of: christen afrikaan. Bij Elimo is dat geen tegenstelling; beide zijn in hem verweven. Bijgaand schilderij is daarvan een voorbeeld: Jezus, Maria en Jozef „Afrikaans" geschilderd. ich dagelijks melden op het politiebureau, arrestaties, een spreekverbod, boetes en het inleveren van zijn paspoort. De Zuidafrikaanse regering probeert het dominee Allan Boesak (38) zo moeilijk mogelijk te maken in zijn strijd voor de afschaffing van de apartheid. De predikant wordt door de regering-Botha gevreesd; het charisma dat hij uitstraalt als hij vanaf de kansel harde woorden spreekt aan het adres van het regime, maakt hem geliefd bij de zwarte en gekleurde bevolking. Intimidaties en lastercampagnes door de politie en autoriteiten hebben tot nu toe alleen een tegengesteld effect gehad: het verzet van Allan Boesak is alleen maar feller geworden. Boesak werd in 1946 geboren in een klein dorp in de Kaapprovincie. Na zijn studie theologie vertrok hij op eigen houtje naar.het Nederlandse Kampen om verder te studeren. De Nederduits Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika, de moederkerk, steunde hem niet want volgens die kerk is een niet-blanke niet in staat verder te leren. In 1976, na het schrijven van het proefschrift „Afscheid van de Onschuld" keerde hij terug naar zijn land en werd predikant aan de kleurlingenuniversiteit van West-Kaap. Momenteel werkt Boesak als predikant in de gemeente Belville-zuid, een plaats dicht bij Kaapstad. Hij is voorzitter van de Wereldbond van Gereformeerde Kerken en vice-voorzitter van de Zuidafrikaanse Raad van Kerken. Op verzoek van onze krant stuurde hij ons zijn preek die hij woensdag, op kerstochtend, houdt in zijn kerk in Belville.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 23