Waarom zou een thriller geen
boodschap mogen hebben
oude wijn Büch tussen vader en zoon
a DE
ÜEER
Veilig langs de afgrond van het bestaan
loei en
ïrderf
India
Snauwtijger,
Lorren jopie,
Scharrelnelis
en andere
katten
Pretentieloze Imca Marina
IËKËN
£ektae<2ounant
VRIJDAG 15 NOVEMBER 1985 PAGINA 15
ce regi
het ad
geven, jaar lang is Boude wijn
eer vo bezig geweest aan een
ophef boekje van bijna 200 pa
le tredi waarin hij probeert in
ordwii ine te komen met twee
vijkeri drama's in zijn leven,
chool n deine blonde dood" is
le bezi ene kant het droevige
hooi al over de dood van zijn
n v, dat door een onnodig
er van odlottig ongeluk vroeg
rwiis i ven is. Tegelijk be-
in de t Büch de bijzonder
jke relatie met zijn va-
en man met wie het on-
jjk was te leven, door de
estende nawerking die
rvaringen op hem
thema's zijn eerder aan
le geweest in het werk
mHpUeh In „Weerzien met
iaar", dat hij vorig jaar
rde werd de lezer al
hoogte gesteld van de
ime en chaotische huise
lijke ervaringen uit de jeugd
van de schrijver. De dood van
Büch's zoontje is in veel van
zijn gedichten op een of ande
re wijze een belangrijk en
steeds weerkerend thema. Bei
de zaken zijn dan ook bittere
ervaringen en heel ingrijpende
drama's in zijn leven, als je
mag aannemen, dat in „De
kleine blonde dood" inderdaad
een waarheidsgetrouw verslag
is gegeven. Er is geen enkele
aanleiding om daaraan te twij
felen.
Emotionele crisis
De vader van Büch was een
uit Duitsland afkomstige im
migrant, die voor de oorlog
naar Nederland kwam. Hij
bouwde een gezin op, met zes
zoons, waarvan de laatste ge
boren werd kort na de schei-
ren hadden. Op onverwachte
momenten brak bij de vader
een emotionele crisis uit,
waarvan een van de gevolgen
was, dat hij in totale blinde
woede een hevige terreur op
het hele gezin ging uitoefenen.
Na zijn vertrek uit het echte
lijk huis zouden zijn kinderen
hem openlijk gaan haten. Bou-
dewijn had een speciale band
met hem, zoals bij herhaling
uit de beschreven gebeurtenis
sen blijkt, maar wanneer hij
hem later, als hij al vele jaren
weg is, eens opzoekt, escaleert
binnen een paar pgenblikken
al het conflictmatige, wat tus
sen vader en zoon aanwezig is.
Definitief en onherstelbaar.
Boudewijn Büch Het verhaal van het zoontje is
ding, die het uiteindelijke re- een even groot, zo niet groter
sultaat was van de grote span- drama. Het kind is geboren uit
ningen tussen de ouders, die de relatie van Büch met een
hun uitwerking op de kinde- oudere vrouw, die meent dat
de soberheid en ingehouden
wijze van vertellen heen, dat
er heel veel pijn nog onver
werkt ligt. Daarom is het
knap, dat Boudewijn Büch
over twee zulke ingrijpende
persoonlijke drama's op deze
wijze schrijft. Daarbij heeft hij
niet gezocht naar een literaire
vormgeving, er is geen enkele
poging om het relaas andere
dimensies dan de heel per
soonlijke te geven. Als doel
stelling van Büchs schrijven
wordt in het boek op zeker
moment genoemd: het oprich
ten van een monument voor
het gestorven zoontje. Dat is in
het geheel geen literaire doel
stelling, maar dat gedenkteken
heeft een waardige en indruk
wekkende allure gekregen.
JAN VERSTAPPEN
Boudewijn Büch: „De kleine
blonde dood" - Uitgave De
Het is duidelijk voelbaar, door Arbeiderspers. Prijs 29,50.
zijn homosexualiteit wel te
overwinnen is. Het kind bete
kent heel veel voor de vader,
maar hij blijft om allerlei rede
nen buiten het leven van de
moeder van zijn kind. Het ver
wijt dat hij haar schuldig acht
aan het ongeluk dat het kind
overkomt spreekt hij nauwe
lijks uit, maar er is een on
voorstelbaar leed voelbaar in
het hele relaas, dat door de au
teur heel voorzichtig wordt ge
hanteerd. Met grote zuiverheid
vertelt hij over zijn gekweld
heid als zijn zoontje in coma in
het ziekenhuis ligt en hij moet
beslissen over het stopzetten
van de medische behandeling
en daarmee het beëindigen
van dat leventje.
Onverwerkt
?bied
n", al
oud.
historische ro-
die vijfhonderdveertig
's en dertig turbulente
lomvat en waarin hon-
personen ten tonele
n gevoerd, boeien? Het
vraag die blijft knellen
n mei tijdens en na lezing van
vestijernachts kinderen" van
n Rushdie, die met deze
een fraaie toespeling
is strf op het eerder versche
de Freedom at midnight",
1 bevrijding van India
het Engelse juk schetst,
de voor ons Westerlin-
:o wonderlijke Indiase
■jir die tot lezen prikkelt,
lyrische en dansende
allesbehalve barokke
[stijl van de auteur die
onstante bron van lees-
Êr vormt' H°e het ook zij:
Jveelbesproken „In naam
e roos" van Umberto Eco
t er opnieuw een lijvige
i in de winkels die het
ent verslonden te wor-
iZoals overigens al in En-
alige gebieden is gebeurd
Groot-Brittannië ontving
idie in 1981 de Bookerpri-
C"1 l>r „Midnights Children".)
ie ver
hilienl
(arbe»P«*ti^
koept ^nachts kinderen" is
a door de ogen van Saleem
wei 6e^oren op 15 augustus
ïengt d°kslag middernacht. Op
ijdstip wordt een natie
10 j;ruim zeshonderd miljoen
dent iers zelfstar,dig. °P dat
eld eE ijdstip ook, worden
js duizend en één andere
Ikerij ren geboren, ryiet wie Sa-
telepatisch in contact
ma^ te staan. Als dit vermo-
oor een neusoperatie ver
gaat blijkt zijn reukor-
Ig ViJ zo fijngevoelig dat hij
Daai gevoelens van ande-
an ruiken.
Gees )rdt Saleem Sinai een in-
^diair tussen twee sferen
zovei 'ee CL|lturen. Enerzijds de
rictoi'e Indiase bovenlaag die
1 toei !ev°egelijk heeft geschikt
er on plaatsen en rollen die de
der 3 'sen vacant hebben gela-
j n anderzijds het „oude"
arva| eke India, met alle waar-
gg! rs. sadhu's en priesters,
laars, waarzeggers en fa-
De tot in zijn vingertop-
insitieve ik-figuur beziet
loederland uit tegenover-
perspectieven: afstande-
n betrokken, cynisch en
mededogen, mystiek en
tisch. De legpuzzel van al
impressies, de levensge-
^^denis van Saleem en zijn
ie en die duizend-en-één
-e middérnachtskinderen
sen een India waaruit de
van zowel verderf als
opstijgt. Waarlijk een ro-
die het waard is gelezen
irden.
PAUL KOOPMAN
idat
volg
e» he
pent (ADVERTENTIE)
'jngl
gul
Boekhandel
EIDEN - LEIDERDORP
:GSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
-nf,e aiATlS ELKE WOENSDAG DE
tes
de
jzen
1 Ie ÏIILAGE BIJ UW KRANT MET
ir ei '0RMAT1EOVER FILMS.MUZIEK
EATER, RECREATIE, EXPOSITIES
EN EEN COMPLETE AGENDA
THOMAS ROSS BU VERSCHUNEN BOEK OVER MOORD OP IKON-JOURNALISTEN
AMSTERDAM „Ik heb
er heel lang over gedubt
of ik de echte namen van
de in 1982 in El Salvador
vermoorde Nederlandse
journalisten zou kunnen
gebruiken. Het is eigen
lijk tegen mijn gewoonte
om namen van werkelijk
bestaande personages in
mijn boeken te verande
ren. In de oorspronkelij
ke proloog stonden daar
om de namen voluit. Ik
heb het uiteindelijk toch
niet aangedurfd en de na
men gewijzigd. Als ik nu
terugkijk, is dat een te
rechte beslissing geweest.
Maar iemand die de zaak
een beetje heeft gevolgd,
weet natuurlijk drommels
goed over wie het gaat".
Aan het woord is Thomas
Ross, pseudoniem van Willem
Hogendoorn (41), over zijn
nieuwste boek „Schaduwen
uit Gethsemané", dat gisteren
is gepresenteerd. Het is op
nieuw een thriller geworden,
de vijfde inmiddels, met in de
hoofdrol BVD-agent Martin
Finch.
In „Schaduwen uit Gethsema
né" raakt Finch betrokken bij
de geheime operaties van de
Amerikaanse inlichtingen
dienst CIA tegen het Sandi-
nistische bewind in Nicara
gua.
Ross: „Veel mensen zeggen
dat het boek over de vier ver
moorde Nederlandse journa
listen gaat. Dat is niet juist.
Hun dood is wel de aanleiding
geweest. Maar de voornaam
ste tegenspeler van Finch is
de Salvadoraanse getuige van
de moord, die in Nederland
door een parlementaire com
missie is gehoord. Daarna is
hij spoorloos verdwenen.
Vanaf dat moment vertel ik
mijn verhaal. Ik had eigenlijk
al veel eerder over deze zaak
willen schrijven. Maar ik
kende de vermoorde camera
man, Joop Willemsen, en zijn
familie. Uit een soort eerbied
ben ik er niet eerder mee be
gonnen".
Actualiteit uit het zeer recén-
te verleden is zo'n beetje het
handelsmerk geworden van
Ross, sinds hij in 1980 debu
teerde met „De Honden van
het Verraad". In dat boek
krijgt BVD-agent Martin
Finch te maken met de strijd
van de Zuidmolukkers. Zuid-
Afrika, de Lockheed-affaire
en het Slavenburg-schandaal
waren de thema's in de vol
gende Finch-avonturen. Tus
sendoor schreef Ross nog een
heuse policier over extreem
rechtse bewegingen in Neder
land en het oorlogsboek „Het
Verraad van '42", dat gaat
over het Englandspiel. Nu
Koos van Zoomeren zich
heeft toegelegd op „echte lite
ratuur" en met thrillers niets
meer te maken wil hebben, is
Ross zo'n beetje de enige Ne
derlandse vertegenwoordiger
van formaat in dit internatio
naal hooggewaardeerde gen-
Ondergewaardeerd
In Nederland daarentegen
worden thrillers en detectives
vaak nog als een soort twee
derangs-literatuur beschouwd.
Ross: „In Nederland mag een
belezen intellectueel nog net
een boek van John le Caré,
Patricia Highsmith en een en
kele andere grootheid in zijn
kast hebben. Maar meer ook
niet. Ik vind dat raar. Goede
thrillers en detectives zijn ge
woon spannende verhalen. Ik
zie daarom geen verschil met
de zogenaamde literaire ver
halen. Mijn klacht tegen de
Nederlandse literatuur is juist,
dat je daar geen echte verha
len meer bij vindt".
„Waarom zou een thriller niet
een boodschap mogen heb
ben? Ikzelf loop niet warm
voor een dun verhaaltje over
heren met gleufhoeden en
mooie vrouwen in snelle
sportwagen. Een politieke
thriller moet meer inhoud
hebben. Ik heb van een aantal
mensen gehoord dat „Schadu
wen uit Gethsemané" het
meest politieke is van al mijn
boeken. Dat kan best. Ik hoef
toch niet te verbergen dat ik
het huidige bewind in Nicara
gua een vrij sympathiek regi
me vind?"
Lonend
De verkoop van zijn boeken
heeft er inmiddels voor ge
zorgd, dat voor Thomas Ross
de misdaad lonend is. Ver
scheidene jaren heeft hij het
schrijven gecombineerd met
een deeltijdbaan bij de audio
visuele beroepsvereniging
NBF. Tegenwoordig doet hij
naast het schrijven vooral te
levisie- en filmwerk. Zo
wordt in februari begonnen
met de opnames van de film
„Voedoe", waarvoor Ross het
scenario schreef. Voor Rob
Houwer gaat hij een scenario
maken naar de boeken van de
Belgische schrijver Jef Geer-
aerts. En najaar 1986 brengt
de VARA Ross' achtdelige te
levisieserie „Op Eigen Risico".
„Het idee voor die serie is op
een grappige manier ontstaan.
Rijk de Gooyer had een van
mijn boeken gelezen en belde
mij op. Of ik iets voor hem
wilde schrijven. Het is een se
rie geworden over een politie
man die, hoewel onschuldig,
na een heroïneschandaal
wordt ontslagen. Hij begint
voor zichzelf en verhuurt zich
aan een groot verzekeringsbe
drijf om dubieuze claims na te
trekken. De eerste aflevering
is net klaar. Het is hard wer
ken. Je bent vele uren in de
weer voor hooguit een minuut
film. je moet het echt leuk
vinden, anders kun je beter
alleen schrijver blijven. Dat is
veel rustiger".
JOS TIMMERS
Ghiselbert Smit, de residentie-
kat, gaat er nog 'ns goed voor
zitten.
De schrijver heeft zo zijn voorkeuren. „Het accent ligt", aldus
Gerrit Komrij in het voorwoord van zijn bloemlezing uit twee
eeuwen Nederlandse poëzie, „meer op de satire, de maskerade
en de afstandelijkheid dan op de dodelijke ernst, de eenduidig
heid en het volle leven". Poëzie als ambacht. Poëzie niet als ant
woord op de grote vragen des levens en niet als het definitieve
inzicht in ons dal van tranen. Poëzie als vernuft.
Zo bezien ligt de keuze voor een vertaling van T.S. Eliots Old
Possum's Book of Practical Cats uit 1939 voor de hand. Eliot
schreef voor zijn vrienden een aantal gedichten over de kat, een
bundel kostelijke rijmelarijen op het mysterie dat dagelijks door
onze huiskamers sluipt. De bundel wordt in Engeland regelma
tig herdrukt en het is te loven dat ook Nederland thans mag
likkebaarden van Kobus Kruis Parmantige Kattenboek, zoals
het boekje in vertaling heet.
Vaardig
De revue passeren onder meer Stijfselkat, Snauwtijger, de Pol-
kadots, Lorrenjopie en Scharrelnelis, Peken en Pulken, Kat Ka-
zemier, Dr. Diavolo en niet te vergeten Ghiselbert Smit: de resi-
dentiekat. In vaardige verzen loopt deze kat het Haagse leven
af: „Hij komt nooit in café's wel op galadiners, want hij is de
Vijverberg-kat!" Komrij heeft een fraaie en bepaald vrije verta
ling afgeleverd: woorden uit het langzamerhand befaamde
Komrij-vocabulaire waarvan de Nobelprijswinnaar uit het Vere
nigd Koninkrijk niet het minste benul moet hebben gehad, vlie
gen de Hollandse lezer regelmatig om de oren.
Het heel aardig geïllustreerde boekje levert geen bijdrage aan de
inmiddels imposante reeks wijsgerige bespiegelingen over het
fenomeen kat in de Nederlandse literatuur, maar amusant is het
zeker misschien juist daarom. Een boekje om over te aaien.
ARJEN SCHREUDER
T.S. Eliot: „Kobus Kruis Parmantige Kattenboek", verta
ling van Gerrit Komrij. Uitgeverij Bert Bakker. Prijs
ƒ17,90.
Dolf Brouwers was best bereid, afgelopen dinsdag in café Ome
Ko in Muiden, bij de presentatie van haar boekje, Imca Marina
op deze manier te presenteren.
„Voor de rest valt nog te ver
melden dat ik niet pretendeer
te kunnen schrijven". De als
verontschuldiging klinkende
opmerking staat in het voor
woord van de gedichtenbundel
„Gedachten hebben krach
ten", van zangeres Imca Mari
na. Blijkbaar heeft de zangeres
zelf enige angst voor het oor
deel van de lezer, die, gecon
fronteerd met haar in de loop
der jaren opgebouwde verza
meling gedichten, boeren wijs
heden en „slimmerikjes" (de
term is van Imca Marina), die
zin inderdaad meermalen naar
boven zal halen. Zo'n veront
schuldiging heeft in ieder ge
val als voordeel dat de schrijf
ster nimmer zo serieus zal
worden genomen als anderen,
die wel de pretentie hebben
„echte" poëzie te schrijven. In
het geval van Imca Marina is
daar namelijk geen sprake
van. Het zijn gedachtenkron-
kels over zaken dicht bij huis,
als het verkeer, de natuur,
haar zoontje en liefde. Vaak
naar het lijkt alleen bestemd
voor vrienden en kennissen en
dus niet altijd even makkelijk
te volgen voor wie daar niet
toe behoort. Meestal zijn de ge
dichten slechts uit elkaar ge
haalde verhaaltjes, waarbij de
interpunctie en de volgorde
van de zinnen het geheel de
aanblik geven van een ge
dicht. De beste versjes zijn die
waarin ze haar gevoelsleven
bloot legt, de slechtste waarin
ze zaken becommentarieert.
De kwaliteit wordt enigszins
verklaard met het volgende in
het boek opgenomen gedichtje:
Waar zit de rem blokkade
van m'n verstand of geest?
Wat vandaag niet leuk of
goed meer is,
was gisteren nog een feest.
KOOS VAN WEES
Imca Marina: „Gedachten
hebben krachten". Uitgeve
rij Het Spectrum. Uitslui
tend verkrijgbaar in de Bru-
na-boekhandel. Prijs 14,90.
ian Rushdie: „Midder-
tskinderen". Uitgeverij
Prijs 39,50
„Met mijn gebruikelijke verve
ga ik deze wereld verlaten nu
zij onleefbaar wordt". De laat
ste door zijn zoon Claude over
gebrachte woorden van de in
september 1970 overleden
Franse schrijver, journalist en
polemist Francois Mauriac.
Honderd jaar geleden werd hij
geboren. Een heel arsenaal
aan herdenkingen heeft in Pa
rijs en zijn geboortestad Bor
deaux de afgelopen maand
plaats gehad en opvallend was
het spontane karakter ervan.
Het wonderkind Mauriac, aan
wie alles lukte ("Ik ben slechts
geboren voor het geluk", ver
zuchtte hij ooit, toen hij een te
genslag moest verwerken)
blijkt de Fransen nog steeds te
fascineren. Er is niet alleen
een vloed aan nieuwe publica
ties verschenen over zijn werk
en leven, vijftien jaar na zijn
dood blijven zijn boeken on
verminderd hoge oplagen be
halen. Van zijn bekendste en
meest moderne roman Therèse
Desqueyroux, uit 1927, zijn nu
meer twee en half miljoen
exemplaren verkocht, de vele
uitgaven in het buitenland
niet meegerekend. Bijna al zijn
tweeëntwintig romans zijn in
Frankrijk bewerkt voor de te
levisie of als speelfilm uitge
bracht.
„Mauriac is niet in het Purga-
toire (vagevuur) beland zoals
zijn schrijvende tijdgenoten
André Maurois of Jean Girau-
doux", concludeert een Franse
criticus dan ook terecht. Daar
aankomen is het lot van de
meeste schrijvers na hun dood.
Komen ze er alsnog uit, dan
zijn ze gelouterd en kan hun
betekenis moeilijk meer over
schat worden, evenmin trou
wens als onderschat. Voor wat
Mauriac betreft moeten we af
wachten, want ook al zit hij
duidelijk niet in het Purgatoi-
re, het is te vroeg hem nu al
bij de klassieken in te delen
zoals sommigen met graagte
beweren.
Maar wat is het dat aan Mauri
ac blijft fascineren? Als men
na zijn dood nog aan hem zou
denken, was dat misschien op
grond van zijn journalistieke
werk, meende Mauriac zelf.
„Ik ben de chroniqueur van
een uitstervende klasse", daar
bij doelend op de katholieke
bourgeoisie die zijn psycholo
gische romans bij voorkeur las.
De grootste Franse polemist'
van deze eeuw is hij genoemd.
Twintig jaar lang schreef hij in
Le Figaro, met een korte on
derbreking in de jaren vijftig
voor het blad L'Express, zijn
befaamde Bloc-Notes, een
vlijmscherp gepassioneerd
commentaar op de Franse po
litiek en aanverwante zaken,
doorspekt met zijn eigen bele-%
venissen. Vrijwel alle belang
rijke Franse politici hebben
hun beurt bij hem gehad. Over
de „playboy" en op adeldom
gespitste Giscard zei hij ooit:
„Wat Giscard interesseert, is
d'Estaing. Wat d' Estaing inte
resseert, is Giscard". Voor Mit
terrand heeft hij een zwak.
Mitterrand met zijn hang naar
grootse daden deed hem den
ken aan de ondernemende
Rastignac uit Balzacs Comedie
Humaine: „Het is een jongen
uit een roman, ik bedoel een
echte romanfiguur!" Van de
centrumpoliticus Jean Leca-
nuet die in Mauriacs ogen het
verval symboliseerde van de
na de oorlog eens zo vooruit
strevende katholieke MRP zei
hij: „De partij stort ineen, met
de wind van de vergetelheid
worden haar restanten meege
voerd en van een immense
hoop blijven slechts die recla
me-glimlach en die tweeën
dertig tanden over".
Schaterende lach
De Franse avant-garde schrij
ver Philippe Sollers. maakte
hpm dikv'ijls in ziin Parij-
se appartement aan de rue
Theophile Gautier, „het nest
van waaruit hij zijn pijlen af
schoot". Sollers herinnert zich
Mauriac als de man met de
breed schaterende lach, de
hand voor de mond, terwijl hij
snel de kranten doorneemt
waar hij weer eens het mik
punt is van laster, niet alleen
hijzelf overigens maar ook de
door hem gekoesterde God,
die, zoals Sollers zegt, ongrijp
baar is, wreekt, maar ook
zachtmoedig is. Van de lach
kon hij plotseling vervallen in
de ernst, de stilte. Wat Sollers
noemt de toon a la Pascal,
door Mauriac zo hogelijk be
wonderd. Hij is scherpzinnig,
amusant, grootmoedig en vin
nig.
De Australische journalist
Keith Goesch heeft onder de
titel Les Paroles restent uit
spraken uit interviews, de
Bloc Notes en de memoires
naar thema gebundeld. Ook
deze memoires, Mémoires In
térieurs en Nouveaux Mémoi
res Intérieurs die een hoogte
punt in zijn werk vormen, zijn
herdrukt evenals de grote bio
grafie van Jean Lacouture.
Wat die memoires betreft,
Mauriac heeft van begin af
aan duidelijk gemaakt dat hij
niet van plan was zijn eigen
leven aan de publiciteit prijs te
geven. „Aan de bron van ons
zelf staan niet wijzelf, maar
een heel ras en daarom heb ik
niet het recht een aanslag te
doen op de stilte die mijn
voorgeslacht omhult".
Over zijn familie zal hij dus
niet spreken, maar er blijft ge
noeg over. Dat zijn het com
mentaar en de polemiek met
schrijvers die hij confronteert
met zijn eigen, diepgewortelde
christelijke overtuiging.
Passies
Terwijl de aandacht kort voor
zijn dood sterk uitging naar de
Bloc Notes zijn een aantal van
zijn romans opnieuw in de be
langstelling gekomen. Dat
geldt behalve voor Thérèse
Desqueyroux met name voor
L'Agneau (Het Lam), Le
Noeud de Vipères (Het Adder
gebroed, alle drie in het Ne
derlands vertaald) en zijn laat
ste, in 1969 verschenen roman
Un Adolescent d'Autrefois.
De romans gaan vrijwel altijd
over het leven van de families
met hun uitgestrekte landerij
en in de Landes rond Bor
deaux, waar de familie onver
anderlijk de broeiplaats is van
nauwelijks uitgesproken pas
sies. De weergave ervan ge
beurt altijd in een versluierde
vorm. Het verlangen zich uit
het familiekeurslijf los te ma
ken dreef Mauriac in het be
gin van deze eeuw naar Parijs,
waar hij snel literair naam
maakte. Maar echt losmaken
zal hij zich nooit. De beleve
nissen uit die kinderjaren zijn
het hart van zijn werk, waar
hij steeds naar zal terugkeren.
L'Adieu a l'Adolescence maakt
dat eens te meer duidelijk. In
dit uit 1911 daterende en nu
opnieuw uitgegeven gedicht
hoort men niet de jazz-muziek
van Parijs hoe verleidelijk die
voor hem ook moet zijn, maar
de ruisende pijnbomen uit de
Landes die in zijn romans de
passies registreren die niet
voluit gezegd kunnen worden.
Zelf noemde Mauriac ooit de
psychologische roman de beste
avonturenroman die er be
staat. Voor Jean Touzot, Mau-
riac-kenner bij uitstek, ligt het
geheim van het succes van zijn
boeken in het feit dat zijn per
sonages in dit avontuur het
geldt trouwens ook voor Mau
riac zelf na alle dwaalwe
gen die hen leiden langs de af
grond van het bestaan, weer
thuis komen.
Met andere woorden: zij kun
nen weer aan een schone lei
Franpois Mauriac.
beginnen. Wel bleef de twijfel
aan die goede afloop een leven
lang aan hem knagen. Hij zet
te die twijfel om in een boei
end, veeleisend engagement.
Geen debat of Mauriac nam
daarin stelling. Het gedroomde
leven uit de kinderjaren, ver
beeld in de romans, werd ge
toetst aan de dagelijkse reali
teit, "waarvan wij nu", aldus
de Mémoires Intérieurs, "de
exacte en verschrikkelijke
maat kennen". Het is nog
steeds fascinerend van die
confrontatie kennis te nemen.
PAUL VAN VELTHOVEN
Francois Mauriac: l'Adieu a
l'Adolescence. Mémoires In
térieurs. Nouveaux Mémoi
res Intérieurs. Uitgave
Flammarion.
Keith Goesh: Les Paroles
Restent. Uitgave Grasset.
Jean Lacouture: Francois
Mauriac. Uitgave Du Seuil.