Waarom zou een thriller geen boodschap mogen hebben oude wijn Büch tussen vader en zoon a DE ÜEER Veilig langs de afgrond van het bestaan loei en ïrderf India Snauwtijger, Lorren jopie, Scharrelnelis en andere katten Pretentieloze Imca Marina IËKËN £ektae<2ounant VRIJDAG 15 NOVEMBER 1985 PAGINA 15 ce regi het ad geven, jaar lang is Boude wijn eer vo bezig geweest aan een ophef boekje van bijna 200 pa le tredi waarin hij probeert in ordwii ine te komen met twee vijkeri drama's in zijn leven, chool n deine blonde dood" is le bezi ene kant het droevige hooi al over de dood van zijn n v, dat door een onnodig er van odlottig ongeluk vroeg rwiis i ven is. Tegelijk be- in de t Büch de bijzonder jke relatie met zijn va- en man met wie het on- jjk was te leven, door de estende nawerking die rvaringen op hem thema's zijn eerder aan le geweest in het werk mHpUeh In „Weerzien met iaar", dat hij vorig jaar rde werd de lezer al hoogte gesteld van de ime en chaotische huise lijke ervaringen uit de jeugd van de schrijver. De dood van Büch's zoontje is in veel van zijn gedichten op een of ande re wijze een belangrijk en steeds weerkerend thema. Bei de zaken zijn dan ook bittere ervaringen en heel ingrijpende drama's in zijn leven, als je mag aannemen, dat in „De kleine blonde dood" inderdaad een waarheidsgetrouw verslag is gegeven. Er is geen enkele aanleiding om daaraan te twij felen. Emotionele crisis De vader van Büch was een uit Duitsland afkomstige im migrant, die voor de oorlog naar Nederland kwam. Hij bouwde een gezin op, met zes zoons, waarvan de laatste ge boren werd kort na de schei- ren hadden. Op onverwachte momenten brak bij de vader een emotionele crisis uit, waarvan een van de gevolgen was, dat hij in totale blinde woede een hevige terreur op het hele gezin ging uitoefenen. Na zijn vertrek uit het echte lijk huis zouden zijn kinderen hem openlijk gaan haten. Bou- dewijn had een speciale band met hem, zoals bij herhaling uit de beschreven gebeurtenis sen blijkt, maar wanneer hij hem later, als hij al vele jaren weg is, eens opzoekt, escaleert binnen een paar pgenblikken al het conflictmatige, wat tus sen vader en zoon aanwezig is. Definitief en onherstelbaar. Boudewijn Büch Het verhaal van het zoontje is ding, die het uiteindelijke re- een even groot, zo niet groter sultaat was van de grote span- drama. Het kind is geboren uit ningen tussen de ouders, die de relatie van Büch met een hun uitwerking op de kinde- oudere vrouw, die meent dat de soberheid en ingehouden wijze van vertellen heen, dat er heel veel pijn nog onver werkt ligt. Daarom is het knap, dat Boudewijn Büch over twee zulke ingrijpende persoonlijke drama's op deze wijze schrijft. Daarbij heeft hij niet gezocht naar een literaire vormgeving, er is geen enkele poging om het relaas andere dimensies dan de heel per soonlijke te geven. Als doel stelling van Büchs schrijven wordt in het boek op zeker moment genoemd: het oprich ten van een monument voor het gestorven zoontje. Dat is in het geheel geen literaire doel stelling, maar dat gedenkteken heeft een waardige en indruk wekkende allure gekregen. JAN VERSTAPPEN Boudewijn Büch: „De kleine blonde dood" - Uitgave De Het is duidelijk voelbaar, door Arbeiderspers. Prijs 29,50. zijn homosexualiteit wel te overwinnen is. Het kind bete kent heel veel voor de vader, maar hij blijft om allerlei rede nen buiten het leven van de moeder van zijn kind. Het ver wijt dat hij haar schuldig acht aan het ongeluk dat het kind overkomt spreekt hij nauwe lijks uit, maar er is een on voorstelbaar leed voelbaar in het hele relaas, dat door de au teur heel voorzichtig wordt ge hanteerd. Met grote zuiverheid vertelt hij over zijn gekweld heid als zijn zoontje in coma in het ziekenhuis ligt en hij moet beslissen over het stopzetten van de medische behandeling en daarmee het beëindigen van dat leventje. Onverwerkt ?bied n", al oud. historische ro- die vijfhonderdveertig 's en dertig turbulente lomvat en waarin hon- personen ten tonele n gevoerd, boeien? Het vraag die blijft knellen n mei tijdens en na lezing van vestijernachts kinderen" van n Rushdie, die met deze een fraaie toespeling is strf op het eerder versche de Freedom at midnight", 1 bevrijding van India het Engelse juk schetst, de voor ons Westerlin- :o wonderlijke Indiase ■jir die tot lezen prikkelt, lyrische en dansende allesbehalve barokke [stijl van de auteur die onstante bron van lees- Êr vormt' H°e het ook zij: Jveelbesproken „In naam e roos" van Umberto Eco t er opnieuw een lijvige i in de winkels die het ent verslonden te wor- iZoals overigens al in En- alige gebieden is gebeurd Groot-Brittannië ontving idie in 1981 de Bookerpri- C"1 l>r „Midnights Children".) ie ver hilienl (arbe»P«*ti^ koept ^nachts kinderen" is a door de ogen van Saleem wei 6e^oren op 15 augustus ïengt d°kslag middernacht. Op ijdstip wordt een natie 10 j;ruim zeshonderd miljoen dent iers zelfstar,dig. °P dat eld eE ijdstip ook, worden js duizend en één andere Ikerij ren geboren, ryiet wie Sa- telepatisch in contact ma^ te staan. Als dit vermo- oor een neusoperatie ver gaat blijkt zijn reukor- Ig ViJ zo fijngevoelig dat hij Daai gevoelens van ande- an ruiken. Gees )rdt Saleem Sinai een in- ^diair tussen twee sferen zovei 'ee CL|lturen. Enerzijds de rictoi'e Indiase bovenlaag die 1 toei !ev°egelijk heeft geschikt er on plaatsen en rollen die de der 3 'sen vacant hebben gela- j n anderzijds het „oude" arva| eke India, met alle waar- gg! rs. sadhu's en priesters, laars, waarzeggers en fa- De tot in zijn vingertop- insitieve ik-figuur beziet loederland uit tegenover- perspectieven: afstande- n betrokken, cynisch en mededogen, mystiek en tisch. De legpuzzel van al impressies, de levensge- ^^denis van Saleem en zijn ie en die duizend-en-één -e middérnachtskinderen sen een India waaruit de van zowel verderf als opstijgt. Waarlijk een ro- die het waard is gelezen irden. PAUL KOOPMAN idat volg e» he pent (ADVERTENTIE) 'jngl gul Boekhandel EIDEN - LEIDERDORP :GSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN -nf,e aiATlS ELKE WOENSDAG DE tes de jzen 1 Ie ÏIILAGE BIJ UW KRANT MET ir ei '0RMAT1EOVER FILMS.MUZIEK EATER, RECREATIE, EXPOSITIES EN EEN COMPLETE AGENDA THOMAS ROSS BU VERSCHUNEN BOEK OVER MOORD OP IKON-JOURNALISTEN AMSTERDAM „Ik heb er heel lang over gedubt of ik de echte namen van de in 1982 in El Salvador vermoorde Nederlandse journalisten zou kunnen gebruiken. Het is eigen lijk tegen mijn gewoonte om namen van werkelijk bestaande personages in mijn boeken te verande ren. In de oorspronkelij ke proloog stonden daar om de namen voluit. Ik heb het uiteindelijk toch niet aangedurfd en de na men gewijzigd. Als ik nu terugkijk, is dat een te rechte beslissing geweest. Maar iemand die de zaak een beetje heeft gevolgd, weet natuurlijk drommels goed over wie het gaat". Aan het woord is Thomas Ross, pseudoniem van Willem Hogendoorn (41), over zijn nieuwste boek „Schaduwen uit Gethsemané", dat gisteren is gepresenteerd. Het is op nieuw een thriller geworden, de vijfde inmiddels, met in de hoofdrol BVD-agent Martin Finch. In „Schaduwen uit Gethsema né" raakt Finch betrokken bij de geheime operaties van de Amerikaanse inlichtingen dienst CIA tegen het Sandi- nistische bewind in Nicara gua. Ross: „Veel mensen zeggen dat het boek over de vier ver moorde Nederlandse journa listen gaat. Dat is niet juist. Hun dood is wel de aanleiding geweest. Maar de voornaam ste tegenspeler van Finch is de Salvadoraanse getuige van de moord, die in Nederland door een parlementaire com missie is gehoord. Daarna is hij spoorloos verdwenen. Vanaf dat moment vertel ik mijn verhaal. Ik had eigenlijk al veel eerder over deze zaak willen schrijven. Maar ik kende de vermoorde camera man, Joop Willemsen, en zijn familie. Uit een soort eerbied ben ik er niet eerder mee be gonnen". Actualiteit uit het zeer recén- te verleden is zo'n beetje het handelsmerk geworden van Ross, sinds hij in 1980 debu teerde met „De Honden van het Verraad". In dat boek krijgt BVD-agent Martin Finch te maken met de strijd van de Zuidmolukkers. Zuid- Afrika, de Lockheed-affaire en het Slavenburg-schandaal waren de thema's in de vol gende Finch-avonturen. Tus sendoor schreef Ross nog een heuse policier over extreem rechtse bewegingen in Neder land en het oorlogsboek „Het Verraad van '42", dat gaat over het Englandspiel. Nu Koos van Zoomeren zich heeft toegelegd op „echte lite ratuur" en met thrillers niets meer te maken wil hebben, is Ross zo'n beetje de enige Ne derlandse vertegenwoordiger van formaat in dit internatio naal hooggewaardeerde gen- Ondergewaardeerd In Nederland daarentegen worden thrillers en detectives vaak nog als een soort twee derangs-literatuur beschouwd. Ross: „In Nederland mag een belezen intellectueel nog net een boek van John le Caré, Patricia Highsmith en een en kele andere grootheid in zijn kast hebben. Maar meer ook niet. Ik vind dat raar. Goede thrillers en detectives zijn ge woon spannende verhalen. Ik zie daarom geen verschil met de zogenaamde literaire ver halen. Mijn klacht tegen de Nederlandse literatuur is juist, dat je daar geen echte verha len meer bij vindt". „Waarom zou een thriller niet een boodschap mogen heb ben? Ikzelf loop niet warm voor een dun verhaaltje over heren met gleufhoeden en mooie vrouwen in snelle sportwagen. Een politieke thriller moet meer inhoud hebben. Ik heb van een aantal mensen gehoord dat „Schadu wen uit Gethsemané" het meest politieke is van al mijn boeken. Dat kan best. Ik hoef toch niet te verbergen dat ik het huidige bewind in Nicara gua een vrij sympathiek regi me vind?" Lonend De verkoop van zijn boeken heeft er inmiddels voor ge zorgd, dat voor Thomas Ross de misdaad lonend is. Ver scheidene jaren heeft hij het schrijven gecombineerd met een deeltijdbaan bij de audio visuele beroepsvereniging NBF. Tegenwoordig doet hij naast het schrijven vooral te levisie- en filmwerk. Zo wordt in februari begonnen met de opnames van de film „Voedoe", waarvoor Ross het scenario schreef. Voor Rob Houwer gaat hij een scenario maken naar de boeken van de Belgische schrijver Jef Geer- aerts. En najaar 1986 brengt de VARA Ross' achtdelige te levisieserie „Op Eigen Risico". „Het idee voor die serie is op een grappige manier ontstaan. Rijk de Gooyer had een van mijn boeken gelezen en belde mij op. Of ik iets voor hem wilde schrijven. Het is een se rie geworden over een politie man die, hoewel onschuldig, na een heroïneschandaal wordt ontslagen. Hij begint voor zichzelf en verhuurt zich aan een groot verzekeringsbe drijf om dubieuze claims na te trekken. De eerste aflevering is net klaar. Het is hard wer ken. Je bent vele uren in de weer voor hooguit een minuut film. je moet het echt leuk vinden, anders kun je beter alleen schrijver blijven. Dat is veel rustiger". JOS TIMMERS Ghiselbert Smit, de residentie- kat, gaat er nog 'ns goed voor zitten. De schrijver heeft zo zijn voorkeuren. „Het accent ligt", aldus Gerrit Komrij in het voorwoord van zijn bloemlezing uit twee eeuwen Nederlandse poëzie, „meer op de satire, de maskerade en de afstandelijkheid dan op de dodelijke ernst, de eenduidig heid en het volle leven". Poëzie als ambacht. Poëzie niet als ant woord op de grote vragen des levens en niet als het definitieve inzicht in ons dal van tranen. Poëzie als vernuft. Zo bezien ligt de keuze voor een vertaling van T.S. Eliots Old Possum's Book of Practical Cats uit 1939 voor de hand. Eliot schreef voor zijn vrienden een aantal gedichten over de kat, een bundel kostelijke rijmelarijen op het mysterie dat dagelijks door onze huiskamers sluipt. De bundel wordt in Engeland regelma tig herdrukt en het is te loven dat ook Nederland thans mag likkebaarden van Kobus Kruis Parmantige Kattenboek, zoals het boekje in vertaling heet. Vaardig De revue passeren onder meer Stijfselkat, Snauwtijger, de Pol- kadots, Lorrenjopie en Scharrelnelis, Peken en Pulken, Kat Ka- zemier, Dr. Diavolo en niet te vergeten Ghiselbert Smit: de resi- dentiekat. In vaardige verzen loopt deze kat het Haagse leven af: „Hij komt nooit in café's wel op galadiners, want hij is de Vijverberg-kat!" Komrij heeft een fraaie en bepaald vrije verta ling afgeleverd: woorden uit het langzamerhand befaamde Komrij-vocabulaire waarvan de Nobelprijswinnaar uit het Vere nigd Koninkrijk niet het minste benul moet hebben gehad, vlie gen de Hollandse lezer regelmatig om de oren. Het heel aardig geïllustreerde boekje levert geen bijdrage aan de inmiddels imposante reeks wijsgerige bespiegelingen over het fenomeen kat in de Nederlandse literatuur, maar amusant is het zeker misschien juist daarom. Een boekje om over te aaien. ARJEN SCHREUDER T.S. Eliot: „Kobus Kruis Parmantige Kattenboek", verta ling van Gerrit Komrij. Uitgeverij Bert Bakker. Prijs ƒ17,90. Dolf Brouwers was best bereid, afgelopen dinsdag in café Ome Ko in Muiden, bij de presentatie van haar boekje, Imca Marina op deze manier te presenteren. „Voor de rest valt nog te ver melden dat ik niet pretendeer te kunnen schrijven". De als verontschuldiging klinkende opmerking staat in het voor woord van de gedichtenbundel „Gedachten hebben krach ten", van zangeres Imca Mari na. Blijkbaar heeft de zangeres zelf enige angst voor het oor deel van de lezer, die, gecon fronteerd met haar in de loop der jaren opgebouwde verza meling gedichten, boeren wijs heden en „slimmerikjes" (de term is van Imca Marina), die zin inderdaad meermalen naar boven zal halen. Zo'n veront schuldiging heeft in ieder ge val als voordeel dat de schrijf ster nimmer zo serieus zal worden genomen als anderen, die wel de pretentie hebben „echte" poëzie te schrijven. In het geval van Imca Marina is daar namelijk geen sprake van. Het zijn gedachtenkron- kels over zaken dicht bij huis, als het verkeer, de natuur, haar zoontje en liefde. Vaak naar het lijkt alleen bestemd voor vrienden en kennissen en dus niet altijd even makkelijk te volgen voor wie daar niet toe behoort. Meestal zijn de ge dichten slechts uit elkaar ge haalde verhaaltjes, waarbij de interpunctie en de volgorde van de zinnen het geheel de aanblik geven van een ge dicht. De beste versjes zijn die waarin ze haar gevoelsleven bloot legt, de slechtste waarin ze zaken becommentarieert. De kwaliteit wordt enigszins verklaard met het volgende in het boek opgenomen gedichtje: Waar zit de rem blokkade van m'n verstand of geest? Wat vandaag niet leuk of goed meer is, was gisteren nog een feest. KOOS VAN WEES Imca Marina: „Gedachten hebben krachten". Uitgeve rij Het Spectrum. Uitslui tend verkrijgbaar in de Bru- na-boekhandel. Prijs 14,90. ian Rushdie: „Midder- tskinderen". Uitgeverij Prijs 39,50 „Met mijn gebruikelijke verve ga ik deze wereld verlaten nu zij onleefbaar wordt". De laat ste door zijn zoon Claude over gebrachte woorden van de in september 1970 overleden Franse schrijver, journalist en polemist Francois Mauriac. Honderd jaar geleden werd hij geboren. Een heel arsenaal aan herdenkingen heeft in Pa rijs en zijn geboortestad Bor deaux de afgelopen maand plaats gehad en opvallend was het spontane karakter ervan. Het wonderkind Mauriac, aan wie alles lukte ("Ik ben slechts geboren voor het geluk", ver zuchtte hij ooit, toen hij een te genslag moest verwerken) blijkt de Fransen nog steeds te fascineren. Er is niet alleen een vloed aan nieuwe publica ties verschenen over zijn werk en leven, vijftien jaar na zijn dood blijven zijn boeken on verminderd hoge oplagen be halen. Van zijn bekendste en meest moderne roman Therèse Desqueyroux, uit 1927, zijn nu meer twee en half miljoen exemplaren verkocht, de vele uitgaven in het buitenland niet meegerekend. Bijna al zijn tweeëntwintig romans zijn in Frankrijk bewerkt voor de te levisie of als speelfilm uitge bracht. „Mauriac is niet in het Purga- toire (vagevuur) beland zoals zijn schrijvende tijdgenoten André Maurois of Jean Girau- doux", concludeert een Franse criticus dan ook terecht. Daar aankomen is het lot van de meeste schrijvers na hun dood. Komen ze er alsnog uit, dan zijn ze gelouterd en kan hun betekenis moeilijk meer over schat worden, evenmin trou wens als onderschat. Voor wat Mauriac betreft moeten we af wachten, want ook al zit hij duidelijk niet in het Purgatoi- re, het is te vroeg hem nu al bij de klassieken in te delen zoals sommigen met graagte beweren. Maar wat is het dat aan Mauri ac blijft fascineren? Als men na zijn dood nog aan hem zou denken, was dat misschien op grond van zijn journalistieke werk, meende Mauriac zelf. „Ik ben de chroniqueur van een uitstervende klasse", daar bij doelend op de katholieke bourgeoisie die zijn psycholo gische romans bij voorkeur las. De grootste Franse polemist' van deze eeuw is hij genoemd. Twintig jaar lang schreef hij in Le Figaro, met een korte on derbreking in de jaren vijftig voor het blad L'Express, zijn befaamde Bloc-Notes, een vlijmscherp gepassioneerd commentaar op de Franse po litiek en aanverwante zaken, doorspekt met zijn eigen bele-% venissen. Vrijwel alle belang rijke Franse politici hebben hun beurt bij hem gehad. Over de „playboy" en op adeldom gespitste Giscard zei hij ooit: „Wat Giscard interesseert, is d'Estaing. Wat d' Estaing inte resseert, is Giscard". Voor Mit terrand heeft hij een zwak. Mitterrand met zijn hang naar grootse daden deed hem den ken aan de ondernemende Rastignac uit Balzacs Comedie Humaine: „Het is een jongen uit een roman, ik bedoel een echte romanfiguur!" Van de centrumpoliticus Jean Leca- nuet die in Mauriacs ogen het verval symboliseerde van de na de oorlog eens zo vooruit strevende katholieke MRP zei hij: „De partij stort ineen, met de wind van de vergetelheid worden haar restanten meege voerd en van een immense hoop blijven slechts die recla me-glimlach en die tweeën dertig tanden over". Schaterende lach De Franse avant-garde schrij ver Philippe Sollers. maakte hpm dikv'ijls in ziin Parij- se appartement aan de rue Theophile Gautier, „het nest van waaruit hij zijn pijlen af schoot". Sollers herinnert zich Mauriac als de man met de breed schaterende lach, de hand voor de mond, terwijl hij snel de kranten doorneemt waar hij weer eens het mik punt is van laster, niet alleen hijzelf overigens maar ook de door hem gekoesterde God, die, zoals Sollers zegt, ongrijp baar is, wreekt, maar ook zachtmoedig is. Van de lach kon hij plotseling vervallen in de ernst, de stilte. Wat Sollers noemt de toon a la Pascal, door Mauriac zo hogelijk be wonderd. Hij is scherpzinnig, amusant, grootmoedig en vin nig. De Australische journalist Keith Goesch heeft onder de titel Les Paroles restent uit spraken uit interviews, de Bloc Notes en de memoires naar thema gebundeld. Ook deze memoires, Mémoires In térieurs en Nouveaux Mémoi res Intérieurs die een hoogte punt in zijn werk vormen, zijn herdrukt evenals de grote bio grafie van Jean Lacouture. Wat die memoires betreft, Mauriac heeft van begin af aan duidelijk gemaakt dat hij niet van plan was zijn eigen leven aan de publiciteit prijs te geven. „Aan de bron van ons zelf staan niet wijzelf, maar een heel ras en daarom heb ik niet het recht een aanslag te doen op de stilte die mijn voorgeslacht omhult". Over zijn familie zal hij dus niet spreken, maar er blijft ge noeg over. Dat zijn het com mentaar en de polemiek met schrijvers die hij confronteert met zijn eigen, diepgewortelde christelijke overtuiging. Passies Terwijl de aandacht kort voor zijn dood sterk uitging naar de Bloc Notes zijn een aantal van zijn romans opnieuw in de be langstelling gekomen. Dat geldt behalve voor Thérèse Desqueyroux met name voor L'Agneau (Het Lam), Le Noeud de Vipères (Het Adder gebroed, alle drie in het Ne derlands vertaald) en zijn laat ste, in 1969 verschenen roman Un Adolescent d'Autrefois. De romans gaan vrijwel altijd over het leven van de families met hun uitgestrekte landerij en in de Landes rond Bor deaux, waar de familie onver anderlijk de broeiplaats is van nauwelijks uitgesproken pas sies. De weergave ervan ge beurt altijd in een versluierde vorm. Het verlangen zich uit het familiekeurslijf los te ma ken dreef Mauriac in het be gin van deze eeuw naar Parijs, waar hij snel literair naam maakte. Maar echt losmaken zal hij zich nooit. De beleve nissen uit die kinderjaren zijn het hart van zijn werk, waar hij steeds naar zal terugkeren. L'Adieu a l'Adolescence maakt dat eens te meer duidelijk. In dit uit 1911 daterende en nu opnieuw uitgegeven gedicht hoort men niet de jazz-muziek van Parijs hoe verleidelijk die voor hem ook moet zijn, maar de ruisende pijnbomen uit de Landes die in zijn romans de passies registreren die niet voluit gezegd kunnen worden. Zelf noemde Mauriac ooit de psychologische roman de beste avonturenroman die er be staat. Voor Jean Touzot, Mau- riac-kenner bij uitstek, ligt het geheim van het succes van zijn boeken in het feit dat zijn per sonages in dit avontuur het geldt trouwens ook voor Mau riac zelf na alle dwaalwe gen die hen leiden langs de af grond van het bestaan, weer thuis komen. Met andere woorden: zij kun nen weer aan een schone lei Franpois Mauriac. beginnen. Wel bleef de twijfel aan die goede afloop een leven lang aan hem knagen. Hij zet te die twijfel om in een boei end, veeleisend engagement. Geen debat of Mauriac nam daarin stelling. Het gedroomde leven uit de kinderjaren, ver beeld in de romans, werd ge toetst aan de dagelijkse reali teit, "waarvan wij nu", aldus de Mémoires Intérieurs, "de exacte en verschrikkelijke maat kennen". Het is nog steeds fascinerend van die confrontatie kennis te nemen. PAUL VAN VELTHOVEN Francois Mauriac: l'Adieu a l'Adolescence. Mémoires In térieurs. Nouveaux Mémoi res Intérieurs. Uitgave Flammarion. Keith Goesh: Les Paroles Restent. Uitgave Grasset. Jean Lacouture: Francois Mauriac. Uitgave Du Seuil.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 15