iv De Maredijkbrug: Dateert uit de vroege middeleeuwen Poezenduo Lampje en Willy Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (ol soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver- blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate van zwerldieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. Bruggen, we maken er allemaal gebruik van. Zeker in een waterrijke stad als Leiden zijn het onmisbare schakels in het wegennet. Veel aan dacht is er nooit aan de Leidse bruggen besteed. De stilte is echter al flink „verstoord" met in 1983 de verschijning van het gemeentelijke Bruggen - boek, de onlangs gehou den tentoonstelling „De Leidse Bruggen" en de wekelijkse rubriek „Overbruggen", die in middels de 100 ruim heeft overschreden. Sa mensteller en schrijver is de heer P.J.M. de Baar van het Gemeentear chief. Hij put uit materi aal dat is verzameld door een werkgroep van histo risch geïnteresseerden. Kees van Herpen tekent voor de eindredactie. De reprodukties zijn van fo tograaf Wim van Noort. Vandaag verschijnt het 109e artikel in deze serie. Nieuwkoop presenteert draaiboek winterpret NIEUWKOOP Met de winter voor de deur bie den B en W van Nieuw koop de gemeenteraad binnenkort een „draai boek winterpret" aan. De commissie openbare wer ken heeft toestemming gegeven aan dit draai boek. Na de afgelopen strenge winter wil de ge meente Nieuwkoop voor komen dat ook dit jaar de „winterpret" uit de hand loopt. Het nu opgestelde draaiboek bevat een aan tal regels voor onder meer de verkeersafwikkeling en de bereikbaarheid bij ongevallen. Tevens willen B en W het organiseren van wilde toertochten aan banden leggen. Voortaan moeten organisato ren van toertochten op de Nieuwkoopse Plassen een ver gunning bij de gemeente aan vragen. De nieuwe regels zijn in overleg met de rijkspolitie en de plaatselijke ijsverenigin- gen opgesteld. Wat betreft de veiligheidsmaatregelen denkt men aan het plaatsen van brancards op diverse punten en het inschakelen van de EHBO en de huisartsen van Nieuwkoop. Om parkeerpro blemen te voorkomen wil de gemeente parkeerbordjes voor schaatsers maken die bij schaatsweer worden opgehan gen. In de weg staande auto's zullen in het vervolg worden weggesleept. Verder worden, indien nodig, motoragenten ingeschakeld. Om de veilig heid van toertochten te ver groten zijn ook enkele regels opgesteld ten aanzien van tra jecten op het ijs. Onrust over aankomst Sint in Katwijk KATWIJK De winkeliersvereniging in Katwijk aan den Rijn organiseert dit jaar de intocht van Sint Nicolaas. Rondom de in tocht van de Goedheiligman in Katwijk was dit jaar wat gemor ontstaan, omdat de gemeentepolitie en de burgemeester een ont vangst van de Sint in zowel Katwijk aan Zee als Katwijk aan den Rijn wat te veel van het goede vonden. Ondanks alle vriendelijke bedoelingen van de bejaarde Span jaard en zijn Pieten zorgt zo'n intocht ieder jaar voor overlast en verkeersopstoppingen. Om niet de zwarte piet toebedeeld te krijgen overlegde burgemeester C.A. Bos met verschillende wijkverenigingen en winkeliersverenigingen. Omdat de voorbe reidingen voor de ontvangst van Sinterklaas bij de winkeliers vereniging in Katwijk aan den Rijn het verst gevorderd was, werd besloten de intocht dit jaar daar te laten plaatsvinden. De van overzee aankomende Sinterklaas zet bij de Koskambrug aan de Turfmarkt voet op plaatselijke bodem. Sint, paard en de Pie ten worden daar op zaterdag 23 november omstreeks half twee verwacht. LEIDEN OMGEVING EgidóiSou/iant ZATERDAG 9 NOVEMBER 1985 Wie nu over de Groene Ma- redijk tussen de Leidse Hout en de sportvelden aan de Oegstgeesterweg in de Kik kerpolder fietst, passeert bij de gele wipmolen dicht bij de Boerhaavelaan een kleine houten brug over de Poelwe tering. Hoe onaanzienlijk dit bruggetje (met een overspan ning van 2.75 meter en een doorvaarthoogte van 1.05 me ter - voor de oorlog nog 1.41 meter) thans ook is, het heeft een geschiedenis waar vele andere bruggen jaloers op kunnen zijn. Deze geschiedenis gaat terug tot de diepe middeleeuwen. De namen Morsch (Mers, moeras) en Poel (Paddenpoel, Mariënpoel) voor de streek tussen het Galgewater en de Mare (Haarlemmertrekvaart) geven wel aan dat ook al in de vroegste tijden het hier nooit erg hoog geweest is. De Morsch kon rond het jaar 1000 wellicht nog zijn over tollig water op de Rijn kwijt raken, maar nadat de afwate ring bij Katwijk steeds slech ter was geworden, terwijl de afwatering van Rijnland steeds meer bij Spaarndam plaats vond, zal al snel naar het noord-oosten gekeken zijn. Dwars door de Poel be stond reeds of werd nu ge graven een rechte afwate- ringssloot, de Poelwetering. Toch moet op een gegeven moment door de veelvuldige dijkdoorbraken van de Spaarndammerdijk, waar door heel het noordelijk ge deelte van Rijnland steeds onderliep, iemand op het idee gekomen zijn om vanaf het einde van het hoge land, de geest, bij Poelgeest, een dijkje te leggen langs de Mare tot aan de dijk die. langs de noordkant van de Rijn en Galgewater lag (de Haarlem merstraat, Morsstraat, Mors- weg en Hoge Morsweg). Hierdoor ontstond als het ware een polder, die het laagste land kon beschermen tegen al te hoge waterstan den van buitenaf. Nu heeft het leggen van dijken niet veel zin als daarin allerlei ga ten zitten voor de weteringen die nodig zijn voor de afwa tering. Daarom werd in de Poelwetering waar deze' de Maredijk kruiste een sluis ge legd, waarschijnlijk van zeer eenvoudige constructie. Eeu wenlang heeft het deel Poel wetering tussen de Maredijk en de Mare ook de benaming Stokdammerwetering ge voerd, en wellicht was met die Stokdam de sluis in de Maredijk bedoeld. Rijnsburgerweg Hoe smal en onooglijk het Maredijkje ook was, in het natte seizoen was het vaak de enige nog enigszins begaan bare landweg tussen de hoge re gronden bij Oegstgeest en de stad Leiden. Ideaal was de toestand echter niet en al snel moet het plan opgeko men zijn om een nieuwe, rechte en wat bredere weg dwars door de Poel te leggen. Na zeer veel problemen is die Rijnsburgerweg tenslotte in overstelpende mate. In 1486 werd alleen de verhoefsla- ging nader bepaald, maar in 1499 werd verboden om al lerlei zaken op de Maredijk te leggen, in 1539 werd toege staan een duiker onder de Maredijk te leggen, in 1543 werden bepalingen gemaakt over de verlegging van een vaart en het sluisje in de Ma redijk, in 1551 het onderhoud van de Maredijk vastgesteld en zo gaat dat maar door. In de periode tot 1859 heeft Rijnland zich zeker nog tien keer met de Maredijk be moeid. Zo gaf het op 11 juni 1701 nog toestemming de Stokdammerbrug, zoals de Maredijkbrug toen genoemd werd, geheel te vernieuwen. De Stokdammersluis, „die nende om het water uit de Haarlemmertrekvaart te keeren", laatstelijk ver nieuwd met toestemming van Rijnland van 12 juli 1692, verkeerde eveneens in zeer goede staat: alleen in 1856 en 1857 werd respectievelijk f 5 en ƒ5,05 aan onderhoud be taald. De Maredijk wordt omschreven als een zand- en schulpvoetpad (scheldenpad) ter lengte van 1605 meter, lo pende van de slagboom bij de Hooge Voort tot de singel bij de Marepoort. Hij werd toen onderhouden door het am bacht, door de ingelanden yan de Maredijkse polder en door de eigenaars van hui zen, tuinen en landerijen aan dat pad, elk voor een derde deel. De kosten van onder houd beliepen in de jaren 1853 - 1857 ƒ50,09, 37,25, ƒ47,62, ƒ34,45 en ƒ44,09, Zoals in die eeuwen gebrui kelijk moest dat onderhoud verricht worden door de be langhebbenden, meestal de eigenaars van landerijen in de buurt. Juist vanwege de hoge kosten zullen die lan deigenaars daar vaak proble men mee gehad hebben, en gezien het grote belang van de dijk is op een onbekend tijdstip ook het ambacht (wij zouden nu zeggen de ge meente, maar toch is dat niet helemaal hetzelfde) Oegst geest ingeschakeld om mee te betalen. Dit ambacht betaal de al het onderhoud van de Maredijkbrug en de daarbij gelegen Stokdammersluis ge heel alleen, zodat daarover niet vaak geschillen rezen. Die waren er des te meer waar het de „verhoefslaging" (verdeling in door daartoe aangewezen personen te on derhouden gedeelten) van de Maredijk betrof. De vaststel ling van die hoefslagen ge beurde door het Hoogheem raadschap van Rijnland. De gegevens die hierover in de archieven van Rijnland bewaard gebleven zijn, gaan meestal niet verder terug dan het jaar 1400. Vanaf 1451 zijn er hoefslagen van de Mare dijk bekend, en dat in een voor die tijd niet onaanzien lijke bedragen. Overdracht Rijnland had de ambachtsbe sturen gevraagd hoe ze ston den tegenover de overdracht van. het onderhoud aan bij voorbeeld de gemeente en de opheffing van het ambacht. Het ambachtsbestuur van Oegstgeest voelde daar niets voor, maar in Den Haag inte resseerde eigenliefde en be wustzijn niemand iets en d;is werd de opheffing toch door- gedramd. In 1859 werd de Maredijk overgedragen aan de gemeente Oegstgeest en de Maredijkbrug met Stok dammersluis aan Rijnland. Rijnland heeft dus sedert 1859 de brug onderhouden. De sluis is nog in de negen tiende eeuw verdwenen, wel licht omdat door de bouw van grote stoomgemalen het waterpeil steeds beter onder controle gehouden kon wor den. De Maredijkbrug kon niet gemist worden, zodat Rijnland deze wel moest blij ven onderhouden. Dat gaf vooral in de oorlogsjaren pro blemen. Eind 1944 werd de brug door houtrovers ge sloopt. Dit werd door de poli tie gesignaleerd en aan de (NSB) burgemeester doorge- feven. Deze maakte zich lijkbaar bezorgd over een eventuele evacuatie van de burgerbevolking van de stad en aan de Gemeentewerken werd opgdragen een con structietekening te maken van een nood-bruggetje met een draagvermogen van on geveer 2000 kg. De overspan ning zou 4.85 meter worden bij een doorvaarthoogte van 1.10 meter. Gemeentewerken had de fir ma Gebr. Mulder van zaag molen De Herder gevraagd daar het hout op te mogen slaan omdat als het nodig was dicht bij de hand te heb ben, maar deze deelde mede dat er niet voor ingestaan kon worden dat het hout niet ontvreemd zou worden. Het moest namelijk in een open loods gelegd worden bij ge brek aan afsluitbare ruimte. Daarom werd voorgesteld het benodigde hout voorlopig op een stapel op de Stadstim- merwerf gereed te leggen, maar uiteindelijk is er hele maal niets van terecht geko men. Na de bevrijding werd aan de herbouw een lage prioriteit gegeven, maar in 1945 of 1946 zal de brug toch wel weer herrezen zijn. Die laatste oorlogsperiode had voor de molen bij de brug en de Marendijkse polder de no dige gevolgen. Overigens stond die molen op een plekje met een al lan ge historie. In 1632 werd op het hoekje van de Maredijk en Stokdammerwetering door de stad een wipvolmo- len gebouwd. Deze kreeg la ter de naam „De Grauwe Munnik". Op 2 juni 1663 werd hij verkocht aan Peter Cornelisz. van der Valck en Andries Mattheusz. van Blijs- wijk. Na het inzakken van de textielindustrie werd deze molen als zovele overbodig en uiteindelijk gesloopt. We gens belastingschulden werd op 8 juli 1752 het huis, schuur en erf waarop De Grauwe Munnik" gestaan had ver kocht aan Jan Cornelisz. Bronsgeest voor 351,-. Deze was eigenaar van de zaagmo lens iets verderop aan de Ma redijk; nog in 1804 was dit perceel land eigendom van de familie Bronsgeest. Oude polder De polder Marendijk is vrij oud: de eerste molen werd in 1566 gebouwd ter vervanging van twee paardenmolens (roswatermolens). De huidige molen schijnt volgens een in de molen ingehakt jaartal te dateren uit 1735. Wel moet hij toen op een andere plaats M W Ci nt k( i di >rde I ep I he I zod gebouwd zijn, zoals uit orwu.v. hierbij afgebeelde kaart doi laadl Pieter van Campen bliiktj ook was hij toen nog rood verfd. In het begin van vorige eeuw zal hij zijn naar zijn huidige Op 25 september 1867 de technisch ambtenaar Rijnland J. Kros (na overig met molenmaker Meiman i Warmond) een rapport over de wenselijkheid het combineren van de M rendijkse polder en de Kil kerpolder, zodat het molent van de Kikkerpolder kc verdwijnen. Hiertoe flBH der de Poelwetering c ker gelegd moeten worde hetgeen 500,- vergde, schoepen van het schepri verbreed worden en de molen wat opgevijzeld, hij meer capaciteit kreeg, g raamd op 1.500,- en het ve wijden van een sloot ovi een lengte van 290 meter ervol\ 300,-. Het totaalbedrag v; 2.300,- is wellicht de red< fASS geweest dat er uiteindeli ersla niets van gekomen is. Het wipmolentje bemaalt tot 1930 de polder. Het besli ar) om hem van electriscl iriss€ hulpkracht te voorzie ifasse 1912 spral g viel eerst op 23 api,ntui t AWtcc.ua.». J dat de installat leine op 17 oktober 1930 beproe en ei kon worden. De gevolgt oor 2 voor de molen openbaardt en n zich onmiddelijk: alle onde j houd werd gestaakt. Op maart 1935 kreeg de secret aKen ris van het polderbestuur ee ie h' wat nijdig briefje van ing e da; land P. Mulder: „Mag ik et C eens even onder het ot orm( brengen de toestand van dt Maredijkpoldermolen na t laatste hevige oosterstorn|enaa wind. Moet de molen nt'OOrc langer zo onttakeld blijven wuw zouden we niet eens vergad e 0, ren wat ons te doen staat?" Veel heeft het vergadert niet opgeleverd; eerst op en' maart 1942 kreeg W.J. De! ker, molenmaker te Hazei woude, opdracht or groting te maken, duurde het nog tot ber 1944 voor bij Y.J. Vries zeilmakerij op iogei Kaag, vier molenzeilen vo ubsid 225,25 besteld werden. E Loi gin 1945 begonnen houtr van o vers al met hier en daar w veet weg te breken; zelfs ontzage ittgev zij zich niet de duiker ond e zijn de Poelwetering te forcere Iruk waardoor er water in de po liere der liep. Na veel probleme chikt werd een en ander weer ojian gelost. In 1952 werd opnieu' est gepraat over restauratie eneen) nadat de ingelanden daarmt op 30 april ingestemd ha< den, verspijkerde moleni ker De Gelder voor ƒ5." in dat jaar aan de mole Omdat de polder ontpoldei werd, nam de gemeente Le den per 1 april 1970 de mole Sedertdien is hij al d verse malen gerestaureerd hersteld en daaraan is het danken dat hij nog steeds e fraai accent bij de Maredij! brug vormt. "I azeiDe pr aariachtif strei Rott Naa: Burj brie echtpaar, waarvan de kind bij ren reeds de deur uit zijn, plaatst kunnen worden, -"ze mensen moeten de po i dan wel naar buiten ku Uiteraard moeten eerst wennen in het nieu\ huis, maar als die perioi achter de rug is dan is voor moeder en dochter noodzakelijk, dat ze de straj den of tuin in kunnen. Kasimir Kasimir, de Afghaan vj rige week, heeft nog huis gevonden. Wel hebb er veel mensen gebeld, ma uiteindelijk durfde toch mand het aan. De hond genlijk meer geschikt kenners, want bij Afghan heeft men echt een hand! ding nodig. Zijn haren ten elke dag gekamd word en als dat niet volgens zijn f sen gebeurt dan laat Kasin de tanden zien. Mensen veel overwicht en enige varing met dit soort honde kunnen zich nog steeds den bij het asiel. 1395 tot stand gekomen, waarna de Maredijk nog slechts diende voor het min der belangrijke verkeer, zoals dat van de boeren die daar hun landerijen hadden. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er dus geen onderhoud meer nodig was. Eerder integen deel; de dijk vergde zeer veel onderhoud. Foto onder: De Maredijkbrug en de Maredijkmolen die bij een flinke wind heel wat wa ter op de Poelwetering uit slaat; in de verte houtzaag molen De Herder. Aquarel door J.E. Kikkert, ca. 1875. LEIDEN Alweer een poezenduo in de krant. Dit keer zijn het de poe zen Lampje en Willy. Moeder en dochter. Moe der Lampje is negen jaar en dochter Willy is zeven jaar oud. Zij werden on geveer twee maanden geleden naar het asiel gebracht. De baas van Lampje en Willy ging van een huis met een tuin verhuizen naar een flat en omdat de poezen gewend waren steeds buiten te lopen, gaf de verhuizing vóór de hari ge viervoeters wat pro blemen. Aldus beland den Lampje en Willy in het asiel van Wil Tiele aan het Besjeslaantje. Bij een poging om een broei en zus poes via deze rubriek aan de man of vrouw te brengen, vonden ook nage noeg alle andere duo-poezen een nieuwe baas. Bijna alle maal, behalve Lampje en Willy. Toen waren de gega digden op. Toch zijn Lampje en Willy erg lieve en mooie poezen. Daarom wordt er vandaag via deze rubriek nog maar eens een poging ge daan. We beginnen met moeder Lampje. Ze is in pikzwarl met een enkel wit stipje uit gevoerd. Ze is erg lief, maar ook gesteld op privacy. Een beetje schichtig zelfs ten op zichte van vreemden. Men- Lampje en Willy met verzorger Koos voor de deur van het asiel. sen moeten Lampje dus eersl rustig benaderen en niel Elotseling optillen. Erg aan- alig is ze ook niet. De poes is misschien niet zo geschikt voor een gezin met kleine kinderen. Willy daarentegen is juist een erg aanhalig type. Ze is lief en aanhankelijk en zpu wel heel goed met kinderen over weg kunnen. Het is een echte knuffelpoes. Willy heeft een cypers uiterlijk. Doordat de poezen zo ver schillend van karakter zijn, zou het natuurlijk voor de hand liggen, dat er voor bei den een andere baas gezocht zou worden. Lampje zou zich firima thuis voelen bij een al- eenstaande of een echtpaar. Willy zou zich prima thuis- voelen bij een druk gezin met kinderen. Toch zijn de poezen erg aan elkaar ge hecht. Ze zijn tenslotte al ze ven jaar samen en Wil Tiele zou het wel leuker voor ze vinden als ze samen naar één baas gingen. Lampje en Willy zouden het best bij een al leenstaande of een echtpaar zonder kinderen of een ouder Foto links: Detail uit een plat tegrond van de erven van de molens De Hooiberg en De Herder door Pieter van Cam pen, 1778; links de Maredijk molen op zijn oude plaats, rechts paltrok-houtzaagmolen De Herder; in het midden de Maredijkbrug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 14