a vijf jaar is het CDA zichzelf geworden
'ont (FNV): Werkgevers hebben
»aat bij een hoge werkloosheid
Gasbaten: gegoochel met cijfers
CfiidócSoutant
STEENKAMP KREEG NIET HELEMAAL GELIJK i
Politiek
/Partij
Parlement
CC
iPAGitlNNENLAND
ZATERDAG 12 OKTOBER 1985 PAGINA 5
;N HAAG „De machtsbasis is
,ct gebleven. Afzonderlijk en
»t elkaar vechtend waren we te
inde gegaan. We zouden zijn
1". Aan het woord is
i!7 Dick Kuiper, oud-vice-voorzit-
van de Anti-Revolutionaire Par-
ter gelegenheid van het eerste
:rum van het CDA. Gisteren, 11
iober, was het precies vijf jaar ge
len dat KVP, ARP en CHU in het
gse Congresgebouw officieel sa-
insmolten tot het Christen-Demo-
itisch Appèl.
opmerkingen van Kuiper, thans Eer-
■Kamerlid voor het CDA, zijn des te
Tierkelijker, omdat juist de ARP haar
We best heeft gedaan het ontstaan
het CDA te vertragen. Onder leiding
k Willem Aantjes begonnen de anti's in
J midden van de jaren zeventig de
|rs te wantrouwen, die KVP en CHU
Iden varen. Zij vreesden een „afglijden
Ir een behoudende centrumpartij" en
lbeerden dat te voorkomen door seher-
I eisen te stellen aan de zogeheten
jndslag van het CDA.
Lr Aantjes vergiste zich in de wil van
zijn achterban. Wanneer het er echt op
aankwam, vond de meerderheid van de
AR-partijraad het samen optrekken met
de beide andere confessionele partijen be
langrijker dan het bedrijven van evange-
liseh-bevlogen politiek. Dat was zo in
1977, toen het erom ging of men met één
CDA-lijst aan de verkiezingen zou deelne
men, en dat was zo in 1979, toen de fusie
datum moest worden vastgesteld. Aantjes
was toen dl van het politieke toneel ver
dwenen. na publicaties over gedragingen
van hem in de oorlog, maar prof. Bob
Goudzwaard had de fakkel overgenomen.
In het boek „De Groei naar het CDA ge
publiceerd door de partij zelf, wordt de
houding van de AR-achterban onder meer
verklaard vanuit „een goed ontwikkeld
gevoel voor het electorale motief". Waar
de leiders van de ARP zich destijds nog
lieten verblinden door een op dat moment
electoraal niet slechte positie, voelden de
„kleine luyden" zelf instinctief aan dat er
toch iets moest gebeuren, aldus het boek.
De gunst van de kiezer kon alleen behou
den blijven door een bundeling van
krachten.
De top van de KVP en later ook die van
de CHU, welke partijen bij elke verkie
zing verder afkalfden, waren zich daar al
lang van bewust. „Zij achtten het vol
strekt legitiem een georganiseerde christe
lijke invloed in de politiek 2oveel moge
lijk veilig te stellen," zegt het CDA-boek-
werk. Prof. Kuiper is er het levende be
wijs van dat in elk geval een deel van de
voormalige AR-top de juistheid van die
stelling inmiddels ook erkent.
Bandwaggon
Wat heeft nu het CDA dat KVP, ARP en
CHU elk afzonderlijk niet meer hadden
en wat kiezers aantrekt? De Amerikanen
hebben daar een mooie uitdrukking voor:
het „bandwaggon-effect". Daarmee wordt
bedoeld de neiging van mensen met de
muziek mee te gaan. Maar die muziek
moet natuurlijk niet snel gaan vervelen,
anders zijn de volgers zo weer verdwenen.
Welnu, daar zorgde de eerste CDA-lijst-
trekker wel voor, mr. A.A.M. van Agt.
Wat er ook op zijn manier van politiek be
drijven viel af te dingen, je kon niet zeg
gen dat hij saai was. Zelden zal de belang
stelling voor het gebeuren rond de Hofvij
ver zo groot zijn geweest als ten tijde van
dekselse Dries met zijn racefiets. En het
electorale succes bleef niet uit. In 1977
veroverde het CDA 49 zetels ofwel één
meer dan KVP. ARP en CHU bij de voor
gaande verkiezingen, in 1972, hadden ge
boekt.
Eén zetel winst. Nu lijkt dat niet veel,
maar acht jaar geleden werd dat heel an
ders ervaren. De al besproken afkalving
van de christelijke partijen bleek inder
daad tot staan gebracht. Nadat zij van
1963 tot 1972 een derde van hun aanhang
hadden verloren, boekten zij nu weer
winst. Maar een paar jaar later begon het
verval opnieuw, eerst in lichte mate (1981:
48 zetels) maar toen weer in een wat ho
ger tempo (1982: 45 zetels). Door het uit
treden van de leden Scholten en Dijkman,
gedurende deze kabinetsperiode, zitten er
nu nog slechts 43 christen-democraten in
de Tweede Kamer.
Bloedgroepen
CDA-voorzitter Piet Bukman verklaart
dat uit het feit dat Van Agt weliswaar een
groot stemmentrekker was maar er niet in
slaagde het CDA tot een politieke eenheid
te smeden. Bukman wijst op het ver
schijnsel van de loyalisten, de tien
CDA'ers die het kabinet-Van Agt-Wiegel
slechts wilden gedogen. De premier slaag
de er niet in de twee groepen in het CDA
tot elkaar te brengen. Bukman wijst erop
dat Van Agt eerder polariserend dan ver
zoenend werkte. Veel mensen in het CDA
zeiden het ronduit: „We lusten Dries
niet".
Helemaal terecht was die kritiek overi
gens niet. Van Agt moest als leider optre
den in een tiid dat KVP, ARP en CHU
voorlopig slechts op papier één waren. Na
11 oktober 1980 veranderde dat nog niet
wezenlijk, doordat dankzij de fusieproto
collen de beruchte „bloedgroepen" kon
den ontstaan. Zo kwam de CDA-aanvoer-
der vaak in zijn eigen partij in de kou te
staan, bijvoorbeeld in 1981 toen het ging
om de keus van de coalitiepartners).
Lubbers
Ruud Lubbers heeft het van meet af veel
gemakkelijker gehad. Ten eerste werd het
hernieuwen van de coalitie met cje VVD
hem niet persoonlijk aangerekend. Van
Agt was immers pas vertrokken, nadat die
samenwerking zeker was geworden. Bo
vendien lag het niet voor de^hand dat het
CDA na het échec van de samenwerking
met Den Uyl en Terlouw weer met de so
ciaal-democraten in zee zou gaan. Maar
nog belangrijker voor Lubbers' kans van
slagen was waarschijnlijk dat vrijwel alle
CDA'ers overtuigd waren geraakt van de
noodzaak van sanering van de economie.
In die tijd raakten per maand zo'n vijf
tienduizend mensen hun baan kwijt.
Die omstandigheid maakte het Lubbers
mogelijk een draconisch regeerakkoord te
sluiten en bovendien de beide fracties met
handen en voeten daaraan te binden. Die
combinatie van 1) coalitie met de VVD, 2)
hard beleid en 3) geen vrijheid van han
delen voor de CDA-fractie moest natuur
lijk ook de nieuwe leider problemen ople
veren. De linker vleugel zou op zeker mo
ment gaan rebelleren. Maar in plaats van
verzwakt, zoals Van Agt, kwam Lubbers
versterkt uit de strijd. Na de „uitdrijving"
van Scholten en Dijkman in december
1983 zat de schrik er bij de overige ex-loy
alisten zozeer in, dat er sindsdien niets
meer van hen wordt vernomen.
Het CDA opereert nu als een eenheid,
waardoor de partij voor het eerst echt niet
meer behoeft te buigen, niet naar links,
niet naar rechts. Het CDA is zichzelf ge
worden, zei Lubbers onlangs. Dat de koers
daardoor wat behoudender moest worden
(kernenergie, kruisraketten, geen maatre
gelen tegen Zuid-Afrika) was onvermijde
lijk. Het overgrote deel van het (daar
door0) weer groeiende CDA-electoraat wil
dat kennelijk, zo blijkt uit elk onderzoek.
In dat opzicht heeft prof. Piet Steenkamp,
de vader van het CDA, zich vergist, toen
hij in oktober 1980 zei dat er in de nieuwe
partij „ruimte moest zijn voor aan één
kant iemand als Van Leijenhorst en aan
de andere kant iemand als Jan Nico
Scholten".
RIK IN 'T HOUT
fCKAN VRESELIJKE DINGEN ZEGGEN EN TOCH INDRUK GEVEN DAT HET REDELUK IS
De Rijk
verkil
ke ma;
var
i zijn
toor
liet
rl Man
taire d<
erskla:
en hlii
e, omd;
euractii
en. Ovi
naar
art"
spijl£k
afgelopen week openden
werkgevers een nieuwe
val op het proces van
ïidstijdverkorting. Het
Iden- en kleinbedrijf
lagde zijn nood over de
eite die het nu al kost
taande vacatures op te
illen, de 750.000 werklozen
spijt. VNO-voorzitter
n Lede onthulde dat hij
i opzichte van
.tenlandse ondernemers
oord
„arbeidstijdverkorting" niet
eens meer in de mond durft
te nemen uit angst voor
repercussies.
Toch lijkt het in 1986 erop of
eronder te worden voor de
atv en de daaraan
gekoppelde herverdeling van
arbeid. De gunstige
koopkrachtontwikkeling laat
inleveren voor dit nobel doel
immers meer dan ooit toe,
maar tegelijkertijd worden
voor 1987 nu al zulke
omvangrijke tegenvallers
voorzien dat een verdere
stap naar een kortere
werkweek in dat jaar
onwaarschijnlijk moet
worden geacht. Ook de
vakbeweging realiseert zich
dat 1986 het jaar van de atv
zal moeten worden, ook al
blijven de werkgevers zich
ertegen verzetten. Onze
sociaal-econom ische
redacteuren Marga Rijerse
en Arjen Broekhuizen
spraken met de nieuwe
voorzitter van de FNV, Hans
Pont. Hij hoopt vurig dat het
kabinet volgende week
tijdens de algemene politieke
beschouwingen in de Kamer
zijn stem zal verheffen en
duidelijk zal kiezen voor de
strijd die de vakbeweging
wil blijven voeren om werk
en vrije tijd eerlijker over de
bevolking te verdelen.
IN HAAG „Werkgevers
iden arbeidstijdverkorting
woon lastig". Dat is volgens
is Pont de voornaamste re-
voor hun verzet. „Ze wil-
kunnen blijven selecteren
een groot arbeidsaanbod,
zekere zin hebben ze dus
t bij een hoge werkloos-
d Het werkt trouwens ook
1 gemakkelijker met min-
mensen. Das een stuk
üjerzichteliiker.Waarom zou
dan proberen de één wat
nder te laten werken en
is^arnaast een ander aan te
Dat is vervelend",
met zijn haast spreekwoor-
lijke redelijkheid vervolgt
FNV-voorzitter: „Ik zou
zo denken als ik werkge-
was. Als ondernemer be-
nk je geen arbeidstijdver-
rting en herverdeling van
aeid om makkelijker te kun-
functioneren. Je moet die
dan ook meevoelen als
maatschappelijke nood-
waarvoor je je hebt in te
:ten. Dat doen de werkge-
rs te weinig".
wordt de opvolger van
Kok afgeschilderd als de.
itesgeworden redelijkheid,
heb zelf ook gemerkt dat
vreselijke dingen kan zeg-
n en dan toch nog het idee
achterlaten dat het rede-
was". erkent Pont. Dat
kennelijk toch te maken
et de manier van kijken,
ten, je omgang met men-
Left 1
ketlndermaats
nolgende week vindt een van
de belangrijkste kamerdebat
ten van het jaar plaats: de al
gemene beschouwingen over
de kabinetsplannen voor 1986.
Pont verwacht dat ckt debat de
zwakke plekken van het rege
ringsbeleid zal blootleggen.
„De regeringspartijen zullen
het nu voorgestelde niet zon
der meer accepteren. Maar of
dat uiteindelijk tot resultaat
zal hebben dat de regering
meebuigt, weet ik niet. We
hebben drie jaar kabinet-Lub-
bers achter de rug en we we
ten dat het meebuigen maar
mondjesmaat gebeurt".
„Ik denk dat door veel kamer
leden het zogenaamde derde
spoor van het kabinet (het
werkgelegenheidsbeleid) als
ondermaats zal worden be
schouwd. Het kabinet stimu
leert de bevordering van het
proces van korter werken en
herverdeling van arbeid veel
te weinig. En dat hebben we
nou eenmaal nodig, naast een
gezonde economische ontwik
keling natuurlijk. De regering
is te gemakkelijk meegegaan
met de pessimistische ver
wachtingen van het Centraal
Planbureau dat er voor 1988
maar één procent arbeidstijd
verkorting in zit. Men heeft
nagelaten te zeggen dat dit ver
beneden de maat is. Voor ons
moet het zeker 2,5 procent
zijn".
Pont hoopt dat het kabinet, al
dan niet gedwongen door hel
parlement. zich volgende
week nadrukkelijk vóór het
doorgaan met arbeidstijdver
korting zal uitspreken. „Het
gemak waarmee men zich
heeft neergelegd bij de sombe
re voorspelling van het Plan
bureau zou erop kunnen wij
zen dat men te weinig druk
wil uitoefenen op de werkge
vers of misschien zelfs te veel
begrip heeft voor het werkge
versstandpunt". vreest Pont.
Hij wijst er realistisch op dat
dit onderwerp zich niet leent
voor grote arbeidsconflicten.
„Er is een groot verschil tus
sen het steunen van een beleid
en de bereidheid tonen voor
dat beleid ook een roerige pe
riode in te gaan. Acties, zoals
we die in het najaar van 1983
hebben gevoerd, waren toen
erg nodig, maar ze zijn wel per
definitie bestemd voor het al
leruiterste geval".
„Begrijp me goed: ik ben niét
voor dwingende maatregelen
van de zijde van de overheid.
Het gaat mij meer om het
scheppen van een gunstig kli
maat. Als de regering haar
zorg zou uitspreken over de
ontwikkeling rond herverde
ling van werk in het bedrijf
sleven en oproept daar echt
wat aan te doen, zou dat be
paald klimaatbevorderend
zijn".
Achter de wagen
Pont zegt op elk inhoudelijk
bezwaar dat de werkgevers te
gen verdergaande werktijd
verkorting aanvoeren een ant
woord te hebben. „Arbeidstijd
verkorting zou bijvoorbeeld
kunnen leiden tot produktie-
vermindering, zegt men. Tja,
als dat zo zou zijn, span je het
"ilJSKEEN WISKE
sring.
en be'
ag zor
een zii
p te
paard achter de wagen. Dat
vinden wij ook. Het is bezijden
de waarheid te beweren dat de
vakbeweging zich daar niets
van zou aantrekken. We heb
ben dit zelfs als een randvoor
waarde opgenomen in ons be
leid. Atv mag natuurlijk nooit
het produktieniveau of de con
currentiepositie aantasten!".
„Het gaat hier alleen maar om
de vraag: hoe besteed je de fi
nanciële ruimte die in bedrij
ven ontstaat als gevolg van
produktiviteitsstijging en van
toenemende winsten?", meent
Pont. „Daar moet je toch iets
mee doen. Er zijn jaren ge
weest dat we er voornamelijk
de materiële positie van werk
nemers mee wilden verbete
ren. We willen nog steeds over
die ruimte onderhandelen,
maar dan in de eerste plaats
voor een ander doel, namelijk
voor het scheppen en herver
delen van werk",
„Op de positie van het bedrijf
sleven heeft dat helemaal geen
invloed", benadrukt de FNV-
voorzitter. „Het is hooguit wat
lastig, maar het idee dat daar
door de economie zou worden
afgeremd, is echt een misvat
ting. Zou dat wél juist zijn, dan
is korter werken voor de vak
beweging toch ook niet inte
ressant? Integendeel. Dan zou
je aan de ene kant een beetje
werk zitten te herverdelen,
terwijl je aan de andere kant
bezig bent werk af te breken.
Dat kan nooit het doel van de
vakbeweging zijn".
In de pas
Werkgevers beweren ooK
vaak dat we niet uit de pas
mogen lopen met het buiten
land. Om die réden durft
VNO-voorzitter Van Lede het
woord arbeidstijdverkorting
tegenover Japanners bijvoor
beeld al helemaal niet meer te
gebruiken. Zelfs 36 uur per
week werken gaat hem al te
ver. Ook hier heeft Pont een
helder weerwoord op: „Al zou
den we een 32-urige werk
week invoeren! Wat dan nog?
Wat kan het bijvoorbeeld
Duitsland nou schelen dat wij
voor een bepaalde klus 5 men
sen 32 uur aan het werk heb
ben en zij 4 mensen veertig
uur. Ik zie daardoor geen pro
blemen ontstaan. Zo'n argu
ment vind ik echt gezocht".
Pont vindt de uitgangspositie
van de FNV heel zuivér.
„Daar kan het probleem niet
zitten. Echte problemen willen
we ook oplossen. Als we bij
voorbeeld een 36-urige werk
week overeenkomen, dan ver
plichten we ons om gezamen
lijk met de werkgevers de
moeilijkheden die dan kunnen
ontstaan uit de weg te ruimen.
Neem de schaarste aan bepaal
de categorieën werknemers of
de scholingsproblemen. Waar
die problemen zich voordoen
gaan we niet eerder over tot
de invoering van de 36-urige
werkweek vóór die zijn opge
lost".
Ook voor de organisatorische
problemen heeft Pont veel be
grip. Hij wijst erop dat hij daar
als FNV-voorzitter ook zelf
mee te kampen heeft. „Econo
men en juristen die bij ons
werken heb ik dagelijks nodig,
maar ook voor hen geldt een
kortere werkweek. Dan moet
je wel flexibel opereren. Kor
ter werken kan ook op ver
schillende manieren worden
gerealiseerd. Via het zogehe
ten „opfrisverlof" bijvoor
beeld. Wij bieden de mogelijk
heid maatwerk te leveren. We
willen' geen rigide 36-urige
werkweek voor iedereen en
vervolgens een week van 32
uur. Doelmatigheid moet troef
zijn".
Alle organisatorische proble
men, waar de werkgevers zo'n
ophef over maken, zijn vol
gens Pont best op te lossen.
„De enige moeilijkheid die ik
niet kan oplossen is onwil. Ik
ben gevoelig voor alle echte
argumenten van de werkge
vers. Niet voor onwil", zegt
Pont met nadruk. „De werk
geversorganisaties willen niet
centraal overleggen over kor
ter werken. Tegelijk voeden ze
de weerstanden tegen arbeids
tijdverkorting die al bij hun
leden leven. Dat is toen iets
anders dan uitvoering geven
aan het stichtingsakkoord van
1982", luidt het verwijt van de
FNV-voorzitter.
Ook overheid
Wat voor de werkgevers op
gaat wil Pont in dezelfde mate
laten gelden voor de overheid.
Die wil in 1986 pas op de
plaats maken met arbeidstijd
verkorting. „Jammer, maar
wel begrijpelijk", is het genu
anceerde oordeel van de voor
malige ambtenarenleider. „De
herbezetting bij de overheid
was tot nog toe veel groter dan
in het bedrijfsleven en het
kostte ook veel meer. Toch
willen we ook hier doorgaan
met korter werken, maar dan
onder dezelfde voorwaarden
als in het bedrijfsleven en met
behoud van koopkracht. Dat
betekent dat er financiële
ruimte voor gemaakt moet
worden. Die kan overigens
minder groot zijn naarmate
men in het bedrijfsleven koop
kracht inlevert voor korter
werken", beklemtoont Pont.
„Ik vroeg eerder in dit ge
sprek om een klimaatverbete
ring. Welnu, de beste moge
lijkheid die de overheid heeft
om het klimaat wat te verbete
ren is door zelf het voorbeeld
te geven en wat te doen in
haar eigen rol als werkgever.
Tot nu toe heeft de overheid
voorrang gegeven aan vermin
dering van de collectieve las
tendruk boven herverdeling
van arbeid in de overheidssec
tor. Dat is een kwestie van
prioriteit die het kabinet ove
rigens consequent zo heeft ge
legd. Dat de werkgevers in het
bedrijfsleven gebaat zijn bij
een groot arbeidsaanbod kan
ik mij nog voorstellen. Voor
hen telt vaak vooral het tempo
waarin een vacature kan wor
den vervuld. Maar van een
verantwoordlijke overheid
verwacht ik wat anders. Het
werkgelegenheidsbeleid is de
zwakke plek in de voorne
mens voor 1986. Ik hoop dat
die plek volgende week wordt
versterkt".
(Van onze sociaal-
economische redactie)
DEN HAAG Kunnen
ze op Financiën en Econo
mische Zaken dan niet re
kenen? Deze vraag dringt
zich onweerstaanbaar op
bij eenieder die de laatste
informatie van minister
Ruding (financiën) over
de gasbaten van de over
heid aan de Kamer tot
zich neemt. Informatie die
werd verschaft in ant
woorden op vragen over
's rijksbegroting met het
oog op de algemene poli
tieke beschouwingen van
volgende week.
Op het eerste gezicht geven de
cijfertjes van Ruding een voor
het kabinet gunstig beeld. In
het regeerakkoord van het ka
binet-Lubbers werd in 1982
verwacht dat er tot 1987 87,3
miljard gulden binnen zou ko
men uit gasverkopen. Volgens
de laatste verwachtingen
wordt dat 84,4 miljard gulden.
Een verschil dus over vier jaar
van 2,9 miljard gulden, per
jaar 750 miljoen gulden.
Wie zich de jaarlijkse bezuini
gingsslag voor de geest haalt
zal zich verbazen over het be
drag van 750 miljoen gulden
per jaar. Was het immers niet
steeds dezelfde Ruding die
repte over miljarden tegenval
lers voor de overheid als het
ging om inkomsten uit gasver
kopen? Tegenvallers die wer
den aangegrepen om telkens
evengrote bezuinigingen als
noodzakelijk te presenteren?
Paniek
De oorzaak van Ruding's pa
niek wordt veroorzaakt door
de mate waarin de overheid
zelf in staat is de gasbaten juist
in te schatten. Bij de start van'
het kabinet-Lubbers lag er een
miljoenennota waarin stond
dat de gasbaten in 1983 28,4
miljard gulden zouden zijn.
Het werd 18,5 miljard gulden,
een verschil van maar liefst
9,9 miljard gulden. Een reeks
extra ombuigingen was het re
sultaat.
Voor de gasbaten in 1984 be
stonden soortgelijke ramingen.
In 1982 werd gerekend op in
komsten voor de overheid uit
gasverkopen voor een bedrag
van 31,2 miljard gulden. Het
kabinet-Lubbers stelde die ra
ming eerst neerwaarts bij tot
21,2 miljard gulden om vervol
gens op 18,35 miljard gulden in
te zetten. Het werd 20,5 mil
jard gulden, iets meer dus,
maar toch moest et opnieuw
fors extra worden bezuinigd.
Het afgelopen jaar eenzelfde
liedje. In 1981 werd voor 1985
een bedrag van 32,2 miljard
gulden verwacht uit het gas.
Het huidig kabinet verlaagde
die raming eerst tot 17,6 mil
jard gulden om hem vervol-
fens weer te verhogen naar
0,6 miljard. Het werd 23,1
miljard, 2,5 miljard gulden
meer.
De cijfers lijken een zelfde
richting heen te wijzen. De
ambtenaren op Financiën en
Economische Zaken kunnen
niet rekenen. Daarover valt
echter moeilijk te oordelen.
Wel staat vast dat de praktijk
het rekenwerk van de ambte
naren onderuit haalt. De die
naren van de rijksoverheid
kunnen kennelijk die praktijk
niet juist inschatten. Ter ver
duidelijking is het goed de ma
nier waarop de gasbaten wor-.
den ingeschat uit de doeken te
doen. Op basis van een inge
schatte dollarkoers en een ver
wachte afzet worden de cijfer
tjes ingevuld. Een zeer wanke
le basis. Zq wordt de gasafzet
mede bepaald door het weer
en de industrieële bedrijvig
heid.
Ten aanzien van de dollar
koers doet zich hetzelfde voör.
De ambtenaren berekenen een
gemiddelde koers voor het ko
mende jaar. Een afwijking met
tien cent van die voorspelde
koers betekent een veèschil in
de gasbaten voor de overheid
van 500 miljoen gulden. Aan
gezien de dollarkoers sterk be
paald wordt door de toestand
van de Amerikaanse econo
mie, waarop de Haagse ambte
naren geen greep hebben, en
de nukken van valutahandela
ren zijn afwijkingen zeker niet
uit te sluiten.
Duidelijk
Het beeld is duidelijk. De basis
voor het berekenen van de
gasbaten voor de overheid is
erg wankel. Men kan zich ge
makkelijk rijk of arm reke
nen. Een begrotingsbeleid dat
daarop wordt afgestemd staat
zo onder hetzelfde gesternte.
Inmiddels heeft minister Ru
ding de Kamer laten weten
dat de aardgasbaten na 1986
fors in elkaar zakken. Er zal
een teruggang van ongeveer
zes milard gulden op jaarbasis
zijn. Een invitatie tot nieuwe
bezuinigingen door een vol
gend kabinet.
Ruding voorziet voor 1987 een
tegenvaller door een lagere
dollarkoers ƒ3,10 tegen
ƒ3,40 waarmee aanvankelijk
werd gerekend en een min
dere afzet. De gasafzet in het
binnenland zakt naar ver
wachting 4,5 miljard kubieke
meter, bij de export gaat er 7,6
miljard kubieke meter gas
minder de grens over.
Dat deze tegenvaller zo groot
is verklaart de minister verder
uit de meevallers in de afgelo
pen jaren. In 1984 en 1985 was
de dollarkoers hoger dan ge
dacht. Ook de afzet viel mee
gezien strenge winters en een
oplevende economie. Daarmee
kreeg de overheid veel meer
geld binnen dan was gedacht,
maar dat maakt de terugval in
1987 wel veel groter. Boven
dien is de echter terugval in
de baten door de gunstige bij
komstigheden als de winter en
de dollarkoers in 1984 en 1985
naar de toekomst verschoven.
Naar 1987 dus.
Hoe de feitelijke gang van za
ken in 1987 zal zijn weet nu
nog niemand. Het beleid van
de afgelopen jaren doet het ge
loof in de voorspelling van
Ruding echter niet direct toe
nemen. Van de andere kant is
er iets voor te zeggen om de
zaak pessimistischer in te
schatten dan mogelijk nodig
zou zijn. Voor een kabinet is
het immers politiek zeker niet
ongunstig af en toen eens een
meevaller te kunnen rapporte
ren. Al was het alleen al om
eerder aangekondigde bezuini
gingen nog iets te kunnen af
zwakken.
CAREL GOSELING