PIET BUKMAN: t „De rijen zijn eindelijk gesloten" Gentlemen- clubs in Londen Vijjjarig CDA heeft kinderziekten overwonnen 'GcidócSoivtant DEN HAAG - „Nee, we doen er niets officieels aan. We stellen alleen vast dat het CDA alweer vijfjaar bestaat. Dat is op zich al mooi genoeg. Misschien dat we hier op het partijbureau iets lekkers bij de koffie nemen maar daar blijft het bij". CDA-voorzitter Piet Bukman wil geen ophef maken van het eerste lustrum van zijn partij. Op 11 oktober 1980 werd in het Haagse Congresgebouw na tien jaar van voorbereiding de fusie tussen KVP, ARP en CHU een feit. Een ontroerde Piet Steenkamp. de motor achter het fu sieproces, ontving een ovatie die nog al tijd hoog genoteerd staat op de applau- zenranglijst van het CDA. Maar toen hij de gemoederen tot bedaren had gebracht stelde Steenkamp vast dat er nog heel wat geknokt zou moeten worden om het CDA tot een echte en hechte politieke partij te maken. Nu, vijf jaar later, is dat punt volgens partijvoorzitter Bukman bereikt. „We hebben een reeks kinderziekten over wonnen. we hebben een grote hoeveel heid geëmmer achter de rug en nu zijn we waar we wezen moeten: het CDA heeft zich een karakteristieke, duidelijke plaats weten te verwerven in de Neder landse politiek. Het CDA is een echte partij geworden van een stevig kaliber. En ik moet daaraan toevoegen: tot ver bazing van vriend en vijand, want het geloof in het welslagen van de operatie was vijf jaar geleden nu niet bepaald wijdverbreid. Ik durf op dit moment rustig te stellen dat de totstandkoming van het CDA de enige werkelijk belang rijke gebeurtenis is geweest in de partij politieke verhoudingen van na de oor log". Bloedgroepen Bukman, net terug van een bliksembe zoek aan Midden-Amerika (Costa Rica en El Salvador) verdeelt de groei naar de volwassenheid van het CDA in twee fa sen: de periode-Van Agt en de periode- Lubbers. „Die eerste twee jaren na de fu sie verkeerde de partij nog in verwar ring. Van een echte eenheid was nog geen sprake. Het CDA was eigenlijk niet meer dan een club waarin drie partijen bij elkaar waren geveegd. Het onder scheid tussen de drie bloedgroepen was op alle fronten nog duidelijk zichtbaar. Het onderlinge vertrouwen was nog lang geen honderd procent en van een hechte politieke eenheid was evenmin sprake. Het fusieproces had zoveel aandacht op geëist, dat het bedrijven van politiek er een beetje bij in was geschoten. Dat moesten we met elkaar weer leren en dat was echt niet zo eenvoudig. Denk maar aan de loyalisten in de Tweede- Kamer fractie". „Nu is het de verdienste van Dries van Agt geweest dat hij in die begintijd het electoraat, de basis van de partij, tot gro te eensgezindheid heeft weten te bren gen. Het was alleen jammer dat hem dat met het kader van de partij niet lukte. Daar werkte hij soms juist polariserend. In het kader zaten nogal wat mensen die zeiden: we lusten hem niet". „Lubbers is er als premier in geslaagd de rijen werkelijk te sluiten en een eenheid van opvatting in alle geledingen van de partij te bewerkstelligen. Hij had natuur lijk ook de tijd en de omstandigheden mee. In de eerste plaats zag langzamer hand iedere CDA'er in dat een kabinet met de PvdA beslist onmogelijk was. We en het CDA blijft gelijk. Hoe zou dat ko men? „Ik denk dat toch vooral het CDA het beeld heeft bepaald van het huidige rege ringsbeleid. En nu dat beleid ondanks alle kritiek toch vruchten blijkt af te werpen, merken vooral wij het effect daarvan in de peilingen. We regeren wel iswaar samen met de VVD. maar je moet het Lubbers-effect niet onderschat ten. De VVD heeft door een aantal affai res, onder andere rond Van Aardenne, niet zo'n grote aantrekingskracht meer. Er lopen vooral veel jongeren weg, die indertijd op Nijpels zijn afgekomen maar die nu zeggen dat het toch niet is geworden wat ze ervan verwacht had den. Voor een deel gaan de VVD-weglo- pers naar D'66, met name de jongeren vermoed ik, maar ik denk dat ook het CDA nogal wat kiezers krijgt die het bij de VVD niet meer zien zitten. En bo-* vendien krijgt het CDA ook meer aan hang onder de jonge kiezers die voor het eerst mogen stemmen". Intenties Zo te horen bent u niet bang dat het CDA door de verdergaande ontkerkelij king en de vergrijzing van het kiezersbe stand gedoemd is almaar verder af te brokkelen. „Integendeel! We klauteren weer tegen de wal op. Ik durf de voorzichtige voor spelling te doen dat onze partij in de ko mende jaren weer zal groeien. Het pro ces van afkalving van de christelijke par tijen is jarenlang gelijk opgegaan met de deconfessionalisering en ontkerkelijking in onze samenleving, maar nu werkt dat niet meer zo. Er blijken een heleboel mensen te zijn die nooit een godsdienst hebben beleden of de kerk al lang achter zich hebben gelaten, die zich tóch aange sproken voelen tot de uitgangspunten en de manier van politiek bedrijven van het CDA. Ik denk dat het CDA zich heeft losgemaakt uit het proces van de confessionalisering. Misschien komt dat voor een deel door het karakter van onze partij, namelijk dat wij geen chris telijke pretenties hebben, maar christelij ke intenties". Hoe zal het CDA zich in de komende verkiezingscampagne gaan opstellen? „We zullen uitdragen wat we in de afge lopen vier jaar tot stand hebben ge bracht. We zullen zeggen dat we het wel iswaar samen met de VVD hebben ge daan maar dat het beleid toch een zwaar CDA-stempel droeg en draagt. De huidi ge coalitie maken we niet tot inzet van de verkiezingen. Wel gaan we erop ha meren dat de beleidslijn die in 1982 is ingezet, en waarvoor wij de eerste ver antwoordelijkheid hebben gedragen, doorgetrokken moet worden". „Als CDA en VVD samen weer een meerderheid halen ligt het voor de hand dat we met de VVD verder proberen te gaan. Maar het is beslist geen automatis me dat er opnieuw een CDA-VVD-kabi- net komt zodra daartoe de mogelijkheid bestaat. En het is evenmin een automa tisme dat we met de PvdA gaan regeren als voortzetting van de huidige coalitie niet haalbaar is. De PvdA roept momen teel: het CDA móet in dat geval wel met ons samengaan, maar daar stel ik dan te genover: we motten niks. Het enige wat moet, is onderhandelen en dan zien we wel of we daar uitkomen. Lukt dat niet, dan zouden we wel eens tegen de PvdA kunnen zeggen: waarom proberen jullie het niet eens met de VVD?". DICK VAN RIETSCHOTEN Foto's: MILAN KONVALINKA ZATERDAG 12 OKTOBER 1985 LONDEN - In mijn buurt woont ene Mister R. J. Edmonds. Zijn vrouw is een Zwitserse en ze is lid van het Franstalige damesclubje van mijn eigen echtgenote, frag Die meneer Edmonds heeft hier enorm !bele< veel gezag. Werd in het Engels nog een jtog. onderscheid gemaakt tussen de beleefd-mu2 heidsvorm u en het gewone jij, dan zoujwein jc hem met u aanspreken. Want R. J. Edmonds is secretaris van Boodle, Londens beste traditionele „gen tlemen-club". Boodles leden betalen mo-jje a menteel een jaarlijkse contributie van 345 pond. Dat is meer dan de periodieke bijdrage die door welke andere Londen- se club ook wordt gevraagd. Voor het i privilege van Boodles lidmaatschap tel len nieuwelingen bovendien het eenma lige bedrag van 300 pond neer. Maar als Mister Edmonds iets over je weet dat een tikkeltje ongunstig is en hij verklapt het aan Boodles bestuur, dan kom je er niet in. Lidmaatschap van een echte gentlemen-1 club hangt minder af van je goed gedrag l en zeden dan van je standing in de maatschappij. Je mag je maitresse op l straat hebben gezet en je vrouw en kin deren veel onrecht hebben aangedaan, maar als twee sponsors van aanzien het bestuur van de club vertellen dat je een fidele kerel bent, die bovendien veel centen en - wat meer is - de nodige in vloed heeft, dan wordt je kandidatuur met grote welwillendheid bekeken. Hoewel de tijden sterk veranderd zijn, telt Londen vandaag de dag nog veertig echte, ouderwetse gentlemen-clubs. Het blijft trouwens een waarheid als een koe, dat de Engelse heer zijn liefde voor an dere levende wezens in deze rangorde verdeelt: zijn club komt eerst, dan vol- gen zijn honden, daarna zijn paarden, vervolgens zijn kinderen en tot besluit zijn vrouw. Engeland mag dan nieuwe wetten hebben die iedereen gelijke kan sen geven en er mag in die natie ook een vinnige feministische beweging bedrijvig zijn, toch floreren de herenclubs er te genwoordig beter dan ooit. Waaraan dat ligt, is niet moeilijk te ver klaren. De Engelsman die vooruit wil komen in het leven, heeft meer voor- spraak dan diploma's nodig. Voor het soort bemiddeling dat de Engelsen voor uit helpt, is een goede club meestal het beste adres. Clubleden vormen een soort loge; zij helpen elkaar altijd. Boodle (28 St. James's Street), waarvan mijn buurtbewoner dus secretaris en te- j zelfdertijd manager is, werd gesticht in 1762. Het is een a-politieke sociale club. Brooks, eveneens op St. James's Street (uitgesproken: Saint Jamesses Street), is twee jaar jonger en eveneens a-politiek. De Carlton (69 St. James's Street) daar entegen trekt prominente conservatieven aan. Hij werd pas in 1832 gesticht en heet de invloedrijkste, radicaalste, meest ultra-rechtse conservatieve club van de wereld te zijn. De Carlton telt ook een stel bekende me dici onder zijn leden. Deze artsen grij pen vaak hun kans aan om politieke me deleden te beïnvloeden betreffende de manier waarop de Britse Nationale Ge zondheidsdienst moet worden gedreven. De Reform (104-5 Pall Mali; gesticht in 1836) daarentegen is in de eerste plaats een club van Anglicaanse bisschoppen. Zijn bibliotheek is naar verluidt de beste in Londen na die van het befaamde Bri tish Museum. Pratt, op Park Place, is een goedkope so- toetredingsgeld te betalen. De eetkamer van Pratt is echter aan de kleine kant; er kunnen maar veertien leden tegelijk di neren. Telkens wanneer 's avonds een dame naar Pratt telefoneert om te vra- gen of haar echtgenoot van zins is nog LOS lang te blijven plakken, antwoordt de Boll; portier steevast: „Er zitten vanavond slaan geen getrouwde heren in de club, me- Veer vrouw". j°en De Gresham, in Abchurch Lane, ser- niet mige ;n voortreffelijk koud buffet. De Savile, -Bol Brook Street, is een a-politieke sociale en club die bitter weinig op Boodle gelijkt ..con en zelfs niet daarmee wil worden verge- statis leken. De Caledonian, in Halkin Street, per e accepteert alleen Schotse leden. White, ook in St. James's en eveneens a-poli- tiek, telt meer dan honderdveertig leden uit de adelstand. Buck, in Clifford Street, werd na de eerste wereldoorlog gesticht voor jonge officieren van de ca valerie. De Londense clubs zijn voor hun leden comfortabele en relatief goedkope hotel restaurants en café's. Zij kunnen er overnachten, maaltijden en drankjes ge bruiken en lekker luieren in de gemakke lijke fauteuils van hun ruime salons en bibliotheken. Grote clubs hebben wel vijftig man personeel. Zij worden des kundig gedreven door professionele ho teliers en restaurateurs. Vandaag de dag werken ze zelden met verlies. De meeste clubs verhuren trouwens geregeld hun kamers en zalen aan zorgvuldig uitgeko zen outsiders, die er feestjes organiseren. Dat brengt goed geld op. Vrijwel geen enkele van de veertig Londense gentle men-clubs heeft financiële problemen, De panden die zij in eigendom hebben, zijn goud waard. Sommige clubleden maken wel eens van de gelegenheid gebruik elkaar onder tafel te drinken. Sir John Gave werd destijds door zijn bloedeigen club aan de deur gezet omdat hij op een avond „beestach tig dronken" was. Hoewel de meeste clubbesturen veel door de vingers zien, vooral wanneer de pretmakers van adel zijn, was Sir John te ver gegaan. Hij had een duel op de degen uitgevochten met een clubfauteuil, die dit tweegevecht nauwelijks overleefde. De graaf van Carlisle gooide ooit een kelner door het open raam van de Carl ton. Toen deze arme man jankend van St. James's terugkeerde, riep de graaf naar de ober: „Zet hem maar op mijn rekening!" En dan vragen gewone mensen zich af waarom bijna alle Londense gentlemen- clubs zich op St. James's of op Pall Mall bevinden. Volgens de Londenaren is het antwoord doodeenvoudig: omdat de Britse koningin, die vlakbij op Bucking ham Palace woont, graag goede buren heeft. ROGER SIMONS LKiJ „Ik durf op dit moment rustig te stellen dat de totstandkomingvan het CDA de enige werkelijk belangrijke gebeurtenis is geweest in de partijpolitieke verhoudingen van na de oorlog". hadden in 1981 de bereidheid getoond om met de PvdA te gaan regeren, maar dat mislukte. Het krachtige beleid dat nodig was kwam niet van de grond. Toen hebben we gezegd: handen uit de mouwen, we gaan het weer met de VVD proberen. En tegelijkertijd zullen we aantonen dat we beslist niet aan het handje van de VVD lopen. In de tweede plaats was het ook een zegen voor het CDA dat Scholten en Dijkman uiteinde lijk uit de fractie stapten. Dat waren geen loyalisten meer. Ze hadden zich ontpopt als echte querulanten, als een ingebouwde pseudo-oppositie". Onbarmhartig Tevreden stelt Bukman vast dat het ein delijk goed gaat met het CDA. „De stemming in de kamerfracties en in het bestuur is prima, op lokaal en regionaal niveau is iedereen enthousiast bezig, het kabinetsbeleid begint vruchten af te wer pen, in de opiniepeilingen blijft het CDA de laatste tijd stabiel, kortom: we blaken van zelfvertrouwen". We werpen de vraag op of het CDA nog wel als een partij van het politieke mid den kan worden gezien. Is de koers niet naar rechts afgebogen? „Geen sprake van!", zegt Bukman fel: „Ik verzet me tegen de mensen die vin den dat het CDA een duidelijk rechts karakter heeft gekregen en dat er van de christelijke en sociale principes nauwe lijks meer wat over is. Ik geef toe dat het beleid van het kabinet-Lubbers soms on barmhartig lijkt. Maar dat is alleen het uiterlijk. Het zou pas echt onbarmhartig en a-sociaal zijn geweest als we dit be leid niét hadden gevoerd. We waren al maar bezig op kosten van de volgende generatie te leven. Een vorm van collec tief egoïsme had zich van ons land meester gemaakt: als wij het nu maar goed hebben, dan zien degenen die na ons komen wel weer verder hoe het moet. Is dat christelijk? Er zijn welis waar harde klappen gevallen en zware offers gebracht, maar alleen op die ma nier hebben we eindelijk de weg kunnen inslaan naar een leefbare samenleving die z'n eigen rekeningen betaalt". U had het net over de opiniepeilingen. De VVD staat op een aanzienlijk verlies „Het CDA is een echte partij geworden van een stevig kaliber".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 24