Heeft tbr
nog wel zin?
RAPPORT JUSTITIE: TWEE OP DRIE
OPNIEUW VOOR DE RECHTER
£eidóa(2owumt
ZATERDAG 5 pKTOBER 1985
AMST
bliek t
der Be
opgeric
landse
geen d
een va:
dus
mank
van wi
tie? In:
sen hel
nen h<
den G
Zo wo
en sch;
bepaal
dams g
gevelste
tigd is
gedomi
haard v
pers lig
bruinle<
uil staa
Sherloc
kromm
recherc
vooroo:
sticht.
De nie
wekkin;
verrich
deze af:
litie Ac
privé-d
studie
zaken 2
van de
eerder
noodza
ling ko
tectives
koren 1
beunha
motive
Vei
Campn
detecti'
feit dal
heid er
bureau
twijfela
op geld
|ezet.
(het g;
ving 1
mag v
Berg s
vijftig
gen da
„We s
schifti
ringe
ken wi
Zien c
verwaï
alleree
Haffmans doelt op de, enigszins vage,
passage in het justitierapport waarin
staat dat het vooral jongeren zijn die op
nieuw in criminaliteit vervallen. Haff
mans zegt dat de scherpe kanten er
meestal af zijn na een aantal jaren tbr,
omdat mensen dan ouder zijn geworden.
„Waar we het al die tijd over hebben, is
toch hoofdzakelijk het normloos gedrag
van jongeren in de samenleving dat zich
uit in een grote verscheidenheid van ac
tiviteiten zoals het voetbalvandalisme.
Het slechtste deel van die groep vind je
terug in de tbr-klinieken. En ook daar
zijn ze niet in het systeem te pakken,
zijn ze niet erg aanspreekbaar. Ik ken er
toevallig twee. Een van hen is degene die
in Amsterdam de Surinaamse jongen
Kerwin Duinmeijer heeft neergestoken.
Dat had echt niets met racisme of fascis
me te maken, maar met volslagen losge
slagen normen. In plaats van Kerwin
had hij net zo goed een blanke jongen
kunnen neersteken. Hij grijpt allerlei ra
dicale argumenten aan om zijn eigen
persoon te manifesteren. Het is een
soort beestgedrag".
Behandeling
Dat wijst er al op, dat tbr in de eerste
plaats wordt opgelegd om de samenle
ving te beschermen. Het uitgangspunt is
niet de genezing van de crimineel.
„Maar daar werken we wel naartoe",
zegt dr. Blankstein. „De veiligheid van
de samenleving staat voorop, veiligheid
op korte en lange termijn. Wat de korte
termijn betreft geschiedt dat door opna
me in een gesloten inrichting. Voor de
beveiliging op lange termijn komt de be
handeling er aan te pas".
niet al die behandelingen hebben
aal. Moet je dan na een paar jaar
niet alsnog beslissen iemand maar in de
gevangenis te plaatsen of eventueel in een
psychiatrische inrichting? Nu scheep je de
tbr-klinieken met veel hopeloze gevallen
op.
„Daar zit wel iets in, maar laat ik eerst
zeggen dat we dat ook wel proberen.
Psychiatrische klinieken willen hen niet
hebben. Het personeel is er zeer angstig
voor om met gevaarlijke mensen om te
gaan. Raar, want in die klinieken kom je
ze toch ook tegen. Daarnaast moet je be
seffen dat we steeds praten over het
voorspellen van menselijk gedrag. En
dat is ontzettend moeilijk, daar zit on
vermijdelijk een foutenmarge in. Het
komt voor dat je van mensen denkt dat
er niets mee te bereiken is en dat je uit
eindelijk toch resultaat hebt. En het om
gekeerde komt natuurlijk ook voor. Dan
de gevangenis als alternatief: ik denk dat
dit moeilijk is, omdat het toch gaat om
mensen die psychisch behoorlijk ge
stoord zijn. Die vragen een hele aparte
manier van omgaan waar de gevangenis
met al zijn goede bedoelingen niet voor
is uitgerust. Ik denk dat zo'n crimineel
daar alleen nog maar slechter van wordt.
Moeten we dan toch maar niet accepte
ren dat iemand misschien wel vijftien
jaar in een tbr-kliniek zit? Uw vraag
wordt bovendien pas echt relevant als de
rechterlijke macht of desnoods de pu
blieke opinie geen vertrouwen meer
heeft in tbr.
Die kant gaat het toch al op? Rechters
beslissen steeds vaker tegen het advies
van de kliniek in de tbr niet te verlengen.
En de publieke opinie wordt er ook niet
gunstiger op als mensen als Hans van Z.
tijdens een proefverlof op een snelweg
worden aangehouden wegens dronken
schap.
„Daarmee moet je heel erg oppassen.
Uit het rapport blijkt ook, dat het recidi
ve-cijfer liefst 73% is in de gevallen
waarin een rechter tegen het advies van
de kliniek heeft besloten de tbr-maatre-
gel niet te verlengen. Ook al moet je gra
daties aanleggen in de soorten recidive,
73% is en blijft een hoog percentage. En
dan een geval als Hans van Z., dat is na
tuurlijk een uitzondering. Het gevaar be
staat dat incidentele gevallen, incidente
le missers van mijn part, tot standaard
worden verheven. En dat is natuurlijk
onzin". Ook volgens de heer Blankstein
moet het de opzet zijn de mensen op
den duur weer terug te brengen in de sa
menleving. „Dat begint met een grotere
bewegingsvrijheid; iemand gaat een keer
op zichzelf boodschappen doen of brengt
een dag bij zijn familie door. Zover
komt het uiteraard pas tegen het eind
van de behandeling. En het gebeurt niet
van de ene dag op de andere. Eerst moet
het behandelend team het idee hebben
dat de betrokkene het aan kan. Dan
neemt de leiding van de kliniek zo'n ad
vies al dan niet over. Gaat die akkoord,
dan moet het departement van justitie
nog toestemming geven. Maar je neemt
natuurlijk risico, hoe klein ook. Dat
moet je doen. Ook met proefverloven.
Je kunt ook voor absolute zekerheid kie
zen door iedereen binnen te houden,
maar dan schiet je wel je doel voorbij.
Een onlangs verschenen rapport van
het ministerie van justitie toont aan
dat bijna twee derde van de mensen
die in een tbr-inrichting hebben
gezeten weer in contact met de
rechter komt. Het rapport komt op
een moment dat de rechterlijke
macht in toenemende mate twijfelt
aan het nut van tbr. Bovendien
plaatste de Rekenkamer in zijn
jaarverslag begin dit jaar enige
kritische kanttekeningen bij de
doelmatigheid van de opvang en
behandeling in tbr-klinieken. Heeft
de Ter Beschikkingstelling van de
Regering nog wel zin?
Directeur
dr. J.H.
Blankstein van
de
Pompekliniek
in Nijmegen:
,^4ls je alle
ongunstige
factoren bij
elkaar optelt,
zeg iknou, dat
het af en toe
misgaat, zit er
gewoon in".
Enkele tientallen
Hij krijgt daarin steun van Nico van 1
Zeist, jurist en adjunct-directeur van de
Reclasseringsvereniging. Die zegt: „In
Nederland worden per jaar achttien- tot
twintigduizend mensen veroordeeld tot
een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf.
Ongeveer vijfduizend van hen krijgen
een straf van langer dan zes maanden.
Dat is veruit de grootste groep die mis
daden pleegt; mensen uit de samenle
ving. Bij de recidive na tbr gaat het om
hooguit enkele tientallen".
Hij noemt enkele cijfers van een aantal
andere Westeuropese landen. Daaruit
blijkt dat Nederland het laagste aantal
gevangenen heeft, terwijl de criminaliteit
niet groter is dan in die andere landen.
Engeland heeft vijftigduizend gevange
nen op 56 miljoen inwoners; Frankrijk
achtendertigduizend op 53 miljoen;
West-Duitsland zeventigduizend op 60
miljoen en Nederland dus vijfduizend
op 14 miljoen.
Van Zelst:„Het Nederlandse strafrecht is
aanzienlijk terughoudender dan in die
andere landen, maar dat leidt - niet tot
hogere criminaliteit. Strengere straffen
hebben eerder een averechts effect. En
geland bijvoorbeeld treedt veel harder
op tegen zedendelicten, maar het gevolg
is dat de dader zijn of haar slachtoffer
sneller vermoordt; meestal als schrikre
actie. En in landen waar de doodstraf is,
zie je dat een dader zich letterlijk dood
vecht omdat hij de consequentie van
zijn daad kent. Niet voor niets is in de
Verenigde Staten het aantal doodgescho
ten politieagenten enorm gestegen sinds
de invoering van de doodstraf'.
„Nederland heeft tot 1955 de levenslan
ge bewaring gekend; de werkelijk hopelo
ze gevallen werden opgesloten in een ab
soluut veilige inrichting. Zoiets vereist
een persoonlijke inzet van het personeel
die zeker zo groot is als nu in de tbr-kli
nieken, die inmiddels ook zeker zo goed
beveiligd zijn. Bovendien kost levens
lange bewaring meer geld. Dat instituut
is destijds terecht opgeheven en geen
goed alternatief voor tbr, als je dat zou
zoeken. Dan heb je de lange gevangenis- j
straf als alternatief. Uit het onderzoek
van justitie blijkt, dat het recidivecijfer j
daar nog een beetje hoger ligt dan bij I
tbr. Dus in die richting moet je het ook
niet zoeken. Daarom vind ik het nog
steeds een goede zaak dat we een hu
maan strafrecht hebben en klinieken die
de moeilijkste mensen opnemen en wil
len helpen. Dat is uniek in de wereld en
dat moet zo blijven".
DICK HOFLAND
DEN HAAG - Er is een tijd geweest, nog niet eens zo gek lang
geleden, waarin je voor het stelen van een fiets levenslang in een
tbr-kliniek kon worden opgeborgen. Niet dat zoiets altijd
gebeurde, maar het kwam voor. Gaandeweg is de wetgeving
veranderd en legt een rechter alleen nog maar tbr op als er aan
een aantal voorwaarden is voldaan. Het moet gaan om een
buitengewoon ernstig misdrijf en er moet gevaar bestaan dat de
betrokkene de misdaad opnieuw pleegt (recidive). Bovendien,
maar dat was altijd al zo, moet er sprake zijn van een stoornis
van de geestelijke vermogens die kan variëren van licht tot
ernstig.
Wat grof gezegd, komt het er op neer dat
de tbr-klinieken tegenwoordig worden
bevolkt door de moeilijkste en gevaar
lijkste mensen. De behandeling is er op
gericht deze mensen geestelijk weer op
orde te brengen, zodat ze redelijk tot
goed kunnen functioneren zonder een
gevaar te zijn voor de samenleving.
Slaagt de behandeling in de tbr-klinieken
daarin of is het bij voorbaat onbegonnen
werk?
„De tbr-maatregel wordt uiterst kritisch
toegepast, je krijgt geen tbr voor een nie
mendalletje", zegt dr. J. H. Blankstein,
voorzitter van het directeurenoverleg
van de zeven tbr-klinieken. Blankstein is
zelf algemeen directeur van de Pompek
liniek in Nijmegen. „Je kunt dus aanne
men" gaat hij verder, „dat bij mensen
die tbr krijgen de kans op recidive heel
groot wordt geacht. Want de makkelijke
gevallen krijgen wij niet meer. Het gaat
er dan alleen om wat je als norm han
teert. Nul procent kans op recidive? Dat
is onzin. Honderd procent? Dat vind ik
ook overdreven, maar het percentage ligt
dichter bij de honderd dan bij de nul.
Als ik dan het rapport van justitie zie,
lees ik het anders. Twee derde verschijnt
weliswaar weer voor de rechter, maar bij
veruit de meesten gaat het dan om lich
tere vergrijpen dan waarvoor ze inder
tijd tbr hebben gekregen. Het aantal
mensen dat na tbr weer hetzelfde mis
drijf pleegt is zestien procent".
U zegt: iemand heeft tbr gekregen voor
moord, pleegt na zijn vrijlating een win
keldiefstal. aus er is sprake van vooruit
gang.
,;ln elk geval vloeit er geen bloed en dat
vind ik op z'n zachtst gezegd een voor
uitgang. Wat ik daarbij helemaal niet
weet is hoe het tot die winkeldiefstal ge
komen is. Of tot die moord. Had hij die
ene keer iets nodig, maar moest hij ie
mand in elkaar slaan om het geld te pak
ken te krijgen? Was de andere keer de
winkel open en stond niemand hem in
de weg? Dan zitten we ongeveer in een
even ernstige situatie, maar is het bij
toeval gunstiger afgelopen. Of zat ie
mand na zijn vrijlating zo in de knel dat
hij geen andere uitweg meer zag dan iets
te gappen? Dan is het zoiets als door
rood licht rijden. Dat is het ingewikkel
de, ook van dit rapport, je kent de ach
tergronden niet".
Maar niettemin zegt u dat dit rapport
niet het nut van tbr betwist, maar juist
onderstreept.
„Ja, want hoe je de samenleving ook in
richt, mensen zullen altijd wetten over
treden, ook in ernstige mate. Als je geen
misdaad wilt, moet je de samenleving
opheffen. Het gaat er om of je met een
behandeling in de tbr-kliniek kunt voor
komen dat iemand opnieuw een misdrijf
pleegt. Dat veronderstelt dat je weet hoe
mensen functioneren en dat je hun ge
drag kunt voorspellen. Het is heel moei
lijk, zoniet onmogelijk dat met absolute
zekerheid te doen. Daar komen in het
geval van de tbr-gestelde nog enkele ne
gatieve factoren bij, waardoor de kans
groter wordt dat hij toch weer een delict
pleegt. Zo heeft hij lange tijd buiten de
maatschappij geleefd. Dat gaat gepaard
met ontwenningsverschijnselen. Want in
een tbr-kliniek gaan mensen anders met
elkaar om dan er buiten. In een inrich
ting gelden andere codes, tradities, ge
bruiken en manieren van met elkaar
omgaan. Het is een sub-cultuur, een cul
tuur binnen een cultuur. Heel veel be
woners hoor je zeggen dat ze het buiten
maar hartstikke koud vinden. Ik bedoel:
dat er heel weinig echte aandacht is,
geen luisterend oor, dat soort dingen.
Die zijn juist in een inrichting noodza
kelijkerwijs ruimschoots voorhanden.
De overgang van de inrichting naar de
maatschappij is voor hen dus erg moei
lijk en daar komt hun verleden nog eens
bij. Ze hebben daardoor vaak veel tijd
nodig om een beetje redelijk evenwicht
te bereiken en soms slagen ze daar hele
maal niet meer in. Als je al die ongunsti
ge factoren bij elkaar optelt, zeg ik: nou,
dat het af en toe mis gaat, zit er gewoon
Meegenomen
Nog verder gaat mr. Charles Haffmans,
wetenschappelijk medewerker strafrecht
van de Universiteit van Amsterdam.
„Het recidive-cijfer is mij eigenlijk
worst. Iedereen die niet opnieuw een
misdrijf pleegt is meegenomen", zegt hij.
„Voor mij telt alleen de vraag hoe het
recidive-cijfer zou zijn als je tbr afschaft.
Ik weet zeker dat het dan veel hoger zou
liggen. Bewijzen kun je dat nooit, want
dan moet je iemand in tweeën splitsen;
de ene helft wel tbr en de andere helft
geen tbr. Maar ook zonder zo'n onder
zoek ben ik ervan overtuigd dat tbr gun
stiger is dan gevangenisstraf. Mensen die
in een tbr-kliniek hebben gezeten, heb
ben tóch iets geleerd. Het is daarom ge
vaarlijk aan de hand van het rapport
van het ministerie te concluderen dat tbr
geen zin meer heeft. Helaas denkt het
ministerie zelf wel in die richting".
„Het is goed dat
gevaarlijke
mensen een tijdje
worden opge
borgen, maar je
moet ze wel weer
terugbrengen in
de samenleving",
meent mr.
Haffmans,
wetenschappelijk
medewerker
strafrecht van de
Universiteit van
Amsterdam.
U legt het rapport dus ook positief uit in
plaats van negatief?
„Zeker, zeker. Het is goed dat gevaarlij
ke mensen een tijdje worden opgebor
gen, maar je moet ze wel weer terugbren
gen in de samenleving. En dat houdt ri
sico's in. Als je dat niet wilt, als je ze
voor de zekerheid en veiligheid maar lie
ver levenslang in de tbr-kliniek houdt,
dan is het humaner hun de doodstraf te
geven. Ik pleit allesbehalve voor de
doodstraf, maar een leven in een tbr-kli
niek is een leven onder dwang, vaak 24
uur per dag".
Dat klinkt niet als een pleidooi voor tbr.
„Ongeveer zeven jaar geleden zaten er
mensen in tbr-klinieken die niet veel
verschilden van mensen in een gevange
nis. Vandaag de dag zitten er mensen
van wie je toch mag zeggen dat ze be
hoorlijk gestoord zijn. De stoornissen
nemen toe, zijn ernstiger geworden. Dan
kun je je afvragen of ze er wel thuis ho
ren, maar het probleem is dat niemand
anders ze wil. Ook de algemene psychia
trische ziekenhuizen niet. Die zijn deze
groep mensen, gestoord èn gevaarlijk,
liever kwijt dan rijk. Maar die mensen
zijn wel een stuk moeilijker te behande
len dan vroeger, het zijn mensen die de
ernstigste en schokkendste misdaden
hebben begaan. Als je dat allemaal weet
en je bekijkt dan het recidive-cijfer, dan
vind ik het zelfs laag".
Gevaarlijk
Het uitgangspunt om mensen in een tbr-
kliniek te stoppen moet volgens Haff
mans niet zijn dat ze gestoord zijn, maar
dat ze gevaarlijk zijn. Hij vindt dat de
mate van straf afhankelijk moet zijn van
wat ze de samenleving hebben aange
daan. Bij tbr komt het echter voor dat
mensen langer van hun vrijheid worden
beroofd dan wanneer ze voor dezelfde
zaak gevangenisstraf hadden gekregen.
Haffmans vindt daarom dat de maatre
gel slechts voor een maximum aantal ja
ren moet worden opgelegd. Een wetsont
werp dat nu in de Eerste Kamer aan de
orde is, zou daarin voorzien. Haffmans
echter „De notie dat het een humane re
gel moet zijn, spreekt wel uit het wets
ontwerp, maar daarmee is alles gezegd.
In een aantal gevallen kan tbr volgens
die regeling voor maximaal vier jaar
worden opgelegd. In de praktijk zal dat
maar in sporadische gevallen toepasbaar
zijn, dus die maximum-tbr stelt niet veel