Deprimerende brieven aan de psychiater
X
1
Een spiegel van honderd jaar
Europese cultuurgeschiedenis
Monumentaal vertaalwoordenboek Nederlands-Frans
DE
KEER
rfÊKEN
£e*dóc(3oivumt
„Baren in
beweging":
een
verademing
VRIJDAG 4 OKTOBER 1985 PAGINA 11
nan van Adri-
aan van der Veen laat een ou
der geworden schrijver aan
het woord, die in totale ver
warring is geraakt tussen de
vrouwen in zijn leven en zijn
mogelijkheden om de liefde te
beleven, uiting te geven aan
zijn gevoelens. Hij is totipotent,
en in feite gaat het probleem
niet verder dan dit effect, dat
een man uiteraard in grote
psychische verwarrring kan
brengen. Deze schrijver pro
beert er uit te komen met be
hulp van een psychiater.
De roman, die Adriaan van
der Veen hieraan wijdt, onder
de titel „Onvoltooid verleden",
is niet meer dan een nogal ba
nale en voor de hand liggende
vormgeving voor dit pro
bleem. De man in kwestie is
op de vlucht gegaan en pro
beert in de eenzaamheid van
een Zwitsers dorp, Scuol, tot
bezinning te komen. Hij
schrijft daarom ellenlange
brieven, rapporten, overwe
gingen, gedachten, naar zijn
psychiater, die hij tevens ver
slag doet van wat hem tijdens
zijn „retraite" overkomt. Dat
is overigens heel weinig.
De tekst van de roman is dus
de tekst van de brieven van
deze schrijver aan zijn analyst.
„U merkt wel dat ik hier in
Scuol heel wat rechtstreekser
durft te zijn over wat me lijkt
te bedreigen dan in uw
spreekkamer. Ik ben alleen,
maar niet helemaal zolang ik
me richt tot u, mijn unieke le
zer, in wie ik bij gebrek aan
beter vertrouwen moet stel
len". Het vervelende is na
tuurlijk dat je als minder unie
ke lezer wel wat anders wilt
dan de zeer uitvoerige en
uiteenzettingen van
alles wat er aan twijfel is in
het gemoedsleven, de herinne
ringen of de beoordeling van
zichzelf, die bij deze overigens
naamloze hoofdpersoon be
staat.
Hij vertelt uitvoerig over de
relatie met zijn eerste vrouw,
Katherina, die nogal proble
matisch was door haar sexuele
belangstelling voor andere
vrouwen. Dat was overigens
voor hem een stimulans, een
intrigerend en uitdagend gege
ven in hun relatie. Later was
er weer wat met andere vrou
wen, waarin Elisabeth een be
langrijke rol speelt, de tweede
levenspartner van de schrij
ver. Dat gaat ook niet goed,
langzamerhand is de man
steeds meer gedoemd tot de
onmogelijkheid van sexueel
kontakt, waardoor zijn band
met Elisabeth stuk gaat. De re
latie met Katherina is intussen
door haar dood beëindigd.
Lange tijd denk je dat Van der
Veen bezig moet zijn met een
soort parodie op het formule-
rings-gestuntel, dat in dit soort
biechten wel te vinden zal
zijn. Het is pijnlijk om te ont
dekken, dat hij niets anders
wil, dan dit onhandige, moei
zame geprietpraat van iemand,
die zich geheel blijft verliezen
in zijn eigen tekortkomingen
en zijn relatieproblemen, tot
een roman op de kloppen.
Nergens wordt enige afstand
genomen door de schrijver en
daarmee veroordeelt hij zich
zelf tot een mislukking. Aan
het einde moet hij een afloop
maken, waar hij niet uit komt,
omdat hij zich in zijn verhaal
niet heeft los kunnen maken
van de „biecht", die in de brie
ven aan de psychiater gedaan
wordt. Aan dat slot gaat alles
de mist in.
„Onvoltooid verleden" is een
ernstig mislukt boek, waarbij
de soberheid, die kennelijk be
wust gekozen is. tot en depri
merende beperking heeft ge
leid.
JAN VERSTAPPEN
Adriaan van der Veen: „On
voltooid verleden" - roman.
Uitgeverij Manteau. Prijs
ƒ24,50
.flans Christiaan Andersen
was verzot op foto 's
54.45^
zyk
.15. 1j
10.87;]
Meli
i) 4.20 flans Christiaan Andersen, de 19e-eeuwse Deense schrijver
sprookjes als „Het Lelijke Jonge Eendje'' en „Het
je Meisje Met De Zwavelstokkendeed niets liever
kijken naar foto's van zichzelf. Biografen schrijven dat
56.36;)jc/e7e trekje toe aan zijn behoefte aan erkenning
szak (fVriendschap na zijn strijd om uit een proletarisch milieu
stadinij^^ te vjn(jen jn ge literaire wereld.
- '1Andersendie in 1805 was geboren, werd geboeid door de
ve kunst van de fotografie die in 1838 was ontwikkeld
de Fransman Louis Daguerre. Hij poseerde ongeveer
'60 keer voor de camera. De meeste foto 's tonen de schrij-
rechts, omdat Andersen dit zijn beste profiel vond.
'ij stond er graag op met haar dat door zijn kapper i
nhagen was gekruld en niet met het gladde haar
18704fyjn vele reizen, aldus zijn biografen. Hij werd dikwijls af-
™eX*rgebeeld met hoge hoed en overjas met teruggeslagen re-
28 48-rers' z°dat men de decoraties kon zien die hem gegeven
de^Sta ^aren.
9. S|
2. So*
feas\a\Moerasplan t
8.0.
'ij zag de hand v
,.v _0de Voorzienigheid in zijn opkomst
lapu\vanu't ^et niets- a^s zoon van een wasvrouw, tot literator
inn (Qvan naam. Andersen vergat zijn afkomst nooit en hij om-
10 23, schreef zichzelf eens als een moerasplant opgekomen uit
Worojde diepten". Een acteur die hem les gaf, zei tegen hem dat
5^e' }£iij feeling had voor het toneel, maar geen toneel toekomst.
Wagtfa'j probeerde het schrijven van toneelstukken,r—
Drupp4nadaf hij door een weldoener
ail (tew het schrijven vorm aan te nemen.
54jHij schreef romans en toneelstukken die
school was gestuurd, be-
r hadden.
'jyo^lkénde protest aan toen zijn vriend, de wetenschapsman
29.53.1Hans Oersted die elektromagnetisme\ontdekte. voorspelde
Hips (\ldaf het juist die sprookjes waren die hem onsterfelijk zou-
4®j62jic/en maken
Hinksire literaire kritiek wijst erop dat Andersens sprookjes, vol
17 5(foachtaardige ironie en kinderlijke onschuld, zijn geschre-
Markven op twee niveaus van begrip om kinderen èn volwasse-
16.98; pen te bekoren, of zoals hij zelf verklaarde „Ik pak een
'®rP®%dee voor oudere mensen en dan vertel ik het de kinderen,
g7 gojwaarby ik in gedachten houd dat vader en moeder luiste-
weli (\lren en iets hebben om over na te denken
i: 1. vÏAndersen had er een hekel aan beschouwd te worden als
inie 34|een schrijver alleen voor kinderen - er werd wel gezegd
ldn3W hij ze helemaal niet mocht - en in later jaren verzette
Oceajjjj Zjcjj tegen plannen voor een standbeeld van hem, om
ringd door kinderen.
Vo'Weurotisch
^Behalve ijdel was Andersen ook lichtelijk neurotisch. In
o^het Andersenmuseum van Odense ligt het stuk touw dat
2-4 (i
oSSZh# op zijn reizen meenam om te kunnen ontsnappen uit
hotels als zij in brand zouden vliegen. Hij was doodsbang
iien-Gilevend begraven te worden en legde een keerden briefje
;-7)j H op het nachtkastje, waarop stond: „Het lijkt alleen maar of
Roemer* dood ben". Hij was bang van honden, zat uren op per-
15, isjrons om de trein niet te missen en at nooit ham uit vrees
Hongajvoor besmetting.
(5-3); Van de andere kant was hij onversaagd en lichamelijk ge-
nenië istaald. Hij ondernam 29 buitenlandse reizen en beklom de
Vesuvius in Italië. Andersens sprookje over het lelijke jon-
ivjet-Ué£e eendje dat een zwaan blijkt te zijn, wordt beschouwd als
~i allegorie van zijn eigen klim naar de roem. Hij geloof-
dat de internationale populariteit van zijn verhalen toe
5). Bi schrijven was aan het feit dat zij berustten op zijn eigen
Ook op latere leeftijd poseert Hans Christiaan Andersen
nog zeer geduldig.
Kan één familie over een pe
riode van meer dan honderd
jaar het spiegelbeeld zijn van
de culturele geschiedenis van
meer dan het eigen land, ja
van heel Europa?
Met enige stoutmoedigheid is
die vraag voor de nazaten van
de in 1840 geboren Ltibeckse
senator Heinrich Thomas
Mann, met „ja" te beantwoor
den. Zijn tweede zoon, Tho
mas, heeft het verval van het
oude koopmansgeslacht uit de
Noordduitse Hanzestad in zijn
eerste roman „Buddenbrooks"
beschreven, en toen dat in
drukwekkende boek in 1901
verscheen, heeft het de jonge
schrijver vrijwel onmiddellijk
alom grote bekendheid gege
ven, ook al verweet men hem,
dat hij te „ontwrichtend" te
werk was gegaan.
Thomas Mann heeft nochtans
tot op zeer hoge leeftijd volge
houden, dat het verval van
zijn familie in de negentiende
eeuw een bruikbaar episch
thema was. „Wij hebben", zei
hij eens op het einde van zijn
jaren, „toen wij voor de bur
gerlijke stand als familie niet
meer bestonden, de wereld
verder verkend en het leven
meer geschonken dan onze
brave voorvaderen binnen
hun kluizen". Dat zijn trotse
woorden, maar Thomans
Mann, de Tovenaar zoals zijn
kinderen hem noemden, zijn
oudere broer Heinrich, zijn
kinderen Klaus, Erika en
Golo. waren niet geboren voor
onderdanigheid. Zij hebben als
dichters en denkers, als jour
nalisten en wetenschappers op
het terrein van de Europese
cultuurgeschiedenis een heel
duidelijke rol gespeeld, - van
uit het perspectief van de
Duitse geschiedenis gezien
zelfs een unieke rol.
Henrich Böll
Enkele maanden geleden
overleed op 67-jarige leeftijd
de Duitse schrijver Heinrich
Böll. Hij is het „geweten" van
het na-oorlogse Duitsland ge
noemd. Hij was de zoon van
een eenvoudige Keulse meu
belmaker en zijn werk draagt
een onmiskenbaar Rijnlands
katholiek stempel.
Er is zonder twijfel tussen
Mann en Heinrich Böll zowel
wat afkomst, wereldbeschou
wing en literaire betekenis be
treft, een groot verschil. Böll
laat zich als schrijver eerder
met Heinrich Mann vergelij
ken dan met Thomas. Deson
danks staat hij, als het „gewe
ten" van het na-oorlogse
Duitsland in een zeer diepe
etische verwantschap met zo
wel Thomas Mann als ook
diens beide oudste kinderen
Klaus en Erika. Die verwant
schap is die van het verzet, het
geëngageerde verzet van de
dichter tegen elke vorm en ui
ting van a-humaniteit.
Als Heinrich Böll na Thomas
Mann's dood in 1955, een gro
te, zij het omstreden, invloed
heeft gehad op het Duitse den--
ken, dan vooral daarom, om
dat hij zijn landgenoten en in
hoofdzaak degenen die, na de
nederlaag, weer uit de schuil
hoeken tevoorschijn waren ge
komen om te trachten de
touwtjes opnieuw in handen te
krijgen, met grote felheid en
moed er op heeft gewezen, dat
weldige en, literair gezien,
unieke poging gedaan om in
de levensgeschiedenis van de
componist Leverktihn de oor
zaken van de terugval van de
Duitse cultuur te schilderen en
te verklaren. Het gaat daarbij
echter niet alleen om Duits
land. De Europese geschiede
nis, daarbij ook gerekend de
Russische, zeker na 1848, zijn
op aller gebied van kunst en
techniek, van geestesverwant
schappen en ideologie, ten
nauwste verweven met wat
zich de laatste twee eeuwen op
dat boeiend toneel, waar de
Duitse „Geist" en dr. Faustus
de hoofdrol hadden, heeft af-
Thomas Mann, met naast zich zijn vrouw Katia, in juni 1955 bij aankomst op Schiphol. Hij was in
Nederland om, in het kader van het Holland Festival, een lezing te houden over Schiller. Kort na de
lezing werd hij ziek in zijn hotel in Noordwijk. Twee maanden later overleed Mann in zijn huis in
Zwitserland.
zij verzuimden te doen waar
toe Thomas Mann hen had
vermaand: zich rekenschap te
geven van hun schuld en zich
te bezinnen op de vraag hoe
zulk een voorname beschaving
als de Duitse had kunnen ver
vallen tot een, in de geschiede
nis niet gekende vorm van de
monie en barbaarsheid.
Zelfonderzoek
In zijn beroemde, in Washing
ton in 1945 uitgesproken ra
diovoordracht „Duitsland en
de Duitsers", heeft Thomas
Mann opgemerkt, dat „waar
heden die men over zijn volk
probeert uit te spreken, slechts
het produkt kunnen zijn van
zelfonderzoek". Elke goede
kritiek begint inderdaad met
het stellen van kritische vra
gen aan jezelf. In zijn voor
dracht zegt Thomas Mann:
„Ten laatste is het Duitse on
geluk slechts een voorbeeld
van de tragiek van ons mens
zijn. De genade die Duitsland
zo dringend nodig heeft, daar
aan hebben we alle behoefte".
Mann's kritiek is hier ook su
perieure zelfkritiek. „Niets
van hetgeen ik u hier over
Duitsland probeer te zeggen of
vluchtig tracht aan te duiden,
was de vrucht van een
vreemd, koel en vrijblijvend
weten; ik heb het ook in mij,
ik heb het aan het eigen li
chaam ondervonden".
En de waarheid gebiedt te zeg
gen, dat Mann tot het einde
van de Eerste Wereldoorlog
een aarts-conservatief was, die
het autocratische Duitse kei
zerrijk van Bismarck en Wil
helm II met name tegen de
toen zeer progressieve denk
beelden van zijn broer Hein
rich heeft verdedigd. In 1914
schreef hij: „Het is niet zo een
voudig Duitser te zijn, minder
gemakkelijk dan om Engels
man te zijn en niet te vergelij
ken met een zo duidelijke zaak
als het zijn
Fransman...
wil, dat de Duitse
aard ten gunste van „humani-
té" en „raison" van de aardbo
dem verdwijnt, die begaat een
euvele daad".
en etische onverschilligheid.
In „Het ontstaan van Dokter
Faustus" - de roman over de
roman - merkt Thomas Mann
op, dat de beide belangrijkste
karakters uit het verhaal, Le-
verkühn, de theoloog-musicus,
en Zeitblom, de geleerde clas-
beiden teveel te verber-
Crisis
Toen in 1950 de Franse verta
ling van „Dokter Faustus"
verscheen, heeft Thomas
Mann in een vraaggesprek
met de journalist Barbier ge
zegd, dat Adrian Leverkühn's
biografie méér is dan alleen
maar een allegorie die Duits-
lands noodlot en ondergang
uitbeeldt. Het boek heeft over
duidelijke Duitse kenmerken,
maar gaat niettemin in zijn
doelstellingen over het speci
fieke Duitse heen. Het wil in
zijn algemeenheid de crisis
van de westerse beschaving
weergeven. Evenals „De To-
verberg", dat 1924 verscheen,
houdt „Doktor Faustus" zich
ten laatste en ten diepste bezig
met het lot van Europa en de
Een Duitse overwinning kon,
meende hij, de enige waarborg
zijn voor vrede in Europa, de gen hebben, en wel het
instandhouding van de Duitse heim van hun identiteit. Er
ziel een noodzakelijke v
waarde zijn voor de groei
die diepere beschaving die identiteit
„Kultur" heet.
Wending
Pas na de Eerste Wereldoorlog
voltrekt zich, erg langzaam
i overtuigend, de schrijver zelf.
zeker
ommekeer.
Wellicht mede omdat Thomas Beklemming
Mann, zoals zijn oudste zoon 1
Klaus in zijn autobiografische
„Keerpunt" - en hoe toepasse
lijk is in dit verband die titel!
echter niet alleen sprake
geheime overeenkomst in
beide
hoofdfiguren: er is ook, zoals
Hans Mayer in zijn studie over
Thomas Mann heeft aange
toond, een overeenkomst tus
sen hen beiden (in de zin van
levensbiecht) met de
Niet zonder beklemming leest
men dan ook in het vierender
tigste hoofdstuk van „Dokter
Faustus" de bekentenis
opmerkt dat „het bedachtzame Serenus Zeitblom, die zich bij
tempo waarschijnlijk
sentieel element is van zijn va-
der's geestelijke persoonlijk
heid".
Die kentering heeft zich bij wordt
Thomas Mann, na de Eerste storting
Wereldoorlog en ten tijde
de Republiek van Weimar
de lezer verontschuldigt
de opwinding, het gevoel van
„zichzelf-verliezen" dat hem
overvalt, als hij herinnerd
de tijd na de ineen-
'an de autoritaire
staat die, vier jaar vóór Tho-
Mann's geboorte,
der de toenemende dreiging zege op Frankrijk tot stand
van nazi-terreur voltrokken.
Zijn werk is één grote poging
Zeitblom,. had ik het gevoel,
i tijdperk werd afgeslo-
alleen de negen-
bleem van het verval
oude humanistische Europese dat
beschaving. De definitieve ten, da
overwinning heeft hij behaald tiende eeuw omvatte,
in zijn onovertroffen meester- rugging tot aan het einde
werk „Dokter Faustus"(ver- de
schenen in 1947), de biografie
van de Duitse componist Adri
an Leverkühn, die zich uitle- de vrijheid begonnen"
vert aan de duivel, verteld
door een vriend, dr. Serenus Thomas Mann's wortels liggen
Middeleeuwen,
irin de emancipatie van
individu en de geboorte
tijd
Zeitblom.
Als resultaat
tensonderzoek
fundeerde aanklacht
in de negentiende eeuw, ja, zij
eigen ge we- reiken, gezien zijn afkomst,
het een ge- nog dieper in de Europese ge-
tegen schiedenis terug. In zijn „Dok-
burgelijke zelfgenoegzaamheid ter Faustus" heeft hij een ge-
Thomans Mann heeft Adrian
Leverkühn, naar de titel van
een boek van de Rus N. Les-
kow, een „held van onze tijd"
genoemd. Adrian's geboorte
dag ligt in de zomer van 1885,
over de preciese datum laat de
schrijver ons in het ongewisse.
Dat is - merkwaardige list van
de geschiedenis - nu honderd
jaar geleden. Na hondferd jaren
is deze geniale Duitse musicus,
zoals Thomas Mann hem ge
schapen heeft, in zijn kilte,
zijn demonie, zijn vervallen
zijn aan de waanzin, nog im
mer een held van ook onze
tijd. Wie de rampzalige eeuw
die nu op haar einde loopt, wil
beschrijven, kan er niet om
heen kennis te nemen van de
levensloop van Adrian Lever
kühn en van de geschiedenis
van die eeuw, aan welks einde
hij in Duitsland, in het hart
van Europa, geboren werd.
J.G.H. OUDE BRUNINK
In het Goethe-instituut is op
vrijdag 27 september door de
Arbeiderspers de Nederland
se vertaling van „Doktor
Faustus" door Willem Graft-
dijk gepresenteerd. Bij de
Arbeiderspers is ook zojuist
een dubbelnummer van
„Maatstaf", „Amazing fami
ly, Thomas Mann en de zij
nen", alsmede een goedkope
uitgave van „De Toverberg"
in de befaamde vertaling
van Pé Hawinkels versche
nen.
Bij Meulenhof te Amster
dam is een herdruk uitgege
ven van Mann's laatste ro
man „Felix Krull, ontboeze
mingen van een oplichter",
in de vertaling van Dick Sa-
lomons. Querido geeft zijn
laatste novelle „Die Betroge-
ne" uit.
de reeks grote woordenboe-
n van Van Dale is het Ne-
irlands-Frans woordenboek
gekomen, het eerste waarbij
I uitgangspunt voor de ver
ing diende het gesproken en
schreven Nederlands anno
B5. Het is al vaker beklem
end de nieuwe Van Dale
H tordenboeken vormen een
Dte verrijking van de be
ar. lande Nederlandse woorden
eken, ongeacht of het om de
staande kleine of grote
Ordenboeken gaat, en wel
ïdat ze informatie bieden
i in geen enkele andere
ordenboekenreeks te vin-
heeft natuurlijk alles te
en met de manier waarop
rijdl worden samengesteld. De
Haa^staande woordenboeken zijn
het merendeel eenmans-
1908|?rk, waarbij zwaar geleund
wordt op oudere uitgaven, die
zo goed en en zo kwaad als het
gaat worden geactualiseerd of
samengevat. Voor de Van
Dale-reeks daarentegen is er
gewerkt met een grote staf
van redacteuren die met be
hulp van de computer eigen
woordbestanden hebben opge
bouwd. De uitgever zegt daar
van dat zij representatief zijn
voor het huidige taalgebruik,
hetgeen betekent: met grote
aandacht voor de taal zoals die
ih krant, op radio of televisie
is te vinden. Veel oudere
woordenboeken vallen op door
hun vaak exclusieve aandacht
voor literair verantwoorde
taal. Daarbij gold de overwe
ging dat de woordenboek
schrijver het taalgebruik van
literatoren ten voorbeeld
moest stellen aan de gewone
taalgebruiker. Natuurlijk
werkt deze opvatting nog
steeds door in de wijze waarop
woordenboeken worden ge
maakt, al was het alleen maar
omdat woordenboekenmakers
meestal veel affinititeit heb
ben met literatuur. Maar on
der hen wint de opvatting
steeds meer veld dat zij er in
de eerste plaats zijn om de
woorden en hun betekenissen
te registreren, niet om te zeg
gen wat goed of fout is.
Kriskras
Het probleem waar een sa
mensteller van een vertaal
woordenboek naar een vreem
de taal toe steeds voor staat is:
hoe moeten de geboden ver
taalde woorden gebruikt wor
den. In veel van die woorden
boeken staan ze kriskras door
elkaar en de gebruiker moet
maar zien welk woord hij
pakt.
Voor het nieuwe Nederlands-
Franse woordenboek zijn alle
woorden waarvan de vertaling
wordt gegeven eerst onder
scheiden naar hun verschillen
de Nederlandse betekenissen.
Aan die betekenissen worden
vervolgens de daarmee over
eenkomende Franse woorden
gekoppeld.
Als voorbeeld moge dienen het
woord bezoeken. Daarvan
geeft men vier verschillende
betekenissen, namelijk: ie
mand een bezoek brengen (1),
iets gaan zien of horen, bij
voorbeeld een concert, (2), ge
regeld bezoeken, bijvoorbeeld
een school (3), en beproeven
(4). Naar gelang het betekenis
verschil verschilt de Franse
tegenhanger die gekozen dient
te w
het 1
tekenissen op te splitsen is er
meestal een redelijk verant
woorde keuze te maken. Ver
volgens worden die betekenis
sen getoond in een aantal uit
drukkingen of zinnen.
Er zijn nog andere problemen
waarvoor de samenstellers een
oplossing hebben gezocht en
meestal ook hebben gevonden.
Taalgebruik verschilt naar de
kring waarin men zich be
vindt. De gevoelswaarde van
het woord geld verschilt sterk
van het woord poen. Onder
geld vindt men argent, mon-
naie, onder poen het Franse
woord met een soorgelijke ge
voelswaarde fric.
De samenstellers van dit
woordenboek hebben dank
baar geprofiteerd van de
woordvoorraad die is aange
legd voor het verklarend
woordenboek Nederlands uit
dezelfde reeks. De betekeni
somschrijvingen die men daar
in aantreft, zijn benut voor het
nieuwe Nederlands-Frans
woordenboek. Daardoor werd
zeer veel werk bespaard. Om
er voor te zorgen dat de woor
denlijst zo volledig mogelijk
zou zijn heeft men het woord
bestand van het reeds versche
nen Frans-Nederlands woor
denboek omgekeerd. Daar rol
den woorden uit die in het
verklarende Nederlandse
woordenboek niet waren opge
nomen, omdat deze woorden,
meestal samenstellingen, vol
strekt doorzichtig waren, maar
dat gold dan niet voor de
Franse tegenhangers.
De samenstellers zeggen ge
probeerd te hebben ook het
Nederlandse cultuurbeeld zo
als zich dat uitdrukt in de taal
te hebben willen vertalen. Het
gaat dan vaak om uitdrukkin
gen of woorden die geen echte
franse pendanten kennen zo
als gezellig of voordeurdelers.
Geprobeerd is dan een om
schrijving te geven waarmee
men uit de voeten kan.
Ongetwijfeld zal dit woorden
boek een zeer grote uitkomst
zijn voor leraren en vertalers
of voor iemand die, niet geheel
onkundig van het Frans, een
brief moet schrijven. Moesten
zij vroeger op de tast te werk
gaan, nu hebben ze een be
trouwbare gids. In andere lan
den zou het verschijnen van
zo'n kolossaal werk voorpagi
nanieuws zijn, in Nederland is
het weliswaar een stuk waard,
maar wel op een achterpagina.
PAUL VAN VELTHOVEN
Van Dale Groot woorden
boek Nederlands-Frans.
Hoofdredactie Prof. B. Al.
1.566 pp. 95.000 trefwoorden.
Prijs ƒ120,-.
De vrouw kan haar nog niet
geboren kind zien met behulp
van een echoscoop, een hulp
middel dat de keus hoe te be
vallen mede kan bepalen.
Regelmatig verschijnen er
boeken waarin de wijze van
bevallen in westerse landen
ter discussie wordt gesteld. De
algemene klacht is dat het
krijgen van kinderen meer en
meer wordt behandeld als een
ziekte. Het medische ingrijpen
bij bevallingen neemt dan ook
hand over hand toe. Steeds
meer vrouwen krijgen hun
kinderen in een steriele zie
kenhuiskamer in plaats van
gezellig thuis in de slaapka-
Een verademing is het te lezen
over de gang van zaken in de
kraamkliniek van de Franse
arts Michel Odent. In het
boekje „Baren in beweging"
doet deze van oorsprong chi
rurg verslag van het wel en
wee in de kliniek in het Fran
se Pithiviers, een dorpje onder
de rook van Parijs. Het hande
len van de vroedvrouwen in
de Franse kraamkliniek is er
helemaal op gericht de aan
staande moeder op haar ge
mak te stellen.
De kraamkamer is geen sterie
le ziekenhuiskamer, maar een
gezellige ruimte. Geen hoog
wit bed in het midden maar in
een hoekje matrassen voor
wanneer de aanstaande moe
der even wil gaan liggen. Zij
wordt gestimuleerd zo lang
mogelijk in beweging te blij
ven. Wanneer het kind gebo
ren moet worden, gaan de
vrouwen in Pithivier niet op
een bed liggen, zoals de con
ventionele verloskunde voor
schrijft. Maar zij kiezen door
gaans een hurkende houding,
daarbij gesteund door hun
man of een andere vertrouwde
persoon. Zo werkt de zwaar
tekracht mee aan het verge
makkelijken van de bevalling.
Door de conventionele verlos
kunde wordt beweerd dat de
gang van zaken in de kraam
kliniek van dokter Odent al
leen maar van toepassing kan
zijn op vrouwen met een laag
risico. Dokter Odent bestrijdt
dit. In zijn boekje stelt hij dat
er in zijn kliniek aanzienlijk!
minder keizersneden hoeven
te worden gedaan, terwijl de,
kindersterfte in zijn kliniek
lager is dan in de rest van
Frankrijk. Ook het aantal cou
veusekinderen is aanzienlijk
kleiner.
Het verslag van dokter Odent
is verluchtigd met honderd,
vaak ontroerende, foto's. Te
vens zijn er verslagen van
vrouwen die in Pithiviers zijn
bevallen in opgenomen. Hope
lijk komen er in de toekomst
ook in Nederland dergelijke
klinieken, waar de vrouw ge
heel zelf kan bepalen hoe ze
wil bevallen.
LIESBETH VOGELS
Michel Odent: „Baren in be
weging". Uitgeverij: Kos
mos. Prijs: ƒ24,90.
(ADVERTENUE)
BOEKHANDEL
LEIDEN - LEIDERDORP
OEGSTGEEST KATWIJK
VOORSCHOTEN