nno Ruding ziet vele beren op de nog r weg HERSTEL ZET DOOR EN VERBREEDT ZICH £cidóc0otucuvt ^laad van State •erbaast Ruding s B H ij lil gj M B li ~BT 1(1 M B Rente staats schuld houdt tekort hoog In begrijpelijk Nederlands DINSDAG 17 SEPTEMBER 1985 PAGINA 11 DEN HAAG „Dankzij grote inspanningen van velen in de afgelopen jaren is zowel in de Nederlandse economie als bij de overheidsfi nanciën veel ten goede gekeerd. Het herstel zet door en wordt steeds breder". Deze positieve woorden vatten het oordeel van het kabinet over de huidige economische toe stand samen. Voor 1986 betekent dat een stabie le versterking van de welvaart met twee pro cent economische groei, een gestage groei ook van de investeringen, een verbetering van koopkracht voor de meeste mensen en daar door ook een duidelijke toename van de bin nenlandse bestedingen. Er komen ook meer ba nen, maar door een groot nieuw aanbod op de arbeidsmarkt blijft de werkloosheid stabiel. Veel van het goede nieuws was vóór vandaag al bekend. Een verlaging van de sociale premies zorgt voor een verbetering van de koopkracht, maar wie zijn brood in het bedrijfsleven ver dient, kan ook rekenen op een loonsverbetering van rond 3,5 procent, volgens minister Ruding een gematigde ontwikkeling. De verbetering van de arbeidsmarkt en de toegenomen win sten zijn daar de oorzaak van en een gematigde huurstijging en beperkte gasprijsverhoging ha len daar niet te veel van af. Bovendien wordt de inflatiecorrectie voor 100 procent doorge voerd. De loonstijging werkt nauwelijks door in de prijzen. Integendeel. De prijsstijging blijft in 1986 beperkt tot één tot anderhalf procent. Vooral de ingevoerde produkten (waaronder energie) worden goedkoper, enerzijds door de kracht van de gulden, anderzijds omdat de loonkosten in het buitenland volgend jaar da len. Prijs- en koopkrachtontwikkeling samen zorgen voor een stijging van de privé-bestedin- gen tot 2,5 procent. Het bedrijfsleven ziet minder lastenverlichting dan in voorgaande jaren: 390 miljoen. De al be kende verlaging van de vennootschapsbelasting met één punt, in combinatie met een verhoging van de zelfstandigenaftrek, en een wegvallen van de kinderbijslagpremies die door de werk gevers worden betaald zijn de belangrijkste on derdelen. Verder krijgt het bedrijfsleven 100 miljoen compensatie in het vooruitzicht voor het afschaffen van de negatieve aanslag in de WIR, die in 1987 1,5 miljard gulden moet ople veren. Minister Ruding wijst er echter op dat de dalende rente (mede een gevolg van het al gemene beleid) de bedrijven per procent maar liefst 1,25 miljard gulden aan verlichting ople vert. Mede daardoor blijven de bedrijfsinvesteringen in 1986 groeien, zij het met een procent minder dan dit jaar. De overheidsinvesteringen nemen echter onder invloed van zogenaamde terug- ploegprojecten weer toe. De handel met het buitenland blijft zich gunstig ontwikkelen en hoewel we minder (14%) gas gaan uitvoeren komt het positieve saldo op de betalingsbalans nog uit op 17,5 miljard gulden, slechts ander half miljard lager dan dit jaar. Opmerkelijk is de toename van de invoer, vooral als gevolg van de aankoop van investeringsgoederen door het bedrijfsleven. Alles bij elkaar ontstaat zo een beeld waarbij binnenlandse en buitenland se afzet in gelijke mate bijdragen aan de verde re expansie van de economie. drag dat al esiden 'voiï HAAG Dr trijdfy Ruding, pen- meester van het jet-Lubbers, ontevreden. „Het duidelijk beter de economie en de overheidsfi- ian a tón". Maar jube- iiet o over wat het ka- 'j t de afgelopen ja- bereikt heeft doet Dok niet. „Zeker in dit gebouw", Ruding op zijn vrdèt tóerie waar hij de inetsplannen voor toelicht. „Ik zie vele beren op weg die mij zor- baren" is in over pectei ik n doe mij: aat di entue nemi erkee (en". rzwar :hafti 1986 mag dan als verkie- jar (toevallig?) een tame- heeriooskleurig beeld laten 1 beokroor 1987 zit er heel wat I welfer in de lucht. Voor Ru iing is dat een reden geen itwaaweer te spelen. Hij ziet eaire jolemen („de beren") die wil m afkomen en wijst er x wo ilijk op. Hoewel een mi- zeker in het zicht van tzingen altijd moet op leeft Ruding ook al ;n genomen om de op te vangen, schaffing van de belas- ciliteit (negatieve aan- in de WIR levert de list in 1987 anderhalf d op. „De duidelijk ver- Ie situatie van het be- even, hoewel nog lang N T pró ering loten 198 jgt. mak mbu ilden de re niet ideaal, maakt dit mede mogelijk. Bovendien geeft het geen pas structureel verliesge vende bedrijven overheidsgeld te blijven geven. We bieden hen twaalf jaar de helpende hand Als het in twaalf jaar niet lukt uit de rode cijfers te komen, wanneer dan wel?", vraagt de minister zich af. Bo vendien wijst hij op de 100 miljoen compensatie voor be drijven die echt in de knel dreigen te komen door het af schaffen van dit WIR-onder- deel. „Het bedrijfsleven heeft trouwens niet te klagen: we hebben het de afgelopen twee jaar drie miljard aan lasten verlichting gegeven, ook al wordt vaak het tegendeel be weerd. Dit keer hadden we daar echt geen geld voor". Ziekelijk Heel wat te hoge cijfertjes zijn onder het bewind van Ruding aan het dalen geslagen, maar volgens de minister is het alle maal nog niet genoeg. „De col lectieve uitgaven waren tot 1983 tot een ziekelijke hoogte gestegen. Die hebben we te ruggebracht en die daling zet zich in 1986 voort. Toch blij ven ze nog veel te hoog. Voor de lastendruk geldt hetzelfde: We zijn er nog lang niet, er moet nog meer gebeuren. Het financieringstekort is nu ook bijna drie procent lager dan in 1983, maar ook dat is nog veel te hoog". Ook met ondernemend Neder land gaat het'beter. De werk gevers zelf zijn de eersten die dat erkennen en de minister zegt het hun na. „Qe financië le positie van het bedrijfsleven verbetert tot een niveau dat ongeveer gelijk is aan dat van kort voor de eerste oliecrisis in 1973", rekent Ruding voor. „Ook de werkgelegenheid UITGAVEN in miljoenen gld (excl. afl. en aanm.) flnane.Ukort It 36150 sJLi JLL^ ve» van ot rijks- ovt«Hfid yg-j 2g eli O ./HAAG Minister ig is verbaasd over no che kanttekeningen ranj le Raad van State bij dei Miljoenennota voor In tegenstelling tot vraagt de Raad zich of de overheid niet bestedingsimpulsen a eefooeten geven. De ge- m£jfen van het college dan uit naar een natie van premie- vooi^kstingverlagingen. i. NI bli |g vraagt zich af waarom ne,ef &ad van State daar nu komt, terwijl de koop- t van de meeste burgers !d ,iaar fhnk toeneemt en jvé-bestedingen een be- ra Jke groei vertonen. In Wlt opende jaar is dat nog minder het geval, maar bij de begroting voor 1985 zweeg de Raad van State ge heel over dit aspect. „Het ka binet kan deze toegenomen belangstelling dan ook niet goed rijmenstelt minister Ruding. Ook pleidooien van de Raad om het financieringstekort wat gematigder terug te dringen roepen bij Ruding vraagtekens op. Hij wijst erop dat het te kort volgend jaar met slechts 0,2 procent naar beneden gaat. „Een nog geleidelijker ver mindering is nauwelijks denk baar". Die zou Ixivendien haaks staan op de ook door de Raad onderschreven noodzaak het overheidstekort juist krachtig terug te dringen. In zijn advies suggereert hij zelfs nog verder te gaan dan het ka binet voorstelt om daarrriee de toenemende rente- en aflos singsproblemen na volgend jaar te verlichten. stijgt weer. Er komen weer ba nen bij. De werkloosheid daalt door het omvangrijke arbeids aanbod nog niet, maar ik denk dat de raming van het Cen traal Planbureau, een stabilisa tie op 750.000, een zeer be hoedzame is. Ik ben zelf wat optimistischer". Niet zelfgenoegzaam Ruding zou Ruding niet zijn als hij het bij deze positieve klanken liet. „Het zou uiterst gevaarlijk zijn om nu zelfge noegzaam achterover te gaan leunen. Er moet, met name op het terrein van de overheidsfi nanciën, nog heel wat gebeu ren. Dat zeg ik tegen mezelf en tegen anderen en ik zal daarmee blijven doorgaan", belooft 's lands penningmees ter. Hij realiseert zich ter dege dat hij met acht miljard om buigen in 1986 het overheids tekort niet verder dan twee tiende procent kan terugdrin gen. „Die sanering blijkt toch erg moeizaam te gaan en ook voor de komende jaren zie ik nog heel wat beren op de weg. Vooral in 1987. De gasbaten zullen dan dalen met zes tot zeven miljard gulden, terwijl de rentelasten blijven toene men, omdat we nu eenmaal onze grote tekorten met lenin gen moeten dekken. Je ziet een steeds grotere verdringing van de overheidsuitgaven in de richting van die rente- en aflossingsverplichtingen. Daar zul je je totale uitgaven aan moeten aanpassen, zoals we ook zullen moeten gaan wen nen aan belangrijk lagere in komsten uit aardgas. We zijn in de jaren zeventig daaraan verslaafd geraakt en nu ont waken we. Er rest ons niets anders dan de tering naar de nering te zetten, hoe verve lend dat ook is". Geen gejammer Toch is Bezuinigen door de overheid volgens Ruding aan zienlijk minder erg dan vaak wordt voorgewend. „Dat ge jammer over de ombuigingen moet maar 'ns in zijn juiste perspectief geplaatst worden". zegt Ruding niet zonder strijd lust „De totale uitgaven gaan nog elk jaar omhoog. Als we iets als een bezuiniging pre senteren is dat alleen maar een ombuiging. We geven minder meer uit. Dat is heel wat minder dramatisch dan echt absoluut minder krijgen". Het begrotingsbeeld voor 1986 is voor de minister van Finan ciën aanleiding de oppositie nog eens onder uit de zak te geven. Hij betitelt de kritiek op zijn beleid als „para-econo mische beweringen", die toch niet blijken op te gaan. „Men heeft altijd beweerd dat het economisch beleid van dit ka binet niet tot herstel zou kun nen leiden. Wel u ziet wat er gebeurt. We zaten sterk in de min en alle cijfers die nu op plus zouden moeten staan, doen dat nu ook. Het blijkt heel wel mogelijk economisch herstel hand in hand te laten gaan met sanering van de overheidsfinanciën. Terug dringing van het tekort blijkt allerminst haaks te staan op bevordering van de economi sche groei en bevordering van de werkgelegenheid. Integen deel. Een lager tekort is er een voorwaarde voor. We hebben ook steeds het ver haal gehoord dat door de over heidsbezuinigingen vraaguit val zou dreigen. Daar hoor ik niets meer over, behoudens op oude grammofoonplaten. De totale afzet stijgt jaarlijks met drie procent. Ook over die an dere ontdekking, de tweede ling in de economie, heb ik nooit meer iets gehoord. Wij hadden ook voorspeld dat die niet zo komen en we hebben gelijk gekregen. Het econo misch herstel wordt gelijk ge dragen door afzet in binnen- en buitenland". Door ellende heen Dat we in 1986 verder de goe de kant op gaan is geen reden om de teugels te laten vieren „en dat zal ik ook zeker niet doen", zegt Ruding. „Ik ben ervan overtuigd dat we nog enige jaren zo moeten door gaan. We hebben nog wat hob bels te nemen. Maar als we het tekort met een procent per jaar blijven terugdringen, zijn we aan het eind van de jaren tachtig, begin negentig zeker door de ellend^heen. Voor de minister van Finan ciën betekent dat, ook al breekt hij daar nu voor een keertje mee, de komende iaren toch een prioriteit aan tekort reductie boven kadootjes aan de burgers door lagere belas ting en premies. In de komen de regeerperiode zou het te kort jaarlijks gemiddeld met een procent omlaag moeten. In vier jaar tijd betekent dat nog eens 16 miljard ombuigen, geeft de minister toe. „De be zuinigingsbedragen hoeven na 1986 niet zo hoog te zijn als de afgelopen jaren", verwacht hij, maar er is één uitzondering: 1987, het jaar van de vele be ren op Rudings weg. „Dat jaar zal het heel moeilijk zijn het overheidstekort met ruim een procent terug te dringen. Veel zal dan afhangen van factoren als de economische groei. We moeten dan niet te veel tegen stroom krijgen. Maar ik denk wel dat we in 1987 meer zullen moeten ombuigen dan de jaren daarna, gezien de terugval in de gasbaten die ik al noemde. Waarschijnlijk zal 1987 in om vang van bezuinigingen niet veel af kunnen wijken van dit jaar, acht miljard gulden dus. Maar de ombuigingen in de ja ren daarna kunnen aanzienlijk minder zijn". Er daagt dus weer wat meer licht aan de horizon. Minister Ruding heeft, na zijn relatief rooskleurig verhaal voor het verkiezingsjaar 1986 nog één zure appel voor 1987 over. Daar moeten we nog door heen bijten, 's Lands penning meester meent dat we dat wel op kunnen brengen. „Geluk kig zie ik een toenemend be grip voor de noodzaak van ombuigingen. Men raakt er steeds meer van doordrongen dat je jezelf tegenkomt als je niet voldoende maatregelen neemt". ARJEN BROEKHUIZEN ONZE SCHULD ONTWKKBJNG NATIONALE SCHULD (binnenlandenbuitenland) inmBjardgM. 3MSe «8 üll SË3_ HÉ lij 5== 1981 1962 1963 1984 1965 pertdUmo DEN HAAG Ondanks acht miljard gulden aan bezuinigingen daalt het overheidstekort volgend jaar met slechts twee tien de procent en komt op 7,8. Daarmee haalt het kabi net net zijn doelstelling van 7,5 procent niet. Vol gens een andere bereke ning, die van het Centraal Planbureau, komt het te kort overigens uit op 7,2 procent van het nationaal inkomen, waarmee het doel van het kabinet dus ruimschoots gehaald zou zijn. Oorzaken van het „niet ver genoeg" dalen van het tekort zijn volgens minister Ruding de verminderende aardgasba ten en de stijgende rente- en aflossingsverplichtingen van de Staat. Er komt in 1986 voor een miljard minder aan gas binnen, terwijl er vier miljard meer uitgetrokken moet wor den voor rente en aflossingen. Van elke zes gulden die de staat dan ontvangt gaat er een weg aan rentebetalingen. „Een gezwel waar we beslist meer aan moeten doen", zegt minis ter Ruding. De grote behoefte van het Rijk om de staatsschuld met lenin gen te dekken zal de komende jaren voor steeds meer proble men zorgen. Als ook in de ko mende kabinetsperiode niet onverminderd wordt doorge gaan met ombuigen, zal de rentelast over tien jaar ver dubbeld zijn tot 40 miljard gul den. De aflossingsverplichtin gen zullen in 1994 39 miljard gulden bedragen. Dat komt er op neer dat het Riik dan dage lijks bijna 200 miljoen gulden kwijt zal zijn aan rente en af lossingen. Bij de stijgende rente- en af lossingsverplichtingen komen sterk teruglopende gasinko- mensten. Door de aanvoer van Russisch aardgas gaan de Ne derlandse verkopen vanaf vol gend jaar naar beneden. Voor 1986 is dat probleem tamelijk beperkt (1 miljard), maar in 1987 komt er een klap van zes tot zeven miljard gulden. Daardoor zal het zeer moeilijk worden het overheidstekort in dat jaar binnen de perken te houden. Met het oog daarop heeft het kabinet besloten tot afschaffing van de negatieve aanslag in de WIR, een belas tingfaciliteit voor met verlies werkende bedrijven, waarmee 1,5 miljard gulden gemoeid is. ARBEIDSMARKT Het totaal van vraag en aanbod van werkkrachten. BELASTINGDRUK Het in procenten uitgedrukte deel van het inkomen van alle werkenden en bedrijven teza men dat aan de belasting moet worden afgedragen. BEROEPSBEVOLKING De mensen die een baan heb ben of zoeken. BETALINGSBALANS Overzicht van wat door ons in het buitenland is besteed en wat het buitenland van ons heeft gekocht. Is van die tweë' zaken de besteding het laagst dan is er sprake van een overschot. BEVRIEZEN Ongewijzigd laten. CENTRAAL PLANBUREAU Het reken instituut van de regering. Kan o.m. berekenen wat de gevolgen zullen zijn van bepaalde situaties en maatregelen op bijvoorbeeld het bedrijfsleven. COLLECTIEVE DRUK Het in procenten uitgedrukte deel van het inkomen van allen, ook ondernemingen, dat via belastingen, premies e.d. aan de staat moet worden af gedragen. COLLECTIEVE SECTOR Alles wat door de overheid gefinancierd wordt, maar dan niet alleen ministeries en provinciale- en gemeentelijke instellingen, maar ook socia le diensten, ziekenhuizen, musea e.d. COLLECTIEVE UITGAVEN Alle betalingen ten be hoeve van de collectieve sector. DEKKINGSPLAN De wijze waarop de staat aan haar (extra) inkomsten wil komen, doorgaans bestaande uit be- lastingmaa tregelen. ECHTE MINIMA Huishoudens die louter van een mini mum-inkomen moeten rondkomen. MEERJARIGE ECHTE MINIMA Huishoudens die al langer dan een jaar van één minimum-inkomen moeten le ven. EENMALIGE UITKERING Uitkering, eens per jaar, aan de meerjarige echte minima om hun bestedingsmoge lijkheden wat te verruimen. FINANCIERINGSTEKORT Het (nadelige) verschil tus sen de inkomsten en uitgaven van de staat, doorgaans uit gedrukt in een percentage van het nationaal inkomen. HUURSUBSIDIE Toelage voor hen, die door een laag inkomen de huur niet kunnen opbrengen. INCIDENTELE LOONSVERHOGING Loonstijging die niet voor iedereen geldt, b.v. periodieken. INFLATIEGeldontwaarding. INFLATIECORRECTIE Maatregel om te voorkomen dat iemand door loonstijging als gevolg van inflatie onder een hoger belastingtarief komt te vallen. INITIELE LOONSVERHOGING Inkomensstijging die bovenop zaken als prijscompensatie, periodieken en toesla gen komt. INKOMENSPLAATJE Schema van de te verwachten (of te vrezen) veranderingen in de lonen van verschillende inkomensgroepen, ook wel koopkrachtplaatje genoemd. KOOPKRACHT Het netto loon dat men kan besteden. KOPPELING Doorgaans het op de een of andere wijze gelijk op laten ontwikkelen van particuliere lonen en uit keringen. KWARTAIRE SECTOR De niet op winst gerichte dienstverlenende instellingen (bv ziekenhuizen, bejaarden tehuizen). LASTENVERLICHTING Verlaging van belastingen dan wel sociale premies. MACRO ECONOMISCHE VERKENNING Economi sche prognoses van het Centraal Planbureau (zie daar), waarop een belangrijk stuk regeringsbeleid is gebaseerd. MARKTSECTOR Het particuliere bedrijfsleven. MINIMUM Het inkomen, waarop een Nederlander ten minste recht heeft, hetzij via een uitkering, hetzij als loon, het laatste afhankelijk van leeftijd. MODAAL Het inkomen dat in ons land het meest voor komt. Momenteel bijna 40.000 bruto per jaar. NATIONAAL INKOMEN Wat burgers en bedrijven sa men verdienen, exclusief de uitkeringen. Totaal ongeveer 375 miljard gulden. NETTO-NETTO-KOPPELING De laagste netto-mini mumuitkeringen zullen gelijk blijven aan het laagste netto minimumloon. De wet bestaat alleen nog op papier. In de praktijk is er sprake van „een koppeling op afstand". NULLIJN Het inkomen gaat niet vooruit, wordt ook niet minder. OMBUIGING Bezuiniging. OVERDRACHTSUITGAVEN Uitgaven van de over heid aan anderen om te besteden: uitkeringen, subsidies. PARTICULIERE CONSUMPTIE De bestedingen van de burgers. PREMIEDRUK Het totaal van de te betalen premies door burgers en bedrijven, uitgedrukt in een percentage van het nationaal inkomen. PROFIJTBEGINSEL Het laten betalen van overheids diensten (bv brandweer) door ben die er gebruik van ma ken. PROGRESSIE Het belastingsysteem dat iemand in pro centen uitgedrukt steeds meer belasting laat betalen naar mate hij meer gaat verdienen. PRIJSCOMPENSATIE Verhoging van de inkomens in de mate waarin de prijzen zijn gestegen. STAATSLENING Lening van de overheid om de uitga ven te kunnen doen die niet door inkomsten worden ge dekt. STELSELWIJZIGING Het wijzigen van het stelsel van sociale voorzieningen, met name de hoogte der uitkerin gen. STIMULERINGSBELEID Theorie, dat de overheid in slechte tijden niet moet bezuinigen, maar geld in de econo mie moet pompen om de zaak weer op gang te krijgen. SUPERHEFFING Boete die veehouders aan de EG moeten betalen voor te veel geproduceerde melk. TEMPORISEREN Het vertraagd uitvoeren van plannen die veel geld kosten. TRENDBELEID Het gelijk op laten lopen van ambtena rensalarissen en lonen in het bedrijfsleven. TRENDVOLGERS Mensen die qua salariëring gelijk oplopen met het overheidspersoneel, zoals werknemers in de welzijnssector en in het bijzonder onderwijs. TWEEVERDIENERS Huishoudens waar meer dan één inkomen binnenkomt. Ook wel dubbelinkomens genoemd. VEREVENINGSBIJDRAGE Compensatie voor sociale premies, te betalen door uitkeringsgerechtigden. VOORJAARSNOTA Rapport van de regering in het voorjaar over de feitelijke ontwikkeling van de begroting met eventueel maatregelen om afwijkingen te herstellen. WEGLEKKEN Het verschijnsel dat sommige bezuini gingen elders tot meer uitgaven of minder inkomsten lei den. Voorbeeld van weglek-effecten: lagere salarissen lei den tot minder belastingopbrengst en meer aanvragen voor huursubsidie. Wordt de huursubsidie verlaagd, dan doen meer mensen een beroep op de Bijstandswet. WERKLOOSHEIDSPERCENTAGE Het aantal werklo zen in procenten van de beroepsbevolking.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 11