Breedvoerige Jnislukking van Jïubert Lampo Een hecht geconstrueerd boek" Ger Verrips boeit slechts bij vlagen DE KEER Het treurspel van de Oslo-staten DE EERSTE SNEEUW VAN HET JAAR" Iiïen stuk ?»ran mi in ziel De dubieuze Heer van Aldegonde Aandacht voor astma op een speelse manier INTERESSANTE ANALYSE VAN „DE AANSLAG" VAN HARRY MULISCH =in£EKEN CridaeSoutani VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1985 PAGINA 11 >rl Hubert Lampo aan de Scheldekaal in zijn geboortestad Antwei pen. Antwerpse auteur Hubert J jpo lijkt ver weg geraakt *H\ijn van het genre „ma- i-realisme" dat hij verte- (voordigde op een manier, r hij zich na zijn roman >n komst van Joachim Stil- nogal uniek in voelde. nieuwste roman is een tyerig verhaal over een op- Ajiende jongen in de oor- 1J i ren, waar niets magisch- »n rfst'sc^ aan 's en waar Je als hplrf te vaa^ moet denken ^Hugo Claus een vergelijk- f verhaal (een groeiproces een jongeman in oorlogs- in „Het verdriet van Bel- tot zo'n indrukwekkend wist uit te werken, komt Hubert Lampo bij na niet aan toe. moet de ervaren De hoofdper soon van Lampo's nieuwe ro man, „De eerste sneeuw van het jaar", heet Hans Verstra ten. Hij is scholier, bezoekt een gymnasium in Antwerpen, waar zijn vader een kunstzin nig beroep beoefent: hij is een luxe boekbinder. Deze Hans beleeft zijn puberteit tijdens de oorlogsjaren. Als hij opgeroe pen wordt voor arbeid voor de bezetter aan het „oostfront", zoekt hij allerlei middelen om daaraan te ontkomen. Via een lerares, de jonge Jolande Ver linden, die klassieke talen geeft, kan hij via artsenverkla ringen aan die oproep ontko men. Een grote liefde voor die lerares vloeit daaruit voort. Zij beantwoordt zijn gevoelens in haar ongelukkige situatie: ze is getrouwd met een door haar gehate SS-er, en haar ge deeltelijk Joodse afkomst en haar dochtertje brengen haar in problemen. De liefdesrelatie die zij met haar leerling ont wikkelt blijkt nauwelijks tot problemen te leiden: de ouders van de jongen vinden het meer dan mooi, de echtgenoot van de vrouw is zo vaak weg en is zozeer in een echtschei dingsregeling gewikkeld, dat hij alles best vindt, de andere docenten op school schijnen er nauwelijks iets van te merken, net zomin als de klasgenoten van Hans Verstraten. Zo komt dit gelukkige stelletje dan de laatste oorlogsepisode door. Er schijnt niets aan de hand te zijn, hoewel Hubert Lampo zich uitslooft om als maar nieuwe gebeurtenissen te laten plaatsvinden, die de spanning erin moeten houden, maar die de lezer gedurende vele lange pagina's toch het gevoel brengen dat het veel te lang duurt en dat er veel te weinig wezenlijks aan de hand is. Het kader waarin dit ge schreven is (een langdurige flashback, als Hans Verstraten een man van middelbare leef tijd is geworden en met zijn jeugd geconfronteerd wordt op een voor hem onverwacht mo ment) is al te zeer een struc tuur-gegeven en draagt hele maal niets bij tot een werkelij ke beleving die de lezer zou kunnen overkomen, n zo'n soort verhaal. Om meer redenen blijft de le zer erg buiten alles staan. Hu- bert Lampo slooft zich uit de tail na detail en uitweiding na uitweiding op te schrijven. Nergens is er echter enige sug gestie, alle emoties worden keurig uitgelegd en meege deeld, zonder dat de lezer ooit in staat wordt gesteld ze mee te beleven. Dat is hoogst ern stig en irritant; het bewijst bo vendien de beperktheid van de vertel-mogelijkheden en van het schrijverschap van Hubert Lampo. „De eerste sneeuw van het jaar" is daar om en vanwege de grote cli ché-matigheid van personages en situaties die in het boek voorkomen, een grote misluk king. JAN VERSTAPPEN Hubert Lampo: „De eerste sneeuw van het jaar". Uitga ve Meulenhoff. Prijs ƒ34.50. De nieuwe roman van Ger Verrips, „De wondere zoon" vertelt over de schok die ie mand ervaart en teweeg brengt, wanneer hij na vele ja ren terugkeert in zijn geboor teplaats en weer kontakt heeft met zijn familie.' Sander, deze „verloren zoon", is na een heel moeilijke jeugd, dertig jaar ge leden uit Nederland vertrok ken naar de Verenigde Staten, waar hij vele omzwervingen, banen en relaties achter de rug heeft. Als zijn ouders gestor ven zijn, komt hij terug naar Nederland, eigenlijk alleen maar om de zaken, die na dit overlijden nog te regelen zijn, jarenlang geen enkel kontakt gehad. Ger Verrips vertelt heel over tuigend over de problemen die deze Sander heeft bij zijn con frontatie met de familie, met zijn jeugd. De man weet niet zo goed raad met de situatie, hij ziet aan zijn broer, dat die ook heel voorzichtig tussen zijn emoties door probeert te laveren. Langzamerhand wordt het verleden in hun ge sprekken opgenomen en ko men zij achter verschrikkelij ke waarheden: hoe hun ouders hun kinderen tegen elkaar uit gespeeld hebben, hun leven verzuurden, hoe ze hun kinde ren in onmogelijke situaties Ogll Thj naai li mst( gisi ERVIEWS MET [NNIE MANDELA ;wai rijd 1 rs c O tisee burjen ding hebben de doden ieen met de ballingen en is vrresteerden: hun zwijgen, echtoch communiceren ze nog B Ids met ons door het medi- van hun zwijgen. Daarom niemand verhinderen dat die tot zwijgen zijn •acht ons spirituele kracht 'en geven. Winnie Mande- ieeft men al die jaren tot veroordeeld. Deson- heeft haar leven ons ir verteld dan alle redevoe- gen die ze had kunnen hou- i als ze niet verbannen sr- °ffer wo°r<len var> bisschop Bu- j)ezi in het boek „Een stuk y miin ziel" zijn maar al te ie vrouw van de al ja- ing in gevangenschap ver- inde leider van het Afri- National Congress (ANC) -^on Mandela heeft zich 'ikkeld tot het internatio- symbool van de strijd te- >her? de aPartheid, voor een en (^-Afrika waarin zwarten, urlingen. blanken en Azia- allen met gelijke rechten nupen en werken. Steeds s v£r grepen de afgelopen ja- ran. de Zuidafrikaanse autori- en \en in om Winnie Mandela jntei leven onmogelijk te ma- peur!' monddood te maken, te j laln vegeteren in de uithoe- due) van het land. Iedere itregel, van arrestatie tot inning en intimidatie alleen maar geleid tot terking van het symbool, iterking van deze vrouw. „Een stuk van mijn ziel" it Winnie Mandela open lig over haar leven als v van de roemruchte ■leider, die kort na het 'elijk in 1958 fysiek uit leven verdween. Ze akijeEst alleen haar beide doch- Pr' Beirani Fnd Winnie Mandela is waarschijnlijk te „danken" aan de gevangenschap van haar man. Uit het boek blijkt dat Nelson Mandela een for midabele invloed op haar heeft en mogelijk haar per soonlijke en politieke ontwik keling door zijn nadrukkelijke aanwezigheid sterk had kun nen vertragen. Vertragen, want duidelijk is dat Winnie nooit genoegen had genomen met een leven als toegewijde huisvrouw en moeder aan de zijde van de vermaarde AN- C-leider. Treffend in dit ver band in het'boek is het vol gende (tijdens een bezoek in de gevangenis): „Ik zit daar voor hem als een klein meisje. Hij kan zich niet voorstellen dat ik volwassen ben gewor den. Hij spreekt tot mij op de zelfde toon, dezelfde manier als vroeger, alsof hij me hel pen wil volwassen te worden. Soms denk ik dat ik voor hem zoiets ben als een verlengstuk van de kinderen. Als hij iets uitlegt of voorstelt, zou ik hem graag eens in de rede willen vallen of bezwaar inbrengen. maar dan herhaalt hij het zelfde voorstel wat langzamer en nadrukkelijker, zodat ik ge woon geen nee kan zeggen. Zinzi (haar jongste dochter) is de enige die hem weieens durft te onderbreken en pro testeert..." Opvallend, omdat deze Winnie Mandela zelden verbaal in gebreke is gebleven bij het aanwijzen van misstan den, zowel in de openbaarheid als bij de talloze keren dat ze in gevangenschap verkeerde. In de 21 jaar dat zij haar man inmiddels bezoekt (eerst op Robbeneiland, sinds enkele ja ren in de Pollsmoorgevangenis bij Kaapstad), was er zo op het oog zelden meer dan het her kennen van de contouren van eikaars gezicht, het horen van J deei Van de taak die Nel- l zich gesteld had vervullen. 2. Hi§evangennern*n§ van haar 5. sp bleek een ontwikkeling en Hgang te zetten die snel ge- 1 heeft tot de zelfbewuste, itiek sterke zwarte vrouw Winnie Mandela nu al ja- Tllba is. In het boek wordt dui- ►•Ro'ljk hoe vastberaden zij in van het ANC blijft 2; DzPven- ondanks de acties van regime en de daaruit 2. ^rtvloeiende afbraak van 8": 3 .ir privé-leven. De „incarna- Inoi 5van het zwarte gevaar", zo p0|p de Boeren haar; de moe- van de natie is de om- Irijving van vele anderen. irmidabele iitvloed Ie uitgebreide, in veel ge len zeer persoonlijke brief es 7-fseling tussen Winnie en Ison Mandela, die in het ik is afgedrukt, blijkt over- lelijk de onverwoestbare le tussen beiden en het ge- lenlijke ideaal van een „an- Zuid-Afrika. Hoe triest ihien ook: de snelle ont- ikeling van een jeugdige itschappelijk werkster, af- ik Tif Het lijkt niet zo vanzelfspre kend een nieuwe reeks over Erflaters - het begrip is door Jan Romein geijkt - te begin nen met Philips van Marnix, Heer van Sint Aldegonde 15407-1598). Zijn erfgoed is al thans tamelijk dubieus. Nog al tijd omstreden is de vraag, of hij werkelijk de auteur was van het Wilhelmus, dat pas se dert 10 mei 1932 officieel ons volkslied is. Wel van hem is het gemeenste schotschrift dat het anti-papis- me in de Nederlanden heeft voortgebracht: „Den Byencorf der H. Roomsche Kercke", in 1569 onder de schuilnaam Isaac Rabbotenu van Loven gepubliceerd en eerst een kwart eeuw later met zeker heid aan hem toegeschreven. Van hem is ook het geschrift „Van de beelden afgheworpen in de Nederlanden in Augusto 1566", waarin hij de beelden storm verdedigt als een „tot dankbaarheid stemmend werk van Gods Voorzienigheid", een pamflet dat overigens vol gens Romein pas in 1871 voor het eerst in druk verscheen. Op zijn naam staat voorts een reeks mislukkingen bij het uit voeren van opdrachten, waar voor Willem van Oranje hem heeft gebruikt (of misbruikt, zoals ook wel wordt gezegd). Als burgemeester van Antwer pen gaf hij op 17 augustus 1585 de stad aan de hertog van Par ma over, waarna hij alom als verrader werd uitgekreten. Eerder al had hij als militair gouverneur van Delfland het onderspit moeten delven: Bos- su nam hem in 1573 gevangen. Godsdienstig onverdraagzaam bleef hij tot zijn einde. Hij wenste, zelf een fanaticus, de Wederdopers en andere „geestdrijvers" ter dood ge bracht te zien. P.C. Hooft moest dan ook niets van hem hebben en met zijn intoleran tie is Marnix tegelijk verre van Oranje's idealen gebleven. Natuurlijk was hij historisch wel een interessante figuur en uit een menigte van citaten toont Verhoef dat ook aan. Zij het, dat Verhoef zelf lijks tot een eigen visie komt op de twijfelachtige faam van een man, die hij tenslotte dan maar de „steenrots van het Calvinisme" noemt. „De schrandere edelman", die vol gens Geeraert Brandt: ,,'t Pa pendom deed beven". Echte adeldom heeft Marnix echter nauwelijks uitgestraald. JAN ONSTENK C.E.H.J. Verhoef: „Philips van Marnix, Heer van Sint Aldegonde". Reeks Erfla ters. Uitg. Heureka, Weesp, 96 blz., geïllustreerd. Prijs ƒ19,50. brachten. Hun zus, die inmid dels is overleden, kon het in dertijd ook niet meer verwer ken en is daarom ook het land. uitgegaan. De hoofdstukken, die aan deze problematiek gewijd zijn, heb ben een grote kracht, de per sonen zijn daar levend, her kenbaar, hun problemen wor den heel voelbaar gemaakt voor de lezer. Door alles wat daaromheen gebeurt in dit verhaal, wordt hieraan echter nogal wat schade toegebracht. Berichten Er is een oude vriend van Sander, Mees Fisset, een jour nalist, die allerlei onthullende berichten over de hedendaagse samenleving verzamelt. Die berichten worden, met bron vermelding en al, geciteerd in de roman, vooral in de eerste helft. Sander ontmoet de vrouw van deze Mees tijdens een bezoek aan Parijs, later blijkt Mees dan opeens de ik van het verhaal te zijn. Aller lei intrige-draden worden zo uitgezet, maar waaieren daar na uit in het niets, naar een leegte. Als dit alles nodig was om de schok van de nieuwe ervaring van Sander te schet sen, dan schiet het zijn doel ver voorbij. Vooral omdat San- der overtuigend en zo eerlijk getoond wordt in zijn ontmoe tingen met zijn broer en diens vrouw. Die fragmenten zijn heel boeiend in dit verder te vaak mislukkende verhaal. JAN VERSTAPPEN Ger Verrips: „De wondere zoon"-roman. Uitgave De Arbeiderspers. Prijs 29,50. (ADVERTENTIE) BOEKHANDEL LEIDEN - LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Tien jaar voor de oorlog ver scheen op het Europese toneel een nieuw fenomeen de Oslo- staten. Het ging op Noors initiatief om een vorm van economische en politieke sa menwerking, begonnen met de Conventie van Oslo (22 de cember 1930), een solidariteits- en intentieverklaring van Noorwegen, Zweden, Dene marken, Nederland en België- Luxemburg. In 1933 trad ook Finland toe. De historie van dit los-vaste verbond is nu minutieus vast gelegd in een lijvig geïllu streerd boek van dr. Ger van Roon „Kleine landen in crisis tijd. Van Oslostaten tot Bene lux, 1930-1940". Gedegen we tenschappelijk werk: niet min der dan 120 pagina's verwijs- noten (welgeteld in totaal 4.178), talrijke geraadpleegde archieven, een lange litera tuurlijst. Het resultaat van al die moeite heeft helaas maar ten dele een leesbaar geschrift opgeleverd, dat vele bladzijden lang het meest op een min of meer veredeld notulenboek lijkt. Wie ijverig doorsprok- kelt, vindt echter heel wat onthullende details over een idealistisch begonnen streven, dat tenslotte verzandde in een treurspel van eigengereidheid en „neutraal" denken, geens zins opgewassen tegen de stoomwals van Hitiers hande len. In Van Roons verslag ko men heel wat persoonlijke re putaties op de tocht, of juist in klaarder licht te staan. Hij wijst ook de vele gemiste kan sen aan die, waren ze benut, wellicht de loop van de ge schiedenis zouden hebben ver anderd. De Oslo-staten werden in de besproken periode heen en weer geslingerd tussen de rea liteit van het nabije, steeds machtiger, d^igender en veel eisender wordende Duitsland als handelspartner en de affi niteit tot vooral Engeland en de Verenigde Staten. Onmis kenbaar werden zij in die ja- Als het er op aankwam, lieten overigens ook de Oslo-part ners elkéar vallen, elk aller eerst voor eigen hachje be ducht. Natuurlijk wilde ieder een vrede en natuurlijk is een achteraf-oordeel gemakkelijk, maar hoe naïef doet het alle- ren door.die twee in de steek maal aan: een oproep tot mo- gelaten. Engeland koos voor de banden met het eigen Ge menebest en dreef zo de Oslo- groep steviger binnen het Duitse machtsbereik (overi gens niet altijd tot verdriet rele herbewapening, terwijl de stoomwals al rolde en een be stelling van wapentuig tot zelfverdediging was geplaatst bij leveranciers in, jawel, óók Duitsland. Het is jammer dat van de Oslo-partners zelf, een Van Roon zoveel interessante aantal Nederlandse autoritei- stukjes niet beknopter tot een voorop). En Roosevelt werd te zeer door zijn binnen landse problemen en verkie zingsperikelen in beslag geno men dan dat hij van meet af aan ook vooruitziende politiek in Europese richting zou heb ben gevoerd, of kunnen voe- boeiender geheel heeft kun nen samenvatten. JAN ONSTENK Dr. G. van Roon, „Kleine landen in crisistijd. Van Os lostaten tot Benelux, 1930- 1940". Uitgeverij Elsevier. Prijs ƒ69,50. Om duidelijk te maken wat het voor kinderen betekent om astma te hebben heeft de bekende schrijfster van kinderboe ken Rita Törnqvist het jeugdboek „Het lied van de blauwe parkiet" geschreven. Een boek, dat zich zoals alle verha len van deze schrijfster in de directe leefomgeving van het kind afspeelt en daarom heel toegankelijk is. Rita Törnqvist heeft zich goed over astma geïnformeerd voordat ze het verhaal schreef. Om een goed beeld van deze ziekte te krijgen heeft ze veel met astmakinderen en met de kinderarts Rupino Griffioen van het Emma Kinderzieken huis in Amsterdam gesproken. Dokter Griffioen heeft het boek op juistheid gecontroleerd en toonde zich na het lezen zeer verheugd. Dit verhaal geeft nu eens duidelijk weer, wat astma voor de kinderen die eraan lijden te betekenen heeft en wat er in de patiëntjes omgaat. Dat dit boek een informatief karakter heeft, betekent overi gens absoluut niet, dat het saai is. Het is, om zo te zeggen, zeker geen probleemboek. Astma wordt er op speelse manier in onder de aandacht gebracht, zonder dat dit thema te veel de boventoon voert. Twee kinderen, die astma hebben, spelen in het verhaal een rol. Een van hen, Roel, denkt dat niemand weet wat het is om astma te hebben. Roel's parkiet moest de deur uit, omdat hij er overgevoelig voor is. Op school pesten ze hem daar mee, maar hij laat bepaald niet over zich lopen. Roel is benieuwd waar zijn parkiet terecht is gekomen. Vast en zeker niet bij het aardige meisje, dat hij bij de dokter zag en dat ook astma heeft en dat later Katinka blijkt te heten. Wanneer hij het spoor van zijn vogeltje eenmaal heeft ge vonden, doet hij allerlei bijzondere ontdekkingen. Overigens speelt ook een andere jongen, Bastiaan genaamd, een rol in het verhaal. Ook hij had een parkiet, maar die was doodge gaan. „Het lied van de blauwe parkiet" is een nuttig, onge compliceerd en toch ook heel boeiend boek, bestemd voor kinderen vanaf tien jaar. De kunstzinnige illustraties zijn van de hand van illustrator René Pullens, die wat medische zaken betreft gedocumenteerd werd door kinderartsen. LEO HENNY Rita Törnqvist: „Het lied van de blauwe parkiet." Uitgeve rij Ploegsma ningen: René Pullens; 101 bladzijden, gebon den. Prijs: ƒ19,90. opvoeden en daarnaast eikaars blikkerige stemmen ijnstjg uit het dorpje Bisana tot volop geën- i— Transkei, geerde, onbuigzame vrouw door de geluidsinstallatie aan weerszijden van een dikke glasplaat. Desondanks, zo ver telt dochter Zinzi in het boek, is de liefde tussen beiden dan des te sterker te bespeuren. Een stuk van mijn ziel geeft de lezer een intens triest ge voel over de toestanden die in Zuid-Afrika spelen naast al hetgeen we dagelijks horen en zien. De gebeurtenissen in de gevangenissen getuigen van een onverhulde feodale geest. De beschreven beperkingen die mensen, blanken zowel als zwarten, kleurlingen en Azia ten, worden opgelegd komen vaak harder over dan al die levensechte televisiebeelden. Een duidelijk beeld wordt ook gegeven van de moed van alle strijders tegen de apartheid. Van de zwarten, maar ook van het toenemende aantal blan ken dat strijdt tegen de on rechtvaardigheid in het land. Het is een boek dat het waard is door een groot publiek gele zen te worden FRED BEENS Een stuk van mijn ziel. In terviews met Winnie Mande la door Anne Benjamin, ver taald uit het Duits. Uitgave Van Gennep Amsterdam. Prijs ƒ34,50. De reeks Synthese heeft een nieuw gezicht. Veel scholieren en studenten kennen de uni form uitgegeven deeltjes met analyses van vele letterkundi ge werken van Nederlandstali ge auteurs. Deze Synthese deeltjes worden naarstig ge raadpleegd bij het maken van literaire scripties, boek-analy- ses of bij de voorbereiding van examens over „de boekenlijst". Er staan dan ook steeds uit voerige en gedegen beschou wingen in, die veel helderheid en houvast bieden aan de on zekere leerling of de vorsende student. Het eerste boekje in de ver nieuwde Synthese-reeks is een analyse door Frans C. de Ro ver van „De aanslag", het in middels vermaarde boek van Harry Mulisch, dat bijna drie jaar geleden uitkwam. Er staat een foto van Mulisch op de omslag, er zijn zelfs illustraties in het boek opgenomen, maar die dienen dan ook een literair doel, waarover straks meer. Het formaat is anders, meer aangepast aan het doorsnee boekenformaat, zodat het in de boekhandel geen rare plek in Harry Mulisch, poserend voor het „eigen" straatnaam bordje, zoals hij prijkt op de omslag van Frans C.de Rover's analyse. beslag hoeft te nemen, maar gewoon tussen de andere boe ken in kan proberen opval lend te zijn. Het is een interessante be schouwing, die Frans de Rover over deze roman neerschrijft. Na een uitvoerige samenvat ting van de gebeurtenissen, die Mulisch in zijn boek schetst, komt hij met een aantal boei ende beschouwingen over al lerlei aspecten van het ver haal. „De aanslag" is het ver haal van een aantal momenten in het leven van hoofdpersoon Anton Steenwijk, die steeds te maken hebben met de avond in januari 1945, als in de straat waaraan hun woning (in Haar lem) ligt, door de ondergrond se een aanslag wordt gepleegd op de hoofdinspecteur van po litie, Fake Ploeg, die daar langs fietst. De buren voor wiens huis het lijk ligt, komen naar buiten en verslepen het, tot het voor het huis van het gezin Steenwijk ligt. De Duit sers nemen represaille-maatre gelen: de ouders van Anton worden neergeschoten en hun huis wordt in brand gestoken. In een aantal episodes, later in zijn leven, ontmoet Anton mensen die hem stukje voor beetje inzicht geven in de ware toedracht van de gebeur tenissen op die winteravond. De laatste episode Speelt zich af tijdens de grote demonstra tie tegen de kruisraketten, in Amsterdam in het najaar van 1981. Na de verhaalsamenvatting komt De Rover met een in ventarisatie van een groot aantal motieven, die een rol spelen in dit verhaal. Hij noemt er allerlei „het tijdreke ningsmotief", het antieke cul tuur-motief", „het woordspel motief", „het steen-motief" (dat heel belangrijk blijkt te zijn) en nog andere, waaron der een „licht/donker-motief". Uitvoerig zoekt De Rover uit in hoeverre er verbanden be staan tussen de gebeurtenissen die met de verzetsheldin Han- nie Schaft te maken hebben en de fictie-elementen. De fo to's, die in deze analyse zijn opgenomen, spelen daarbij een betekenisvolle rol: een portret van Hannie Schaft blijkt rechtstreeks beschreven te worden in de uiteenzetting van Mulisch over het uiterlijk van de romanfiguur, die de aanslag op de politiecommissa ris pleegde. Ook de aanslag op Fake Kirst, op 25 november 1944, in Haarlem blijkt door Mulisch te zijn gebruikt, de foto die daarvan bestaat, lijkt een door Mulisch beschreven moment uit de gebeurtenissen op de avond in januari 1945, rond het huis van de familie Steenwijk. Nog heel wat andere aspecten van dit verhaal worden door De Rover belicht. Als bijlage neemt hij bovendien een stuk op onder de titel „Harry Mu lisch beantwoordt vragen van lezers", een soort interview door Joop van Tijn gemaakt voor het weekblad Vrij Neder land, waarin hij door lezers in gezonden vragen over het boek aan Mulisch voorlegde. Mystificaties en verhelderin gen. Een samenvattend boek, deze' Synthese-uitgave, waardoor vele lezers van het boek van Harry Mulisch een goed in zicht kunnen krijgen in van alles wat in deze roman aan de orde is. „Een hecht gecompo neerd boek", noemt De Rover „De Aanslag" JAN VERSTAPPEN Frank C. de Rover: „Over 'De Aanslag' van Harry Mu lisch". Uitgave in reeks Syn these - De Arbeiderspers. Prijs ƒ26,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 11