3e Spoorbrug over de Stinksloot: Nu nog werkloos, ropiaar in toekomst dienaar van een ander stalen ros ^EN/REGIO ÊeidaeSotruwt GEÏLLUSTREERD 9c Ccicbcke Sou/want ZATERDAG 17 AUGUSTUS 198S PAGINA 9- edigen tijd van den grooten Onder deze kop mij- Geïllustreerd zeventig jaar Bonaparte een eind was geko men. Tijd ook voor een (nieuw) Verenigd Koninkrijk n, halverwege augustus der Nederlanden, waaruit de den. Onze huidige provincie heeren eindweg over Napo- zuidelijken al geruimp tijd Limburg (waar de affiniteit 37 iet was 100 jaar gele- verspaanst en veroostenrijkst, met Holland en „Den Haag" met sterke Franse interessen, en zich Belgen noemend zich vijftien jaar later al, in 1830, met veel poeha bevrijd- NAPOLEON: „In het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt ter gelegenheid van de hon derdjarige herdenking van den slag bij Waterloo een omvang rijke verzameling platen geëx poseerd, op het leven van Na poleon betrekking hebbende. Hier: Napoleon bij het graf van de door hem bewonder den Frederik den Groote, 26 October 1806". nog immer op een laag pitje staat) was ook graag meege gaan, de Oranje-laan uit, maar dat feest ging mooi niet door. Trouwens, Maastricht maakte helemaal geen kans Belgisch te worden want die vesting was al sedert een paar eeuwen als een Hollands bas tion in redelijk veilige Staatse handen. Maar goed: er is nu nog slechts één Verenigd Ko ninkrijk, en dat heet Groot- Brittannië. De niet meer gebruikte spoor brug zoals hij thans in het landschap ligt; foto Wim van Noort, 1985. gen kwam op 26 september 1881 binnen en was vrijwel geheel in de geest van de al bestaande plannen (van Van der Horst). Alleen het prijs kaartje was veranderd: de to tale kosten zouden nu 222.500,- gaan bedragen. Dit rapport werd op 20 oktober in een weer uren durende dis cussie besproken en ondanks het nodige gesputter ging ie dereen (op één na) er toch wel mee accoord. In dat rapport werd echter met geen woord over een spoorverbinding met de gasfabriek gesproken. Toch moet dit wel onderwerp van bespreking hebben uitge maakt, want op 7 december 1881 kwamen de Commissa rissen met een zeer uitvoerig voorstel en een ontwerp voor een met de Hollandsche Yze- ren Spoorwegmaatschappij (HYSM) te sluiten overeen komst. De HYSM moest het enkelspoor aanleggen, inclu sief een spoorbrug over de Maresingel tot op het terrein, die echter in onderhoud bij de Gasfabriek zou komen. De kosten van aanleg werden op 87.000,- geraamd en de ge meente zou daarvoor 5% per jaar en ƒ2,- per wagon steen kool betalen. Molens De spoorlijn zou precies tus sen twee molens door komen te lopen. Slechts 78 meter ten oosten van de te bouwen brug over de Slaagsloot (ten on rechte ook wel Stinksloot ge noemd, al zal hij ongetwijfeld gestonken hebben) stond de molen van de Slagh- of Grote en Kleine Stadspolder, dat is de enkele jaren geleden ge heel vernieuwde stenen mo len aan de Gooimeerlaan. Op iets grotere afstand stond aan de westkant de paltrokhout- zaagmolen Het Zwarte Schaap, in 1872 in Zaandam overbodig geworden en aan de Slaagsloot herbouwd door Houthandel Gebroeders Van Hoeken. Een van de broers, Jasper Jacobus, nam hem in 1890 (met molen De Hooiberg) over en exploiteerde hem tot in 1914 of 1915. Vanwege de afgelegen ligging van de afge broken molen was de plaats met zijn grote en nog vrij nieuwe loodsen prima ge schikt voor een gevaarlijk be drijf als de vuurwerkfabriek Kat. Amper was het plan in de openbaarheid gekomen of de Nederlandsche Rhijn-Spoor- weg Maatschappij (de exploi tant van de lijn Leiden-Woer- den) kwam met de klacht dat concurrentie tegen de HYSM op deze manier uitgesloten was, terwijl toch de route over Woerden de meest gun stige was. De HYSM ver klaarde desgevraagd wel be reid te zijn over de lijn Woer den-Leiden aangevoerde wa gons naar de gasfabriek te transporteren, zodat concur rentie wel degelijk mogelijk bleef. De Raad had er in zijn vergadering van 2 maart 1882 niet veel moeite mee, zodat het contract in principe goed gekeurd werd en op 4 mei vrijwel ongewijzigd afgeslo ten. Inmiddels waren al op 13 april verzoeken van de Ka mer van Koophandel en de Leidsche Sajetfabriek ingeko men om meteen een losplaats bij de Maresingel te bouwen. Toch zou het nog jaren duren voor de spoorlijn wat meer nut ging afwerp^i. Vooral de bouw van het Openbaar Slachthuis in 1903 deed het verkeer toenemen, evenals de verbinding van dit spoor met de spoorlijn Leiden-Hoofd- dorp. Het Zwarte Pad moet in die beginjaren slechts voor enkele weinige grondeigenaren in de aangrenzende poldergedeel ten gediend hebben. Dat ver anderde toen de gemeente de Rioolwaterzuiveringsinstalla tie Noord hier wilde gaan bouwen. Deze kwam aan de noordkant van de Slaagsloot te liggen en een voorname toegang ernaar vormde dat Zwarte Pad. Op 5 augustus 1927 droeg de HYSM enkele percelen weg, water en erf aan de zuidkant van de Slaagsloot aan de gemeente over. Dit werd gevolgd door de overdracht van de weg vanaf de Haarlemmerweg naar de rioolwaterzuiverings installatie door de Nederland sche Spoorwegen aan de ge meente in 1955, zodat de ge meente eigenaar van alle naar de zuiveringsinstallatie lopen de wegen werd. De wegenbouw ten noorden van de binnenstad vorderde in de vijftiger jaren gestaag. Om de Koningstraat door te trekken met aansluitingen op de Groenoordstraat en de Musschenbroekstraat was het nodig om overwegen te ma ken. In de Raadsvergadering van 3 november 1958 werd hierover gediscussieerd en be sloten de tak naar het Slacht huis op te breken, daar deze toch maar zelden gebruikt werd. De kosten van opbre king bedroegen ƒ3500,-, ter wijl het maken van de over weg over het spoor naar de Gasfabriek ƒ14.200,- vergde. Nadat het aardgas het gas uit kolen verdreven had, werd de spoorlijn overbodig. Omdat de overweg toch enigszins een hinderpaal was, werd het hele spoor opgebroken. De inmid dels in beton vernieuwde spoorbrug over de Slaagsloot bleef echter liggen. Thans zijn er plannen om er een fietspad over te leggen. 'inden, alf uw jaar *s er we* een igde ksnis die de gemoe- •savon zeer langdurig en 0172jief bezig houdt. Bij 070-femen van een jaar- 070-jmt dan automatisch 071-Jebeurtenis in ge- n. Zo hoort bij 1953 £™3atisch de waters- 079-^mp van 1 februari ,eiden kent dit soort 'c Jlen. Bij 1807 hoort ,verw,\iitramp, bij 1929 de Uisbrand, enz. Wan- [j* /oor 1881 zo'n ken- II" >nde gebeurtenis, zij iet zo spectaculair, i avon/110* moet worden, is oiïonder twijfel de oi82|vestie". 079 JzIchT p wer8 de eerste door C. trheid geëxploiteerde *iek van Nederland in SJES t gebouwd. Dit was nz^wij ^et levenswerk van hJ^itearchitect Salomon churefir Paauw. Het grootste x 8177e van het geproduceer- 3t. „was bestemd voor ver- aiie l roet name de openba- irei itverlichting. De gasfa- toen op de vestwal bij 3DENTesingel gebouwd, was leren HJn liJd modern en het cesv. ^iceerde gas goed van jnika. fit- De afzet steeg met todenjen en telkens werd er «eid. Ondanks dat er ■riorse investeringen ge- V3H 5|oesten worden, was de man v|°danig dat er toch nog l mee fat voor de stadskas erbij.noot. In juli 1874 werd jonge en ambitieuze D. er Horst tot directeur mmm* Gasfabriek benoemd wist gedaan te krijgen IDE' 1875 een nieuw zuive- jis gebouwd werd. De leef steeds maar stijgen gzamerhand begon de l^^ieit van de fabriek te worden. I bereikten de Gemeen- enige klachten over de tit van de straatver- lS Op 16 oktober van 't- |r besloot de Raad tot noemen van een des- ieme»e om hierover zijn •ens te laten schijnen. Issarissen van de Stede- asfabriek (drie raadsle- aaronder de wethouder 'n financiën) verzochten *.L. Rijke, een bekend hoogleraar in de na- in °'nde en werkzaam in lysisch Kabinet in de Hi^/eldsteeg (thans het jlingh Onneslaboratori- de Zonneveldstraat), de e van het lichtgas te be- Deze moest regelmatig tietrisch onderzoek ver- n naar de lichtsterkte pt gas volgens de meest tng zijnde methode, ver- n bij de gebruikelijke ie maatstaf. Daarvoor DUW hij een beloning van - en het nodige krediet j: Ie aanschaf van appara- Rijke bestelde meteen 0 in Engeland een Dr. iy-Bunsenphotometer {on zijn waarnemingen. ongeveer 1100 meter fabriek gelegen meet punt leverde grote verschillen op met de Evansphotometer aan de fabriek. Hokje Op een voorstel om beide ap paraten te ruilen ging Rijke niet in en pas na de nodige vertraging werd de Letheby- photometer in een speciaal donker hokje geplaatst om be tere waarnemingen te kun nen doen. Op 1 januari 1881 berichtte prof. Rijke de Raad dat in december dé gemiddel de waarde van het lichtver- mogen van het gas aanzienlijk gestegen was ten opzichte van de voorafgaande maanden. Toch betoonde het raadslid dr. J.E. van Iterson J.Azn. zich niet tevreden; op 20 mei 1880 had de Raad de licht sterkte bepaald op minimaal 16 standaardkaarsen, en dat was nog steeds niet bereikt. Burgemeester De Laat de Kanter beloofde de Commis sarissen een rapport hierover te vragen. Dat bleek niet erg positief te zijn en ook Rijke kwam er niet geheel ongeschonden af. Hij verdedigde zich in een brief, die door directeur Van der Horst in een onnodig kwaad daglicht gesteld werd. In de urenlange discussie van 12 mei 1881 werd nog geen eindoordeel uitgesproken, maar besloten tot een zitting met gesloten deuren ter be spreking van de brief van Van der Horst. Overigens werd die eerst geheime brief achteraf toch nog gepubli ceerd. Uiteindelijk werd de affaire gesust, al zou de con- tróle blijven. De door prof. Rijke als een minderwaardig, vermoedelijk Duits namaaksel gekwalificeerde Evans-photo- meter zal wel vervangen zijn. Inmiddels hadden de Com missarissen voor de Gasfa briek op 25 mei 1881 hun uit breidingsplan ingediend. Zij herinnerden eraaan dat de produktie van 4500 kubieke meter gas per etmaal in 1859 gestegen was naar 7000 in 1870 en 13.500 in 1880, terwijl de capaciteit eigenlijk maar 12.000 kubieke meter bedroeg. Daarom stelden ze voor de ze ven oude roostervuren te ver vangen door 5 generatorvu ren, die prima prestaties le verden. Dit werd op 50.000,- geraamd. Omdat de ventilatie in de knel kwam, zou daar voor het hele pand V/i meter verhoogd moeten worden. Aan de overzijde van de Ma resingel "iou op een hoek van h^t Raamland een grote gas houder van 7500 kubieke me ter inhoud verrijzen, hetgeen ƒ110.000,- moest gaan kosten. Met de «uitbreiding van het gasleidingennet kwam alles op 195.000,-. Amper was dit in de publici teit gekomen of de heer D.G. Bingham, Generaal-Agent der Bergwerks-Gesellschaft Hi- bernia Shamrock bepleitte een tweede gasfabriek te bou wen die veel gunstiger zou komen te liggen ten opzichte van de spoorwegen. Volgens hem verdienden Duitse steen- Bruggen, we maken er alle maal gebruik van. Zeker in een waterrijke stad als Leiden zijn het onmisbare schakels in het wegennet. Veel aandacht is er nooit aan de Leidse bruggen besteed. De stilte is echter al flink „verstoord" met in 1983 de verschijning van het gemeentelijke Brug gen boek en de wekelijkse ru briek „OverBruggen", die in middels de 100 nadert. Boven dien is momenteel in de Waag de tentoonstelling „De Leidse Bruggen" te zien. Deze expo sitie duurt tot en met 29 au gustus en is dagelijks behalve zondag) van elf tot vijf uur gratis te bezoeken. In de Waag is ook het gemeentelij ke Bruggenboek te koop. Deze rubriek gaat overigens gewoon door. Het materiaal dat is verzameld door een werkgroep van historisch geïnteresseerden is nog lang niet uitgeput. Samensteller en schrijver is als vanouds de be geleider van deze werkgroep, de heer P.J.M. de Baar van het Gemeentearchief. Kees van Herpen tekent voor de eindredactie. De reprodukties zijn van fotograaf Wim van Noort. Vandaag verschijnt het zevenennegentigste artikel in deze serie. Raadslid Scheltema was zeer huiverig om alleen afgaan de op het advies van directeur Van der Horst zomaar bij na twee ton uit te geven. Hij meende dat de administratie van de gasfabriek onvoldoen de was om de rentabiliteit te kunnen bepalen. Daarom wenste hij dat er eerst drie deskundigen een rapport zou den indienen. Het voorstel Scheltema werd na lange dis cussies op 7 juli afgestemd, maar een iets minder vér strekkend voorstel van de Commissie van Financiën werd wel aangenomen. Een week later nam de Raad een opmerkelijk besluit: niet uit de vier door B W voorge dragen deskundigen (allen di recteur van een gasfabriek) werden twee leden van de on derzoekscommissie benoemd, doch twee anderen: J.C.M. Si mon Thomas, directeur van de Gasfabriek De Bruyn te Amsterdam en A.J. van Eyndhoven. Deze bestudeer den met directeur Van der Horst de situatie en kwamen al op 4 augustus met een inte rim-rapport over de te nemen Paltrokmolen Het Zwarte Schaap aan de Slaagsloot; foto door J. Goedeljee, wel licht rond 1900. maatregelen om in ieder ge val de aanstaande winter goed door te kunnen komen, het geen ongeveer ƒ97.500,- ging kosten. Dit rapport werd de volgende dag verspreid en op 6 augustus werd het in een spoedeisende raadsvergade ring zonder discussie met al gemene stemmen aangeno men. Het rapport van de deskundi- U ziet, ik mijmer maar een eind mee, omdat de geschie denis, als die eenmaal los barst, zoveel te vertellen heeft. Maar het Zondagsblad zat toch even opgescheept met herinneringen aan de eerste en laatste grote keizer der Fransen neef Napoleon III, die in 1870 (om de oren gesla gen door IJzeren Hein Bis marck) het hazenpad naar Engeland koos, deed nauwe lijks meer mee. Een paar jaar later was hij overigens al dood. En toen was het weer „Leve de keizer", maar dat was dan een boven-Duitser, Wilhelm I van Pruisen. En zoiets kun je alleen maar wor den via krijgsgeweld. Dat be sefte het Zondagsblad ook wel en daarom schreef het in de vakantiemaand augustus '15, met dè enig echte Koningin nedag in het vooruitzicht: 31 augustus, de dag van de Wil- lemien, de volgende ontboeze ming: „Het was goed gezien van hen die de Napoleon-tentoonstel ling te Amsterdam georgani seerd hebben, dat nu na honderd jaren er een ge heel bijzondere belangstelling te wachten zoude zijn voor de figuur van dezen wereldvero veraar, nu opnieuw Europa in een algemeenen oorlog ge wikkeld is maar duizend maal vreeselijker in zijn ge volgen dan de Napoleontische oorlogen het zijn geweest. Zoo sterk is in sommige opzichten de overeenkomst tusschen toen en nu, dat menigeen na den val van Warschau zich afgevraagd heeft of de trage die van Napoleon's groote le ger zich ging herhalen, óf de Duitschers misschien in Rus- land's sneeuwwoestijnen het graf van hun militaire glorie zullen vinden. Maar zij die dat hopen of vreezen al naar gelang ie ders persoonlijke sympathieën vergeten toch dat de oorlog door de ontzaglijke verbete ring der verkeersmiddelen zoo geheel van karakter is veranderd, dat de spoorwegen tot vlak achter het front loop- en en dus de eischen der pro viandeering van een leger wél de snelheid van voortruk ken kunnen belemmeren, maar geen catastrofe als die van Napoleon's groote leger meer kunnen veroorzaken". Bij deze wil ik u toch nog even mededelen, dat zuster Marie Cyrilla (als ze in de we reld was gebleven had ze ge woon Antoinet of Tonet van der Woud geheten), als Zuster van Liefde 25 jaar geprofest FEUERSTEINS VISIE: „De Heilige Maagd als kind. Een zeer was. mooi schilderij van M.Feuerstein". kolen, aangevoerd per spoor, sterk de voorkeur boven En gelse kolen, die per schip naar Leiden kwamen. Na een uit voerig betoog over de prijzen van de diverse soorten kolen meenden Commissarissen: „spoorwegverbinding met de fabriek moet wel voordeel ge ven, doch dat het veel minder omslachtig en min kostbaar zal wezen, de spoor naar de bestaande fabriek dan een nieuwe fabriek bij de spoor te brengen". Voorlopig werd met deze suggestie echter nog niets gedaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 9