ftïidóe Sou/tont Carlsson en Osterthun: een wereld van verschil I a f] Golfbeweging karakteriseert schaakloopbaan Van der Wiel Said Aouita: „Atletiek is leuker dan Eerste winst Van der Wiel 3M MAANDAG 29 JULI 1985 PAGINA 16 HILVERSUM Kent Carlsson en Ricki Osterthun, de finalisten van buiten de top-100 van de open Nederlandse tenniskampioen schappen, hadden gisteren na de derde set besloten liever te willen doorspelen dan gebruik te ma ken van de regle mentair toegestane rustpauze. Een vriendelijk gebaar naar de televisie die de „best of five" slotpartij driftig aan het uitzenden was. Maar vier slagen la ter, bij de stand 30- 30, stuurde de eerste regenbui het om de eerste prijs van ruim 50.000 gulden strij dende duo toch naar de kleedkamers. Aan de schuilbars van het Melkhuisje te Hilversum kre gen de toeschouwers, onder wie erg veel zakenrelaties en personeel van de toernoois- ponsors, de gelegenheid zich te verdiepen in de beide jon gens die men zojuist had zien spelen. Osterthun, een 21-jarige Westduitser die echte. Duitse literatuur verkiest boven het lezen van lectuur, is een ex- student die nu pas goed door breekt in het proftenniscir- cuit. Eerder dit jaar stond hij in de finale van een 50.000 dollar-toernooi in Marra- kech. Zaterdag klopte hij zijn sterker geachte landgenoot Andreas Maurer met 3-6, 7-6 (7-3), 6-4. De pas 17-jarige Zweed Carlsson, halve-fina- list onlangs in Baastad, is op zeer jeugdige leeftijd al sterk bezig op de graveïbanen, dit alles met opoffering van een schoolopleiding. „Kebba", zo als zijn Zweedse bijnaam luidt, houdt het wat lezen be treft dan ook het liefst bij tijdschriften. Qua leeftijd en interesse mogen Osterthun en Carlsson dan enigszins verschillen, een waarlijke kloof gaapt er tussen hun beider spelopvatting. Waar de nummer 14 van Duits land hard serveert, zeer hard en strak slaat en aan het net bijna alles kort afstopt wat men langs hem probeert te slaan, daar beperkt de jonge Zweed zich tot het louter te rugslaan van hoge topspin- ballen. Slaat zijn tegenstan der niet diep, dan kan Carls son ook zonder netspel doch met een jagend tempo ie mand onder druk zetten. Maar tegen Osterthun werd hij zelf te veel naar achteren gedrukt om gevaarlijk te worden. Zijn punten moesten komen van de fouten van Osterthun. Aan zijn grotere vastheid van slagen had Carlsson het ook te danken, dat hij met twee maal G-4 de eerste twee sets naar zich toe kon trekken. Tot 4-4 in de derde spelreeks leken Carlssons kansen op een snélle debuutzege in een grand-prix nog redelijk, maar Osterthun won met 6-4. In de vierde set, die na enke le uren regen weer bij 30-30 werd voortgezet en na twee slagen bij 1-0 al weer met nieuwe ballen liet Ricki Osterthun zien hoe je een aan de baseline vastge roeste Zweed moet aanpak ken. Met service-volley spel, harde forehands en sterk ge hoekte backhandslagen, boorde hij gat na gat in de defensie van de verbouwe reerde Kent Carlsson. Totdat bij 4-1 voor Osterthun op nieuw regen iedereen van het centre-court en de tribu nes joeg en de rest van het duel werd verschoven naar de volgende dag. Het sterkste wapen van de 17-jarige Zweed Kent Carlsson is zijn dubbelhandige backhand. Met aanvallen kun je verlie zen én winnen van een top- spinspecialist als Carlsson die alleen naar het net gaat om een korte bal te halen dan wel zijn tegenstander de hand te drukken. Niet aan vallen tegen een dergelijke tennisser leidt echter zeker tot verlies en die les kon Menno Oosting na afgelopen zaterdag in zijn oren knopen. De enige Nederlander die tot de halve finales in Hilversum was doorgedrongen, had door de harde wind dan wel niet dat voor strakke slagen gun stige weer dat Osterthun een dag later bij windstilte wel had, het nam niet weg dat hij iets te bang speelde. Na een vlot verlies van de eerste set (1-6) hield Oosting het in de tweede set vol tot 4- 5 alvorens hij bij 4-6 als ver liezer zijn prijzengeld van 14.000 gulden kon ophalen. Hij miste de lef en het zelf vertrouwen van Osterthun, doordat het echte netspel voor hem nog een redelijk braakliggend terrein is. Zo niet technisch dan toch wel mentaal. Initiatief nemen is iets wat niet echt bij Menno Oosting opkomt. Hij moet zich daarop nog te veel con centreren, aandacht die hij beter zou kunnen reserveren voor andere zaken. Tevreden „Ik kreeg geen kans naar het net toe té gaan, omdat Carls son zo diep speelde", beerde de 21-jarige Oostinj zich zaterdag nog wel eei beetje te excuseren. „Miji service en mijn forehand gin gen niet goed, maar dat toch ook Carlssons verdien ste. Hij ziet alles erg snel. Al ik hard serveerde, kreeg i) de bal even hard terug. Daar om koos ik voor een wa; zachtere opslag met veel ef fect. Ik heb veel geluk gehat met de loting. Voor hetzelfdi geld had ik Carlsson al in eerste ronde ontmoet. Al me al ben ik toch zeer tevreden over deze week. Belangrijk» resultaten stimuleren m( wel. Nu heb ik extra zin it tennis. Dat ik snel ben geste DEN gen op de wereldranglijst ij mo*n aleen maar gunstig. Ik woraP nu direct tot enkele hoofd ^ort toernooien toegelaten die iï geste toch al wilde spelen. Dinredir mijn programma raakt eiren niet door in de war". Hoofd-S^UUI toernooien, samen met HuuÜ van Boeckel, betekenen daj j)at b Oosting geen kruimelpuntjeszjginj meer hoeft te verzamelen iijajster de laag gedoteerde sateUiet|(justj toernooien. Oosting: „Satel-huize liet-toernooien? Ik hoop dalfwee die nu eindelijk voorbij zijn"L^L_ HERMAN JANSEI^^ M- te John van der Wiel. BIEL John van der Wiel heeft na twee ronden van het ver lengstuk van het interzónetoernooi in Biel de leiding genomen. Van der Wiel versloeg zaterdag met de witte stukken de Brit Nigel Short en deelde gisteren met de Philippijn Eugenio Torre. De winnaar van deze extra-driekamp is gerechtigd deel te ne men aan het kandidatentoernooi te Montpellier. De spelers spe len ieder zes partijen. Het verzoek van de organisatie de drie kamp in te korten tot vier partijen werd niet gehonoreerd. BIEL De baby-face van wereldkampioen Karpov en de krullebol van Jan Timman mochten in het festival van Amsterdam te bewonderen zijn, de wer kelijke schaakkoorts heerst in Biel en is daar tot zelden bereikte hoogte gestegen. In het derde en laatste interzonale toer nooi in het Zwitserse stad je is Nederlands jongste grootmeester John van der Wiel (25) in een fel gevecht gewikkeld om de plaats die recht geeft op deelneming aan het kan didatentoernooi in Mont pellier. De ontwikkeling van Van der Wiel gaat in sprongen van drie jaar. Nadat hij op elfjarige leeftijd op aanraden van een schoolkameraad lid werd van de Leidse schaakvereniging Philidor (een Frans musicus uit de 18e eeuw, die met scha ken en dammen zijn brood verdiende en de nadruk legde op de pionnen met zijn uit spraak: ,,de pionnen zijn de ziel van het schaakspel"), werd hij in 1979 in Groningen Europees jeugdkampioen. „Door die titel werd ik auto matisch internationaal mees ter. Dat vormde voor mij de voornaamste reden om be roepsspeler te worden. Tot dat moment studeerde ik in Lei den rechten en had juist mijn kandidaats-examen met goed gevolg afgelegd. Die studie heb ik radicaal overboord ge zet. Van alle kanten werd mij ingefluisterd dat ik met scha ken best een aantrekkelijk be legde boterham kon verdienen en zelf geloofde ik daar ook wel in". Marktwaarde Er gleden inderdaad leuke in vitaties door zijn brievenbus, maar van broodbelegging was geen sprake. Dat volgde pas na de successen in 1982, drie jaar na zijn Europese jeugdtitel. „In '82 maakte ik een fantastisch jaar door. Behaalde in het Hoogovens-toernooi mijn eer ste grootmeester-resultaat en in Novi Sad mijn tweede. Het betekende een aanzienlijke verhoging van mijn markt waarde en het einde van de droog-brood periode". Weer moest Van der Wiel drie jaar wachten voor hij opnieuw een hoogtepunt zou bereiken. Voor die driejaarlijkse cyclus heeft Van 5ier Wiel wel een verklaring. „Die golfbewegin gen kunnen natuurlijk geen toeval zijn. Op beide niveau's heb ik een bepaalde aanpas singsperiode moeten doorma ken. Eerst als internationaal meester, daarna als grootmees ter. Er worden andere eisen gesteld. Vroeger koos ik vaak roekeloos voor de aanval. Fi scher, Beljavski, Timman zijn mijn voorbeelden vanwege hun grote vechtlust. Zo wilde ik ook leren spelen. Aanvallen tot de laatste snik. Dat word je wel afgeleerd bij de groot meesters. Dat heeft Jan Tim man ook ondervonden in zijn eerste periode. Je moet leren minder rsikant te spelen, met zwart remise te schuiven, het openingsrepertoire op weten schappelijke gronden uitbrei den". Bovendien heeft Van der Wiel in zijn eerste grootmeesterlijke jaren hard moeten spijkeren aan zijn zwakste punt. „Ik was heel kwetsbaar als ik niet in vorm was. Dat kon ik niet verborgen houden. De solidi teit verdween totaal uit mijn spel en dat hadden tegenstan ders natuurlijk direct in de ga ten. Daaraan heb ik hard ge werkt. Nu kan ik ook in slech te vorm remise schuiven". Zijn zwakke punten worden evenwel uitstekend gecompen seerd door zijn ijzersterke tac tische gaven. Gert Ligterink, die in Biel als zijn secondant optreedt: „John is een zeer ge slepen tacticus. Een vlijm scherp aanvaller met een groot gevoel voor de combinatie en het positionele spel. Daarnaast heeft hij zich de afgelopen ja ren ontwikkeld tot een meer dan gemiddelde allrounder". In Biel trof Van der Wiel een gebrekkige organisatie. ,;De speelzaal in het congresge bouw bezit geen air-conditio ning. In feite mag het in een belangrijk toernooi als dit in terzonale niet voorkomen. Vooral in de eerste ronden za ten we constant te zweten en dat is niet bevordelijk voor de concentratie". Bovendien was de Zuidhollan der nogal ontevreden over de financiële vergoedingen. „Geen startgeld, zoals bij elk toernooi gebruikelijk is. En al leen de eerste elf in de eind stand verdienen geld. De win naar krijgt 21.000 gulden. Daarna loopt het prijzenbe- drag steil bergafwaarts. Vanaf nummer twaalf verdien je niets. Voor overwinningen en remises worden geen extra premies uitgekeerd. Dus de laatste zeven spelers gaan na een maand schaken met lege handen naar huis. In feite is dit belachelijk. Schaken is ons beroep. Wij moeten ervan le ven. De kans dat je een hele maand in de weer bent voor tetm nul gulden, is asociaal". j*n r Van der Wiel hanteert in&omi een zeer strakke daginde^perl „Opstaan om tien uur. half elf tot twaalven met terink de partij voorbereij Eten en daarna rusten. L< 33 of muziek. Kwart voor l naar de speelzaal. Tien m-. ten voor de partij achter| I bord voor de laatste men. opkikker. Na een afgebra partij in het hotel direct 4 analyseren. En na elveivx avond afreageren door pilsje te drinken". Schakers zijn, het is een kend gegeven, nachtbrajf\"|| en zelden lid van de bla knoop. „Dat is inderdaad woonlijk niet het geval. H ook wel verklaarbaar. Na I se, geestelijke inspannin^jpj. wil je even alles van je af ten. Bovendien gaan sch spelers buiten de speelzaa ie8' vrienden met elkaar om. kan het buitengewoon gezi worden. Wordt er uitvo over wereldse problemen discussieerd tot diep in 1 nacht". a mjvvui' de>per1 etJ reH de 1 U 33 r •brc HII jen "Irdc OSLO Said Aouita nam op zaterdag in Oslo met 13.00,40 het wereldrecord op de vijf kilometer over van David Moorcroft. Met die prestatie en zijn door breken van de grens van drieënhalve minuut op de 1500 meter aan de zijde van de Brit Steve Cramm in Nice elf dagen eerder, bleek hij opnieuw de meest complete midde n-afstandloper van het moment. Bovendien één die kan bogen op een bliksemcarrière, want in zijn jongensjaren zag alles er naar uit, dat Aouita zijn talent zou uitbuiten on de Marokkaanse voetbalvel den. Said Ouita werd op 2 novem ber 1960 geboren in Kenitra en verhuisde met zijn familie (vier broers en twee zussen) kort daarna naar Fez. Daar maakte hij op straat kennis met de sport. De voetbalsport wel te verstaan, want de jeug dige Aouita liep van 's och tends vroeg tot 's avonds laat met zijn vriendjes achter een bal aan. Op het veld droeg hij met trots het rugnummer vijf als vleugelverdediger, herin nert hij zich nog goed. „Ik was snel en draafde veel. Het na deel van voetbal is, dat het spel afhankelijk is van tien an deren. Dat heeft me er uitein delijk toe doen besluiten voor atletiek te kiezen. De meeste van mijn vroegere voetbal vrienden hebben overigens in Marokko de top gehaald", ver klaart hij in Oslo zonder een zweem van spijt. Aouita begon in 1978, op acht tienjarige leeftijd, aan zijn sportieve loopbaan als atleet. Hij deed bij gelegenheid als scholier mee aan een veldloop en liep er en passant alle se nioren uit. „Die dag realiseer de ik me, dat ik wereldkam pioen op de cross-country zou kunnen worden. Maar ik gaf de voorkeur aan de baan en de tijd drong", zegt hij. Vertrouwen Aouita vertrok in 1980 met een studiebeurs naar Parijs en vestigde zich een jaar later in Marignane, in de buurt van Marseille. Daar lien hii in 19R2 de Italiaan Enrico Dionisi te gen het lijf, die hem verzeker de dat hij een groot kampioen zou worden. De Italiaan won het vertrouwen van Aouita en ging fungeren als zijn gids in de financiële jungle van de to- patletiek. In 1983 volgde Aoui ta zijn vertrouwensman naar Sienna. „Dionisi is een vriend van me geworden, van wie ik kostbare raadgevingen heb ge kregen. Ik woon nu naast hem in Sienna, waar ik het goed kan vinden met de plaatselijke bevolking", licht Aouita, die behalve Marokkaans inmid dels ook een aardig mondje Italiaans, Spaans, Frans en een beetje Engels spreekt, toe. Op de vraag wie hem op de at- letiebaan begeleidt, antwoordt Aouita steevast, dat hij zijn ei gen trainer is. En blijkbaar rror»n clerbtp wan» voordat hii in Oslo een wereldrecord liep op de 5.000 meter werd hij in Los Angeles olympisch kam pioen op dezelfde afstand. Eveneens in een verbluffende tijd: 13.05,59. Hoewel hij al eens iets sneller was geweest, wekte zijn prestatie in Los An geles verbazing, omdat bij een dergelijke wedstrijd nu een maal niet gebruik kan worden gemaakt van de trekkracht van één of meer „hazen". Bij atletiekontmoetingen, waar een record aangevallen gaat worden, worden altijd enkele atleten geconctracteerd, die het tempo tijdens het eerste gedeelte van de race hoog hou den. Aanblik In Los Angeles stond Aouita voor de keus te lopen op de 5.000 of de 1500 meter, die hij al eens in 3 minuten en 31 se conden had afgelegd. Zijn be slissing viel goed uit. „Ik heb niet voor de vijf kilometer ge kozen om Steve Ovett en Se bastian Coe uit de weg te gaan. De 5000 meter stond gewoon eerder op het programma", zeegt Aouita. „Ik ben nu een maal zo geconcentreerd, dat ik de aanblik van een race, die ik wel had kunnen winnen, zon der mijn aanwezigheid niet kan verdragen". De olympische titel leverde Aouita, net als zijn landgenote Nawal el Moutawakil die de 400 meter horden won, een huis in Casablanca op. Koning Hassan 2 gaf hem dat cadeaut je als dank voor zijn verdien sten voor Marokko. „Als mijn loopbaan ten einde is, wordt ik het liefst atletiektrainer in mijn vaderland", blikt Aouita vooruit. In afwachting daar van wil de Marokkaan nog een aantal andere wereldre cords verbeteren. Als hij op de 1500, de mijl, de 2000 en 3000 meter geslaagd is, wil hij ook nog een poging wagen op de tien kilometer. „Het programma van de we reldkampioenschappen van 1987 in Rome laat helaas niet toe op zowel de 5.000 als de 10.000 meter te starten", zegt Aouita eerzuchtig. Voorlopig kan hij nog wel even teren op zijn vijf kilometer-tijd uit Oslo. Het was al de 45e verbetering van een wereldrecord in het als erg snel te boek staande Bislet-stadion. De Nederlander Adriaan Paulen begon zestig jaar geleden de recordreeks met een nog niet eerder gelo pen tijd op de 500 meter. De Marokkaan Said AouitPsl" ianini

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 16