fotograaf Fred Hazelhoff
Combineert landschap,
ens en dier
Sietzo Dijkhuizen
verdient al wandelend
in de natuur zijn brood
„Omgaan met
elkaar basis van
alle gebeuren"
m
ZATERDAG 13 JULI 1985
„Het Nationale Park De Hoge
Veluwe" bestaat vijftig jaar. Een
halve eeuw omheinde
natuurbeleving, 5400 hectaren
groot. Twee mensen, die er kind
aan huis zijn en er al jaren
inspiratie opdoen, zijn de
bekende natuurfotograaf Fred
Hazelhoff en de schrijver Sietzo
Dijkhuizen. Verslaggever Gerard
Chell sprak met hen.
jlen hazelhoff aan het werk in het Nationale Park De Hoge Veluwe.
Sietzo Dijkhuizen: „Via het kweken van belangstelling de mensen erop wijzen wat er in de
natuur aan de hand is
e ne
mple
)ie J.
?1 vei
niet
t hur^an -s jancjs
meesf bekende
•nkaL-fot0grafen js de w Zelhem
w®TCaehtige grafische vormgever
'1? nHazelhoff. Een dikke dertig
v fitoêra^eert hij landschap en
,e Zakcent vele tientallen boswach-
het Jachtopzieners, houtvesters en
»Jn P\edbeheerders en vertoeft
id wéjis 0p het Nationale Park De
J®"'J Veluwe. Vermaard om z'n
ORRÓ7f kalenders, foto's, kleuren-
niet in het minst om zijn
ische beschrijvingen van foto-
che apparatuur. Constateerde
J 'aar jaar geleden tot zijn ge-
n dat van zijn fotoboek „Die-
k Nederland" in record tempo
*)ver de 100.000 exemplaren
£n verkocht.
éIem „Ik ben van jongs af
^gegroeid met de natuur. We
Wen in Friesland en ik weet
li'n vader altijd met prachtige
jen over de natuur thuis
j. Later, aan de rand van Den
J hadden we 'n grote tuin vol
Gaaien, konijnen, egels,
«n. Toen is de basis gelegd
I mijn belangstelling voor de
Ik weet dat kleuren en
|n in de natuur mij altijd erg
^faken. Nu zou je misschien
n dat ik het een beetje artis-
'ig bekeek. Ik had er ook gein
ngen te ontdekken. In het
een zeearend besluipen. Jaja,
eetje dat avontuurlijke".
Dtografie is later gekomen. Ik
'ped tekenen en dus belandde
de academie voor beeldende
en, waar ik studeerde voor
ph vormgever. Fotografie
mijn bijvak. Later kwam ik
en reclame-adviesbureau in
ïrdam terecht en precies te
er het kantoor nestelde een
n een boom. Daarvan heb ik
|rie foto's gemaakt. Dat zag er
ardig uit, ja".
n keer zond ik met andere fo-
!en dia's in voor het blad Pa-
Btch over ons land als water-
M mijn dia's werden gekozen,
Jmdat ze qua vorm zo goed
baar waren. Daar kwam de
gever weer om de hoek kij-
fran het een kwam het ander.
i5 verscheen m'n eerste boek:
|n in vrijheid".
'as een van de eersten in Ne-
id die op een andere wijze na-
ïto's maakte en dan word je
als een soort koning gezien,
fas toen ook wel uniek".
tige jongen
van de fotografie m'n hoofd-
p te maken was in die tijd
aan de orde. Dat verdiende
(enoeg. Nu is dat anders. Met
de redacties van tijdschriften
let belang, de esssentie, in van
feeld. Ik heb er wel aan ge-
I en er zijn in die periode ook
{a's geweest die die keuze heb-
Emaakt. Maar ze moesten wel
et buitenland omdat de basis
in ons land te smal was. Ik ben al
tijd iemand geweest die op zeker
speelt, wat voorzichtig is en naar
perfectie streeft. Ik vond mezelf
een matige jongen, wel een door
douwer".
„Ik heb er nooit zo bewust over na
gedacht dat ik dieren wilde foto
graferen. Het boeide, mij erg en ik
had er blijkbaar feeling voor. Ge
leidelijk heb ik m'n eigen wisseltje
gezocht. Via een kennis kwam ik
in contact met de beheerder van
het „Planken Wambuis" (een na
tuurgebied nabij Ede), en daar ben
ik toen tijden lang elk weekend ge
weest".
„Ik ontdekte dat wilde zwijnen in
telligente beesten waren en dat ze
bij een bepaalde kastanjeboom tel
kens terugkwamen. Ik heb me de
techniek aangeleerd om me goed te
verstoppen, me onzichtbaar te ma
ken. Uren zat ik er onder vliegden
nen. Gelukkig had ik een Leica
met een sluiter die nauwelijks
hoorbaar was, zodat ik de dieren bij
me kon houden. Je moet als foto
graaf niet alleen iets nemen, je
moet eerst iets geven. Geduldig,
zonder lawaai te maken, zitten
wachten".
„Voor mij is erg belangrijk het om
gaan met elkaar. Dat is de basis
van alle gebeuren. Omgaan met
mensen, met dieren, met het land
schap. Ik heb altijd goed op kunnen
schieten met jachtopzieners, ter
reinbeheerders. Daardoor bleef ik
veelal als enige fotograaf over en
kon zo plekjes bezoeken en foto's
maken waar anderen niet kwa
men".
„Ik wil niet zomaar een hert foto
graferen dat toevallig voor m'n
lens komt. Natuurlijk, toeval speelt
een grote rol, maar ik wil dieren
zichzelf laten zijn. Dat betekent dat
je net zo lang moet wachten tot een
hert geheel ontspannen voor de ca
mera staat. Zijn de dieren voor het
eerst in een andere omgeving, dan
moet je ze de kans geven te wen
nen".
„En dan de omgang met het land
schap. Ik gedraag me altijd zeer
verantwoordelijk jegens de regels
van een bepaald gebied. Die relatie
tussen dier en landschap laat me
niet los. Wanneer je een bepaalde
foto wilt maken, bijvoorbeeld een
edelhert in de bronstijd, moet je je
grondig voorbereiden. Dan moet je
het landschap kennen en vooral op
het gedrag van de dieren letten".
Manipuleren
„Meestal is het maken van dé foto
het juiste moment van zien en het
snel reageren. Zoals ik al zei speelt
toeval ook een rol. Daar leer je
van. Als fotograaf haal je het meest
wezenlijke uit de werkelijkheid.
Een journalist registreert ook we
zenlijke zaken, maar hij kan een
stuk weglaten. Dat kan ik niet".
„Als ik sommige foto's wil maken,
kan ik wel het wild manipuleren.
Door een plotseling geluid te ma
ken kijkt het wild verschrikt op en
in die ene seconde druk ik af. Met
behulp van fluitjes heb ik ook ge
luiden nagebootst om dieren te lok
ken".
„Het verschil met andere fotogra
fen komt voor een deel door het
snelle zien dat ik nu eenmaal heb.
Door mijn opleiding als grafisch
vorgever heb ik mogelijk ook 'n
wat ander zicht op het beeld, de
kleur, de vorm. Maar alles wordt
bepaald door wat je er zelf in legt,
welke inhoud je er aan geeft. Je
moet echt bezield zijn, van binnen
uit fotograferen. Een soort van
agressiviteit en overtuiging ten
toon spreiden. Goede wildfotogra-
fen selecteren zichzelf. Alleen de
ware liefhebber, die geduld heeft,
die iets uitstraalt, blijft over. Echt
wezenlijk bezielde natuurfotogra-
fen zie je maar weinig".
„De sfeer is belangrijk en de bezie
ling waarmee je iets doet. Op het
Kroondomein „Het Loo" is wel
eens gewed dat ik het nooit uit zou
houden om ergens zes uur lang stil
te zitten. Met de landrover kwa
men ze kijken of ik het vol hield.
Je moet zweten van spanning en
energie. Dat moet je hebben".
Illusies
„Het geeft een prima gevoel als je
een mooie foto hebt gemaakt, maar
niet alles hoeft te lukken. De objec
tieven en films die ik gebruik test
ik eerst goed uit voor ik er mee ga
werken. De gegevens die daaruit
komen sla ik ergens op in m'n ach
terhoofd. Soms vergeet ik wel eens
wat. Het afwerken, ook van de
kleurenfoto's, doe ik zelf. Alleen de
dia's en erg grote vergrotingen laat
ik doen. Je zult mij geen schokken
de foto's, zoals van de vervuilde
wereld, zien maken. Dat staat me
niet zo erg aan. Laat anderen dat
maar doen. Ik moet met illusies
kunnen leven, laat mij dit soort fo
to's nu maar maken".
„Als ik om me heen kijk, merk ik
dat we onze normen en waarden
zijn kwijtgeraakt. Alles kan. Die
verandering is erg snel gegaan. Een
van m'n vroegere directeuren zei
eens: alles verandert, dus ook de
natuur. Hij vergat, dat de natuur
zoals die er nu uitziet, er 500.000
jaar over gedaan heeft. De mens is
over z'n eigen voeten gestruikeld".
„Er komt gelukkig steeds meer in
zicht dat er iets veranderen moet,
maar in het proces waarin we nu
verkeren zal afremmen moeilijk
zijn. Ik bespeur toch bij de jonge
houtvesters en terreinbeheerders
dat ze iets idealistischer worden.
Dat geld alleen niet belangrijk is.
De mens is echter nu nog steeds
een heerser over de natuur terwijl
hij een beheerder moet zijn. Als dat
besef doordringt, is het al een stuk
beter".
Verscholen in het gebladerte rond
om kasteel Staverden ligt de be
scheiden boerderij „Schaterkamp".
Van buiten nagenoeg authentiek,
van binnen modern verbouwd. Ei
genaresse is de Stichting het Gel-
dersch Landschap, bewoner de
journalist/schrijver Sietzo Dijkhui-
Al enige jaren smaakt hij het ge
noegen van z'n hobby z'n werk te
kunnen maken. Sietzo vertelt en
schrijft over de natuur. Was jaren
lang de samensteller van het
NCRV-radioprogramma „Een uur
natuur", is medewerker van diver
se dagbladen en tijdschriften en
staat bekend als auteur van vele
natuurboeken.
In mei 1983 was zijn „Op stap in ei
gen land" boek van de maand.
Voor Elsevier schreef hij elf delen
onder de titel „Kijk op het groe
ne "en in het kader van de ju
bileumviering van de Hoge Veluwe
leverde ook Sietzo Dijkhuizen een
bijdrage voor het jubileumboek.
Voor dit jaar staat een boek over de
Veluwse beken op stapel.
STAVERDENHoewel Sietzo mij
de ligging van z'n stulpje goed had
uitgelegd, rij ik een paar maal goed
verkeerd, alvorens ik de onverhar
de weg vind die naar „Schater
kamp" voert. Door het gezoek en
gekeer vervuil ik met m'n snor
rend motorvoertuig het milieu al
meer dan noodzakelijk. De gevoe
lens van schaamte manifesteren
zich ook lichtelijk in de geest van
Sietzo wanneer ik hem pijnlijk on
verhoeds de stelling voorschotel
dat het schrijven van boeken pa
pier vreet. En papier vreet hout.
En hout vreet bossen. Een aardige
paradox. Zeker om daar natuur
vriend Sietzo mee te confronteren.
Eerst de grap: „Ach, voor een opla
ge van 10.000 boeken hoef je niet
zoveel bomen om te hakken". Dan,
serieuzer: „Je kunt ook redeneren
dat natuurboeken, als ze goed gele
zen worden tenminste, op de een of
andere manier weer een terugslag
hebben op de wijze waarop de
mens met de natuur omgaat. Weet
je, voor dat hout vind ik het niet zo
erg, maar als je ziet wat voor che
mische troep er nodig is om die
prachtige kleurenfoto's in die boe
ken te krijgen Ik denk dat die
chemische kant van dat drukken
heel wat kwalijker is dan de bomen
die het kost".
Het doel heiligt de middelen
„Ja, misschien moet je dat wel zeg
gen. Thijsse of iemand an
ders heeft eens gezegd: je kunt
geen ei bakken zonder de schaal te
breken. Als je wilt dat de bossen
gespaard blijven, zul je dat op de
een of andere manier kenbaar
moeten maken. Kringlooppapier?
Ja, ik wil best, maar er is geen uit
gever die dat wil omdat zo'n boek
niet zou verkopen. Jaja, dat zou je
dan een concessie van mijn kant
kunnen i
Begin
Zoals zo vele onafhankelijke brood
schrijvers voor hem, ervoer ook
Dijkhuizen dat alle begin moeilijk
is. Meisjesromannetjes, reclametek
sten voor 'n chocolade-fabriek en
vertalingen waren zijn deel. Gelei
delijk vond hij bevredigender
werk. „Je begint erg kritisch te
schrijven, want je denkt dat je de
natuurbeschermingsorganisaties
kritisch moet begeleiden. Maar
meer en meer ging ik naar de in
formatieve dingen toe. Op den
duur bleek dat ik mijn brood kon
verdienen door alleen maar over
de natuur en milieu te schrijven.
Niks is heerlijker dan al wandelend
je brood te verdienen. Toen ik met
dat wandelboek bezig was, heb ik
me echt een bevoorrecht mens ge
voeld. Schitterend. Ik was natuur
lijk ingespannen bezig, route op
schrijven, letten op wat je ziet,
maar toch wel lekker. En er nog
geld voor krijgen ook".
Sietzo houdt er niet van telkenmale
het waarschuwende vingertje te
heffen. „Ik probeer het altijd een
beetje op een aardige manier 'te
doen. Dat heeft mij het verwijt op
geleverd dat ik te zacht zou zijn. Ik
vind dat als je almaar zegt: „Men
sen, kijk toch uit. Doe dit niet, doe
dat niet, straks hebben jullie kinde
ren helemaal niets meer", dat dat
heel snel gaat vervelen. Niemand
gelooft er dan op den duur nog in".
„Mijn methode is om via het kwe
ken van belangstelling de mensen
erop te wijzen wat er in de natuur
aan de hand is. Hoe de natuur in
elkaar zit, hoe de relaties zijn, hoe
alles van elkaar afhangt. Als de le
zer daar zicht op heeft, denk ik dat
hij bepaalde dingen niet meer zal
doen. Dus als ik een aardig ver
haaltje vertel of schrijf over een
roodborstje, dan denk ik dat zoiets
meer effect heeft dan wanneer ik
zeg: dat-en-dat mag je per se niet
doen".
Anderen zeggen daarentegen dat
het publiek geschokt moet worden.
De roodborstjes zijn bijna uitgestor
ven. Zoiets.
„Ik denk dat dat wel eens nodig is,
ja. Maar als je, zoals ik, elke week
iets moet schrijven, kun je niet
voortdurend met dat schokeffect
werken".
In je boeken beveel je mooie en
rustige plekjes aan. Als iedere lezer
die raad opvolgt zijn die plekjes
niet meer mooi en rustig. Hoe los je
dat op?
„Ik zou het niet weten. Kijk, een
wandeling uitschrijven en met z'n
duizenden tegelijk door een bos lo
pen is geen methode om iets bij te
brengen. De mensen zelf hebben er
niets aan. 't Is misschien wel ge
ruststellend als je veel wandelaars
tegenkomt; dan ben je niet ver
dwaald. Voor diegenen die echt
willen genieten is dat het niet".
„Ik zeg ook niet: daar-en-daar moet
je je auto neerzetten, dat-en-dat
paadje ga je in en als je dan zus-en-
zo loopt, vind je daar een orchi
deetje. Dan krijg je dat Bert-Gar-
thofeffect; een dag later is 't orchi
deetje weg. Je kunt wel zodanig
over dingen in de natuur schrijven
dat mensen het zelf willen gaan
zien".
„Ik wil graag dat een groot publiek
kennis van mijn boeken neemt.
Dan moet je niet al te specialistisch
zijn. Ik probeer me altijd op te stel
len als iemand die het eigenlijk ook
niet zo goed weet. 'n Beetje via een
omweggetje het grote publiek be
reiken. Ik heb geen behoefte om te
promoveren op een specialisatie in
de natuur. Gewoon vertellen welke
fijne dingen er in de natuur zijn.
Op mijn manier trachten een beetje
educatief bezig te zijn. Nee, niet op
voeden. Dat vind ik zo'n zwaar
woord".
Van jou geen indringende waar
schuwingen
„Nee, nee. Neem nu het kernafval.
Daar zit ik mee. Maar erover
schrijven is punt twee. Ik denk dat
daar momenteel genoeg over ge
schreven wordt. Je moet, vind ik,
als natuurschrijver toch een beetje
je markt afbakenen".
Dus niet op de barricade
„Neenee. ik ben niet zo'n voorstan
der van de harde confrontatie,
maar bedenk wel dat er altijd voor
lopers moeten zijn, dat er altijd
baanbrekers nodig zijn. 't Is nog
steeds nodig dat mensen bereid
moeten zijn om op de barricaden te
staan. Veel idealisme, veel opoffe
ringsgezindheid is daarvoor nodig.
Eigenlijk zouden we dat allemaal
moeten hebben".
Niettemin lijkt het alsof de belang
stelling voor natuurbehoud tanende
„Sinds de jaren zeventig is, mede
door de onheilspellende berichten
van de Club van Rome, de belang
stelling erg gegroeid. Ook doordat
1970 door de EG was uitgeroepen
tot het jaar van de natuur zijn er
veel extra activiteiten geweest.
Sinds die tijd zijn er wel wat ver
schuivingen in die zin, dat men nu
niet snel bereid is geld in te leve
ren voor milieubehoud of de auto
te laten staan om zure regen tegen
te gaan Dan geldt dat het hemd
nog altijd nader is dan de rok".
„Er wordt wel steeds meer aan
voorlichting gedaan. Dat iemand
goed fout zit als hij rommel in het
bos achterlaat. Maar toch. Loop zelf
'ns bii mooi weer een paaltjesroute
door het bos, moet je opletten wat
voor rommel je ziet liggen. Dat
heeft niets meer met natuurbele
ving te maken. Maar met recreatie.
Daarvoor wordt veel natuur ge
bruikt en verbruikt. Natuur is dan
alleen maar een decor geworden
om in te kunnen voetballen, bad
mintonnen of wat dan ook".
„Er zijn daarom veel mensen bin
nen stcihtingen en verenigingen
die zich met aankoop en beheer
van natuurgronden bezig houden,
die niets van het grote publiek
moeten hebben. De grote boosdoe
ner wordt al gauw de recreant. Aan
de andere kant hebben die stichtin
gen en verenigingen het grote pu
bliek nodig. En dat is een pro
bleem".
„Je kunt namelijk niet aan het pu
bliek vragen natuurbehoud te steu
nen en gelijktijdig zeggen: je komt
ons bos niet in. Het is op zichzelf al
dramatisch genoeg dat je mooie
stukjes natuur moet omheinen. Ge
lukkig gaan steeds rneer instellin
gen (zoals de Hoge Veluwe) er toe
over minder kwetsbare gebieden
toegankelijk te maken".
Laatste vraag. Hoe komt het vol
gens jou dat pas zo laat de vernieti
gende invloed van de zure regen op
ons bosbestand is geopenbaard?
„Ja, dat zie je bij meerdere proces
sen. Dat ef iets mis is wordt wel in
een vroeg stadium gesignaleerd en
de ernst ervan wordt ook wel on
derkend, maar doorgaans alleen bij
wetenschapsmensen. En die zijn
meestal erg voorzichtig. Ze roepen
niet direct: ho, stop. Ze gaan de
zaak eerst onderzoeken. Ontdek
ken boomsterfte en vinden een
oorzaak, maar houden in eerste in-
statie veel slagen om de arm".
„Stellige uitspraken schuiven ze
voor zich uit. En dus wordt er niet
aan de alarmbel getrokken, 't
Vreemde is dat inmiddels iedereen
weet dat er iets goed fout is en dat
er snel iets gedaan moet worden.
Toch gaat iedereen gewoon door.
Zeg me: hoeveel mensen laten de
auto nou staan"?
GERARD CHEL