Praatpaal, hulpverlening en bron van informatie Lourisbrug: Dankt naam aan een historisch vergissing Cynthia heeft heimwee LEIDEN OMGEVING CeULeSommxi ZATERDAG 13IULI1985 PAGINJ TELEFOONDIENST VROUWEN BELLEN VROUWEN NOORDWIJK Een zaamheid, werkloosheid, moederschap en de over gang. Deze problemen „scoren" hoog bij de vrou wentelefoon voor de Duin- en Bollenstreek. Maar ook met „gewone" vragen over adressen van vrouwenpraatgroepen of informatie over rechts hulp kunnen vrouwen in alle leeftijden bij de tele foondienst Vrouwen bel len vrouwen terecht. „Vooral vrouwen boven de veertig jaar blijken veel be hoefte te hebben om zich eens tegenover een andere vrouw te kunnen uiten en over hun problemen te praten" zegt één van de medewerksters, die anoniem wil blijven om het gevoel vanveiligheid voor de vrouwen die om hulp aanklop pen te waarborgen. De luister- en informatielijn, die al in oktober vorig jaar met haar activiteiten is begon nen, is bereikbaar op zondaga vond, dinsdag en woensdag ochtend en donderdagavond voor vrouwen uit Valkenburg, Rijnsburg, Katwijk, Noord- wijk, Voorhout, Noordwijker- hout, Hillegom, Lisse en Sas- senheim. Langzamerhand raakt de hulplijn wat meer be kend in de regio. „Alles bij el kaar hebben we nu zo'n tach tig gesprekken achter de rug. Dat lijkt niet zoveel, maar er zijn telefoontjes bij die een uur BURGERLIJKE /STAND en Henegouwen e W. F. Leemans en K. A. E. Meijers; J. G. Deahl en F. K. Boertje; H. Schriek en C. van Brakel; M. R. Klein en J. Lens; H. G. Buis en J. Po- lane; A B H. van Berkel en H. J. Vinkesteijn; E. Bekooij en S. J. F. of langer duren", vertelt de medewerkster. „Een andere keer verwijs je alleen maar door en dan is het gesprek al met een minuut bekeken". In totaal zetten acht vrijwillig sters in de leeftijd van 22 tot 55 jaar zich nu al ruim een half jaar in voor Vrouwen bel len vrouwen. Allemaal volg den zij als voorbereiding een speciale cursus zodat zij de bel- sters zo goed mogelijk op kun nen vangen. „Het is lang niet altijd mogelijk om een kant en klare oplossing voor de proble men aan te dragen. Dat is ook niet de bedoeling", legt een andere vrijwilligster uit. „Wij proberen de vrouwen vooral inzicht te geven in hun vaak ingewikkelde problemen. Sa men praten we over een mo gelijke oplossing. Op die ma nier help je de vrouw zelf over haar situatie na te denken, waardoor de kern van het pro bleem duidelijker wordt. Som mige vrouwen zijn alleen al een heel stuk geholpen als ze weten dat zij niet de enige zijn die met een bepaald probleem zitten". Emancipatie In de toekomst wil de werk groep Vrouwen bellen Vrou wen ook thema-avonden gaan organiseren, waar deskundi gen op het gebied van maat schappelijk werk en emanci patie worden uitgenodigd om iets van hun werk te vertellen. Op dit moment is daar echter nog geen geld voor. Hoewel de werkgroep al bij tien gemeen- Ondertrouwd: D. J. Couvée en J. L. Kooyker; P. J. J deRu en E. Romijn; J. P. Schmale en H. Hoek; M. Harte- velt en M. Adoma-Kumi; F. R. Arentsen en M. W Honders; R. L. H. van der Veer en A. Hogerhuis; H. W. van Egmond en J. C. van Dam; P. A. R. de Lima en J. M. H. Smit; P. Quist en C. Aberson; R. F. van Overmeire en E. van der Meer; J. H. van Beek en J. P. Rijsdiik; J. R. de Jong en B. Knetemann; R. M. Rei ze voort en A. M. Kallenberg- Geboren: Sander zv. J. J. van der Meet en R. Blikman. Willeke Wille- mijn dv. G. van der Wiel en W. van ten in de Duin- en Bollen streek voor subsidie aange klopt heeft, is dit verzoek in de meeste gevallen negatief op het initiatief gereageerd. Ge steld werd dat de werkzaam heden van de Telefonische Hulpdienst Leiden en die van Vrouwen bellen vrouwen el kaar overlappen. Dé Leidse hulpdienst zou bovendien 24 uur per dag bereikbaar zijn, zo gaven enkele gemeenteraads leden te kennen. Volgens de vrijwilligsters echter is de be hoefte onder vrouwen om zich uit te spreken en haar hart te luchten tegen een andere vrouw die ze kan vertrouwen juist erg groot. „Vrouwen ko men met heel andere proble men in aanraking dan man nen. Daarbij komt dat zij het vaak moeilijk vinden om voor zichzelf op te komen. Het is dan prettig om met iemand te praten die in dezelfde situatie zit als jii en de specifieke vrou wenproblemen als moeder, huisvrouw, echtgenote, werk neemster of huisvrouw uit ei gen ervaring kent. Denk bij voorbeeld maar aan kinderop vang, het vinden van betaald werk, lastig gevallen worden op straat en opvoedingsmoei lijkheden. Vrouwen voelen zich in die situaties vaak onbe grepen en alleen staan. Daar door kunnen allerlei lichame lijke klachten als nervositeit, spanningen en slapeloosheid ontstaan. Een huisarts bestrijdt alleen de klachten en doet niets aan de oorzaken". Vooral op de uren overdag Keekem. Raymond zv. H. P. C. van den Berg en C. J. Pape. Theresa Wil- helmina dv. W. A. M. C. Blommerde en I. W. van Beek. Anouk Johanna dv. P. C. Zegelaar en H. M. R. Wal ker. Christopher zv. C. Oudshoorn en T. C. Bruggenkamp. Dirk Pieter Huig zv. D. van der Bent en D. van Beelen. Charlotte Cornelia Anna Ja- coba dv. J. B. de Wit en C. J. A. Wer- helmus Maria zv. J. J. M. Schrama e A. M. E. van Leeuwen. Esther dv. C. Haasnoot en P. L. M. Momberg. Ireen Catharina Maria dv. L. P. Geerlings en C. M. Berbee. Sezen dv. E. Arikan Ï-- ontvangen de medewerkst^rj, van Vrouwen bellen Vrou*~ veel telefoontjes. „Dan vrouwen vaak alleen thuis worden ze op hun problenr terugworpen", 's Avonds len er veel alleenstaande vri wen die zich eenzaam voeli Vragen als „waar vind vriendinnen" en „met wie k ik op vakantie" worden vör gesteld. Opvallend zijn vert^ de talloze vragen om raad n vrouwen die problemen hun werk hebben, maar d; niet over durven te pra omdat zij bang zijn voor o slag. „In de meeste geval verwijzen wij hen door n instanties die hierin gespeci; seerd zijn". Hoewel het er niet in zit i Vrouwen bellen vrouwen gemeentewege subsidie k gen, willen de vrijwilligst nog niet van ophouden wet „In elk geval de komer maanden nog niet. Zolang ons telefoonabonnement en huur van het gebouw kunnen betalen, gaan we do We zouden dolgraag meer kendheid aan onze lijn g< en een antwoordapparaat schaffen, maar daar hoe' we voorlopig nog niet aan| denken. We teren nu nog de giften die we van partij lieren ontvangen hebben, bodem van de schatkist is ter in zicht. Ons ideaal om den duur 24 uur per dag reikbaar te zijn, zit er dan voorlopig nog niet in", zuchten de medewerksters. JEANNETTE SCHREUDl en H Arikan. Suzanne dv. H. NJ en M. D. Proost. Farid zv. H. Khal la en H. Makkor. Anne Nicole dv[ G. Elzenga en C. E. M. Waaijer. I nando Michael zv. R. E. Wittenbj Stephan Niels zv. L. H. M. Nieuwendijk en S. Stikkelorum. I phia Sabine dv. P. H. M. ZonneJ en A. M. Cordromp. Roel zv. H. Bf Wijfjes en L. A. J. Philips. Wijnl zv. H. Star en A. de Vries. Michl Susanne dv. N. Carlie en W. KKl Breeuwer. Tessa Renate dv. A.i Dijksman en L. van Walsum. Wilk zv. W van Beelen en N. H. van Plas. Alfred Petrus Anthonius z>r T. J. Ruigrok en A. van der Ploe(l Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. Bruggen, we maken er allemaal ge bruik van. Zeker in een waterrijke stad als Leiden zijn het onmisbare schakels in het wegennet. Veel aan dacht is er nooit aan de Leidse brug gen besteed. De stilte rond de Leidse bruggen is met de presentatie van het Bruggenboek al gedeeltelijk „ver stoord". Het Gemeentearchief aan de Boisotkade hoopt van 9 tot en met 29 augustus 1985 in De Waag de tentoon stelling „De Leidse bruggen" te hou den. Als inleiding op deze expositie verschijnt in deze krant een serie arti kelen over Leidse bruggen. Het zijn geen technische verhandelingen, maar historische verhalen waarin een brug als leidraad dient. De gegevens zijn verzameld door een werkgroep van historisch geïnteresseerden, die veel van de geschiedenis van de Leidse bruggen heeft uitgezocht. Samenstel ler en schrijver is de begeleider van deze werkgroep, de heer P.J.M. de Baar van het Gemeentearchief. Kees van Herpen tekent voor de eindredac tie. De reprodukties zijn van foto graaf Wim van Noort. Vandaag ver schijnt het tweeënnegentigste artikel in deze serie. De Lourisbrug over de Herengracht tussen de vierde en vijfde Groenes- teeg had nooit Lourisbrug mogen heten. Hier is een historische vergissing be gaan, die ten eeuwigen dage de nagedachtenis aan de op velerlei fronten de hemel ingeprezen ge meentearchivaris mr. dr. J.C. Overvoorde zal blij ven bezoedelen. Hoe de vergissing begaan is, valt nu wel niet meer na te gaan, maar Overvoorde zat er wel volledig naast. Niet zo erg ver ernaast, maar toch ver genoeg. Eén brug te ver, om pre cies te zijn. De Lourisbrug heeft gelegen óver de Uiterstegracht tussen de tweede en derde Groenes- teeg. Overvoorde had dat al bij de befaamde stadssecreta ris Jan van Hout in diens „Grachtenboek" kunnen le zen: Qp een kaart van de stra ten tussen Gansoord (de Nieu we Rijn) en Lourisbrugge door de bekende landmeter en wiskundige Symon Fransz. van Merwen schreef van Hout op 9 juli 1584 een besluit óver de breedte van de straat tussen de gevels van de hui zen en de walmuur van de gracht. Ook bij de stadshisto- rieschrijver Orlers had Over voorde kunnen lezen dat de gebuurte (het kleinste over- heidsdistrictje in de stad) „De Roode Zee" begon op de Ui terstegracht op de hoek van de Nieuwe Rijn en strekte tot aan de Lourisbrug, en dat de gebuurte „Tuyl" of „De Vrije Veluwe" begon aan de Lou risbrug en strekte tot aan de Pollenbrugghe. De Pollenbrug was een brug die gelegen heeft ongeveer waar nu de Ir. Driessenstraat is; de gebuurte tussen de Pollenbrug en de Oude Rijn heette „De Wilde Veluwe" - zo had ieder ge buurte een naam, hoe gekker hoe beter, de carnavalsnamen van bezuiden de Moerdijk naar de kroon stekend. Omdat Overvoorde dus zijn historische vergissing maakte, stelde de Gemeenteraad in 1916 de naam Lourisbrug offi cieel vast en moest de echte Lourisbrug het met de simpe le naam „Groenesteegbrug" doen. Daarmee was de boel wel omgedraaid, want de brug over de Herengracht had eeu wenlang Groenesteegbrug of Groenebrug (en daarmee een bron van verwarring met de Groenebrug over het Steen- schuur vormend) geheten. Maar na bijna tachtig jaar en het verdwijnen van de brug over de Uiterstegracht moe ten we dat maar laten rusten. Overigens is het niet duidelijk waaraan de oorspronkelijke Lourisbrug zijn naam dankte, noch hoe oud die naam al is. Uitbreiding De (nieuwe) Lourisbrug is ge bouwd in 1659. In dat jaar vond de uitbreiding van de stad met de wijk tussen de Vestestraat en de Zijlsingel plaats. Voor 1659 lag er een brede rechte singel tussen de Oude Rijn en Nieuwe Rijn on der de huizen aan de westzij de van de huidige Heren gracht; de stadsmuur stond ongeveer halverwege de He rengracht en Vestestraat. Veel van de achtergevels van de panden aan de Herengracht werden op de fundering van de oude stadsmuur gebouwd, zodat er niet geheid hoefde te worden of de grondslag an derszins versterkt. De nieuwe Herengracht kwam vrijwel overal naast de oude stadssin gel te liggen. Op 20 oktober 1658 namen Cornelis Dircksz. Deecken, Huych Leendertsz. (van Leeuwerikkenveld) en Hey- man Jacobsz. (Bouman) voor 48 per roede aan om over 106 roeden lengte de nieuwe gracht te graven en met de uitkomende aarde de oude singel te dempen. Zij moesten uiterlijk op 1 november 1658 starten en op 1 december de gracht op 5 voet (1.57 meter) diepte hebben; het hele kar wei diende opgeleverd te worden op of voor 1 april 1659 en de boete die per dag latere oplevering verbeurd zou worden, was geen april grap: drie gulden. Blijkbaar waren de aannemers niet bang voor te late oplevering, want op 24 februari 1659 na men ze voor dezelfde prijs aan om ook het laatste scheve stuk langs de Kalvermarkt te graven. Ze hebben daaraan niet veel lol beleefd, want de van zware molenroeden en palen gemaakte beschoeiing tussen de oude en nieuwe gracht zakte over een grote lengte naar voren. Drie dagen na deze aanvul lende aanbesteding besloten de burgemeesters om - tenein de de erven in de begonnen stadsuitbreiding met meer winst te kunnen verkopen en meer kopers aan te lokken - in het verlengde van de Groe- nesteeg een stenen brug met drie bogen te bouwen. Uiter aard had ook volstaan kun- LEIDEN De vakantie- f>e;riode is ook bij het asiel osgebroken. Terwijl half Nederland voor de buis ligt en naar de Tour de France kijkt of op het strand vertoeft, moet er in het Leids dierenasiel juist e^tra hard worden aange poot. Honden worden weer aan bomen gebon den en katten worden in plastic zakken bij het oud vuil gezet. Nederland gaat op vakantie. Al die plotse ling tot zwerver gebom bardeerde dieren komen uiteindelijk, als ze geluk hebben tenminste, in het asiel terecht. De hond van deze week is ook eefl vakantieslachtoffer. Het is eep prachtige goudblonde Duitse Dog van zo'n vijf jaar oud- Zij werd op de Hoge Rijn dijk uit een auto gezet en aan haar lot overgelaten. Toen Cynthia, want zo heeft men haar maar genoemd, nog maar net in het asiel was, werd er naar het asiel gebeld. Degene die belde was op de hoogte van de situatie en deelde mee dat Cynthia uit de auto was gezet, omdat haar baas zes we ken naar Spanje wilde. De hond zou het al een tijdje erg slecht gehad hebben bij haar baas. De baas zou al een tijdie van haar af willen en heeft de vakantie aangegrepen om zich van het dier te verlossen. Op 2 juli werd Cynthia heel angstig en loslopend op de Hoge Rijn dijk aangetroffen. Het is zaak dat Cynthia snel een nieuwe baas krijgt, waarbij ze een nieuw leven kan beginnen. schien in de Spaanse zon ligt te bruinen, kwijnt Cynthia langzaam weg. Zo gaat dat met dieren. Een baas doet erg rot tegen de hond en de hond blijft maar lief voor de baas. En als de baas weg is dan denkt zo'n hond niet van: op geruimd staat netjes. Nee, dan heeft de hond heimwee. Men heeft het niet voor niets over: zo trouw als een hond of over trouwe honde-ogen. Zo zijn honden. Ook Cynthia. Het is dus zaak dat Cynthia snel een nieuwe lieve baas krijgt, waarbij ze een nieuw leven kan beginnen. Het gaat namelijk erg slecht met haar in het asiel. Ze is nog steeds ontzettend bang voor alles en iedereen en ze heeft heimwee. Ze zit op het vlonder van haar hok maar een beetje bang voor zich uit te kijken. De staart houdt ze de hele dag tussen haar benen. Ook door de heimwee en haar angst laat haar hele vacht los en heeft ze een hele bleke toet gekregen. Ook eet ze erg slecht. Allemaal redenen waarom Cynthia snel weg moet. Mieke Tiele van het Leidse asiel denkt niet dat Cynthia op haar plaats is in een gezin met drukke jonge kinderen. Daar zou de hond voorlopig alleen nog maar banger van worden, denkt Mieke. Cynthia moet een baas krijgen die het één en ander van Doggen afweet. Het zou een rustige, zachte baas moeten zijn, die met veel ge duld de eerste tijd veel aan dacht aan de hond schenkt. Uiteraard moet de baas wel een beetje de ruimte hebben, want Cynthia is wel een kan jer, zoals alle Doggen overi gens. Als Cynthia een beetje gewend is dan is het een lieve zachte hond, die makkelijk in het ge bruik is. Bommel Bommel, de hond van vorige week heeft een baas gevon den. Mensen in Leiden hebben zich over Bommel ontfermd. De hond kreeg overigens veel reakties. terniveau zijn. Het hele werk diende tien weken daarna klaar te zijn, op een boete van drie gulden per dag. Wie was nu die Huych Jansz. van Soest? Of hij uit Soest kwam, valt hier niet na te gaan; als zijn geboorteplaats wordt Woerden opgegeven. Hij trouwde op 10 mei 1644 in de Hooglandsekerk, wonende op de Pieterskerkgracht, met Maria Cornelisdr. van der Meer, een Leidse, die op de Breestraat woonde. Als getui ge trad voor hem op zijn zwa ger Jacob de Voocht, gehuwd met zijn zus Stijntje. Blijkens hun optreden als doopgetui gen had hij ook nog een broer Gijsbert en een zus Hilletje. Het eerste kind, een zoon Jan, werd op 4 oktober 1646 in de Hooglandse kerk gedoopt. La tere kinderen sneuvelden al snel aan kinderziekten: de in 1648 geboren Anna, gedoopt op 2 september en al op 5 sep tember begraven; de in 1649 geboren Cornelis en de op 30 november 1652 in de Pieters kerk gedoopte tweeling Marij- tje en Anna. Het krijgen van tweelingen was met de toenmalige medi sche voorzieningen levensge vaarlijk, hetgeen mevrouw Van Soest ondervond: zij was al op 26 november, dus nog voor de doop van de kinde ren, in de Pieterskerk begra ven. De weduwnaar heeft niet lang getreurd (en mocht dat wellicht ook niet met een zoontje van zes jaar en de nog niet overleden helft van de tweeling): op 20 juli 1653 trad hij, als metselaar wonende op het Steenschuur, in het huwe lijk met Lijsbeth Pietersdr. *se van den Bosch, een Leidse die ook op het Steenschuur woon de. Dit tweede huwelijk zou kinderloos blijven. Van Soest woonde op het Steenschuur waar het nu Ra penburg heet - om precies te zijn in het pand Scheepma- kerssteeg 2, dat hij in 1648 ge kocht had. Hij was sinds 1646 tevens grafmaker van de Pie terskerk, waaronder ook eni ge bolwerken behoorden, waar de mindere man zijn laatste rustplaats vond. Men zal zich afvragen wat nu een metselaar als grafmaker moest. Toch is daar een sim pele verklaring voor: in de kerken bestonden de graven uit gemetselde muurtjes, waarop de zerken rustten. Bij de restauratie van de Pieters kerk enige jaren geleden is dat heel mooi voor de dag ge komen. Die muurtjes hadden onderhoud nodig en dus was een grafmaker die beschadig de muurtjes kon herstellen best wel handig. Overigens moet men zich Van Soest niet voorstellen als de man die met een hefboom de zerken oplichtte en in een soms onbeschrijfelijke stank de overgebleven botjes uit halfverrotte kisten moesten rapen om ze naar het knekel huis te brengen. Tenslotte gingen er maar vier kisten boven op elkaar en als de on derste tien jaar oud was, werd grof geweld gebruikt om er weer een nieuwe bovenop te krijgen - er moest immers al tijd minstens tien centimeter zand op de bovenste kist lig gen voor de stankafsluiting. Dit was werk voor een knecht; de baas voerde alleen de administratie. Van Soest bleef zijn geld aan de doden verdienen tot hij zelf begin november 1669 tijdens het woeden van een pestepidemie in zijn kerk begraven werd. Zijn zoon Jan verdiende zijn geld daarentegen aan de le venden: hij was medicinae doctor, dus arts. Hij overleed reeds in 1682, waarna zijn we duwe Anna de Moor zijn hui zen verkocht. Natuursteen Van Soest heeft dan wel het metselwerk gemaakt, maar niet minder belangrijk was het natuursteenwerk aan de brug. Dit werd voor 550 aan^ou genomen door Michiel Sa^ Deze verrichtte daarvoor al«H— leen de arbeid, want de „goeM de vaste Bentemer steenm werd door de stad gelevertM evenals de gereedschapperM^ (hamers, beitels en dergelij W ke). Het bier dat hij en zijr knechts dronken in hur, schafttijd, moest Sax echtei zelf betalen. De stad eistjp zelfs de biksteen (het afval bF het bewerken van de steenjBi blokken) op; daar kon vaalfll pog een nuttig gebruik all* schuurmiddel van gemaakB worden. Sax diende er haasr achter te zetten: al acht we ken na de aanbesteding moesk het werk gereed zijn, ook op straffe van drie gulden pel "1 dag overschrijving. Met al die dwangmiddelen oJ J de achtergrond zal de brug a in de zomer van 1659 zijn goe de diensten aan de bouwon(Ot dernemers aan de oostkant™ van de Herengracht bewezea., hebben. Helemaal af was hrJ nog niet: op 30 april 166fOn machtigden burgemeestereih l de tresorier-extraordinaris omjjgi met enige kooplieden te Amjou sterdam te onderhandelen^ over het gieten van ijzererp leuningen volgens de houten^ mallen die daarvan gemaakianl waren en er daarvan te beteei stellen voor een groot aanta^g met name genoemde bruggen,^. Daaronder was ook de brugge over de Heeregraft over de00 Groenesteech. Toch duurde°rF het nog tot 29 november 166laai voor de aanbesteding van hefoch gereedmaken van de leunin*rje gen van deze en nog vele an dere bruggen plaatsvond' Voor f 191 was Dirck Theu^n nisz. de Wit bereid de „Groe(P 1" nebrugh over de Heeren^ graft" van leuningen van dFn zwaarste soort te voorzien. Pm In de loop der daarop volgen£im de eeuwen werd de brug ze'1 0 keer per jaar schoongeboend.^ opnieuw gevoegd en op tij<Jaar' geverfd. Veel gebeurde er dar.in8 ook niet. In deze eeuw is echnjl ter de eis aan bruggen te stelP1*" len steeds zwaarder geworderr door het steeds zwaarder worr £e dend verkeer. In combinatir^1 met minder onderhoud resiilpj® teerde dat in het besluit uialC2 1966 om hem volledig te ver'.0^! nieuwen boven de waterspieintl gel. Dit werd echter pas irnut 1972 aanbesteed en kwam i»» 1973 gereed. FOTO BOVEN: De Herengracht Lourisbrug Oosterkerk, in 1930 gefoto grafeerd Steenbergh FOTO LINKS: De Lourisbrug huizen aan de westzijde van de gracht; Foto J. Goedeljee, eind vorige nen worden met een simpel houten voetgangersbruggetje, maar de brede stenen boog brug zou de buurt uiteraard meer cachet geven. De stads- werklieden, versterkt met de free-lancer Willem van der Helm, moeten snel aan de slag gegaan zijn om de bestekken en tekeningen te maken, want al op 13 februari 1659 volgden de aanbestedingen van het metselwerk en het natuursteenwerk. Bij het met selwerk beloofde de stad aan de laagste inschrijver een pre mie van twee zilveren duca- tons (munten ter waarde van 63 stuivers, dus in totaal 6 gulden 6 stuivers). De op dracht werd uitèindelijk aan genomen door metselaar Huych Jansz. van Soest voor 645. Karwei Hij moest voor dat bedrag een behoorlijk karwei verrichten. De landhoofden, op door de stad te leveren eikenhouten grondschalen (funderingspla ten), moesten onderaan maar liefst acht stenen dik aange legd worden met „aertpyla- ren" (steunberen) van vier bij vijf stenen groot. Ook de spoelen (pijlers) moesten fors aangelegd worden en tot aan de rand waar de boog begint 10 voet (3.14 meter) hoog op gemetseld worden. Met een wijdte van het middelste gat van 8.16 meter en van de zij openingen van 3.14 meter ging het een forse brug wor den. Van Soest moest met het werk beginnen zodra de stad hem daartoe opdracht zou ge ven (dus zodra de fundering gereed zou zijn) en binnen een maand moest het metsel werk boven het normale wa-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 10