3NOORD-KUFBRUG
overB|,u99ei)
hond
zoekt:
huis
Veel animo voor
kamerhuur in
Leidschendamse
flats
^Eeuwenlang
Gedomineerd door
le scheepmakerij
pn houthandel
tyan Van Hoeken
'ommcl
arst van
Je
'kenergie
^IDEN OMGEVING
Ccidóe Souou/nt
ZATERDAG 6IUU 1985 PAGINA 13
De Havenkade met links de
scheepswerf van de familie
Van Hoeken (de Noord-Kijf-
brug is niet zichtbaar) en in het
midden de Kleine Havenbrug.
Steendruk door P.W. Trap
naar een tekening van Q.J.
Bos. 1860.
'ÖS
In d|
i 18
naaki
ir 66w
kaar
ibliot)
n>g I
i vei)
1 abo
rwijl
svestfie Noord-Kijfbrug zegt,
lijkt^gt haast automatisch
noê %n Hoeken. Eeuwen
paar^*1? heeft de scheepma-
let iBrij en later houthandel
n de»n het geslacht Van
;en oeken aan de Havenka-
k op de hoek van de
1 in ijfgracht het stadsbeeld
ïoojr Plaatse gedomineerd
lerko1 soms zelfs bedreigd,
e ru|ok al is thans de herin-
en ^ring aan de eertijds zo
sken loeiende houthandel al
!n p!erk vervaagd, hij is het
Ju rel waard weer eens op-
•um &frist te worden,
schijt
ïw wheepmakerijen waren in de
ook liddeleeuwen niet op een be-
e bikalde plaats geconcentreerd,
jaareiden was geen belangrijke
sendlaats waar het scheepsbouw
de tfctrof, en behalve aan de
og ijude Rijn waren er een paar
verlflerven aan de Vliet en een
icroQgenover de Vliet op het Ra-
•n beenburg naar zijn eigenaar
o defeer Adriaensz. van Over-
tiekaïiet heet de Scheepmakers-
en qeeg aan het Rapenburg. Een
cheepmakerij was echter een
jinrWiijk bedrijf, niet alleen
önwege de stinkende pek om
Ulj e|>ten waterdicht te krijgen en
et; S^et schoonmaken van de
M. Lfheepshuid van alle aan-
A. Voeisels (niet voor niets heet-
hmJli dat ,wJerk)eu -Rreigfn").
y Ge1331" °°k door het ruimtebe
den Bag en de noodzaak een hel
ing en dus een onderbreking
•teen de walmuur te hebben.
Ti-af
.dijkTaven
C. M
F Qaarom streefde het stadsbe
rg^1 luur er naar om zoveel mo-
is; Aflijk werven te concentreren
maiian de buitenkant van de
vrl..iad, speciaal bij de Haven. In
Sloorfegg werd besloten de zuid-
;t D- ^ver van de Oude Rijn van
A.fin stenen walmuur te voor-
L. A.len en een straat te leggen,
C. M? Havenkade. De scheepma-
*n_4rijen verrezen in 1597 en
in ^eer een jaar later viel het
Besluit om twee dwarsgrach-
in van 24 roedevoeten (7.54
(eter) breed te graven. De
raten naast deze grachten
ferden 12 roedevoeten breed-
aanbesteding van het gra-
n van de Kijfgracht (heel in
t begin even Jan Dircxsz-
>t genoemd), vond plaats
25 oktober 1598, maar er
las geen gunning. Eerst in
•01 zou een nieuwe aanbe
steding volgen, waarbij Pieter
Sandersz. voor 22 gulden en 8
stuivers per roede aannam het
graafwerk te verrichten. De
buurt tussen Haven, Oostsin
gel en Zuidsingel moet toen al
vrijwel volgebouwd geweest
zijn, want in 1600 had de afre
kening van de onteigening
plaatsgevonden, waarbij be
paald was dat de stad het gra
ven van de Oost- en Zuidsin
gel bekostigde. Enkele buurt
bewoners constateerden in
1601 overigens dat er behalve
scheepbouwers zich steeds
meer vollers, wolkammers en
wevers hier vestigden.
Het dwarsgrachtje dat Kijf
gracht heette, werd door de
scheepvaart inderdaad niet
druk bevaren. De allereerste
brug erover in de Havenkade
moet een eenvoudig ophaal
bruggetje geweest zijn. Bij een
inspectie door het stadsbe
stuur op 17 juni 1651 werd be
sloten dat „een van de val-
bruggens leggende in de Oude
Vrijdom nevens den Rijn
over.graft" van steen ge
maakt moest worden. Dit be
sluit is echter niet uitgevoerd
en bij een volgende inspectie
op 26 maart 1653 viel het be
sluit om de „houten brug over
de Kijffgracht nevens den
Rhijn zoveel te verbreden dat
men bequaemelijck (gemak
kelijk) met een lijck over sal
konnen passeren, ende dat de
steene platingen ende wangen
neffens die brug verhoogd
zullen worden". Vermoedelijk
had kort tevoren een begrafe
nisstoet de kist op de helling
naar de brug verloren en deze
in het water zien vallen; iets
dat wel vaker gebeurde, om
dat zoals ook bij deze brug
de dragers niet naast de
kist konden lopen bij het pas
seren van smalle bruggen.
Waarschijnlijk is die vernieu
wing kort daarna, wellicht
door het stadspersoneel, ver
richt.
Van Hoeken
Al in die tijd woonde er bij de
Noord-Kijfbrug een Van Hoe
ken. In 1644 had Gillis van
Houcke, behorend tot een uit
Gent gevlucht geslacht van
protestanten, een pand aan de
Havenkade gekocht en werk
te daar als zeilmaker, later
ook als scheepsbouwer. Toen
Jacob van Leeuwen de
Noord-Kijfbrug in 1787 gro
tendeels vernieuwde, zal
Adrianus van Hoeken dit wel
vol aandacht gadegeslagen
Bruggen, we maken er allemaal gebruik van. Zeker in
een waterrijke stad als Leiden xijn het onmisbare
schakels in het wegennet. Veel aandacht is er nooit
aan de Leidse bruggen besteed. De stilte rond de Leid-
se bruggen is met de presentatie van het Bruggenboek
al gedeeltelijk „verstoord". Het Gemeentearchief aan
de Boisotkade hoopt van 9 tot en met 29 augustus 1985
in De Waag de tentoonstelling „De Leidse bruggen" te
houden. Als inleiding op dexe expositie verschijnt in
deze krant een serie artikelen over Leidse bruggen.
Het zijn geen technische verhandelingen, maar histori
sche verhalen waarin een brug als leidraad dient. De
gegevens zijn verzameld door een werkgroep van his
torisch geïnteresseerden, die veel van de geschiedenis
van de Leidse bruggen heeft uitgezocht. Samensteller
en schrijver is de begeleider van deze werkgroep, de
heer PJ.M. de Baar van het Gemeentearchief. Kees
van Herpen tekent voor de eindredactie. De reproduk-
ties zijn van fotograaf Wim van Noort. Vandaag ver
schijnt het eenennegentigste artikel in deze serie.
hebben. Zijn zoon Albertus
Cornelis (1783-1831) zette het
bedrijf voort. Deze verkocht
de scheepmakerij met huizin
gen, schuren, hellingen, erven
en werven aan de Havenkade
op 24 maart 1821 aan zijn toen
nog slechts 17-jarige zoon
Adrianus Jacobus, die dan
ook bij akte van 6 januari
1821 meerderjarig verklaard
was. Deze ging vanaf 24 au
gustus 1834 ook handel drij
ven in hout, en dat nam
steeds grotere vormen aan.
Overigens floreerden de za
ken toch prima: in 1833 en
1836 werden huisjes op de Ha
venkade gekocht en in 1837
de scheepshelling vergroot en
verbreed. Op de plaats van
twee in 1839 gekochte huisjes
werd in 1840 het grote woon
huis Havenkade 7 gebouwd.
In 1855 volgde weer een uit
breiding in de richting van de
Zuidsingel en in 1860 werd
een grote houtloods aan de
Havenkade gebouwd.
Eerst liet Adrianus Jacobus
zijn boomstammen op ver
schillende houtzaagmolens
rond Leiden zagen, maar op
16 maart 1861 kocht hij zaag
molen De Hooiberg aan de
Maredijk, ongeveer waar nu
de Schipholweg op de Oegst-
geesterweg aansluit. Hij ging
na een grote renovatie van
ongeveer een half jaar zelfs
voor derden zagen. Na zijn
dood op 17 juni 1865 namen
zijn drie jongste zonen Corne
lis, Jasper Jacobus en Petrus
Johannes het bedrijf over. De
Houthandel Gebroeders Van
Hoeken bouwde in 1872 de te
Zaandam afgebroken paltrok-
houtzaagmolen aan de Slaags-
loot (waar later vuurwerkfa
briek De Kat gevestigd werd)
weer op. Het houtzagen werd
steeds belangrijker, terwijl
door de toenemende concur
rentie van de ijzeren schuiten
de scheepmakerij van houten
vaartuigen steeds minder flo
reerde. Vanaf 1875 verwees
men belangstellenden voor
nieuwe schepen dan ook door
naar de bijna-buur aan de
Zuidsingel: de Grofsmederij,
die ijzeren schepen maakte.
De scheepswerf werd afge
broken en in 1876 verrees
daar de eerste stoomhoutzage-
rij van Leiden, zeer modern
met gasverlichting. Een oude
koestalling, sedert 1877 steen-
kolenbergmg, op de hoek van
Havenkade en Minnebroers-
gracht, werd in 1879 door een
groot houtmagazijn vervan
gen. In 1881 trad Cornelis van
Hoeken uit het bedrijf, dat in
1884 nog vergroot werd met
een houtloods en pakhuis met
woonhuis aan de Oude He
rengracht. Zo was de situatie
toen op 7 juni 1886 aangeno
men werd dé Noord-Kijfbrug
van een dek op gietijzeren
leggers te voorzien. De firma
zou toen niet lang meer be
staan: in 1890 gingen Jasper
Jacobus en Petrus Johannes
uit elkaar. De eerste nam De
Hooiberg en Het Zwarte
Schaap over en zette het zaag-
bedrijf daarmee tot in de Eer
ste Wereldoorlog voort, ter
wijl de laatste de bedrijven
aan de Havenkade en Oude
Herengracht bleef exploite
ren.
Petrus Johannes had niet veel
geluk, maar wel taai doorzet
tingsvermogen. De Stoom-
houtzagerij aan de Havenkade
brandde in 1894 volledig af.
Min of meer ter vervanging
daarvan werd de paltrok-
houtzaagmolen „De Nijver
heid" aan de Hoge Rijndijk op
de grens van Hazerswoude en
Zoeterwoude aangekocht. Bij
de molen hoorden ook een
herenhuis, houtloodsen, schui
tenhuis en zes arbeiderswo
ningen. Toch werd de Stoom
zagerij herbouwd. Kort daar
op deed de behoefte aan een
grotere ruimte voor houtop
slag zich gevoelen en op 8
april 1898 verzocht Van Hoe
ken, zelf raadslid, de Ge
meenteraad om hem een stuk
van de westzijde van de Kijf
gracht ter grootte van 300
vierkante meter te verkopen,
waarbij hij aanbood een nieu
we brug in plaats van de
Noord-Kijfbrug elders over de
Kijfgracht te leggen. B W
zagen geen bezwaren en stel
den voor de grond voor ƒ6,-
per vierkante meter te verko
pen; een nieuwe brug vonden
zij niet nodig.
Bezwaren
Een dag voor de Raadsverga
dering op 28 april 1898 regen
de het echter bezwaarschrif
ten. De belangrijkste daarvan
waren die van de vellenploter
Marijt, die de gevraagde
grond als droogplaats voor
zijn vellen gebruikte, en de
gezamenlijke bewoners van
de Kijfgracht, die klaagden:
„genoeg last hebben wij nu al
van het zaagsel en de zwarte
deelen die uit de machineka
mer komen en op ons wasch-
goed een zwarte laag werpt,
dat hier niet is neer te schrij
ven. Wenschelijk was het dat
zulke inrichtingen buiten de
gemeente werden geplaatst
ter voorkoming van brand en
overlast aan de bewoners. Wij
betalen van ons klein inko
men toch ook zoveel als ons is
opgedragen, onze belasting, en
het is onze schuld niet dat wij
minder bedeeld zijn als de
heer Van Hoeken, maar zoo
arm als wij zijn, verzoeken
wij van Burgemeester en
Wethouders billijkheid en ge
rechtvaardigheid".
Gezien deze bezwaarschriften
werd de behandeling van de
zaak uitgesteld en op 30 sep
tember erkenden B W dat
de bezwaren in zoverre steek
houdend waren dat beter niet
tot de gevraagde verkoop
overgegaan diende te worden.
Vooral de bezwaren van Ma-
rijt werden zwaar opgevat; als
deze zijn vellen elders, bij
voorbeeld op de Minnebroers-
gracht, zou moeten gaan dro
gen, had hij geen toezicht
meer en zou voor bewaking
moeten gaan zorgen. Van
Hoeken reageerde furieus en
ontzenuwde de bezwaar
schriften zo goed als hij kon
in een lang stuk. De raadsver
gadering van 13 oktober 1898,
waarbij hij zelf overigens af
wezig was, besprak de kwes
tie zeer uitvoerig. De discussie
ging haast meer over de over
last van ploterijen in woon
buurten dan over de houtza
gerij, maar uiteindelijk werd
met 17 tegen 5 stemmen en
één onthouding (van neefje
A.J. van Hoeken J.Jzn.) be
sloten niet tot verkoop over te
gaan.
Ondanks deze tegenslag vond
in 1900 een algehele moderni
sering van de Stoomhoutzage-
rij plaats. Amper was deze
drie maanden gereed of alles
ging in vlammen op. Voor de
gemeente was nu de maat vol:
op deze plaats mocht geen
herbouw meer plaatsvinden.
Van Hoeken zag dan ook
geen andere oplossing dan de
bouw van een moderne
stoomzagerij aan de Overrijn
in de Waard, genaamd „De
Rijn". Er werd daar nog veel
grond gekocht met het doel
het bedrijf te concentreren;
daarentegen werden het com
plex aan de Oude Heren
gracht en molen „De Nijver
heid" te Hazerswoude ver
kocht. Het terrein in de
Waard werd steeds verder
uitgebreid, totdat het tenslotte
zo'n 12 hectare besloeg. Bijster
veel geluk beleefde hij niet
met die nieuwe zagerij: in
1905 verbrandde deze groten
deels. Van Hoeken had nu
zijn lesje wel geleerd: de her
bouw vond plaats in het toen
nog hypermoderne gewapend
beton, met veel ijzer, steen en
glas.
De leiding van het bedrijf
ging in 1907 over aan de drie
zonen A.J., J.J. en J.W. van
Hoeken, die er op 1 juni 1921
een naamloze vennootschap
van maakten. Het zou hier te
ver voeren de verdere lotge
vallen van de N.V. te verha
len, zoals zijn geschil met de
gemeente over het bestem
mingsplan in 1921, de crisis en
oorlog, de brand in de stoom-
ketelruimte op 13 juni 1964,
de problemen om aan vol
doende personeel te komen,
de plannen van de gemeente
voor onder meer de bouw van
de Sumatrabrug vrijwel op
het terrein van het bedrijf, en
tenslotte de liquidatie en af
braak in 1967 door directeur
P.J. van Hoeken van 's-Gra-
venpolder. Rest nog slechts te
vermelden dat de Noord-Kijf
brug in 1953 en 1982 geheel
vernieuwd is.
r
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek
„Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of
soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver
blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten-
zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be
schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit
ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen
de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook
volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven
dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur
ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van
circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate
van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids
Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo
pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag
gesloten.
e hond van deze week is
een die altijd in is voor
n spelletje. Het dier is
>g geen acht maanden
id, zit dus vol met ener-
e en daarom is de kwali-
tatie „speelse jonge
>nd" zeker van toepas-
ïg. Haar naam is Bom-
el, maar ze lijkt in geen
hkel opzicht op de dikke
riphond die deze naam
aagt. Ze is slank en
eeft alle kenmerken van
en snelle jachthond.
^ilommel werd op 20 juni van
;&Éjit jaar afgestaan aan het asiel.
^^^o^rooMrerdrie^vanJiaai^
baasje. Deze moest haar huis
dier regelmatig alleen laten en
dat is iets waar spring-in-het-
veld Bommel absoluut niet te
gen kan. Ze uit haar ongedu
righeid niet met langdurig
blaffen of janken, maar slaat
aan de slopersarbeid. In een
mum van tijd ziet zij kans een
stuk van het huisraad voor ge
bruik ongeschikt te maken.
De hond heeft aandacht nodig,
veel aandacht. Ze moet regel
matig worden uitgelaten. De
nieuwe baasjes moeten met
haar ravotten, moeten er voor
zorgen dat Bommel genoeg be
weging krijgt. Dit drukke dier
is zeer gevoelig van aard en
vraagt om een rustige benade
ring. Door een barse stem kan
ze in paniek raken. Treft men
Bommel is een erg lieve hond.
bij Bommel de juiste snaar,
dan zijn er geen problemen.
De hond zal zich van haar ge
hoorzame kant laten zien.
Bommel is een bastaard, maar
heeft kenmerken van een
pionter, een jachthond. Ze
staat hoog op de poten, heeft
een lange witte staart en zwar
te hangoren. Haar lijf is voor
namelijk wit met zwarte vlek
jes. Haar aandoenlijke kop is
zwart-wit gekleurd. Ze heeft
een fluweelzachte neus die ze
regelmatig tegen mensen die
ze aardig vindt, aandrukt.
Bommel is lief, voor kinderen
is ze een hartelijke en over-
moeibare speelkameraad. Ze
kan goed opschieten met ande
re dieren Met katten ook,
maar die wil ze in haar speelse
buiten nog wel eens opjagen.
Kortom, Bommel is een hond
die de ruimte en een begrij
pend baasje nodig heeft. Wordt
aan deze voorwaarden vol
daan, dan heeft men aan dit
dier een lieve en trouwe huis
genoot.
De fraaie katers Didi en Nel
son zitten helaas nog in het
asiel. Niemand heeft naar deze
onafscheidelijke broers geïn
formeerd. Dit gebrek aan inte
resse heeft naar alle waar
schijnlijkheid te maken met de
vakantie.
LEIDSCHENDAM Veertig personen hebben rich in
Leidschendam ingeschreven voor het huren van een
kamer in een flat van de woningbouwverenigingen.
Eind mei is er een gesprek geweest tussen de drie
Leidschendamse woningbouwverenigingen, de bewo
ners van de eerste per kamer verhuurde flat en de
Werkgroep Jongerenhuisvesting. Onderwerp van ge
sprek was uitbreiding van het project, mede gezien het
enthousiasme van zowel de bouwverenigingen als de
bewoners.
De werkgroep zegt in een brief aan de raadscommissie ruimtelij
ke ordening en volkshuisvesting het te betreuren dat wethouder
J.C. van Erp onlangs in een commissievergadering heeft meege
deeld dat de deling van flats door kamerverhuur niet bepaald
een succes is gebleken. Volgens de werkgroep gaat het bij dit
soort kamerverhuur niet om het delen of splitsen van een Oat in
technische zin, maar om het per kamer verhuren van een be
staande flat Voorzieningen als douche, keuken en toilet worden
door de bewoners gezamenlijk gebruikt en technische aanpassin
gen zijn nauwelijks nodig. De mogelijkheid van dit soort huren
wordt steeds meer bekend. De r.k. woningbouwvereniging heeft
hiervoor dan ook een tweede flat beschikbaar gesteld. Ook de
vertegenwoordigers van de Christelijke en Algemene woning
bouwvereniging zullen aan het project gaan deelnemen. De
Christelijke woningbouwvereniging stelt zelfs op korte termijn
al twee flats beschikbaar De werkgroep hoopt van de kant van
de gemeente op een constructieve benadering van het probleem.
Het gaat, aldus de werkgroep, om één vad de weinige vormen
van huisvesting die bij lager wordende studiebeurzen, (jeugd)uit-
keringen en (jeugd)lonen voor de groeiende groep jongere wo
ningzoekenden nog betaalbaar is. De woningvoorraad wordt zo
op meer efficiënte wijze benut en het is dus ook in het belang
van de gemeente om dit zoveel mogelijk te stimuleren, aldus de
werkgroep.