„Ik speel vlugger dan m n i.maar hij kon het I.meteen mooier ALFA 75: JUBILEUMMODEL i 740 GL:ruimtekruiser met voor elk wat wils EÈén-derde Yolvo-produktie ^'bestaat uit stationcars TWEE PIANOTALENTJES IN BERKEL: Aankoop van kunst voor jongeren aantrekkelijker —CONSUMENTENINFORMATIE £eidóc@omont DONDERDAG 4 JULI 1985 PAGINA 16 jAfschaffing arbeidstijd verkorting werkt gunstig FRANKFORT Uitbreiding van het personeel, enorme vermin- ■■■^iering van de arbeidstijdverkorting en een positieve ontwikkeling van de orderontvangst doen de Duitse automobielproducenten HMspreken van een positieverbetering van de bedrijfstak. De produk- tie lag in mei met 369.100 auto's ongeveer achttien procent boven de omvang van mei vorig jaar. Dit heeft de vereniging van de Duitse automobielindustrie (VDA) in Frankfort meegedeeld. Een indicatie voor de verbetering is volgens de VDA niet alleen de toeneming van het aantal arbeidsplaatsen met 22.000 in de afgelo pen twaalf maanden, maar ook het gegeven dat de arbeidstijdver korting in de hele bedrijfstak bijna is afgeschaft. De positieve ont wikkeling van de orderontvangst voor zowel personenauto's als vrachtwagens sinds april is in de produktie nog niet te merken. ^i-IMet de export gaat het minder goed. Personenauto's kunnen zich g_^gnog steeds beroepen op een omvangrijke export, maar vooral in de p^^sector vrachtwagens blijft de buitenlandse vraag klein. Het gebeurt niet zo veel meer dat je een auto zo bondig kunt karakterise ren als we hier met de Volvo 740 doen. Moderne auto's probeert men meestal van alles wat mee te geven: sportiviteit, luxe, de ruimte van een gezins auto, kortom een karakter waarin ieder wel iets van zijn gading kan vinden. Modern is deze Volvo ook wel, als afstammeling van de 760 die in 1982 geheel nieuw was en pas vorig jaar als eenvoudige broer de 740 erbij kreeg. Maar zijn karakter is duidelijk dat van een ruime auto voor lange reizen - van daar ruimte-kruiser. Al toen de 760 verscheen, in een klasse die nog wat boven die van de toenmalige 260-se- rie viel, werd gespeculeerd op een vereenvoudigde versie daarvan die dan de 240-serie zou opvolgen. Die kwalificatie heeft hij van Volvo nooit ge kregen, want toen die eenvou diger 740 uitkwam bleef de 240-serie immers nog in pro duktie. Toch verhoudt de 740 zich tot die 240 zoals de 760 stond ten opzichte van de 260: van een iets hogere doch niet temin vergelijkbare klasse. Omdat ook het 240-gamma wat betreft de sedans (een 740/760-stationcar is er im mers nog niet) nu drastisch is uitgedund kun je toch wel stel len dat de 740 minstens ten dele de 240-serie opvolgt. Er wordt alleen ruimte opengela ten voor een nieuw model, waarover de geruchten ook al langer gaan, dat dan net iets onder de 240-klasse zou vallen. Kijken we concreet^ naar de prijs van de testauto* dan we ten we ook genoeg: hij kost f 41.185,-, net geen drie mille meer dan een 240 GL. In die prijsklasse laat een koper de 740 GL echt niet om zo'n meerprijs staan voor een 240 GL. Het zal duidelijk zijn dat het aanzienlijk oudere 240-mo- del een vergelijking echt niet aan kan. Behalve op één punt dan: het beschreven karakter van de 740, want daarin volgt hij de aloude 240 op de voet. Hij biedt slechts meer van het zelfde. Nou ja, „slechts"; de 240 stond altijd al bekend als een ruime reiswagen bij uitstek, dus wat de 740 op dat punt biedt kan bepaald niet weinig zijn. /Tijdens de autotentoonstelling r van Genève meldde Volvo de ==akomst van stationcars op basis t'IIlJvan het topmodel 760; ze ston- ■"den weliswaar niet op de Nisshow, waar bij Volvo als ster NjSde 780 coupé van Bertone fun- j^jggeerde, doch wel op een Ame- rikaanse tentoonstelling. In Amerika immers is de station- ij car, met name in de hogere Deklassen, veel beter ingebur- Datgerd dan hier. Toch stond na- DaHuurlijk tevoren al vast dat DatVolvo de nieuwe modellen ook Datin Europa zou brengen, en wel Daivanaf bet komend najaar. Wij Qa.konden vast „voorproeven" pafnet voor de Amerikaanse pamarkt gebouwde auto's. j?aHoewel in de meeste Europese ^alanden de stationcar nog altijd F°leen beetje het image van een Op„bedrijfsauto" heeft, is er een Ofl toenemende belangstelling voor de praktische voordelen van dit type carroserie in de hogere klassen. Volvo is daar in met name al lange tijd sterk vertegenwoordigd, beheerst zelfs dit kleine marktsegment, daar er van andere grote mer ken niet erg veel concurrentie is. Ter illustratie: een derde van de totale Volvo-produktie bestaat uit stationcars. Dat be treft dan de 240-serie, waar van men wel het sedanpro gramma doch niet het station car-gamma flink inkromp na de komst van de 740. Vooral met luxueuze en snelle types als de 240 Turbo stationcar boekte Volvo immers een toe nemend succes, dat een logisch vervolg vindt in de nu voorge stelde 740/760 vijfdeurs-mo- dellen. Vooralsnog betekent dat niet het einde voor de 240, zoals ook de sedan niet geheel verdrongen werd door de 740. De prijsstelling is er ook niet naar, want men stelt voor de 740/760 Estate prijzen in het vooruitzicht van ongeveer vijftig tot negentig mille; voor de 240 stationcars liggen de prijzen ruwweg tussen 35 en 53 mille. Praktisch bezien zijn er geen onverwachte verschil len tussen de 240 en de grotere serie. De laadruimte van de 740/760 is vergelijkbaar met die van de 240; wel kan de laadruimte in de nieuwe serie nu in delen worden uitgebreid dankzij een 1/3-2/3 gedeelde achterbank, iets wat de 240 nooit bood. Evenals bij de 240 is er een soort verborgen baga geruimte onder de laadvloer, die op wens kan worden opge vuld met een wegklapbaar kinderbankje als derde zitrij. Vorig jaar vierden de Fransen het 100-jarig be staan van de auto (omdat naar hun mening de Dela- mara-Deboutteville de al lereerste was), dit jaar is het feest bij de Duitsers die de Daimler-Benz van 1885 als eersteling zien. Duidelijk is in ieder geval dat een periode is aange broken waarin allerlei merken uit de pionierstijd van de automobiel een ju bileum kunnen vieren. Voor zover ze nog bestaan dan, zoals Alfa Romeo dat in 1910 werd opgericht. Een 75-jarig jubileum dus, dat vorm krijgt in een nieuw model met type aanduiding 75. Alfa Romeo in .zich verenigt. Basis vormt de Giulietta, het karakter is „klassiek Alfa" - een sportieve toerwagen. De type-aanduiding en detaille ring sluiten aan bij Alfa's toe komstbeeld, waarin welluiden de namen (die meestal op het roemrijke verleden teruggrij pen) worden vervangen door cijfers. En waarin Alfa, ten minste voor zover het de mid denklasse betreft, een meer exclusieve positie wil inne men. Over de cijfercodering voor de types zal nog wel heel wat gespeculeerd worden, mede omdat Alfa zelf geen duidelijke verklaring heeft voor typenamen als 33 of 90 - bij de 75 refereerde men dan nog aan het jubileum. In die familie van 33 en 90 hoort de 75 wel onmiskenbaar thuis; sa men moeten ze Alfa eindelijk weer naar de winstgevendheid voeren. De ontwikkelingsopzet van die drie typen is eveneens gelijk: een niet helemaal „ka kelverse" technische basis, een nieuw omhulsel en een wat hoger klasseplaatsing dan het voorgangermodel. Tot slot is er in de uiterlijke uitvoering van de 75 nog een verband met de familieleden: een aardig bij de 33 aanslui tend carrosseriegerzicht, en een uitrusting die sterk over eenkomt met wat de 90 te bie den heeft. Niet erg origineel? Ach, om iets totaal nieuws en hoogmoderns te ontwikkelen heeft Alfa gewoon geen geld - voorlopig moet men ook nog de grote Alfa Sei vervangen, en dan is er nog de sportwa genversie GTV die ook een dagje ouder wordt. Karakter Bovendien sluit Alfa met de 75 tenminste aan bij het eigen programma, dat toch nog een onmiskenbaar eigen karakter heeft. De vraag is hooguit of de typen 75 en 90 nu niet in prijs en uitvoering te dicht bij elkaar zijn gekomen? De Alfa 90 is meer luxueus, bedoeld als toerwagen voor het iets oudere publiek, terwijl de 75 meer naar het sportieve en daarmee het jongere publiek neigt. Wat voor totaalbeeld levert deze jubileum-Alfa nu op? Het is een goed ogende, uitstekend afgewerkte auto met het ty pisch sportieve Alfa-karakter. Echt nieuws zit er niet aan, en daarom kun je je afvragen waarom deze auto Alfa meer succes zou moeten brengen dan zijn voorganger met in wezen hetzelfde karakter. De populariteit van de Giulietta is bepaald sterk aangetast door de nogal opgelopen prijs - de Alfa 75 wordt nog wel duur der. De enige oplossing lijkt dat Alfa zich minder op het grote publiek gaat richten en een (nog) wat exclusiever ima ge nastreeft; wat lagere ver koopaantallen horen daar van zelf bij. PETER FOKKER Mazda-truck: diesel zonder voorgloeien Al meer dan twintig jaar bouwt Mazda een middelzware bedrijfswagen, de T-truck. Ruim één miljoen exemplaren zijn er sinds de introductie in 1964 van de band gelopen. Ze vonden hun weg vooral in Zuidoost-Azië en het Midden- Oosten. De import in ons land startte pas twee en eenhalf jaar geleden. Eind vorig jaar onderging de T-truck een aantal wijzigin gen. Het belangrijkste daarvan is dat de wagen een geheel nieuwe, grotere, dieselmotor kreeg met directe brandstofin spuiting, die bij lagere toeren meer presteert. De nieuw motor heeft een in houd van 3455 cm3 en is goed voor 88 pk bij 3000 toeren per minuut. Het koppel bedraagt 226 Nm bij 2000 toeren. Voor- gloeien is er niet bij, de machi ne start letterlijk in een han domdraai; zelfs na een nacht waarin het kwik tot onder de min 10 graden daalde. Met niet al teveel tegenwind haalt deze compleet uitgeruste Mazda een top van 112 km/u. en ook het brandstofverbruik mag er zijn. Rijdend met wis selende beladingen noteerden wij op het ruim 450 kilometer lange traject door midden-Ne derland en Brabant een ver bruik van 1:6,2. 'berkel en roden- kus Het leeftijdsver schil is groot, maar niet zo groot dat er kommer en Ikwel uit voort moet ko men. In tegendeel. Wibi Soerjadi, het pianotalentje _van vijftien steunt broer- ■tje Ardjoena van twaalf Hwaar hij kan, maar er zijn ™grenzen en af en toe moet __die grens scherp worden getrokken. „Nee", zegt Wibi beslist, „ik wil geen ^duo vormen met Arajoe- ^Sna. Want dan zou ik ^steeds op zijn niveau moe iten spelen en dat is me te laag." Ardjoena slikt de belediging van beperkte omvang en beiden zijn het hier over eens: Wibi pro beert zijn broertje voor te blijven en Ardjoena wil Wibi inhalen. En omdat beiden even doelbewust ten strijde zijn getrokken, blijft het verschil precies even groot. Wi Ncln Den Bosch wordt van 5 t/m tor 9 augustus het Reder Europe- 50an Junior Piano Festival ge- 2jhouden. Jonge pianisten, zo i30van 11 tot 15 jaar met opmer- 3jkelijk talent doen eraan mee. Jwd.Ze komen uit Nederland, maar ook uit Engeland. Polen, Bel gië, West-Duitsland, Finland en zelfs uit Hongkong en Ja pan. Een prijs valt niet te be halen, omdat de organisatoren er „geen race voor paarden" van willen maken. Wel krijgt iedere pianist een certificaat. Edith Stein Wibi mag van zijn leraar, Rob Brouwer in Rotterdam, niet meedoen. Hij won dit jaar al het Edith Steinconcours in Den Haag en mag als beloning met het Residentie Orkest op treden. De gebeurt 16 januari volgend jaar, wanneer hij een onbekend rondo voor piano en orkest van Van Beethoven komt spelen. Zijn talent staat op scherp en meedoen aan een festival, hoe vriendelijk ook, vindt zijn leraar, zou te veel drukte geven. Ardjoena doet wel mee; hij knapt bijkans uit z'n vel van energie, probeert vijf woorden tegelijk uit te stoten en is in voortdurende staat van oorlog met zijn krappe zitplaats op de bank die voor hem met zeep lijkt te zijn ingesmeerd. Bo vendien wil hij pianospelen en praten daarover komt hem no deloos voor. Wibi is een stuk groter. Achte loos wijst hij aan: „Kijk, dit speel ik: Mondscheinsonate van Van Beethoven, werk van Liszt en Chopin en m'n broer tje zit nog bij de Inventionen van Bach en Lieder ohne Worte van Mendelssohn. Dét is geen vergelijk, dat is duide lijk". Maar hij laat broertje Ardjoena ook niet in de kou staan. „O ja, ik weet wel waar om hij is gaan pianospelen. Dat was in de tijd waarin we nog ruzie maakten, over de vraag wie aan de piano mocht. Ik zei toen: ja, maar ik heb les. Dus mag ik eerst. Nou, toen wilde hij natuurlijk óók les". Aangewaaid Beide broertjes komt het pianospelen zowat aange waaid. Ze studeren wel: de oudste twee, de jongste één uur per dag, maar niet met on gewone felheid, al kan de vleugel daveren van de noot jes. En eigenlijk spelen ze nog maar heel kort. De 15-iarige Wibi begon op zijn elfde, de 12-jarige Ardjoena toen hij ne gen was. Wibi: „Het was heel grappig. Toen ik ruim een jaar les had en Ardjoena ruim een hélf jaar en we mee zouden doen aan een leerlingenuivoe ring, keken we heel hoog op tegen kinderen die al zeven, acht jaar les hadden. Die zou den wel even voordoen hoe het moest. Maar dat viel ach teraf zo tegen. We zeiden na tuurlijk niks, maar we dóch- ten... Nou..., dan kunnen wij het beter..." Sindsdien gingen de broertjes in rap tempo verder. Voor zo ver hun belangstelling uitging naar pop. verdween die snel Wibi en Ardjoena Soerjadi. en volledig. Wibi: „Ach, er zit ten wel leuke dingen bij, maar niet zo veel; klassieke muziek heeft zo veel meer te bieden". Hoeveel meer toont hij met welwillend gemak, als hij ach ter de vleugel aanschuift en aan het spelen slaat. „Zo speel ik als ik boos ben. En zó als ik me rot voel". Het resultaat spreekt voorzich- zelf, de muziek (Liszt) klinkt opstandig en zéér boos, later overgaand in meelijwekkend. Maar aan de jonge pianist zelf is niets te zien, behalve dat hij kaarsrecht gezeten de vingers het werk laat doen. „Nou, maar dat was vroeger wel an ders. Toen gooide ik me op de piano en stopte ik zoveel ener gie in m'n armen, dat er uit eindelijk voor de piano bijna niets meer overbleef". Snel Ze leren snel, de rakkers, die even goedlachs zijn als muzi kaal en over een intelligentie beschikken die uit hun ogen straalt. Het geheugen van de twee, zeker dat van Wibi, hoe wel Ardjoena zich nog moet ontwikkelen, is fabelachtig. Beiden weten van trucjes met pianokruk, om voor een uit voering de broodnodige secon den te winnen tussen opko men en spelen. Wibi: „Ja hoor, daar doe ik natuurlijk aan mee; aan m'n stoel draaien, terwijl ik wéét dat ik het pu bliek ermee zit te beduvelen" Ardjoena voorzichtig: „Dat doe ik ook. Ik ga schuiven. Naar voren, terug, net zolang, tot de stoel precies staat op de plek waar hij al stond". Ze gniffelen, de twee, Ardjoe na valt opnieuw van de bank, rolt een paar meter uit en blijft terplaatse voor dood lig gen. Wibi: „Ja, en met dirigen ten moet je ook oppassen. Je hoort samen te werken. Maar ik heb een pianist meege maakt die uit wraak het laat ste deel van een concert van Mozart waanzinnig snel ging spelen; niet zo'n beetje snel, nee, óngélooflijk. Het orkest kon hem niet bijhouden". Wibi weet uit zijn geheugen welk concert het was en hij speelt het ook meteen: in de goede toonsoort, alles helemaal goed. En met zo'n donderse snelheid, die ongewild zijn techniek verraadt. Helemaal onopgemerkt zijn de twee dan ook niet gebleven; beiden traden op voor radio en televisie (Für Elise) en beiden gaven ook in het openbaar een recital. De uitvoering met het Residentie Orkest zal voor Wibi de eerste kennismaking zijn met het grote podium, ook al moet hij nog naar het con servatorium. Want dat wil hij, als derde jaars leerling van het St. Laurenscollege in Rotter dam. Ardjoena zit in de brug klas. gaan", weten beiden heel reso luut. En ook de 12-jarige Ard joena heeft het besluit al geno men: „Ik wil pianist worden. En een goeie". Maar hoe de toekomst er precies uit zal zien, is niet bekend. De twee hebben voorzichtige, muzikale ouders, die geen circuskinde ren willen die kunstjes kun nen vertonen, 's Kijken hoe een en ander zich ontwikkelt en wat de pianoleraar zegt. Toch ligt in de toekomst het Koningin Elizabeth-concours te wachten. Ardjoena weet nog van niks, Wibi geeft toe, wel eens na te denken over dat onderwerp. Maar met lichte schrik in de ogen: „Dat Elizabeth-concours, dat is moeilijk. Dat is heel, héél erg moeilijk. En iets daar van heb ik al meegemaakt, bij het Edith-Steinconcours, waar al zo'n wedstrijd-element heerst. Kinderen, die de vori ge dag nog met elkaar buiten speelden, kijken dan woedend naar elkaar, ik ben beter dan jij en verbeeld je maar niks. Okee, sommige kinderen ko men met een voetbal op het podium en gaan voetballend weer weg. Maar niet allemaal. Ze zeggen wel eens, dat kinde ren zo ongeremd zijn en geen zenuwen hebben. Nu, vergeet dat maar. Als we moeten spe len, op zo'n concours, dan tril len we als de ziekte". FRITS BROMBERG DEN HAAG Wie tenminste veertien jaar is en niet ouder dan 25 kan van het rijk vijftig gulden inlegpremie krijgen als hij bij de kunstuitleen spaart voor de aankoop van een werk van een in ons land wonende beeldende kunstenaar. De regeling heeft terugwerkende kracht tot 1 juli van dit jaar en geldt tot eind 1987. Voor dit jaar is 150.000 gulden voor beschikbaar en voor de twee volgende jaren naar verwachting tenminste het dubbele. Minister Brinkman van WVC schrijft dit in de toelichting op de algemene maatregel van bestuur waarin de uitkering van de premie wordt geregeld. Met de inlegpremie wil men bevorderen dat jongeren kunst kopen. Van het betrekkelijk kleine bedrag van het rijk verwacht de bewindsman een relatief groot positief effect op de vraag naar kunstwerken. Drie jaar is nodig om spaarders in de gelegenheid te stellen het tegoed op te bouwen waarmee kunst kan worden aangekocht. Na drie jaar wordt be keken of de regeling aan de verwachtingen heeft beantwoord. „Je krijgt geen Oscar om Bond te spelen, je krijgt er geld voor" AMSTERDAM Op precies het geplande tijdstip, zoals het een echte Brit betaamd, stapte Roger Moore gisteravond uit een li mousine voor het Amsterdamse Tuschinski-theater. Daar woon de hij de gala-première bij van zijn nieuwste Bond-film frA View to a Kill". Een film die hij, zoals Moore zelf zei, bijzonder mag al krijgt hij voor zijn aandeel nooit een Oscar. „Je krijgt geen Os car om Bond te spelen, je krijgt er geld voor", zei hij met een kwinkslag. Nog een rake typering uit zijn mond: „Teksten? De enige teksten staan op mijn gezicht". Roger Moore kent zichzelf en lijkt in zijn vuistje te lachen om al die miljoenen mensen die zijn films gewoon nooit willen missen, al kan hij dan economisch gezien dat publiek weer niet missen. Geld is steeds opnieuw zijn belangrijkste drijfveer om „ja" te zeggen tegen de zakelijke avances van producent Albert Brocco- Handtekening van Roger Moore voor de staatssecretaris, drs. J.P. van der Reijden van WVC. Peter Nieuwendijk president cartoonnisten AMSTELVEEN De Nederlander Peter Nieuwendijk is tijdens de 24e Wereldkartoenale in het Belgische Knokke-Heist geko zen tot president van de FECO (Federation of the European Cartoonists Organisations). Nieuwendijk is voorzitter van de Ne- derlandse Cartoonistenvereniging „De Tulp" en tevens organisa tor van het Nederlands Cartoonfestival. Deze internationale car toonwedstrijd wordt van 30 november tot 15 januari 1986 voor de derde keer in Amstelveen gehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 16