Ontelbare trekvogels halen hun ideaal of worden in de paté verwerkt Omwegen Pastoors volgen elkaar snel op Volkstuinders willen meer ruimte Wrak RENTE 53A% nutsspaarbank s 12 LEIDEN OMGEVING CcidacCowiant DINSDAG 2 JULI 1985 PAGINA 13 De jeugd van Alkemade kwam er niet best af, giste ren voor het kantongerecht. Twee inwoners van die ge meente stonden terecht om dat ze een autowrak op de openbare weg hadden laten staan. In beide gevallen werd een beschuldigende vinger in de richting van de lokale jeugd gericht. De au to's waren redelijk in orde, maar in korte tijd hadden jongeren er een wrak van gemaakt, zo werd kanton rechter Spijker verteld. De eerste verdachte was een wat krap in zijn colbert zittende jongeman. Zijn voertuigwrak (zo noemt de politie dat) stond al enkele maanden te roesten op de Veenderweg voordat de po litie in actie kwam. „Die wagen stond daar met een lekke koppakking. We zou den hem maken, maar mijn auto werd door kinderen vernield. Ik heb die kinde ren schriftelijk aansprake lijk gesteld en toen heb ik erg lang op de expert van de verzekeringen moeten wachten. In de tussentijd ben ik bekeurd", verklaar de de gedaagde omstandig. Spijker zette de zaak even op een rijtje. Op 12 januari 1984 zag de agent de auto staan; de banden waren lek en de portierruiten ver nield. De eigenaar werd op 23 januari gewaarschuwd dat hij zijn auto moest ver wijderen, maar op 20 febru ari stond het wrak er nog. De politieman had zelfs krijtstreepjes op de banden gezet om te zien of de auto nog wel werd gebruikt. „Misschien kunt u die kin deren ook aansprakelijk stellen voor het feit dat u hier terecht staat", merkte de rechter op. Officier van justitie, mevrouw Jansen I eiste 60 gulden boete. „Oké", zei de man kort en beende onmiddellijk weg. De vraagprijs was hem ken nelijk niet tegengevallen. Spijker kon hem nog net de geëiste straf opleggen. Het tweede wrak stond in januari van het vorig jaar op de Oud Adeselaan. „Op het parkeerterrein bij de sportvelden", verduidelijkte een forse vrouw met lang, zwart haar. „Vroeger werd dat oogluikend toegestaan". Zij was niét de eigenaar van de auto. Die had haar ge machtigd namens hem op te treden. „Het was een keurig voertuig", zei de vrouw. „Na een week had de jeugd hem gesloopt". Ze gaf Spij ker een bonnetje en zei dat er al een bekeuring van 80 gulden was betaald. Officier Jansen legde uit dat er twee bekeuringen waren uitge deeld. „In feite moet u voor elke dag dat die wagen daar staat betalen. U bent nog voordelig uit, want eigenlijk zou u per uur moeten beta len. Het is net als een par- keerovertreding", verduide lijkte de officier. „Nou, lek ker is dat", was de spontane reactie van de vrouw. Ook in dit geval werd een boete van 60 gulden gevraagd. Spijker zei dat hij rekening wilde houden met het feit dat er al een bekeuring was betaald. „Maar als u in ho ger beroep wilt..." Toen het antwoord „daar wil ik even over nadenken" luidde, werd de boete op 51 gulden bepaald. Bokje Het bokje in de groenstrook bij het vrachtwagenpar keerterrein in Katwijk was vel over been, vertoonde uitdrogingsverschijnselen en kon niet staan. De die renbescherming haalde het weg en zag kans het dier er weer bovenop te helpen. „Het was wel op het nipper tje", zei Spijker gisteren te gen de eigenaar, een mage re Katwijkse jongeman met blond haar. De jongen zei dat het bokje inderdaad di arree had. „Hij had zure ap peltjes gegeten", verklaarde hij. Hij had het beestje droogvoer gegeven, maar veel controle op het gene zingsproces had hij niet kunnen uitoefenen. Hij zat namelijk in dienst. Van maandagochtend tot vrij dagavond zag hij de bol niet. „Maar mijn broer keek er wel eens naar", zei de jongen. Nadat het dier was genezen, kreeg de eigenaar net terug. Niet lang daarna werd hèt verkocht. „Omdat hij de dierenarts-kosten niet had hoeven te betalen, vroeg Jansen een boete van 100 gulden. Spijker ging daarmee akkoord. KEES VAN HERPEN ZE HEBBEN PAS WEER DE TREK A CHTER DE RUG Op mijn omwegen door stad en land I kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 tkBI - 12 22 44 op toestel 10. dotir Ton Piclcrs Je kunt als vogelkenner een heleboel te verstouwen krij gen. Als je eenmaal, in een bezielde hobby, gekozen hebt voor de liefde tot alles wat op vlerken vliegt, dat aan en af komt zetten en ook nog in de rui gaat, dan kun je een le ven leiden dat „natuurlijk" rijk te noemen is. In dit ge deelte van het jaar heb je al weer een enerverende tijd achter de rug, want je hebt dan de vogels op hun voor jaarstrek geobserveerd. An ders dan de mens, is de trek vogel niet naar mediterrane streken maar juist vanuit het zuiden naar het noorden ge vlogen. Anders dan de mens ook is de vogel niet op een lekker warm zonnetje uit. Dat interesseert de trekker niet in het minst. De mens ergert zich bij het stijgen der temperatuur wild aan het ge zoem van muggen en ander stekend „wild", maar bepaal de vogels zijn juist verkik kerd op insekten omdat ze er niet van buiten kunnen: in sekten zijn hun „brood op de plank", een kwestie van le ven en dood. Daarom trek ken honderdduizenden vo gels op het kompas van hun instinct achter de miljarden, ja myriaden (dan zijn ze hele maal niet meer te tellen) in sekten aan die op onze breed tegraad in het zachtere weer kunnen gedijen. Het is zomer geworden en de hapgrage vo gel heeft tot omtrent septem ber weer het een en ander voor de bek. Daarna trekt hij weer op het zuiden aan, daar zijn weer andere insekten, en de mens keert terug naar zijn haardsteden in het noorden. In Hollands kuststreek heb ben talloze vogelliefhebbers als ze met gevederde ken nis beladen zijn heten ze or nithologen hun plezier weer op gekund. Laten we maar eens luisteren naar me neer E.D. Loorij. Die is secre taris van de Vereniging voor Vogelbescherming 's-Gra- venhage en omstreken. Al zestig jaar lang observeert de vereniging nauwgezet de overtrekkende vogels. Haar leden zijn enthousiast en in het voorseizoen, als de dagen gaan* lengen, de nachtvorstjes minder worden en één zwa luw nog geen zomer maakt, klimmen deze begeesterden (en hun niet georganiseerde geestverwanten net zo goed) op blanke duintoppen. Weer of geen weer dus meestal geen weer maar de pris makijkers staan op scherp en priemen dan in de richting van een vogelformatie die in sekten, in een nog ver ver schiet, op haar radar heeft gekregen. Dan staan de vo gelvrienden te hippen op de tenen en prijzen de dag al Zwaluwen vliegen 's winters zelf helemaal naar Zuid-Afrika. vóór zonsopgang, onderwij! de vogels naar hun soort thuisbrengend. Prins in 'f duinslag Vogel-secretaris Loorij kan er over meepraten. Dat doet hij dan ook vandaag. Zonder te zeggen dat hij honderduit kwettert, mogen we gerust aannemen dat hij weet waar hij het over heeft. Een maand geleden zat Loorij nog te observeren, als een prins in het duinslag, met zand in de schoenen. Boven zijn hoofd trokken de strategische eskaders voorbij naar hun gebieden waar ze operatio neel zouden worden. En maar observeren... „Als ze hoog zitten, wil dat weieens lastig zijn. Maar meestal zijn er genoeg kenmerken die de vogels herkenbaar maken. De overvliegers worden glo baal geteld en de waarne mers houden in de gaten op welke momenten de vogels langskomen. Soms worden ze gevangen, voor hun, althans ons, eigen bestwil. Ze kun nen dan worden geringd, zo dat we kunnen nagaan waar de vogels vandaan komen.i Het percentage geringde vo gels is echter erg klein; het is een toevalstreffer als je er een tegenkomt", aldus Loorij, die moet opboksen tegen Noordafrikanen die de vogel- ringen niet zelden als sieraad gebruiken. Secretaris Loorij doceert: „Een vogel heeft een hogere lichaamstemperatuur dan, bijvoorbeeld, de mens. Ver bruikt dus een grotere hoe veelheid energie en heeft be trekkelijk meer voedsel no dig. Meestal zoeken de vogels dat overdag, maar dan moet je wel lange dagen kunnen maken. Daarom vertrekken de meeste vogels in het na jaar alweer naar warmere streken: met een half lege maag slapen kunnen ze zich niet veroorloven, want dan halen ze de volgende dag niet. De meeste gaan naar Afrika. Hoever ze komen hangt van het soort af. Zwa luwen zijn wat dit betreft kampioenen; die passeren op hun jaarlijkse terugtöcht de evenaar, de equator, en vlie gen en passant even door tot Zuid-Afrika, waar overigens de insekten even lekker sma ken als in West-Europa. Maar andere blijven boven de Sahel steken, of komen niet verder dan Zuid-Euro pa". En daar, in Zuid-Europa, is het niet best voor onze trek vogels. Daar sneuvelen ze bij het leven. Rond de Midde- landse Zee is men er dol op en plukt men onze gevederde vrienden, op allerlei slinkse manieren, bij miljoenen uit de lucht. Het is zoals de heer Loorij heeft horen verluiden: „In die landen schijnt merel- of lijsterpaté een delicatesse te zijn. Daar worden ook, vooral grote, vogels opgezet. Beschermd of niet. Men schijnt de vogels niet met rust te kunnen laten. Er is geen eensgezind front tegen de vogelmoord. En dan is er nog een groot gedeelte van de overvliegende vogels dat onderweg de soms barre weersomstandigheden onder weg niet overleeft. Zo blijft hun aantal elk jaar ongeveer hetzelfde", weet de heer Loorij. Middernacht- zendeling Met al die ontboezemingen in ons achterhoofd blijft deze vraag rechtop: „Wat voor vo gels kunnen wij in onze geïmporteerde paté verwach ten?" Het antwoord daarop kan onze heer Loorij ook niet geven. Naar Zuideuropese maatstaven gerekend zal hij een middernachtzendeling blijven. Maar hij heeft alle vanuit het zuiden doorko mende vliegers beschouwd: de kieviten, de andere weide vogels en de kleine zangers als de tjif-tjaf Toon Her mans zou daar meer over kunnen vertellen, als hij z'n vogels moest laten spreken. Daar zijn ook de fitis en de paar families zwaluw bij die geen ogenblik rust kennen, omdat ze nooit „ergens gaan zitten". Honderdzeventig soorten trekvogels passeer den onze kustlijn. Ga daar maar eens aanstaan. Het wa ren, een tijdje terug, horden waarmee onze verkeerslucht- leiders op de internationale luchthaven Schiphol, ook te maken kregen: „near cras hes, because of birds". De Rijksluchtvaartdienst heeft iemand in dienst die de trek der vogels probeert na te gaan, bijgestaan door en kele tienduizenden, die hun invloed hebben op het over heidsbeleid. Via de „atlas van Nederlandse broedvogels". In Flevoland heeft men daar al lering uit getrokken. Liefde voor natuur is een passie. Af gezien van de paté..., in som mige afzetgebieden. ROELOFARENDSVEEN Bij de Vereniging van Volkstuinders in Alkema de bestaat geen enkele be hoefte om het huidige volkstuincomplex te ver laten. Dit laat de vereni ging weten in een brief aan de Alkemadese ge meenteraad. Als de volk stuinders eventueel wor den gedwongen te verhui zen, dan moet het nieuwe complex een oppervlakte hebben van minimaal twee hektaren. Het huidi ge complex, dat ligt achter het industrieterrein en het zogenaamde „derde" veld van voetbalvereniging DOSR, meet slechts 1,7 hektare. Zoals bekend overweegt het gemeentebestuur om het in dustrieterrein uit te breiden ten koste van het „derde" DOSR-veld en het daarachter liggende volkstuincomplex. Zowel het derde veld als de volkstuinen zouden dan wor den verplaatst naar het „land van Bontje". Dit land ligt inge klemd tussen de Geestweg, Rijksweg A4 en het Westeinde in Roelofarendsveen en is ooit door de gemeente aangekocht om er een nieuw voetbalcom plex op aan te leggen. Deze plannen zijn inmiddels achter haald door een raadsbesluit tot renovatie van het bestaande sportcomplex gelegen aan de Alkemadelaan. Wachtlijst Op het thans door de Vereni ging van Volkstuinders in Al kemade gehuurde complex be oefenen momenteel 61 volk stuinders afkomstig van Roe lofarendsveen, Oude en Nieu we Wetering hun hobby. We gens het ontbreken van uit breidingsmogelijkheden ter plaatse heeft het bestuur tot nu toe niet actief aan- leden werving gedaan. Er werd een kleine wachtlijst aangehouden van twee a drie personen per seizoen om de normale jaar lijkse wisselingen te kunnen opvangen. Bij een mogelijk gedwongen verplaatsing van het volk stuincomplex naar het land van Bontje zullen slechts 53 van de 61 volkstuinders willen meeverhuizen, aldus het volk- stuindersbestuur. De overige acht zullen hun tuintje opge ven. Hierdoor zou 1560 vier kante meter tuinoppervlakte vrijkomen. Van de leden die wel bereid zijn mee te verhui zen willen er vijftien een gro tere kavel hebben, dan zij thans bewerken. De vrijko mende 1560 vierkante meter zal dus geheel worden benut door herverdeling onder deze gegadigden. De Vereniging van Volkstuinders wil nu, bij een mogelijke verhuizing, cir ca 0,3 hektare extra grond hebben, voor elf pas onlangs aangemelde kandidaten. In to taal vraagt de vereniging dus om minimaal twee hektaren te verdelen in volkstuintjes van tien, vijftien, twintig en vijfen twintig roe, voor in totaal on geveer 64 tuinliefhebbers. Vinkeveld blijft intact NOORDWIJK „We hebben gewonnen". Die heugelijke mededeling deed burgemees ter mr. J.M. Bonnike van Noordwijk gisteravond. Zijn mededeling sloeg op het be stemmingsplan Vinkeveld dat intact is gebleven. Een kroon- beroep tegen het plan is afge wezen. Dat betekent dat de ge meente geen „schil" van het plan hoeft af te halen waar door verdere woningbouw en het aanleggen van wegen en dergelijke onbetaalbaar zou worden. Het ministerie had in een advies over het plan, in aansluiting op de bezwaar schriften, gesteld dat de meest zuid-westelijke schil van het plan afgehaald zou moeten worden. Daardoor zouden er geen 1400 maar slechts 1000 woningen kunnen worden ge bouwd. (ADVERTENTIE) - Saldo dagelijks opvraagbaar - Tot f 3000,- per maand vrij opneembaar. - Zelfs contant aan de balie. - Daarboven 1% retourrente. DE DICHT BIJ HUIS BANK De heer A.J. Vos uit Hazers- dorp, Zoeterwoude-Rijndijk en heer Vos maakte voor het pa- aanvulling en uitbreiding woude stelde voor deze krant een stuk Alphen. Dit gebied rochieblad al eerder de serie daarop. Dit deel gaat over de een serie samen die handelt werd vroeger de Rijnstreek ge- „Het verre en nabije verleden vele pastoors in de beginjaren over de kerkgeschiedenis van noemd. In tien delen beschrijft van onze parochie". De verha- van de Statie Koudekerk Hazerswoude-Rijndijk, Groe- hij het wel en wee van de pa- len die hierin staan, zijn een nendijk, Koudekerk, Leider- rochies in deze plaatsen. De In 1640 vestigde de eerste pastoor zich in het her vormde Koudekerk. Ja cobus Schendel. Daarna volgden de pastores el kaar snel op. Meer dan een jaar of vijf bleef men niet aan de Rijn. Otto Lichtenberg, Cornelis Veldhoen, Cornelis Duc- kins, Jacobus Verhaer, het zijn allemaal namen van pastoors die enige tijd in Koudekerk verbleven. De laatste zal wel een diepe indruk achtergela ten hebben, want in de archieven staat vermeld dat hij nogal eens tekeer kon gaan op de kansel. „Hij was zeer hevig in het Preeken en scherp in het Berispen, zonder aanziens des persoons". Zijn opvolger Nicolaas van Erckel bleef de recordtijd van veertien jaar. Van Erckel kwam uit Oud Ade. Met uit zondering van Jacobus Schen del, die zich als pastoor te Koudekerk vestigde, Is weinig bekend van de standplaats of woonplaats van de eerste tien pastoors. Bij de volgende tien pastoors van de „statie of ge- meente Koudekerk" wordt dat anders. Het waren veelal rondtrekkende priesters/mis sionarissen/pastoors. Er wa ren voor hen nog geen pasto rieën. Bovendien zijn geen van deze pastoors in Leider dorp, Koudekerk, Groenen dijk of Rijndijk gestorven, maar werden zij allemaal overgeplaatst naar elders. Ernestus Schadé, van 1671 tot 1678 geestelijke aan de Rijn dijk, staat in de archieven vermeld als bouwpastoor van de Capel in de Groenendijk. Zowel uit het feit, dat hij te Groenendijk overleed, als uit enige brieven aan hem ge richt als 'pastoor te Groenen dijk', mag men opmaken, dat pastoor Schadé, niet, zoals de anderen in Koudekerk, maar in Groenendijk woonde. „Zijn" kapel stond ten zuid westen van de huidige kerk en bestond uit drie afdelin gen, die gescheiden waren door twee rijen houten pila ren. Pas in 1818 onder de laat ste pastoor van de statie Kou dekerk, pastoor Roelevink, werd op die kapel een toren tje geplaatst, waarop een zeil schip als windwijzer dienst deed. Deze windwijzer waaraan de kapel en de hui dige kerk zijn naam Scheep- jeskerk te danken heeft, moest de schippers aan de Rijndijk te kennen geven, dat zij een bedehuis naderden. Patroon van de Capel was Sint Nicolaas, tevens patroon der schippers. Na zijn dood trad gedurende drie maanden zijn broer An- toon Schadé op als waarne mend pastoor, totdat hij bij de benoeming van pastoor De Bruyn door de Apostolische Vicaris Van Neercassel onder dankbetuiging werd ontsla gen. Van Neercassel schreef aan de gemeente van Groe nendijk: „Dat men tot nu toe heeft gewacht met Ulieden een pastoor toe te voegen, zulks is geensints uijt zorge- loosheide maar in tegendeel uijt een sonderlinge genegent- heid tot welstand uwer zielen geschiedt. Het heeft ons dan eyndelijk goet gedacht in de plaats van den seer eerwaar dige heer Ernestus Schadé sa- liger gedachtenisse te stellen den seer eerwaardigen heer De Bruyn". Pastoor De Bruyn werkte meer dan een kwart eeuw aan de Groenendijk, Koudekerk en verder in de gehele Rijn streek. Daarna volgde een lijst geestelijken van wie niet veel bekend is. In de tijd van Franciscus Fase (1783-1814) scheidde in 1797 het dorp Hazerswoude zich van de Statie af. Over het overblijvende deel der statie, Koudekerk, Rijndijk, Groe nendijk en Leiderdorp zegt de aartspriester in zijn Missiever- slag van 1807: „Aan den Rhijndijk, schuyns over Kou dekerk, welk dorp, evenals het nabijgelegen Leyderdorp tot dees gemeente behoort, staat eene tamelijk groote kerk, met eraan belendende priesterwoning. Nog staat er voor deze uytgestrekte ge meente eene tweede of bij kerk aan den Groenendijk. Dit is een bouwvallig ge sticht". Johannes Kok (1814-1817) was de volgende, opgevolgd door Joannes Roelevink (1817-1839) die de laatste her der was van de uitgestrekte statie Koudekerk. Onder zijn leiding werd het rooms-ka- tholieke kerkhof aangelegd. De begraafplaats werd 1823 ingewijd door de zeereerwaar- de Aartspriester Banning. In die jaren was de parochie kerk in de Oostbuurt behoor lijk afgetakeld. Op een gege ven moment dreigde het ge bouw zelfs in te storten. Het bouwvallige gedeelte werd in 1820 afgebroken en op dezelf de plaats bouwde men een voorgevel en toren, voorzien van een klok. Het staat nog steeds niet vast wanneer buurtschap 't Zwaantje aan de Rijndijk haar eerste kerkgebouw kreeg. In de archieven staat wel het iaartal 1603 vermeld. Dat vond men op een boerde rij die bekend stond als schuilkerk- In 1713 stond er in de Oostbuurt een echt kerkgebouw, want Pastoor Franciscus de Rotte verplaat ste in dat jaar het altaar van de noord- naar de zuid-zijde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 13