TONY
WILLÉ
combineert
solo-loopbaan
met Pussycat
Finale
Zee
vissers
voor een
keertje
MAASTRICHT „Ik ben
toch wel iemand die van dag
tot dag leeft, al heb ik een
toekomstdroom. Maar ik heb
in de afgelopen tien jaar ook
geleerd om niet alles te letter
lijk te nemen wat wordt voor
speld. Daar zijn ze in Neder
land toch altijd al zo mee be
zig", zegt Pussycat-zangeres
Tony Willé, van wie vorige
maand de eerste solo-langspe-
ler „Privilege" verscheen.
„Die solo-carrière is wel be
langrijk voor mij, maar ik
hoop niet dat het een obsessie
wordt. Stel je voor dat ik over
vijf jaar nog geen succes heb,
dan vind ik het een beetje be
lachelijk worden die ingesla
gen weg te vervolgen, want
dan is er blijkbaar geen be
hoefte aan mijn produkten".
,.Het is allemaal zo betrekkelijk
Zo luister ik graag naar enkele ar
tiesten die helemaal geen succes
hebben. Ook bij hen zal wel eens
de vraag spelen: moet ik doorgaan
omdat ik het zelf wil of moet ik
zeggen: het publiek ziet mij niet zit
ten, dus hou ik er mee op. Kijk,
muziek maken zal ik altijd blijven
doen, daar ben ik van overtuigd. Al
is het maar met de amateur-coun-
trygroep, waar mijn zusjes en ik nu
ook deel van uitmaken. Ik weet het
nietIk vind platen maken het
leukste wat er is, dus ik zou het
jammer vinden als ik dat niet meer
zou kunnen doen. Maar om con
stant te blijven proberen als het
toch niet lukt. Ik weet niet of ik
dat kan opbrengen".
Dat Tony Willé ooit een solo-elpee
zou maken stond al heel lang vast.
De Limburgse zangeres kreeg gere
geld aanbiedingen voor een solo-el-
pee, sinds ze in 1975 met haar zus
jes Betty en Marianne het nummer
„Mississippi" naar de hoogste hitpa
rade-plaats zong in zo'n beetje alle
landen van de wereld, inclusief
Amerika. Tony: „Ik heb altijd ge
dacht dat ik pas zo'n plaat zou ma
ken als de groep uit elkaar zou zijn,
maar ik moet wel zeggen dat ik op
een gegeven moment toch sterker
dan ooit de behoefte had een solo
uitstapje te maken".
De rest van de groep reageerde
volgens Tony positief. „Luister, het
zijn mensen, dus ze zullen in hun
hart best wel vragen hebben gehad.
Die zou ik ook hebben als het mij
overkwam, maar ze hebben het mij
altijd gegund. Ik bedoel als zij die
kans kregen, zou ik zeggen: je bent
gek als je hem niet pakt en zo heb
ben zij zich ook opgesteld. Ze heb
ben best met mij meegeleefd".
Hoewel de reacties op „Privilege"
gunstig uitvielen, vindt menigeen
dat de langspeler erg op die van
Pussycat lijkt. Tony: „Ik heb nu
eenmaal die stem. Die ga ik niet
verdraaien voor een of ander solo
project. Tenslotte is de inbreng van
de zanger voor een groot deel bepa
lend voor het geluid van de groep.
Neem de solo-elpee van Freddie
Mercury, daar hoor je toch ook
Queen. Bovendien heb ik nooit een
hekel gehad aan het repertoire dat
we met Pussycat brengen. Op „Pri
vilege" staan zelfs twee nummers
waaronder „Union Silver" die ik al
voor Pussycat had gesuggereerd,
dus het is niet zo vreemd, dat het
iets weg heeft van Pussycat. Ik
vind het ook geen belediging, al be
doelen ze dat misschien wel zo".
Tony zegt heel tevreden te zijn met
het resultaat. „Ik was in de geluk
kige positie dat ik niet alleen ja,
maar ook nee kon zeggen. Hierdoor
heb ik niet alleen zelf mijn produ
cers mogen kiezen, maar heb ik
ook de grootste vinger in de pap
gehad wat het materiaal betreft. In
„Dal mijn elpee
iets weg heeft van
Pussycat vind ik
geen belediging"
Hilversum hebben ze zich afge
vraagd waarom ik voor het groot
ste deel voor covers heb gekozen in
plaats van origineel materiaal. Mis
schien moet je het niet vergelijken,
maar neem de klassieke wereld:
dat zijn eigenlijk alleen maar co
vers. Bovendien, door die nummers
opnieuw op een elpee te zetten,
verdwijnen ze hopelijk niet in de
anonimiteit. Dat zou doodzonde
zijn. Het is natuurlijk heerlijk om
materiaal te zingen, dat speciaal
voor jou is geschreven, maar ik heb
ZATERDAG 29 JUNlI
een aantal criteria waaraan een
nummer moet voldoen. Zo is de
melodie heel belangrijk en moet de
tekst lopen. Ik zing graag „I love
you". Dat vind ik een heel belang
rijk deel van het leven maar
dat moet niet stotterend overko
men. Ik hou ook niet van te veel
herhalingen in de tekst en de mu
ziek. Daarom hebben we de schaar
gezet in een couplet en het refrein
van „Sail Away", een nummer dat
werd geschreven door Gordon
Smith, een buitenlander, die overi
gens al heel lang in Limburg
woont. Ik heb nog wel overwogen
zelf materiaal te schrijven, maar ik
moet eerlijkheidshalve zeggen dat
ik de nummers die ik in het verle
den heb gemaakt, niet goed vond.
Bovendien wilde ik niet terugval
len op Werner Theunissen (verant
woordelijk voor het Pussycat-mate-
riaal), want hij zit momenteel in
een minder creatieve periode. Wer
ner heeft in het verleden heel
mooie dingen geschreven, maar als
ik terugkijk zijn er ook composities
geweest die toch niet zo goed wa
ren. Toen „Mississippi" zo'n succes
werd, ging iedereen ervan uit dat
alles wat Werner schreef goed was.
Over het algemeen gesproken was
dat wel zo, maar er zijn ook compo
sities bij waarvoor we achteraf ge
zien beter een cover hadden kun
nen kiezen. Ik ben blij dat ik voor
„Privilege" niet hoefde terug te
grijpen naar het werk van één per
soon. Trouwens, wat het materiaal
betreft zat ik helemaal op dezelfde
lijn als mijn producer Gerrit-Jan
Leenders. We hebben dezelfde
smaak".
Hoewel „Privilege" een uitgebalan-
„Ik ben iemand die
fel tegen de
Nederlandse bokjes-
mentaliteit is"
ceerde elpee is, lagen de kaarten
aan het begin van het spel wel
even anders. Töny: „We hebben bij
mij thuis gezeten en ons afgevraagd
wat voor soort langspeler het ei
genlijk zou moeten worden. Er wa
ren namelijk geen echte ideeën,
ook niet bij platenmaatschappij
Ariola. Dus we hebben op een ge
geven moment uit de stapel die we
van muziekuitgeverijen toege
stuurd hadden gekregen nummers
gekozen die ons wel aardig leken.
Daarbij heb ik bepaalde stukken
niet genomen omdat ik bang was
van die composities een cover te
maken. Als ik een song zelf erg
goed vind, ben ik bang dat ik het
niet beter kan doen. En dat is toch
het uitgangspunt: of anders of net
zo goed en eventueel beter".
„Ik wilde geen pure country-plaat
maken, want ik ben iemand die fel
tegen de hokjesmentaliteit is en ik
heb altijd een beetje in dat hokje
gezeten. Country is goede muziek,
maar er zijn zoveel andere uitste
kende stromingen. Ik had al een
tijdje wat stukken klaar liggen die
ik zelf helemaal zag zitten, zoals
„Every beat of my heart" van
Chris Rea. Ik heb het altijd dood
zonde gevonden dat het geen hit is
geworden. „We had it all" is ook
zo'n nummer. De elpee was net een
puzzel; als er een stukje niet zou
hebben gepast, dan was hij nooit
wat geworden. Maar alles paste,
van de arrangementen en de twee
de stem van Def Leppard-zanger
Joe Elliot in „Every beat of my
heart" tot het saxofoonspel en het
gebruik van de twee Duitse muzi
kanten Dieter Petereit en Curt
Cress. Dat tweetal is vrij duur, ook
vanwege de kosten van het vliegen
en het hotel, maar ze zetten zich
wel constant voor honderd procent
in. Dat kan ik van sommige Neder
landse muzikanten niet zeggen. Om
de kosten te drukken heb ik nog
voorgesteld zelf boterhammen mee
te nemen naar de studio, maar dat
was volgens Ariola niet nodig".
Thuis puilt Tony's kast uit van de
banden waarop de verschillende
stadia van een solo-elpee-in-de-
maak zijn terug te horen. „Als we
twee dagen hadden opgenomen,
Het feit dat je
wordt beoordeeld
naar die ene bil is
best frustrerend"
nam ik een kopie van de studio
band mee. Het voordeel was dat ik
op die manier thuis kon repeteren,
waardoor ik in de studio beslagen
ten ijs kwam. Ik heb erg veel ple
zier gehad bij het maken van deze
plaat, al was het geen lolletje en
moest er keihard worden gewerkt.
Het is een leuke vrijetijdsbesteding,
maar wel een dure".
Thuis leende haar vierjarige zoon
Nicky een kritisch oor. Volgens
Tony is hij oud genoeg om zijn ei
gen keuze te bepalen. Tony:
van Tears For Fears vindt
te gekke plaat, die kan hij c
meezingen. Hij is ook een f;
King en van Kiss, maar bij di
ste groep heeft dat meer n
uiterlijk te maken. Wat zo h
is bij kinderen is dat ze geei
oordelen hebben. Ze staai
voor alles".
Gevolg was wel dat Nicky s
Smurfen boven de stem van
gen moeder prefereerde.
„Dat gaf geen problemen,
het makkelijk want ik heb
luidsboxen in de keuken,
dan het eten sta klaar te
kan hij rustig in de kamer t«
kijken
Nicky vond de solo-elpee vj
moeder in het begin wel raai
ken. „Hij miste Pussyeat,
daar is hij nu wel aan gewen
vraagt zelfs om bepaalde
mers".
Hoewel Tony liever een plaat
dan naar de radio te luisteren
bijvoorbeeld staat te strijken,
ze de hitparades wel. Ook
zelf niet in staat. Tony: „1
vooral naar de produkten,
zelf in geïnteresseerd ben.
weet ik wat Chris Rea doet
Kenny Loggins niet aansl;
natuurlijk bedroevend is.
Dean Friedman, die kent nit
en die man is hartstikke g<
chend) En dan te bedenken q
die disc-jockeys zo hun best!
het volk „op te voeden". AlsjT -
met iets moois komt, waant tij<
zelf denkt dat het kwaliteit 1 de
dan krijg je te horen dat ze 1
draaien omdat er een saxofi
aan het begin zit, waardoor
door het intro kunnen pratPP1
dat het te moeilijk is. Dat hj b'
we met Pussyeat al. Dan kwi h
we met een nummer dat
deed vonken en dan zeiden
dat is te moeilijk voor het pi
Maar als je dan een makkei
het gehoor liggend nummer
zoals „Union Silver" dan
plotseling de weg van de
weerstand. Het komt er
ido
er niets meer van
ken Nou ja, niets meer.
misschien een beetje ver,
laat mij niet meer beïnvlo»
Van het „Mississippi"-hitj
plukt Tony Willé nog ste
vruchten, maar ze wordt er je
toe ook goed moe van. Tonyi
mensen noemen mij nog gei
„Mississippi". Het is net als l de
Harum's „Whiter shade of pajn d;
dat is best wel frustrerend.
dat je beoordeeld wordt
ene hit, terwijl je nummei
gemaakt die net zo mooi zij
als je dat succes dan prol
overtreffen dan hoor je: ik
„Mississippi" toch mooier. Majren
daar ontkom je niet aan. Tei~"
zijn er over de hele wereld jeid.
singles niet gehaald".
Tony hoopt dat haar solo-cai tel
te combineren is met die vani en
sycat. Het is echter nog te vroetoel
in de toekomst te kijken. „Ama
elpee maar in het buitenland ^spr
uitgebracht, dan ben ik al dilteli
vreden. Nederland is te kleiiprc
van te leven. Het geld is op. Iders
graag succes hebben in Duittne
en natuurlijk in Amerika, (en
voorlopig is het nog afwachten g
HANS I zij
nde
Elk jaar opnieuw word ik, in
woner van een dorpje nabij
het strand, dat in de zomer
propvol vakantiegangers zit,
door diep mededogen bewo
gen als in juli/augustus al die
opgewekte zeevissers-voor-
een-keertje, met vaak fonkel
nieuwe spullen, naar het
strand lopen met een blik,
stralend van zelfvertrouwen:
„Wij zullen vandaag eens
even een knap maaltje vis
vangen". Vaak worden zij ver
gezeld door hun kinderen, en
bijna altijd is er dan eentje bij
die een fikse emmer torst,
want déér moet de buit in
En een ander koestert be
hoedzaam het emmertje zee-
pieren, tegen zeer duur geld
gekocht, want dat spul is van
daag de dag duurder dan de
beste kogelbiefstuk. Ach, wat
gaan ze vol hoge verwachtin
gen de duintrappen af, naar
de rand van de zee
En ach, hoe zeer worden, negen
van de tien of zelfs negenennegen
tig van de honderd keer, die goede
verwachtingen beschaamd. Want
laat ik het hoge woord er maar uit
brengen: over het algemeen zijn,
met name aan de Zeeuwse en Zuid
en Noordhollandse kust, de maan
den juli en augustus voor de tradi
tionele wijze van strandvissen zo
ongeveer de belabberdste die er
zijn. Aan de Waddenzee is het
stukken beter. Maar van Cadzand
tot Den Helder is het misère voor
wat de meest beoefende visserij, die
op platvis, betreft. Ach, 't lijkt zo
mooi: moeider en de jeugdige koters
lekker kroelend in het warme
zand, vader en de oudste kinderen
bezig met het vangen van een vor
stelijk maal schar, schol en aal
Vergeet het maar. De krabben vie
ren feest met het dure aas, keer op
keer komen de haken leeg uit het
water terug. Tja, het is niet anders:
dit is de beroerdste periode.
Is er dan echt niks te beleven voor
enthousiaste hengelaars?
Oh, zeker wel! Er zijn best kansen
om aan een leuk maaltje vis te ko
men. Maar er moet ónders worden
gevist dan op de gebruikelijke plat
vis. Dat wil zeggen: met andere
methoden op andere vissen.
Dit verhaal wil met name de men
sen die de kust niet zo goed kennen
wat tips geven. Ik heb daarbij spe
ciaal ook gedacht aan zoetwatervis-
sers-met-vakantie. Laat die vooral
hun wat zwaardere werphengels
(snoek- en snoekbaarsstokken)
meenemen. En molens met pak
weg 25/00.
In de eerste plaats: geep is nog tot
zeer ver in de zomer te vangen.
Vaak wordt gedacht dat 't half juni
gebeurd is met die elegante, prach-
Vaderdagkarpers" toch geld waard
Dubbel pech gehad dit
jaar op Vaderdag!
Moeder de vrouw
vond het niet leuk, dat
pa ging vissen en pa
keerde 's avonds huis
waarts zonder een
prijskarper! Schrale
troost, dat nergens een
door het hengelsport-
blad „Beet" uitgezette
karper, die bij vangst
die dag een kapitaal
geldbedrag zou ople
veren, zich liet ver
schalken.
De gemerkte karpers
zwemmen nog rustig
rond in het Tjeuke-
meer, de Vinkeveense
Plassen en de Bies-
bosch. Maar mocht u
er dit jaar toch nog
een aan de haak slaan,
dan hebt u prijs.
„Beet" geeft namelijk
voor een geel merkje
alsnog 250 gulden en
voor een rood merkje
100 gulden. Die merk
jes zijn direct onder de
rugvin aangebracht.
Een belletje of een
briefje naar de redac
tie van „Beet", Wil
lemstraat 23, 4811 AJ
Breda, tel. 076-142451
is voldoende. Abon
nees van „Beet" die
zo'n karper vangen
vangen overigens het
dubbele bedrag.
tige sportvis, maar neen: tot eind
augustus kan dat. Nodig zijn een
lichte, lange (zeker 3,40 m) werp
hengel, een molen met 25/00, een
§eepdobber (koop er een van merk
tabilo), een kleine, scherpe haak
(Mustad beak no. 9 is prima) die op
een onderlijn van anderhalve me
ter wordt gezet. Aas: een gekookte
garnaal, of een dun, fladderend
reepje spek. Na de vangst van de
eerste geep aast u verder met een
reepje gepevlees uit de staart. Beste
visplaatsen: daar waar het stroomt,
en met name daar waar obstakels
(de koppen van strandhoofden)
voor kolken zorgen.
In de tweede plaats: van strand en
dijken zijn tong en aal in de zomer
wel te bevissen, maar dan moet u
wel bereid zijn de avond en een
deel van de nachtrust op te offeren.
Zowel van het strand als van de
zeedijken af is er kans; van het
strand af van twee uur voor laag
tot twee uur na laag water, van de
dijken af van twee uur voor hoog
tot twee uur na hoog water. Nodig:
een sterke werphengel, liefst lang,
waarop een molen met 30/00, een
paternoster met twee scherpe ha
ken, niet te groot (Blue Aberdeen is
prima) en een loodje, afhankelijk
van de stroomsterkte 80 tot 125
gram zwaar. Gebruik géén anker-
lood voor deze visserij; een gewoon
horloge lood is prima. Aas: zeepier
of zager, overal in kustdorpen des
zomers te koop (maar waarachtig
niet te geef!). Wie twee hengels
heeft doet goed met de één niet te
ver te gooien, zeg 50 meter (des
avonds scharrelt vis, met name
tong, vaak onder de kant) en de
andere een ferme zwiep te geven.
In de derde plaats: zeebaars is een
typische zomervis. Goede stekken
liggen weliswaar niet voor het op
rapen, maar ze zijn er. Daar waar
felle stroom over steenstortingen
giert moet u wezen, hetzij net zo
vissend als op geep maar met een
nogal verzwaarde onderlijn (dus
een zwaardere dobber) zodat het
aas snel zakt, hetzij met kunstaas.
Het beste is een zilverkleurige
Toby-lepel, van 7 of van 15 gram.
Velen vissen op deze stekken trou
wens met zelfgemaakte lepels; geen
met een blik stralend van zelfvertrouwen
wonder, want zelfs wie in deze wij
ze van vissen pikeur is, verspeelt
nog wel lepels die gauw in de ste
nen blijven haken, en wie er niet
redelijk in bedreven is verspeelt ze
per dozijn. En die goeie lepels zijn
duur. Maar als u de allergoedkoop
ste pruldessertlepels neemt, de ste
len eraf haalt, in het lepelblad on
der en boven een gaatje boort, door
die gaatjes splitringen brengt en
dan een wartel aan de ene en een
dreghaak aan de andere zijde be
vestigt, bent u voor een paar cen
ten per lepel gesteld en dan geeft
verspelen van spul geen hartzeer.
Kijk maar eens waar de lui die aan
de kust wonen mee vissen; bijna al
len met die zelfgemaakte dingen.
(Als ze met lood vissen gebruiken
ze trouwens vaak oude bougies, dat
is ook veel goedkoper dan gekocht
lood).
In de vierde plaats: met name als
de zomer warm is komen zo eind
juli tot laat in augustus scholen
makreel wel tot zo dicht onder kust
dat ze van het strand af met een
werphengel te belagen zijn. Als u
flinke afstanden kunt werpen. Let
bij strandwandelingen vooral op
meeuwen en sterntjes; als die al
maar krijsend duiken, zit er jonge
haring (zeebliek) in het oppervlak
tewater en zo goed als altijd jaagt
de makreel erop. U kunt makreel
pakken met een geeptuig, geaasd
met pier, visje, wat u maar wilt.
Makreel bijt in ongeveer alles: op
de haringloggers vingen de vissers
ze vroeger voor der lui lol en roke-
rijtje met haken waaraan reepjes
van een ouwe roodbaaien vissers-
onderbroek. U kunt makreel ook
verleiden met lepel of spinner
zeker met een verenpaternostt
als die in alle hengelsportzakf
koop zijn. Neem er een metj
veren (of haal er van een ld
lijn een paar af) want als u i$j
school gooit is de kans dat all1
ren meteen worden gepakt L
niet denkbeeldig, en hebt u?
meer dan drie veren aan u4
dan moet uw materiaal van ff
hogen huize komen om f
krachtsexplosie te doorstaan,!
makreel is een stoere vechter^
Dat brengt me op de laatste ti
u kans op echt veel vis wilt m
ga dan mee de zee op met eenfi
gelaarsschip. Maar dat is eenT
haal apart; het komt een volrf'
A.C.W. VAN DER*