RIJWIELVIERDAAGSE
tolitie moet leren
aensvriendelijk te zijn
het grootste f ietsfeest ter wereld
ZATERDAG 29 JUNI1985
jrhouding tussen het
Jek en de politie is lang
altijd rooskleurig. Dat is al
rmalen in dikke en dunne
niet wetenschappelijke
orten vastgesteld. De
je, bekleed met veel
jit, is er zich lang niet altijd
oende van bewust dat haar
eden bij het publiek
rnis kan opwekken.
*ekeerd, het publiek blijkt
altijd begrip te kunnen
•engen voor de
«twijfeld moeilijke taak
de politie,
ondig geworden publiek
een menswaardige
manier te worden benaderd en
behandeld; de politie ziet zich
wel gedwongen harde
machtsmiddelen toe te passen
in haar strijd tegen de
groeiende (georganiseerde)
misdaad. Die twee
verschillende uitgangspunten
botsen zo nu en dan.
De politieleiding heeft intussen
begrepen dat de goede
verhouding publiek-politie
moet worden hersteld. Aan de
kaderschool in Zutphen is
mede daarom een cursus
ontworpen die mentoren
opleidt om aankomende
politiemensen in de praktijk te
begeleiden. De aspiranten van
de (eerste) politie-opleidingen
gaan in de grootste korpsen,
onder andere in Den Haag,
stage lopen en krijgen zo'n in
Zutphen opgeleide mentor
naast zich.
Nieuwlichterij, die nergens
voor dient? Verslaggever Bob
Birza sprak met twee
Zutphense docenten die voor
de eerste keer mentoren
hebben opgeleid. Het
uitgangspunt in de opleiding
was en is: benader als
politieman/vrouw de burger
op voet van gelijkwaardigheid.
INTOREN GAAN JONGE AGENTEN BEGELEIDEN
PHEN De vraag klinkt
;end: „Heb jij ook een rijbe-
K De aangesproken brave bur-
ianvtra*(r*jl
-yiR<
aai.
ven
HAisd;
bev
De aangesproken brave bur-
raakt prompt geïrriteerd en
„Goh, die jongen had mijn
kunnen zijn" en zegt: „Na-
ijk heb ik een rijbewijs, anders
Ik geen auto besturen". Zegt de
mian: „Zo, meneer hééft dus
jjbewijs, maar kan meneer
jed rijden?". De aangesproke-
Tordt nu echt boos. „Wat be-
u?". Antwoord: „Ach meneer,
naakt de politie wel uit. Hoe is
naam?". Er volgt een proces
aal. De politieman gaat tevre-
'erder met het opsporen van
laad en de burger ziet zich
toch al aanwezige vooroor-
ivestigd dat de politie schof-
kan optreden.
ging hier in de confrontatie
er-politie fout? Het antwoord
t van twee docenten aan de po-
jaderschool in Zutphen: „De
e vraag („Heb jij ook een rijbe-
is onjuist gesteld. Die be
de te zijn: „Mag ik uw rijbewijs
p. De politie moet niet meer zo
l gericht zijn op de ongelijk-
rdigheid van burgers en poli-
ensen. De burgers dienen juist
folwassen mogelijk te worden
iderd of, anders gezegd, er
t van gelijkwaardigheid wor-
•uitgegaan".
antwoord is afkomstig van
Voerman (49), coördinator en
j Stekkinger (44), stafdocent aan
jaderschool in Zutphen. Ze heb-
zojuist de eerste mentoren voor
begeleiding, van aankomende
itiemensen afgeleverd. „De
r toren zullen het zeker moeilijk
ten, want ze moeten in de eigen
politie-organistie de ogen van colle
ga's openen. Dat is ongetwijfeld een
moeizaam proces. De mentor is in
derdaad een soort zendeling of lie
ver pionier in eigen gelederen. Zijn
optreden zal nog wel niet zo gewel
dig worden gewaardeerd".
Zo'n mentor zal vast en zeker tegen
heilige huisjes oplopen, menen de
docenten. „Zijn uitgangspunt in de
begeleiding van aspiranten is dat er
normaal-menselijk met het publiek
wordt omgegaan en niet zonder
meer wordt opgetreden. Dat is een
volkomen andere benadering dan
tot nu toe wel werd toegepast".
„In de primaire politie-opleiding
wordt veel te vaak theoretisch on
derwijs gegeven. Opvallend is bij
voorbeeld, dat aspiranten in de les
sen altijd met de vervelende, ruzie
zoekende burger te maken krijgen,
alsof er geen beleefde, vriendelijke
burgers zouden bestaan. Van de
mentor wordt verwacht dat hij de
jonge agenten een spiegel voor
houdt, waarbij wordt gezegd wat in
de omgang met het publiek anders
had gekund. Er worden alternatie
ven aangedragen voor zowel de ju
ridische als de contactuele aanpak".
Ongelijkwaardig
„De politie is nog te sterk gericht
op een ongelijkwaardige verhou
ding tussen haar en de burgerij. Wij
proberen duidelijk te maken, dat
moet worden uitgegaan van gelijk
waardigheid. Of we een slappere
politie krijgen? Nee, allerminst We
krijgen met die nieuwe aanpak wel
een politieman die overtuigender
optreedt en die zich vooral in
dienst van de burgers weet. Kijk,
het schrijven van een bon is de ge-
niakkelijkste manier van doén.
Daar hoef je niet zo bij na te den
ken. Fout is fout, een verbaal is een
verbaal. Dat was altijd de (volgens
ons verkeerde) redenering".
Het schrijven van een bon moet
volgens de docenten geen doel op
zich zijn. En de extra bon voor de
vervelende vent of meid?
„Wanneer je je in de ogen van de
politie vervelend gedraagt, loop je
de kans extra op de bon te gaan
Daarbij wil de politie niet altijd in
zien dat juist haar optreden tot irri
tatie kan leiden of tot pure onder
danigheid. De (jonge) politiemen
sen leren nu van de mentoren hoe
ze een burger, die een fout maakt,
in zijn of haar waarde kunnen la
ten. Daar gaat het in de eerste
plaats om. Daarmee kan ook wor
den voorkomen dat er een opeen
stapeling van ergernissen over en
weer ontstaat. Kijk, als de bekeur
de burger tevreden is over de be
handeling door de politie, dan is
het pas goed. De politiemensen
moeten nadenkende mensen wor
den. Dat is véél moeilijker dan het
eenvoudig uitschrijven van een
bon", verklaren Voerman en Stek-
kinger om beurten.
Altijd bij 't rechte eind
De John Wayne-figuur (de film
held die het, desnoods schietend,
altijd bij het rechte eind had) gaat
binnen de politie verdwijnen? Uit
een Haags onderzoek is gebleken
dat hij wel bestaat.
Beide Zutphense docenten: „De
„Politiemensen moeten nadenkende mensen worden, dat is veel moeilijker
dan het eenvoudig uitschrijven van een bon".
veranderingen op dit gebied zullen
binnen het politie-apparaat heel
langzaam en moeizaam verlopen.
Er gaat misschien wel een gehele
politie-generatie overheen. De cen
trale vraag is, hoe de politiekorpsen
er op zullen reageren. Nieuwlichte
rij? Tja, dat is wel een grote zorg.
De vraag is ook hoe kwetsbaar een
mentor binnen een korps zal blij
ken te zijn".
Van nu af is het dus geen kwestie
meer van: hoe meer bonnen, des te
meer strepen?
„In sommige korpsen bestaat die
benadering al. Toch is er geen en
kele garantie dat het nu best gaat
in de verhouding politie-publiek.
Je kunt hoogstens hopen dat het
wat beter gaat", menen de docen
ten. „Hier op de kaderschool kun
nen we de ontwikkelingen vrij
goed blijven volgen, want de men-
De mentaliteit van
„Hoe meer bonnen,
des te meer stre
pen" leidde in het
verleden tot dit
soort curiose beel
den.
toren komen geregeld terug om
hun praktijkervaringen aan de the
orie te toetsen. Verder krijgen ze
alle gelegenheid actuele problemen
met collega's te bespreken. We me
nen dat het begeleiden van stagiai
res een beroep is geworden".
Maar wie begeleidt de begeleider?
Voerman en Stekkinger: „In de
praktijk staat de begeleider onder
toezicht van de opleidingsschool
waarvan de aspirant-agent afkom
stig is. Maar in zijn dagelijkse
werkzaamheden „valt" hij onder
de korpsleiding. Wie nu precies zijn
beleid uitmaakt, is vaak geheel on
duidelijk. Het is zo, dat de mentor
doet waarvoor hij is opgeleid, al
blijft hij verantwoording verschul
digd aan de korpsleiding. Die ver
houding zal vast spanningen met
zich brengen. Het kan voorkomen
dat er in het korps veel werk is te
verzetten en dat de mentor daar
voor ook wordt ingeschakeld. Je
loopt het risico dat als hij niet
wordt ingezet, de andere korpsle
den jaloers worden. De jaloezie ligt
altijd op de loer. Dat is een verve
lende bijkomstigheid, maar je zult
er als mentor duidelijk rekening
mee moeten houden".
Respect afdwingen
Maar een politieman is er toch voor
om zoveel mogelijk processen-ver
baal te produceren? Het politie
werk moet zoveel mogelijk in „pro-
duktie-cijfers" worden uitgedrukt,
want anders zegt bijvoorbeeld de
bestuurlijke overheid dat de politie
weer niks heeft gedaan? Een men
tor „produceert" toch niet?
Voerman en Stekkinger: „Met die
vraag wordt het kernpunt van het
mentoraat aangeroerd. We hebben
al gezegd dat het bekeuren niet
moet plaats hebben om het bekeu
ren. Vijf of vijftig processen-ver-
baal moet geen enkel verschil meer
maken. Dat zal de bestuurlijke
overheid ook moeten begrijpen".
„Die bestuurlijke overheid en trou
wens ook de burgerij zullen veel
meer dan voorheen moeten vragen
naar de geliefdheid van de plaatse
lijke politie. Het gaat om een
misverstand te voorkomen niet
om de vraag hoe populair de politie
wel is, maar om het kernpunt of de
politie in haar optreden respect
weet af te dwingen door de mensen
correct te woord te staan. Laten we
het simpel zeggen: het gaat er om
dat de politie de normale fatsoens
regels toepast en niet gaat sjoeme
len met puur menselijke belangen.
Er is maar heel weinig voor nodig
om ergernis op te wekken. Dat we
ten politiemensen als geen ander.
Vroeger werd dan uit de hoogte ge
daan, waarbij de betrokken burger
zonder meer het onderspit moest
delven. De politie was de baas en
bleef de baas. De door ons opgelei
de mentoren gaan de aspirant-
agenten zeggen dat er andere mo
gelijkheden zijn".
„Zij zullen niet op korte termijn re
sultaten kunnen aantonen. Dat is
een kwestie van lange adem. Het
doel zal uiteindelijk moeten zijn.
dat er een betere relatie tussen de
politie en de burgerij ontstaat. De
bekeurde burger, die zegt tevreden
te zijn over het optreden van de po
litie, is het ideaal waarnaar ge
streefd moet worden".
BOB BIRZA
Irentse Rijwielvierdaagse
It dit jaar van 9 tot en met
ili voor de twintigste keer
ieden. Begonnen in 1966 als
beerseltje van een paar
housiaste toerfietsers, is de
rdaagse uitgegroeid tot het
,s otste fietsfestijn ter wereld,
tde laatste jaren meer dan
100 deelnemers. Werd
vankelijk alleen gestart
we luit Assen, naarmate het
ikker werd het aantal
jebreid, eerst met
>geveen, later ook met
on men. Het maximumaantal
lnemers per toute (40,60,80
00 kilometer) is gesteld op
)0, vanwege de
keersveiligheid en om de
il ook nog gezellig te
men houden.
intig jaar Rijwielvierdaagse,
tennerskringen afgekort tot
D. Hoe een simpele
stocht een massale
nsterrit werd, en toch nog
tstikke gezellig bleef.
IEN De jaren zestig stonden
Nederland volop in het teken
de opkomst van de auto. Als
ïtie begon er echter tegelijker-
ook een beweging te ontstaan
tot doel had de mensen zelf
t actief te laten worden. De
11 -1 werd herontdekt, fietsclubs
opgericht, toerritten wer-
uitgezet, en het fietstoerisme
^H>n wat van de grond te komen.
^^K'de wieg van wat de Drentse
^^^ielvierdaagse zou worden
id publicist en fietsfanaat Wig-
t Vleer, destijds nog zelf in
"ïsland wonend, maar alras
tzwaaiend naar Drenthe, omdat
i na diverse tochten over de
polderwegen van Friesland
1 ^bleken dat dat geen ideale
Iiylprovincie was.
®jeptember 1965 werden de eer-
voorbereidingen getroffen, om
jaar daarop met een heuse vier-
gse voor plezierrijders van start
cunnen gaan. „Het doel dat ons
r ogen stond was: fietsen voor
itsw^aal- Echt plezierfietsen en
JL uitsluitend prestatierijden met
,«B|ieus op het stuur. Honderden te
ft genieten zoals wij zelf altijd
**"V>ten, iedereen naar keuze zijn
in afstand, echte gezelligheid",
us initiatiefnemer Vleer in zijn
lleumboek „Tien jaar Drentse
tfielvierdaagse".
iteraf grappig om te lezen zijn
prognoses die in 1965 werden
naakt over de te verwachten
lname. Wigholt Vleer was heel
imistisch: de eerste vierdaagse
door het voeren van veel recla-
meteen al 500 deelnemers kun-
opleveren, waarna een jaarlijk-
wvferoei van 250 verwacht mocht
jrifden. „Ergens hoopte ik dat het
«Ital van 2.000 ooit nog eens be-
54^*kt zou worden, maar verstande-
geredeneerd was dat onmoge-
Bij de stempelposten is het vaak
zo druk, dat er van fietsen geen
sprake kan zijn.
Hij zat er met beide verwachtingen
naast: de eerste vierdaagse, die van
1966, trok slechts 250 deelnemers.
Maar daarna ging de stijging veel
sneller dan 'iemand destijds ooit
had durven dromen, want zoals ge
zegd fietsen er ook dit jaar weer
meer dan 25.000 mensen mee.
Jaap Otten, directeur van de pro
vinciale VVV in Drenthe, tevens
secretaris van de stichting Drentse
Rijwielvierdaagse: „Je ziet dat het
deelnemertal bij vierdaagsen elders
in het land, die veel later zijn opge
zet, meestal blijft steken bij de
2.000. Er is in Drenthe blijkbaar
toch iets wat de anderen niet heb
ben. Ik heb het idee dat het juist
door die massaliteit van de vier
daagse in Drenthe ook zo massaal
blijft. Het gaat de mensen niet al
leen om het fietsen, het gaat ze
vooral om de gezelligheid. De R4D
wordt niet voor niets vaak om
schreven als het grootste feest ter
wereld, het gaat om het hele sfeer
tje eromheen. Waar anders maak je
tegenwoordig nog mee dat duizen
den mensen 's morgens staan te
wachten zonder dat er een onverto
gen woord valt? Nergens toch?".
Faam
Jaap Otten: „Er zijn, naast de acht
honderd vrijwilligers, een heleboel
mensen die ontzettend intensief bij
de vierdaagse betrokken zijn; ik
denk nog veel meer dan zij zelf in
de gaten hebben. De gevoelswaarde
ervan is vreselijk groot. Mensen
plannen hun hele vakantie rond de
vierdaagse en leven er helemaal
naar toe. Als we de zaterdag en de
zondag vóór het festijn over de
camping lopen, willen de mensen
die al een paar keer eerder zijn ge
weest je heel nadrukkelijk laten
zijn, zo van: „Ik ben d'r weer hoor,
je kunt van start met de hele han
del". En na afloop hebben we het
meermalen meegemaakt dat de
mensen je met tranen in de ogen
bedanken, zo mooi vonden ze het.
Dat moet je niet onderschatten, het
leeft ontzettend bij de deelmeners".
Over de R4D-campings gesproken:
in Assen is het in het tentenpark
van de deelnemers aan de Hout
laan blijkbaar altijd zo gezellig, dat
er zelfs vele Assenaren voor een
weekje naar toe verkassen. Anders
ben je er niet echt bij, vinden ze, en
ergens hebben ze een beetje gelijk,
al blijft het wel erg fanatiek".
Het zal duidelijk zijn dat een zo
massaal evenement als de Rijwiel
vierdaagse, dat verspreid over As
sen, Hoogeveen en Emmen duizen
den deelnemers trekt, een leuke
opsteker betekent voor de econo
mie in Drente. VVV-baas Otten:
„De invloed ervan op onze econo
mie is nooit zo onderzocht, maar de
hotels zitten altijd tot in de wijde
omgeving van de startplaatsen vol
en er wordt veel gekampeerd. Wel
is ooit uit een onderzoek gebleken
dat de deelnemers gemiddeld 25
gulden per dag uitgeven aan eten,
drinken, snoep, ijs en patat. Dat le
vert in vier dagen toch 4 x 25 gul
den x 25.000 deelnemers is 2,5 mil
joen gulden op; dat wordt er zo
toch maar even ingepompt".
Kosten
De organisatie van de R4D worden
grotendeels betaald uit de inschrijf
gelden (400.000 gulden), terwijl de
beide vaste sponsors, Rabobank en
Gazelle, elk zo'n 20.000 tot 30.000
gulden bijdragen voor onder meer
het drukken van de folders, de af
fiches en de routeboekjes. „Softe
sponsors", noemt Otten beide, om
dat ze er niet op uit zijn de vier-
danw tnt non commerciële aange
legenheid te maken. „Wij willen
ons verre van de commercie hou
den, dat is ook het beste voor de
toekomst, we moeten niet van
sponsors afhankelijk worden. Nu
gebeurt alles door amateurs, vrij
willigers, terwijl de provincie, de
gemeenten, de VVV's en de andere
betrokken diensten veel indirecte
subsidie verlenen door mankracht
te leveren. En dat gebeurt nu ge
woon op een heel prettige manier.
Dat willen we zo houden".
De medewerking van met name de
Drentse politiekorpsen en de mili
tairen wordt elk jaar weer zeer soe
peitjes geregeld. De vakantie van
de rijkspolitie bijvoorbeeld wordt
helemaal aan de vierdaagse aange
past, terwijl de militairen er tegen
die tijd gewoon voor zorgen dat ze
„op oefening" zijn in gebieden die
parallel lopen met de fietsroutes,
zodat ze „als leuke bijkomstigheid"
ook de communicatie tussen stem
pelposten en startplaatsen kunnen
onderhouden. Dat gebeurt dus
lekker op z'n Drents", aldus Jaap
Otten, „maar het tekent wel de in
tentie waarmee iedereen dit feno
meen benadert".
Naar Duitsland
Een van de in totaal acht verschil
lende routes voert de fietsers van
uit Emmen dit jaar voor het eerst
door Duitsland. Niet omdat de na
tuur daar nou zo fantastich is de
veengebieden zijn er nog kaler en
troostelozer dan die aan Neder
landse kant maar om de route
toch een wat ander aspect te geven.
Om de deelnemers toch in een wat
buitenlandse stemming te brengen.
Er zijn al afspraken gemaakt met
de douane. Die heeft toegezegd niet
kinderachtig te gaan doen met de
controle van paspoorten en derge
lijke. Het deelnemersbewijs alleen
is voldoende om de grens over te
komen. De irovinciale WV ver
Het leger van de
Rijwielvierdaagse
op pad.
wacht desondanks geen enorme
toeloop van meefietsende heroïne-
smokkeiaars. „Wij zijn heel naïef
op dat gebied".
Over het buitenland gesproken: op
dringend verzoek van de Drentse
VVV zullen bijna alle fietsverhuur
bedrijven dit jaar voor het eerst
ook fietsen met hand- in plaats van
terugtrapremmen gaan verhuren.
„In het buitenland kennen ze bijna
alleen maar handremmen", weet
Otten, „en voor bijvoorbeeld de
Engelsen zijn huurfietsen met te
rugtrapremmen erg lastig; als ze
moeten remmen, knijpen ze als een
gek tevergeefs in het stuur. Daar
zijn in het verleden al een paar
kleine ongelukjes mee gebeurd. Het
,is gewoon een stukje extra service,
dat we nu ook fietsen met hand
remmen verhuren. Als je als
„fietsprovincie bii uitstek" op de
buitenlandse markt wilt opereren,
is dat gewoon iets waar je rekening
mee moet houden".
RONALD HOOYENGA