Katers Nelson en Didi zijn onafscheidelijk Geen „diplomatencompensatie" voor Den Haag en Wassenaar De Wouterenbrug: Snelle fietsverbinding met de binnenstad 5* CcitLe Somrrnt 14 Een cadeau va" forma*» i CeicbeSotruwt Wassenaai' jachthavei draait quit "V ADVERTENTIE IEDERE WOENSDAG GRA' Bil DEZE KRANT INFORMATIE OVER FILMS. MU THEATER. RECREATIE. EXPO? EN EEN COMPLETE AGFNI' Bruggen, we maken er alle- genboek al gedeeltelijk over Leidse bruggen. Het Samensteller en schrijver maal gebruik van. Zeker in „verstoord". Het Gemeente- zijn geen technische ver- is de begeleider van deze een waterrijke stad als Lei- archief aan de Boisotkade handelingen, maar histori- werkgroep, de heer P.J.M. den zijn het onmisbare hoopt van 9 tot en met 29 sche verhalen waarin een de Baar van het Gemeente schakels in het wegennet, augustus 1985 in De Waag brug als leidraad dient. De archief. Kees van Herpen de tentoonstelling „De gegevens zijn verzameld tekent voor de eindredac- Veel aandacht is er nooit Leidse bruggen" te houden, door een werkgroep van tie. De reprodukties zijn aan de Leidse bruggen be- historisch geïnteresseer- van fotograaf Wim van steed. De stilte rond de Als inleiding op deze expo- den> die veel van de &e" Noort. Vandaag verschijnt Leidse bruggen is met de sitie verschijnt in deze schiedenis van de Leidse het negentigste artikel in presentatie van het Brug- krant een serie artikelen bruggen heeft uitgezocht, deze serie. Wie de kop boven deze ru briek leest, begrijpt het al Didi en Nelson kunnen niel zonder elkaar en dat bete kent dat degene die interes se heeft voor dit koppel, twee katten in huis krijgt. Op zich geen enkel pro bleem; het tweetal is zo liei dat ze samen nog veel min der overlast veroorzaken dan één kat, die druk is. Didi en Nelson zijn vijf jaar oud en zijn allebei gekas- treerd. Nelson is, met uit zondering van een grijze pet, helemaal wit. Niet dal gore, gelige wit dat je bi; sommige poezen weieens ziet. Nee, Nelson's' vacht is mooi wit. Zijn groene ogen steken er prachtig bij af. Broer Didi is cypers, maar heeft een mooie witte bef. Het zijn twee flinke, fraaie katers, die er bovendien kerngezond uit zien. Aan de twee zit een heel, nogal triest verhaal vast. In december 1984 kwam een inwoner van Wassenaar bij het Leidse asiel. Hij wilde twee katten afstaan. De die ren zaten in een dierenpen- sion in Wassenaar omdat hun eigenaresse moest wor den opgenomen in een ver zorgingshuis. De man be taalde keurig en vertrok met de mededeling dat hij de katten later zou brengen. Dezelfde dag belde hij ech ter op dat Didi en Nelson voorlopig in het pension zouden blijven omdat de ei genaresse er geen afstand van wilde doen. Vervolgens bleef het een half jaar stil. Toen kwam de heer uit Wassenaar weer en vroeg of Didi en Nelson alsnog naar het asiel konden wor den gebracht. Dat was mo gelijk en financiële proble men waren er niet omdat zes maanden geleden al was betaald. Op 5 juni werden de twee katten naar het asiel gebracht. Hun baasje zou het verzorgingshuis he laas niet meer kunnen ver laten. Nelson en Didi zijn echte huiskatten. Cyperse Didi is de meest schuwe van de twee. Hij is ook wat meer op zichzelf dan broer Nel son. Je ziet het aan de twee dieren: Didi kijkt een beetje angstig de wereld in, terwijl Nelson heel wat hoogharti ger en zelfverzekerder oogt. Misschien ligt het wel aan de naam. Maar in één ding doen de twee niet voor el kaar onder: ze zijn allebei erg lief. Didi en Nelson zijn het best op hun plaats in een rustige omgeving. Bij voorbeeld bij wat oudere mensen zonder drukke kin deren. De keeshond Kees kreeg naar aanleiding van zijn verschijnen in de rubriek van de vorige week bezoek van enkele mensen. Dat le verde echter geen resultaat op. De een vond Kees te groot, de ander vond dat hij teveel gromde. De hond zal nu over niet al te lange tijd worden afgemaakt. Didi en Nelson zijn twee lieve katten. LEIDEN/REGIO DEN HAAG De ge meente Den Haag krijgt geen 1,1 miljoen en Was senaar geen 70.000 gulden' „Diplomatencompensatie" uit de rijkskas. Dat deelt staatssecretaris van bin nenlandse zaken M. van Amelsvoort in een brief aan die gemeenten mee. De twee plaatsen hadden om deze bedragen gevraagd omdat de vele diplomaten die op hun grondgebied wonen, volgens de wet geen onroerend goed belasting hoeven te betalen. De Hofstad loopt daarmee één procent van de opbrengst aan onroerend goed belasting mis. In Wassenaar, waar verhou dingsgewijs meer residenties zijn, derft de gemeente twee procent inkomsten. Wassenaar en Den Haag wilden daarvoor compensatie krijgen, en schre ven naar minister-president Lubbers. Deze schoof de vraag door naar de hiervoor verantwoor delijke collega Van Amels voort. De staatssecretaris ant woordt dat in de uitkering aan de gemeenten al rekening is gehouden met „speciale" om standigheden zoals diplomaten en ambassades. Ook meent de staatssecretaris dat diploma tiek personeel de gemeenten nauwelijks tot last is. Ze ko-. men niet in aanmerking voor bijstand en maken nauwelijks aanspraak op onderwijs- en welzijnsvoorzieningen. In de brief aan Wassenaar merkt de staatssecretaris verder nog fijntjes op dat de gevraagde 75 mille „Slechts 0,36 procent van de algemene uitkering voor uw gemeente bedraagt". Volgens de Wassenaarse VVD- fractieleider Ch. B. Aptroot* derft de gemeente door de bui tenlandse diplomaten jaarlijks nog veel meer inkomsten dan de 75.000 gulden die Wasse naar in eerste instantie had ge vraagd aan de premier. Giste ren zei hij tijdens een vergade ring van de raadscommissie fi nanciën dat het meer om een bedrag van „enkele tonnen" gaat. In totaal gaat het om on geveer duizend buitenlanders die voornamelijk in Wasse naar-Zuid wonen. Aptroot zegt dat deze groep door het rijk niet meegeteld wordt bij de vaststelling van de uitkering aan de gemeente. Wethouder jkje schi Barning, die in eerste inierer zei niet over een bedn»nth< enkele tonnen te wille» sch ten, erkende later dat icho ming van Aptroot juist ifdt" nenkort zal de raadscomlnon financiën zich over de dÉhto van gelden beraden, «opa wellicht weer eenhrieï Den Haag wordt verzon! riet oni— ZATERDAG 29IUNI1985 Fervente autorijders zal de naam Wouterenbrug niet erg bekend in de oren klinken, hetgeen verklaard kan wor den uit het al sedert vele ja ren afgesloten zijn voor gemo toriseerd verkeer van deze brug. Voor fietsers uit Zuid- West vormt deze verbinding tussen de Rijn- en Schiekade en de Jan van Goyenkade echter een bekende snelle verbinding met de binnen stad. Nu de Trekvliet, het wa ter waarover de Wouteren brug ligt, weer een doorgaan de waterverbinding geworden is, zal de brug nog wel lang deze functie behouden - auto verkeer wordt op de Rijn- en Schiekade immers maar be perkt toegelaten. Overigens is de constructieve toestand van de brug niet van dien aard dat hij verkeer van enig gewicht zonder problemen kan torsen. Eigenlijk is het een wonder dat de brug nog bestaat; ge zien die niet optimale toe stand en de demping geduren-" de een aantal jaren van de Trekvliet zou het niet onlo gisch geweest zijn om ook.de brug te vervangen door een- vaste dam. De geschiedenis van de Wou terenbrug is onafscheidelijk verbonden met die van de trekvaart Leiden-Delft. Of schoon er wel vroegere trek vaarten waren, is de stoot tot de aanleg van een heel net van die vaarten gegeven door de stad Amsterdam, zoals la ter deze stad ook het eerste centrum van spoorwegen zou worden. Zo werd tussen 1626 en 1628 een jaagpad langs de Vecht gelegd om het verkeer met Utrecht te vergemakke lijken en in 1631-1632 werd een speciale vaart gegraven naar Haarlem om de gevaar lijke routes over het Y en Spaarne of zelfs het Haarlem mermeer te vermijden. Vanaf juni 1632 bleek dit een groot commercieel succes. Jaagpad Leiden als tweede stad in Holland kon niet achterblij ven en al op 18 mei 1632 le verde landmeter Jan Pietersz. Dou een serie op perkament getekende kaarten voor de aanleg van een jaagpad langs de Vliet naar Delft - vanaf Leidschendam naar Delft be stond trouwens al sinds 1620 een soort jaagpad dat door Delft betaald was en slechts weinig aangepast hoefde te worden. De onderhandelin gen met Delft verliepen ech ter niet vlot. Inmiddels was ook het idee opgekomen om het Leidse eindstation niet te vestigen bij de Neksluis, om dat daar een weinig belang rijk stadsgedeelte aan grensde (Koepoortsgracht en omge ving), maar een speciale vaart te graven naar de Haagweg pal buiten de Witte poort, van oudsher het vertrekpunt van alle verkeer op Den Haag en voorzien van veel faciliteiten als herbergen, stallingen en besteldiensten zoals Van Gend en Loos die nu verrich ten. Op 25 april 1635 maakte Dou een kaart van dat gedeel te in verband met de aan te kopen landerijen, overigens een van zijn laatste kaarten, daar hij op 5 augustus 1635 tij dens een pestepidemie over- De Vroedschap (vergelijkbaar met de Gemeenteraad van nu) droeg op 10 maart 1636 de burgemeesters op om opnieuw met Delft te gaan overleggen en uit het op 19 mei uitge brachte verslag van de in Leidschendam gehouden ver gadering blijkt dat Delft vast hield aan zijn aanbod om één derde van de aanlegkosten te dragen en verder de helft van de jaarlijkse baten (of lasten) wilde hebben. Een afkoopsom voor het reeds aangelegde deel wilde het niet aanvaar den. De Vroedschap bleef dan ook niets anders over dan ac- coord te gaan met het voorstel van Delft. De burgemeesteren werden gemachtigd het con tract te tekenen en het voor de onteigeningen benodigde octrooi van de Staten van Holland te vragen. Het ac- coord werd op 30 juni 1636 ge tekend, waarbij bepaald werd dat het nieuw te graven ge deelte van de Vliet naar de Haagweg volledig ten laste van Leiden zou komen. Ove rigens waren toen al heel wat bestekken klaar en de zoon van de overleden Dou, Jan Jansz. Dou, kreeg opdracht de metingen te doen voor het maken van het jaagpad. Het begeerde octrooi werd op 1 augustus 1636 verleend. Daarin werd geregeld dat ie dereen die rechten op de te onteigenen grond had door het aanplakken van biljetten opgeroepen moest worden en daarna binnen tweemaal drie maanden zijn rechten clai De Wouterenbrug bleef vinciaal eigendom tot 2/ gustus 1921. Door het d stellen van de „Nil Vaart" tussen Lammen en Spanjaardsbrug vervi^. belang van de provincie oude Trekvliet en dal nam de gemeente Leiden? Aa weer over (met andere lJsch€ gen, wegen en brugwachf*" woningen). De brug v| Bijr thans weer met de openg3erQ€ ven Trekvliet een fraai sr- 'I stadsgezicht, met aan dee w< van Goyenkade 44 het inl°e9e gebouwde kasteelachtigerer van prof. dr. Antoon Win n' Nieuwenhuis. rraac WASSENAAR Wassenaarse jacht| in de noordelijke F van de gemeente,)) quitte. In 1984 is he fpj ne verlies geledei||£ 332,15 gulden, enffi dit jaar wordt oollijss goede afsluiting v^g boekjaar verwacht. Wethouder C. Barnij nanciën) zei deze wej de gemeente „geen een jacht hoeft te stoppel °°r doelde op een raadsbef- a van een aantal jaren jfj. i met als onderdeel datk {le. naar de eventuele ve( van de haven opvan£ut^ jachthaven is vooral voor de kleine en mid|sch( te pleziervaart. |ievj teerc 191: men; indien dat niet gebeur de, werden de rechthebben den veroordeeld „tot een eeu- wich swijgen ende silentium". De voor ophogingen benodig de aarde zou zo dicht mogelijk bij het werk weggegraven mogen worden, mits de eige naar ervan schadeloos gesteld werd volgens ta.xatie van on partijdige deskundigen. Voor de taxatie van de landerijen werd het hoogheemraadschap van Rijnland aangewezen. De gang van zaken werd op 14 augustus door de Vroedschap goedgekeurd; tevens werd de machtiging gegeven om geld op te nemen - in de loop der tijd is ƒ70.000 opgenomen. De taxatie vond in november 1636 plaats. Zodra de winter over was, werd begonnen met het gra ven.- De stadshistorieschrijver Jan Orlers noteerde in zijn aantekeningen: „31 maart 1637 es den nieuwen trecwech van de witte poort tot in de Vliet, lang sijnde 300 roeden, begonnen te delven". Op 21 april volgde de aanbesteding van het deel dat Leiden en Delft samen bekostigden. Bij de aanbesteding nam Cornelis Lenaertsz., wonende op de Aa, de aanleg van het deel dat nu Jan van Goyenkade heet voor twee gulden en negen stuiver per roede aan (zodat hem in totaal ƒ301 uitbetaald werd) onder borgtocht van in woners van „Roelevaertgens- veen" en de Ade. Het tweede gedeelte, van de Trekvliet richting Hofweg, werd aange nomen voor nog geen twee gulden per roede door Hen- drick Cytsen uit Outdorp bij Alckmaar. Dit is symptoma tisch: haast alle gedeelten werden aangenomen door aannemers uit de buurt van Alkmaar, mogelijk in de jaren daarvoor geschoold bij de droogmaking van de grote meren als de Heer Hugo- waard, de Starnmeer en de Schermer. Het werk schoot goed op. Bij de aanbesteding op 23 maart van het deel tussen Vliet en Haagweg, waar de breedte 12.56 meter bedroeg, was be paald dat de aannemers Si mon Jansz., Cornelis Dircksz. Deecken, Maerten Jansz. en NOTEER ALS NIEUWE ABONNEE M.I.V. NAAM: POSTCODE/PLAATS: TELEFOON: Deze ontvangt de eerste twee weken de krant gratis. Daarna wordt hel abonnement betaald per: O kwartaal automatisch per maand laar STUUR EEN LUXE HANDDOEK NAAR: NAAM: POSTCODE/PLAATS: Stuur de bon ingevuld aan de Leidse Courant, Antwoordnummer 998, 2500 VD Den Haag (postzegel niet nodig). De Wouterenbrug als houten bruggetje over de Trekvliet; op de kaart door Joris Gerstecoorn uit 1644 is nog goed te zien hoede trekvaart door de landerijen sneed. Heyman Jacobsz., allen wo nende te Warmond, binnen twee maanden met hun werk gereed moesten zijn op straffe van 12 per dag. De opdracht om een brug „neffens de Vliet" en nog twee bruggetjes (later genoemd de Wouteren brug respectievelijk de Eerste en Tweede Jaagbrug) van ei kenhout te laten bouwen op stadskosten, werd op 27 april 1637 aan het hoofd van de stadswerken, Jan van Ban- chem, verstrekt. Helaas is niet achterhaald wie deze bruggen gebouwd heeft - mogelijk is dat door het stadsperSoneel gedaan. De aanbesteding van de meeste andere bruggen vond op 14 mei in het stad huis van Delft plaats. Alweer volgens Orlers is in augustus 1637 „voor de eerste mael de- sen trecwech gebruyet bij de heeren gecommitteerden van Delff, die in twee uyren tot Leyden gecomen sijn". Een officiële datum van inge bruikstelling is echter niet ge vonden. Had Van Banchem op 4 sep tember 1637 nog opdracht ge kregen een houten loods te zetten bij de Hofweg voor de collecteur van de „gabelle" (de tol om over het jaagpad te mogen lopen), dit kon geen definitieve oplossing zijn. Die collecteur was tevens „schouwman"; hij zette met een schouw het paard over dat hier van de ene oever naar de andere overstak. De Hofweg is thans nog vaag te herkennen in het landschap als een soort dijkje, strekken de van de Vliet naar de Meer brug. Nadat Van Banchem in april 1638 plotseling overle den was, werd al op 4 juni 1638 aan de toen kersvers be noemde stadsarchitect mr. Adriaen (beter bekend als Arent) Arentsz. van 's Grave- sande opgedragen een bestek voor een definitief huis te maken. Op 25 juni gingen Leiden en Delft daarmee „ten naesten bij, volgens de gedaen afteyekeninge vandien" ac- coord en zo verrees het prach tige gebouw, dat met de wa pens van Leiden en Delft in de gevel en oude landbouw- materialen in de tuin nog steeds veel bekijks heeft. Wel is de inventaris, onder meer het prachtige in 1649 aange brachte goudleer, in 1880 naar De Lakenhal overgebracht, waar die in de Staalmeesters kamer nog te bewonderen is. fs i, :er n 36.^ *rg aannemer moest zelfs maand een bezem schoonhouden leveren gen voor een met ijzer gen schop, mogelijk strooien van zand in ter. Een algehele vond plaats in 1836, nemer Paddenburg brug met twee een met één meter wijdte werk moest beginnen loop van de Pinksterwd klaar zijn op 31 juli 1836.}b rigens was Paddenburg" plicht het dek in de i van 1837 te verleggen en| leverde hij een enorme j prestatie, waar nog heel over te doen was. De Wouterenbrug mi B deel uit van een voor L. fl en Delft na de opening vy -®1 spoorlijn Amsterdam-Ris dam in 1847 steeds meerf liesgevende trekvaart. 0) het behoud van het ja^rptr langs de Vliet vooral een- vinciaal belang gew&' 1 was, werd na veel onderaf V delen de eigendom varostge pad en bruggen bij akt&jg 27 april 1887 aan de prow, overgedragen. Deze richt» Trekvliet in tot doorgaf^ scheepvaartverbinding tipt n* Rijn en Schie. Daartoe foek de Trekvliet aanzienlijklg breed, hetgeen de Wout%ees^ brug tot een obstakel ma? Daarom legde Proviir Waterstaat een geheel niTP *a' en naar de eis van de tijdL s^e ren brug. De details daaL zijn niet bekend, omdalnstr, archief van Provinciale LeDI-( terstaat in de oorlog grge[,r deels verloren is gegaan een krantenberichtje va" juli 1891 vernemen we sl4,.j. „de ijzeren brug bij dellwl' Wouterenbrug bracht". De Wouterenbrug moet in de loop der jaren vele malen ver nieuwd zijn. Zo nam op 25 fe bruari 1671 Leendert Teunis voor 445 aan om de Quack- brugge binnen vijf weken te vernieuwen. Kwaakbrug is een oudere naam voor de Wouterenbrug; wanneer en waarom deze zijn huidige naam gekregen heeft, is wel niet meer na te gaan. In 1785 werd hij vrijwel geheel ver nieuwd - volgens het bestek van het zesjarig onderhoud moest hij ieder jaar witge schilderd worden; „de jaartal len met zwarte verw naar be- hooren op te verwen". De Een luxe handdoek van 50x100 cm wordt uw deel, als u de (kleine) moeite doet een nieuwe abonnee aan te brengen voor deze krant.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 12