Jacques Goddet (80)
gaat 51e Tour in
KNWUmist kans op
tweede vrouwenploeg
Nederlanders Nederlandse ritwinnaars
Hinault
specialist
van proloog
in gele trui
PARIJS Bernard Hinault is
met vier overwinningen de on
betwiste „proloog-specialist"
van de Ronde van Frankrijk. De
Bretonse favoriet zegevierde in
1980, 1981, 1982 en 1984." Met
de overwinning in de Ronde
van Italië op zak is Hinault an
dermaal favoriet voor de eerste
gele trui. Nederland maakt aan
zienlijk minder kans, omdat een
tijdritspecialist als Oosterbosch
dit jaar niet aan de start zal
verschijnen.
De uitslagen in de prologen van de
Ronde van Frankrijk vanaf 1978 zijn:
1978, Leiden, 5200 m: 1. Raas (Ned)
2. Knetemann (Ned) 3. Zoetemelk
(Ned).
1979, Fleurance, 5000 m: 1. Knete
mann (Ned) 2. Knudsen (Noo) 3.
Zoetemelk (Ned).
1980, Frankfort, 7600 m: 1. Hinault
(Fra) 2. Knetemann (Ned) 3. Ooster
bosch (Ned).
1981, Nice, 5850 m: 1. Hinault (Fra)
2. Knetemann (Ned) 3. Willems (Bel).
1982, Binningen, 7400 m: 1. Hinault
(Fra) 2. Knetemann (Ned) 3. Braun
(Wdl).
1983, Fontenay-sour-Bois, 5500 m:
1. Vanderaerden (Bel) 2. Ooster
bosch (Ned) 3. Van den Broucke
(Bel).
1984, Montreuil, 5400 m: 1. Hinault
(Fra) 2. Fignon (Fra) 3. Peiper (Aus).
(ADVERTENTIE)
PARIJS Hoewel Felix Lévitan pas
vorig jaar het initiatief nam het da-
meswielrennen serieus te nemen,
heeft de KNWU na het succes van
1984 - Ben Scheperkamp leidde zijn
dames van de ene naar de andere
triomf - de zaken dit jaar toch an—
-ders aangepékt. Hoewel Lévitan
heeft laten weten gaarne twee Ne
derlandse ploegen te verwelkomen,
hield de KNWU het been stijf. Voor
een merkenteam - onder de noemer
B-team - was geen plaats. En Sche
perkamp werd aan de kant gescho
ven. Gekozen werd voor een natio
nale ploeg onder leiding van bonds
coach Rinus Verboom.
De samenstelling van die ploeg heeft
natuurlijk de nodige problemen ver
oorzaakt. Zelfs is nog even overwo
gen om Mieke Havik thuis te laten!
De vedette van 1984 is echter té po
pulair. Niet alleen door haar ver
schillende etappe-overwinningen en
het dragen van de gele trui, maar
vooral door haar radiobabbeltjes.
Ondanks de aanwezigheid van Mie
ke Havik mag worden betwijfeld of
de nationale equipe dit jaar evenveel
opzien zal baren als_in 1984. De
eenheid is ver te zoeken. Bovendien
is de concurrentie groter geworden.
Naast Nederland verschijnen aan de
start België, Oostenrijk, Canada,
China, Groot-Brittannië, West-Duits-
land, de Verenigde Staten en Frank
rijk. Beide laatste landen komen met
twee formaties aan de start. De wie
lerbonden van die landen hebben de
kans om een A- en een B-team in te
schrijven met beide handen aange
grepen. Dat slagvaardig handelen is
aan Nederland verspild.
Daar werd gezeurd - met name door
de verantwoordelijke bestuurster
Keetie van Oosten-Hage - over de
kans dat een eventueel door Sche
penkamp te leiden ploeg misschien
wel eens tegen de nationale formatie
zou kunnen rijden. Lévitan begreep
er allemaal niets van. Net zo min als
van het feit, dat de Russen, Noren
en Italianen besloten hebben geen
equipe af te vaardigen. De Tour-di
recteur laat zich echter niet ontmoe
digen: „We hebben de fietsende
vrouwen uit hun isolement gehaald.
We laten ze er niet opnieuw in ver
dwijnen!"
De dames kunnen overigens stevig
aan de bak. In totaal moeten de
vrouwen 1155 kilometer afleggen.
Daarvoor zijn 18 etappes vastge
steld. Volgens de internationale re
glementen wat te veel van het goe
de, maar door na twee weken zoge
naamd met een nieuwe ronde te be
ginnen, heeft Lévitan alle klippen
omzeild. Net als vorig jaar rijden de
dames in grote lijnen over hetzelfde
parcours als voor de profs is uitge
stippeld. Met dien verstande: er is
sprake van kortere ritten, minder
cols en meer rustdagen.
PARIJS Twaalf Nederlanders
hebben in de lange historie van de
Ronde van Frankrijk de gele trui ge
dragen. Wim van Est was in 1951,
een dag voor hij in het ravijn van de
Aubisque stortte, de eerste, Adri
van der Poel vorig jaar in de vierde
etappe de laatste. In totaal kregen
de Nederlanders 63 gele truien.
Joop Zoetemelk verzamelde de
meeste: 22.
De dragers zijn: 1. Joop Zoetemelk
22, 2. Wout Wagtmans 13, 3. Gerrie
Knetemann 7, 4. Wim van Est 4,
Gerrit Voorting 4, 6. Jan Raas 3, 7.
Ab Geldermans 2, Jacques Hane-
graaf 2, Jan Janssen 2, Gerben Kar
stens 2, 11.Adri van der Poel 1, Rini
Wagtmans 1.
PARIJS Sinds de eerste
start van een Nederlandse
ploeg in de Ronde van Frank
rijk in 1936 hebben Nederland
se deelnemers 103 etappes ge
wonnen. Bert Oosterbosch be
reikte in 1982 in Bordeaux de
mijlpaal van honderd. In dezelf
de stad zette Jan Raas Neder
land vorig jaar op 103.
De ranglijst van Nederlandse etap
pewinnaars is als volgt:
1. Gerrie Knetemann, Jan Raas en
Joop Zoetemelk 10
4. Jan Janssen 7
5. Gerben Karstens 6
6. Wout Wagtmans 4
7. Wim van Est, Hennie Kuiper,
Henk Lubberding, Bert Ooster
bosch, Jo de Roo, Rini Wagtmans
en Peter Winnen 3
14. Theo Middelkamp, Jan Nolten,
Henk Nijdam, Cees Priem, Albert
van Schendel, Theo Smit, Johan van
der Velde, Gerrit Voorting en Ad
Wijnands 2
23. Hans Dekkers, Leo Duyndam,
Cees van Espen, Henk Faanhof,
Daan de Groot, Fedor den Hertog,
Jos Hinsen, Adri van Houwelingen,
Jan Krekels, Jo Maas, Frits Pirard,
Henk Poppe, Antoon van Schendel,
Gerrit Schulte, Gerard Vianen, Leo
van Vliet en Huub Zilverberg allen 1.
Jacques Goddet, journalist, organi
sator en wedstrijdleider. Tropen
helm, te lange korte broek en ver
ankerde glimlach. Gevreesd, be
wonderd, gekritiseerd, maar nooit
gehaat. Een aristocraat tussen de
dwangarbeiders van de weg. Als
hij, vijftien jaar na het bereiken van
de pensioengerechtigde leeftijd op
stapt, verliest de sportwereld, en
de Ronde van Frankrijk in het bij
zonder, een monumentale per
soonlijkheid.
Nog één maand zal hij 's morgens
bij de start van de etappe handen
van de renners drukken en zijn
standaard-begroeting uitspreken.
„Bonjour, mon Cher ami Veeli
meer heeft Goddet mondeling
nooit te vertellen. Op papier ligt
dat anders. Geen der driehonderd
scribenten in de Tour weidt dage
lijks in zijn kolommen zo bloemrijk
uit over de gebeurtenissen van de
dag als Goddet in zijn „Editorial".
Zijn lijvige artikelen zijn opge
bouwd met ouderwetse, lange
zinsconstructies, die getuigen van
een frisse kijk op het sport- en
maatschappelijk gebeuren.
Altijd sympathiek
Jacques Goddet is geliefd bij de
renners. Jan Raas: „Ik heb hem al
tijd als sympathiek ervaren. Soms
stond hij ineens bij me en legde hij
een hand op mijn schouder. Vooral
nadat ik Parijs-Roubaix, ook door
hem georganiseerd, had gewon
nen. Hij mocht mij, geloof ik, om
dat ik dikwijls voor strijd zorgde.
Daar hield hij van".
Hennie Kuiper: „Hij is heel galant
en, al ziet hij er niet naar uit, hij
staat heel dicht bij de renners. Pas
nog, in Bordeaux-Parijs stond hij
's morgens vroeg in Poitiers om
alle deelnemers persoonlijk te be
groeten. Hij is er altijd als er iets
gebeurt. We moeten natuurlijk diep
respect hebben voor wat hij op po
ten heeft gezet".
Gerrie Knetemann vindt Goddet de
eminentie van de hedendaagse
wielersport. „Hij heeft ook te ma
ken met de transatlantische zeilra
ce „Route de Rhum" van Saint-
Malo naar Pointe-a-Pitre op Gua
deloupe. Ik was daar twee jaar ge
leden op vakantie. Ineens stond
Goddet naast me. Hij was blij me
te zien en ik moest gelijk met hem
mee komen naar zijn verblijf om
een glas wijn te drinken".
Joop Zoetemelk reageert het minst
enthousiast als de naam Goddet
valt. Hem staat nog met diepe
krassen een zuur artikel in het ge
heugen gegrift uit de tijd dat hij op
het punt stond de Tour de France
van 1980 te gaan winnen. Goddet
schreef, dat laboranten van de do
pingcontrole het laatste woord
hadden over de Tourzege van Zoe
temelk. Goddet gaf na protesten
van ploegleider Peter Post toe wat
onzorgvuldig te hebben zitten ty
pen. Hij stak Zoetemelk bij de hul
diging in Parijs de hand toe. Joop
maakte enig misbaar en draaide
zich om. Zoetemelk nu: „Ik heb ei
genlijk nooit veel met Goddet te
maken gehad. Die ene keer was ik
heel boos. Ik denk dat de Tour ook
zonder Goddet de Tour wel zal blij
ven".
Slapen
Peter Post verweet Jacques God
det vorig jaar op een regenachtige
ochtend in Pau, nadat hij een boe
te had gekregen, meer tijd in de
auto te slapen dan de koers te vol
gen. Post was des duivels, Goddet
zei: „Bonjour, mon cher ami", want
hij kon het - matige - Frans van de
PARIJS De Ronde van
Frankrijk heeft al een „eeu
wigheid" twee bazen: de har
de zakenman Felix Lévitan en
de excentrieke filosoof Jac
ques Goddet. Jacques Goddet
is op 21 juni tachtig jaar ge
worden.
Aan het eind van deze week
begint hij zijn 51e Ronde van
Frankrijk te volgen. Hij heeft
aangekondigd dat het zijn
laatste is.
ooze pioegieiaer niet verstaan.
Post: „Ik had gelijk, die ochtend".
De Amstelvener koestert anders
veel respect voor de oude baas en
zijn slechts zes jaar jongere collega
Félix Lévitan. „Dat die twee nog zo
actief zijn, is toch geweldig. Ze zijn
misschien een beetje dictatoriaal,
maar met zo'n evenement is dat
wel nodig. En Goddet heeft, op zijn
leeftijd, toch maar dat nieuwe
sportpaleis in Parijs opgezet en er
een succes van gemaakt".
Als ploegleider van de Nederlan
ders in de jaren vijftig had Kees
Pellenaars (72) veel contact met
Goddet: „Is hij al tachtig? Nou,
nou. En ook nog zo fit. Hij heeft
anders een heel leven achter de
rug. Naast zijn vele werk was hij
een rokkenjager".
Jacques Goddet werd op 21 juni
1905 geboren. Hij was de zoon van
Victor Goddet, naaste medewerker
van Henri Desgrange, de stichter
van de Tour de France naar een
idee van Geo Lefèvre. Goddet, die
in Oxford studeerde, was voor de
krant l'Auto (na de oorlog l'Equipe
geheten) actief bij de Olympische
Spelen van 1924 in Parijs. Sinds
dien was hij bij alle zomerspelen. In
Los Angeles, vorige zomer, was hij
de oudste geaccrediteerde journa
list. Goddets voorkeur ging zijn le
ven lang uit naar het wielrennen.
Hij was sinds zijn jeugd nauw be
trokken bij de oraanisatie van de
Tour sinds de tweede Wereld
oorlog hoofdverantwoordelijke
voor de organisatie.
Meer journalist
Volgens de Belg Robert Janssens,
schrijver van het boek Vreugde en
Verdriet in de Tour, is Goddet al
tijd meer journalist gebleven dan
organisator geworden. „Soms
schreef hij een stuk dwars tegen
zijn eigen organisatie in. Typisch
Goddet. Hij bleef ook altijd mense
lijk. Goddet "en de Tour zijn één,
maar ik heb meegemaakt dat hij
wilde stoppen. Dat was toen Simp
son stierf op de Ventoux. „Zijn we
nu niet te ver gegaan?", vroeg hij
zich af. De andere dag stond hij er
toch weer. Goddet is bijna altijd
opgewekt, ook steeds in goede
conditie. Ik weet dat hij fietstoch
ten maakt, nu nog, en elke och
tend langdurig gymnastische oefe
ningen doet. Hoe ambitieus hij is,
heb ik ook ervaren. Op een och
tend in de Tour regende het hard,
alle journalisten waren in afwach
ting van de start een cafetaria in
gevlucht. Goddet liep in de stro
mende regen tussen de renners
door, lijst met rugnummers in de
hand, om de gezichten in zich op
te nemen van de renners die hij
nog niet kende".
De Belgische radioverslaggever
Jan Wauters is, ondanks zijn ver
dwijnen uit de Tour, één van de
grootste bewonderaars van de
journalist Goddet. „Wie zijn stuk
ken niet kan lezen, beheerst de
Franse taal onvoldoende. Goddet
is een filosoof, die de sport door
licht op een bijna literaire wijze met
een overstijging van feiten en ba
naliteiten. Ik zie in Goddet en Lévi
tan twee elementen van de joodse
cultuur. Goddet als de filosoof, de
denker, de mens, de roepende in
de woestijn soms ook; Lévitan als
de zakenman, die zegt: genoeg ge
klaagd, we doen zo en zo, er is al
tijd wel wat om handel mee te drij
ven, gedaan het denken, het is tijd
voor actie".
Jan Janssen
In het wielermilieu wordt beweerd
dat Jan Janssen zijn enige over
winning in de Ronde van Frankrijk
voor een groot deel aan Jacques
Goddet te danken heeft. De koers-
Bernard Hinault (boven) ia met vier zeges in een proloog mede daardoor een groter favoriet voor de Tour zege dan Sean Kelly (rechtsboven).
directeur zou de Nederlander in
1968 twee dagen voor het einde
aangespoord hebben de achtervol
ging in te zetten op een kopgroep,
waarin de volkomen onbekende
Belg André Poppe op dat moment
virtueel gele-truidrager was. Jan
Janssen herinnert zich dat moment
nog als de dag van gisteren: „Laat
ik voorop stellen dat die Poppe in
de slottijdrit, waarin ik de Tour
won, een kwartier op mij heeft ver
loren. In de voorlaatste rit was
Goddet helemaal in paniek. Hij
kwam in de auto naast me rijden
en riep: „Mon cher Jean. Dit is een
schandaal, mijn mooie Tour gaat
naar de bliksem, als je niet wat
doet". Ik zei tegen Goddet: „Geen
paniek, monsieur, die Poppe krij
gen we nog wel". Goddet mocht
mij wel. Zeker omdat ik altijd be
reid was me helemaal leeg te rij
den. Hij was de eerste om me te
feliciteren toen ik de Tour gewon
nen had".