De Nederlander uitgekleed Hanna en Walter DE KEER Opwindmuizen ontroeren Onder het stof vandaan Fascinerend schiereiland Arabië BOEKEN CcidócöoiMcmt VRIJDAG 7 JUNI 1985 PAGIN<AÏ ONS VOLKSKARAKTER ONDER HET ONTLEEDMES VAN AMERIKAANSE PROFESSOR Wij Nederlanders zijn een volkje van individualisten. Dat zeggen we tenminste altijd en we laten het ons graag aanleu nen als buitenlanders het zeg gen. Volgens de Amerikaanse pro fessor Derek Phillips (al vanaf 1971 in ons land hoogleraar) zijn we helemaal niet zo indi vidualistisch. Zeker niet ver geleken bij Amerikanen. We zijn juist zeer collectivistisch ingesteld. Aan de ene kant houden we van de vrijheid, aan de andere kant zijn we vreselijk gevoelig voor groeps- pressie gericht op conformis me. U weet wel: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. We zijn slaven van de conventie. Nu staat Phillips daarin niet alleen. Huizinga schreef al lang geleden dat we burgerlijk zijn in alles. Daaruit kan ook verklaard worden dat we het niet zo erg op hebben met geesten die er uit springeh. De Nederlander conformeert zich aan zijn groep, want elke landgenoot zit wel in een of andere groep gebaseerd op godsdienstige overtuiging, sociale achter grond, leeftijd, beroep, oplei ding, plaats waar men werkt e.d. Bedreiging van de normen die daar gelden wordt niet aanvaard. Daarom ook willen Nederlan ders personen niet graag ver antwoordelijk stellen voor iets. Als in Amerika iemand slaagt of faalt wordt dat gezien als ei gen persoonlijke verdienste of nalatigheid; in ons land ligt het aan „de organisatie", aan „de structuur", aan „persoon lijke omstandigheden" - kort om aan externe factoren. Een aardig voorbeeld daarvan is (Phillips haalt het niet aan) de „schuld" van Van Aardenne in de RSV-affaire, die door veel Nederlanders niet als per soonlijke schuld wordt gezien. Alle recht Het boek dat zojuist van Derek Phillips is verchenen heet „De naakte Nederlander", en daar in zijn opstellen gebundeld over Nederlanders en Neder landse instituten (vooral het onderwijs) die overigens ten dele al eerder zijn gepubli ceerd. Phillips zet de Neder lander naast de Amerikaan, zijn goede en zijn „verkeerde" Derek Philips: „Nederlandse kinderen zijn verafgode wezentjes die iedereen lastig mogen vallen zonder tot de orde te worden geroepen." eigenschappen. Hij heeft alle recht om die vergelijking door te trekken, want hij kent Ne derland inmiddels door en door. En ergert zich hier vaak. Soms aan dingen waarvan we denken: is dat nou nodig? De privacy bijvoorbeeld. Voor de Engelsman en Amerikaan een eerste vereiste. Phillips vertelt met walging in zijn pen dat je hier in een trein of bus iemand naast je krijgt terwijl er volop plaats rondom is. Het lijkt of niemand iets geeft om de gevoelens van anderen. Woorden ais „sorry" en „neem me niet kwalijk" hoor je hier weinig. In de rij dring je je naar voren, grof en onhebbe lijk. Hoffelijkheid is er niet bij. Onder film of concert praat de Nederlander en andere Neder landers durven er blijkbaar niks over te zeggen. Neder landse kinderen zijn verafgode wezentjes die iedereen lastig mogen vallen zonder tot de orde te worden geroepen. De Nederlander „kent zijn plaats", houdt van structuur en ritueel (diploma's, titels, formele aanspreekvormen, vergaderen met agenda's, no tulen, rondvragen) en wellicht heeft hij daardoor zo'n moeite met situaties waarin medele ven en menselijk begrip wordt gevraagd. Internationaal Het lijkt of professor Phillips niet veel heel laat van ons volkskarakter. Maar er zijn toch ook wel wat positieve dingen. Om te beginnen zijn we veel internationaler geo riënteerd dan de Amerikaan, we hebben meer boeken be schikbaar (in vreemde talen of vertaald), onze pers is interna tionaler in het brengen van nieuws en we zijn minder chauvinistisch - in de VS is het chauvinisme soms angst wekkend. De Nederlander is ook veel socialer voelend in de officiële uitkeringen en voor zieningen. Dat laatste is een uitvloeisel van het al genoem de feit dat we minder geneigd zijn anderen individueel aan sprakelijk te stellen voor hun successen of mislukkingen. Voor wie meent dat Phillips al te zeer generaliseert moge op gemerkt worden dat hij er de nadruk op legt dat er in beide samenlevingen op dit terrein natuurlijk zekere overlappin gen bestaan; niet elke Ameri kaan is zo als hij wordt ge schetst en niet elke Nederlan der is zo. Universiteit Het boek van professor Phil lips is echter grotendeels ge wijd aan een vergelijking tus sen het onderwijs hier en dat in de VS en daarover zegt hij uiterst behartenswaardige din gen. Het heeft weinig zin om op deze gespecialiseerde mate rie in dit bestek in te gaan, maar een enkele opmerking erover mogen we er toch wel uitlichten. Het niveau van de middelbare opleidingen ligt in Nederland (in geheel West-Europa) hoger dan in de VS en dat impli ceert, dat de Nederlandse stu dent die naar de universiteit gaat een betere ondergrond heeft. Hij is in feite ook intelli genter dan de gemiddelde Amerikaanse student. Maar het vreemde is dat zich dat i de loop van de studie niet doorzet. De voorsprong is er alleen in het begin van de stu die. Als in ons land een stu dent na acht jaar zijn studie heeft voltooid (in de VS in vier jaar) ligt de Nederlander achter bij zijn Amerikaanse soortgenoten. De mening van Phillips is (en hij heeft dat aan de praktijk kunnen toetsen), dat Neder landse studenten veel apati- scher, ongeïnteresseerder en minder gemotiveerd staan te genover hun studie dan de Amerikanen, dat ze minder hard werken (binnen en bui ten de universiteit), dat ze minder goed onderwijs aan de universiteit ontvangen en ten slotte heeft de Nederlandse student veel meer moeite zich mondeling of schriftelijk uit te drukken dan studenten aan Amerikaanse universiteiten. Over de oorzaken en de gevol gen daarvan gaat Phillips uit voerig in. Het boek bevat eigenlijk vijf onstellen: ook over positieve discriminatie van vrouwen en over pornografie geeft hij zijn zienswijze. Zijn visie op de universiteit is al eerder gepu bliceerd in De Gids en heeft destijds al voor heel wat dis cussie gezorgd. Men kan hem op verscheidene punten aan vechten, het blijft alleszins de moeite waard zijn opmerkin gen te lezen. Dat kan nu in deze bundel van verzamelde „kritische overpeinzingen". JAN LOUWEN Derek Phillips: „De naakte Nederlander". Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 273 pagina's. Prijs ƒ27,90. De opwind muizen doen hun dansje, tekening van Lillian Hoban, uit „Vader Muis zijn zoon". Vader en zoon muis speel goeddieren komen vanuit de veilige speelgoedwinkel op de vuilnisbelt terecht. Met an dere opwinddieren worden ze de slaven van een akelig heer schap: Manneke Rat. Ze weten echter te ontsnappen en gaan op zoek naar hun zelfstandig heid en naar het fraaie pop penhuis, dat ze ooit ergens ge zien hebben. Het wordt een avontuurlijke ontsnappings- tocht door bos en wei, waarbij ze telkens weer door Manneke Rat op de hielen worden geze ten. Vader Muis en zijn zoon beleven het ene avontuur na het andere en op het laatst moeten ze ook nog een ware veldslag om hun grondgebied leveren. Dit spannende, geheimzinnige en ontroerende boek munt uit in een sfeervolle, meeslepende verteltrant. Russel Hoban (60), een Amerikaan die nu in Lon den woont, deed het idee voor het boek op. toen hij eens de kerst doorbracht bij vrienden, die de gewoonte hadden hun verzameling opwindspeelgoed alleen tijdens de kerstdagen onder de boom te zetten. Daar onder was ook een muisje, dat een nog kleiner muisje bij de twee voorpootjes vasthield. Wanneer het werd opgewon den, voerde het tweetal een dansje uit, waarbij de grote muis zijn kind telkens in de hoogte tilde. Naarmate de veer zich verder ontspande ging het tweetal langzamer dansen, waarna de kleine muis vaak boven het hoofd van de grote tot stilstand kwam. Het boek, geïllustreerd door de echtgenote van de schrijver, is bestemd voor kinderen vanaf twaalf jaar. Maar ook volwas senen zullen plezier beleven aan dit staaltje vertelkunst zonder weerga. LEO HENNY Russell Hoban: „Vader Muis zijn zoon". Uitgeverij Bert Bakker. Illustraties: Lillian Hoban; vertaling: Mieke en Mouring Linden» burg; 195 bladzijden, gebon den. Prijs: ƒ24,90. „Een gruwelijke liefdesgeschiedenis". Dat was een betere titel geweest voor het meeslepende drama dat nu onder de naam „Hanna en Walter" wordt verkocht. De Joodse Hanna overleeft diverse concentratiekampen om uiteindelijk vlak na de bevrij ding in de armen van haar eveneens Joodse vriend Walter te vallen. Het verhaal begint heel idyllisch in het Tschjechoslowa- kije van de dertiger jaren. Hanna ontmoet Walter, het veertien jarige meisje wordt smoorverliefd. Kort daarna trekken de don- Icere wolken zich boven de Joodse gemeenschap samen. Walter had het geluk naar Amerika te kunnen emigreren. Hanna vlucht naar Nederland, waar de Duitsers even later binnenval len. Door bij de Joodse Raad te werken, ontkomt Hanna enige jaren aan deportatie. Uiteindelijk komt Hanna toch in Wester- bork terecht waar ze weer de registratie voor de Nazi's doet. Dankzij deze baantjes weet ze te overleven. Daarna komt ze in Auschwitz terecht waar ze dankzij de oprukkende Russen niet lang hoeft te blijven. De Amerikanen bevrijden de uitgemergel de Hanna kort daarna in Mauthausen. Ze heeft jaren vol ver schrikking achter de rug. Walter, die inmiddels via het Ameri kaanse leger in Europa terecht komt, ontmoet haar in Amster dam. Het waar gebeurde verhaal is door de hoofdpersonen zelf geschreven. Elk schreef zijn/haar eigen verhaal. De hoofdstuk ken van hun levens lopen door elkaar. Deze stijl werkt heel goed, de spanning is te snijden. Dankzij het vlotte taalgebruik is het echt een boek om in één adem uit te lezen. Vooral aan te bevelen voor jongeren vanaf zo'n twaalf jaar. v ROEL DEN OUTER Hanna en Walter Kohner „Hanna en Walter". Uitgeverij Becht. Prijs ƒ24,50. „Dode steen" tot leven wekken is een kunst waarin F.L. Bastet zich een meeste^ toont. In zijn vierde bundel, waarvan de titel ontleend is aan een vers van Hooft, gaat de Leidse conservator door met zijn geschiedschrijving van de archeologie waaraan niets menselijks vreemd is. De archeologie in de achttiende eeuw, die in deze bundel vooral aan de orde komt, was een be zigheid van bizarre figuren, zoals de Franse abbé Fourmont die namens Louis XV op de Peloponnesos een spoor van verwoes ting achterliet bij zijn kopieerwerk van oude inscripties. Bastet schrijft over de briljante William Geil, „man van de wereld en pittige geest", over de geschiedenis van de Warwick Vase en over een klassiek voorbeeld van veranderend archeologisch in zicht in de geschiedenis van de befaamde Tonenpluizer. Actueel zijn de door hem behandelde ontwikkelingen van de opgravin gen op de Palatijn bij het paleis van Augustus en die op Thera, het huidige Santorini, dat 3500 jaar geleden door een vulkaan uitbarsting die die van de Krakatau overtreft, uiteen werd gere ten. Ook in zijn persoonsbeschrijvingen als van Tiemen Hooi berg toont Bastet zich opnieuw een scherp observator en rasver teller, die de lezer boeit tot het eind van zijn verhaal. F.L. Bastet: „De rest schuilt onder 't kruid; Wandelingen door de antieke wereld". Uitgeverij Querido. Prijs ƒ29,50. (ADVERTENTIE) BOEKHANDEL LEIOEN LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina bespro ken boeken zijn bij ons dlrekt leverbaar, óf via onze TERMI NAL te bestellen en dan bin nen drie dagen verkrijgbaar. In de Time-Life-serie Biblio theek der Landen is het jong ste deel over Arabië (160 pag, 45,25) een bevestiging van hoge kwaliteit in woord en beeld. Voortreffelijke kleuren foto's en kaarten illustreren royaal de historie en actuele ontwikkeling van het fascine rende schiereiland, waarbij alle acht staten aan de Golf kust, onder het woestijnzand vandaan, gouden rijkdom naar boven hebben gepompt. Vóór op uiteraard Saoedi-Arabië, met in 1981 een nationaal in komen van 84 miljard dollar, gewonnen in het oliebedrijf dat toch pas in 1939 werd aan geboord. Gigantische welvaart tegen een achtergrond van ka rakteristiek geloven - de Islam - en de sobere oorspronkelijk heid van de woestijn, karava nen, kamelen, wierook en mirre, stamverband en krijgs- lust: een geweldig panorama. Het boek vertelt hoe er met het vele geld wordt gebouwd en ook gesmeten, terwijl tege lijk her en der het oude noma denbestaan voortleeft: de Be doeïenen van de woestijn, trekkend van de Bron van de oude Kameel naar de Plaats der Lammeren, liever vrij dan slaaf van het geld. Op afstand ook van eigentijdse problemen in de Golfstaten, waar een weinig talrijke autochtone be volking wordt overspoeld door een van alle kanten toestro mende immigratie die de ar beidskracht moet leveren om het mechanisme van de wel vaart aan de gang te houden. Arabia Felix, het gezegende Arabië, zeiden de Romeinen en dachten dan vooral aan de zuidelijke kust: Jemen, Hadra- maut, Oman, vanwaar de kost bare wierook kwam. De zegen drijft nu op olie, en dat is in welriekendheid geen vooruit gang. JAN VAN HOORN Spoor naar Berlijn De dichter Ed Hoornik is een van de symbolen geworden van het verzet in Nederland tegen het nazistische ge weld. De ervaringen die de oorlog, het Duitse regiem, het concentratiekamp hem hebben aangedaan, zijn een hoofdthema in zijn literaire werk, ter wijl hij dit alles zelf eigenlijk liever als incidenten zag en zijn werk een veel universeler basis wilde geven. In veel proza en poëzie geeft hij verslag van al die verschrikkelijke ervaringen. Mies Bouhuys, levensgezellin van Hoornik, heeft nu een boek gemaakt, waarin deze kant van de dichter na drukkelijk belicht wordt. „Het is maar tien uur sporen naar Berlijn" is de titel van dit relaas, waarin Mies Bouhuys herinneringen aan Hoornik ophaalt. Op een heel gelukkige manier worden deze beschrijvingen, verhalende delen, afgewisseld door poezie van Hoornik, terwijl het boek wordt afgesloten met een aantal prozastukken van de hand van Hoornik, gewijd aan alles wat hij na de oorlog te verwerken had. Hij heeft het nooit kunnen verwerken. Op de laatste pagina van haar verslag over haar leven met Hoornik schrijft Mies Bouhuys over zijn dood: Zondag, 1 maart 1970, een week voof zijn zes tigste verjaardag, slaat de dood toe. Genadig. Als een boom valt hij achter over". Bij het laatste afscheid spreekt den. Er is een verhaal als „Brommer op zee", natuurlijk, dat is een onmisba re klassieker. „Tanker cleaning" mocht uiteraard ook niet ontbreken, maar het lijkt dat er toch weer verha len bij zijn, die niet in de bekende bundel voorkomen. Als u mocht be schikken over een Biesheuvel-boek met de titel „De wereld moet beter worden", heeft u wellicht alles in han den, wat in deze overigens prachtige, collectie verhalen over de zee bijeen is gebracht. Reis door Mexico Meulenhoff geeft van de geheimzinni ge, beroemde auteur B. Traven een boek uit, „Land van de lente", waarin hij een verslag schrijft van een reis door Mexico rond 1926. Hij maakte er zelf foto's bij, die ook zijn opgenomen in deze uitgave. Het is opvallend hoe een auteur, die in een toch nog onbekend gebied als Mexico indertijd toch geweest moet zijn, zich zo duidelijk een beeld vormt en dat land in zijn levende werkelijk heid leert zien. Ook Javaanse plaatsen worden zocht. Op 13 februari verblijft de teur, Harold Nicholson, in het bekei Bandoeng, waar hij enkele geheii van het tropische bed leert keni van zijn gastvrouw: „Dan vraagt vrouw Shaw of wij de bedden h; vonden en legt ons uit dat deze beddj speciaal voor de tropen ontworj zijn, zodat je 's nachts koel ligt. hoort ook een „goeling" bij, zegt ze, ervoor zorgt dat je benen niet tegen kaar aan schuren en dat de luchtcii latie bevorderd wordt. „Deze vrouw Shaw legt Nicholson dan dat deze kussens geweldig hel] „We noemen ze Dutch wives". Een boeiend verslag, vooral ook d<tis de nauwgezetheid waarmee vele <kesi< tails, die typerend zijn, aan de orde We men. De gang van zaken op zo'n boLe s met allerlei elkaar onbekende mensfr die een tijdlang dicht op elkaar zullr verblijven, eten, zich vermaken, wor heel nauwgezet verteld. j"eK fer c jake Frans Carnaval 7 kl°I 400 jaar geleden B. Traven in de jungle van Chiapas. Traven's reisverhaal is klassiek in alle opzichten, de lezer ervaart met de au teur, de verteller, de ontdekking van een nieuw land, de kennismaking met nieuwe, onbekende mensen. De sensa tie, dat alles nieuw is, en tegelijk een malig, onherhaalbaar. Een reis wordt nooit overgedaan. Traven leert veel over het Mexicaanse volk tijdens deze reis. Zijn „Land van de lente" is een reisverslag in zijn al lerbeste vorm: een totale kennisma king. De schrijver Emmanuel Le Roy LatLa— rie, een Frans historicus, werd in N derland bekend door zijn uitvoeri EIE boek over „Montaillou", waar in ui v middeleeuwen processen over ketteoec*€ gevoerd werden. De verslagen die d0^- die tijd dateren, waren voor Le R 3rin; Ladurie een prachtige bron om e e 3 zeer levendig beeld te geven van 11 dagelijks leven in dat middeleeuw r^ar dorpje in de Pyreneeën. ]ak De man heeft veel meer van dit so< 0gei historische beschouwingen geschi an I ven, die zich laten lezen als een bofl.3 s ende roman, terwijl ze geheel op er g< feiten en de historische werkelijkheden gebaseerd zijn. Bert Bakker komt t rans met een ander boek van zijn hanl-8 5 „Het carnaval van Romans, 157^aal 1580", met als ondertitel „Van Marian'3 Lichtmis tot Aswoensdag". once Het is natuurlijk niet zomaar een w 'e8 lekeurig carnaval, dat door Le R<oor Ladurie hier wordt geboekstaafd. gaat om een totaal uit de hand lopei gebeuren, dat eindigt in een bloedb^ waarbij de inwoners van het stadje Ro mans elkaar afmaken, nadat ze in ea— hinderlaag gelopen zijn, die door van de magistraten is uitgezet. Eeuwenlang is dit bloedige gebeur: in de vergetelheid (de doofpot?) gebl ec ven, tot het in dit boek in al zijn gr? welijke details weer tot leven kon ffl Een zeer rijk beeld van de gebeurtf nissen in zo n Frans stadje aan het eii p__ de van de zestiende eeuw komt daar|e he tot stand. ar< Ed Hoornik en Mies Bouhuys Piet Maliepaard de volgende woorden uit: „Voor velen van ons is er nooit een bevrijding geweest en zeker niet ^yoor Eddie. Voor Eddie kwam de be vrijding van Dachau pas zondag jongstleden". Tussen de enorme hoe veelheid boeken, gewijd aan herinne ringen aan de oorlog, is dit een heel indringende, waardevolle uitgave. Zeeverhalen „Mectori Salutem" roept de schrijver J. M. A. Biesheuvel in de aanhef van een nieuwe bundel verhalen uit. En hij vervolgt zijn bericht aan de lezer als volgt: „Menige lezer zal het niet zijn opgevallen dat ik in het diepst van mijn hart een schrijver van zeeverha len ben. Ik heb altijd zeeverhalen ge schreven en zal ze blijven schrijven"! „Zeeverhalen" is een nieuwe Biesheu vel-bundel, waar oude verhalen in staan. Een keuze uit vijf bundels, na tuurlijk „In de bovenkooi", maar ook „De weg naar het licht" en „Duizend vlinders". Het wordt tijd dat er eens iemand een serieuze lijst gaat opstellen van de titels van Biesheuvel. Het zou helemaal mooi zijn als hij dan ook nog al die verhalen nauwkeurig met el kaar zou gaan vergelijken. In dit boek, dat verhalen uit vroegere bundels zou moeten bevatten, ligt dan een bron van vergelijkende studie-mogelijkhe- De serie „Bibliotheek voor de literaire reiziger" van Meulenhoff blijft groei en. Er is nu een deeltje over „Parijs" en een over „Toscane" toegevoegd, volgens het bekende recept: een Ne derlands literator, die iets van deze stad of streek of van dit land weet, stelt een literaire bloemlezing samen, waaruit de lezer veel te weten moet komen van wat er daar, in den vreem de, omgaat. Jan Siebelink is verant woordelijk voor het boekje „Parijs". Je vindt een ruime keuze teksten, niet al leen van Franse schrijvers, Saul Bel low en Graham Greene zijn immers ook opgenomen. De keuze gaat in het verleden terug tot mensen als Huys- mans, Zola en de gebroeders De Gon- court. Aan de hand van veertien au teurs, onder wie zelfs Charles de Gaul le, een beeld geven van een complexe stad als Parijs, is ten ene male onmo gelijk. Desondanks is het een erg leuk boekje. De Italiaanse landstreek Toscane heeft een rijk verleden en een uiterst boei end heden. Hier ligt „de tuin waarin het moderne Eurpa tot bloei kwam". Veel niet-Italianen laat Willem van Toorn aan het woord in deze Toscane- bloemlezing. Onder hen Couperus, Mark Twain, Goethe Italiaanse schrij ver als Benvenuto Cellini en uiteraard Boccaccio zijn opgenomen. Een uiter mate gevarieerd boekje. Naar Java Een ander reisverhaal, ditmaal van een Engels heer, die in 1975 op de Wil lem Ruys een cruise maakte naar Java. Hier komt voornamelijk het le ven aan boord aan de orde en dat is heel wat. minnaar De schrijfster van zoveel geweldil boeken (waaronder „Hiroshima, mï amour"), Marguerite Duras, kreeg v| rig jaar de belangrijkste Frans literail prijs, de Prix Goncourt, voor haar rl man ,,L'Amant". Dat prachtige boek| nu in het Nederlands verschenen, l een heel mooie vertaling van Mariai ne Kaas. „De Minnnaar" is een ingrijpend 1 haal. De ik gaat terug naar I Marguerite Duras. iaaili ïatol waar zij geboren en getogen is, Viefindi nam. Prachtige, indringende, angs1 W; aanjagende, bijna onbeschrijfelijl ehar beelden komen bij haar op. Zij zoermc*; daar woorden en beschrijvingen voo De herinnering aan de man, die ha: eerste minnaar was, komt daarb1 steeds duiderlijker naar voor. Zij, ee f meisje uit een Europees gezin in ee ere£j zeer beschermd milieu, ontmoet ha: ere oudere minnaar in het vooroorlog! n(jei Saigon, in een wereld, die niet meilebt>( lijkt op wat onze wereld is, die nie 0ek meer heeft te maken met het Saigoeidg of het leven van nu. De breuken zijfe za onherroepelijk. Het verleden is daa|ndei mee niet weg, maar is ook niet melie k op te lossen of in de passen in het h loor den. naak De minnaar van toen neemt kontal «ar. op met de vrouw, die de „ik„ is, en v „ik" is zozeer Marguerite Duras zei 'et 1 dat je mag aannemen met een zei ee' I onthullend persoonlijk boek te make ,eeft hebben. Aan het eind, op de laatste p j*3™ gina van haar reisverslag, belt de mii naar van toen de vrouw op. „Hij w: et onzeker, bang zoals vroeger. Zijn stei itte trilde plotseling. En tegelijk met h reel trillen had ze, plotseling, het Chine je] accent weer gehoord". En vlak daa rr%lirm de schrijnende slotzin van het verha: «der „En toen had hij het gezegd. Hij h: ;ehee haar gezegd dat het was zoals vroegewan t dat hij nog altijd van haar hield, wit d hij nooit zou kunnen ophouden v*iieuv haar te houden, dat zijn liefde vcxWoet haar nooit zou overgaan, dat hij vj teed: haar zou houden tot aan zijn dood". 6en- Literair reizen Terug naar Vietnam en een J.M.A. Biesheuvel In deze rubriek besproken en ge noemde boeken: Mies Bouhuys over Ed Hoornik: „Het is maar tien uur sporen naar Berlijn". Met een keuze uit zijn werk. Uitgave Meulenhoff. Prijs ƒ32,50. J. M. A. Biesheuvel: „Zeeverhalen". Uitgave Meulenhoff. Prijs ƒ29,50. Bibliotheek voor de literaire reizi ger „Parijs"-verhalen van een stad. Verzorgd door Jan Siebelink „Tos- cane"-verhalen van een streek. Ver zorgd door Willem van Toorn. Uit gaven van Meulenhoff. Prijs per deel ƒ25,-. B. Traven: „Land van de lente"- een reisboek, met 120 foto's van B. Tra ven. Vertaling en nawoord Huib van Krimpen. Uitgave Meulenhoff. Prijs ƒ35,-. E. Le Roy ladurie: „Het Carnaval van Romans, 1579-1580". Van Maria- Lichtmis tot Aswoensdag. Uitgave Bert Bakker. Prijs ƒ45,-. Harold Nicholson: „Reis naar Java". Uitgave Veen. Prijs ƒ24,50. Marguerie Duras: „De Minnaar"-ro- man. Uitgave De Arbeidspers. Prijs ƒ24,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 18