AD DE MOS ilë Kampioenschap van Ajax is mijn titel" Rijvers beste nieuwe trainer" ft Stok karakter. Hij kan ook rustig analy seren wat er verder met Ajax moet gebeuren. Hij had zijn plannen voor het volgende seizoen al klaar. „Het enige, dat Ajax nodig heeft is een regisseur, een sterke man op het middenveld, iemand die voor gaat in de strijd. Iemand als Lerby. Dan zou er een ploeg staan, die na tionaal weer helemaal aan de top kan komen en misschien op korte termiin Europees weer wat kan gaan betekenen. Lerby speelt nu bij Bayern de sterren van de hemel, steeds meer wordt de bal bij hem ingeleverd. Maar Lerby zit nog een jaar vast en Aiax zou hem niet eens kunnen betalen. Erwin Koeman was een alternatief. Maar hii zou op zijn minst een half jaar nodig heb ben gehad om te acclimatiseren. Als het al geen jaar zou zijn. En dat kan Ajax zich eigenlijk niet ver- loorloven. Er moet iemand bij ko men, die direct bij het begin van het seizoen ziin stempel op het team kan drukken". Waarna De Mos nog eens ten over vloede aangeeft, dat Nederlandse topclubs zien geen bokkesprongen meer kunnen veroorloven. „Het is bij een multi-national als Ajax voortdurend een kwestie van plus sen en minnen. Vroeger was het zo, dat ie de goede spelers hield en de zwakke afstootte. Nu moet je de be tere spelers verkopen om je huis houding draaiend te kunnen hou den. Neem Feyenoord. Wat moet daar nu gaan gebeuren na het ver trek van Gullit? PSV is een uitzon dering. Dat blijft kopen. Onbegrij pelijk dat ze daar zo zijn terugge vallen. Toen ik ze aan het begin van het seizoen zag was het een machine. Ik vroeg me toen af wie die ploeg zou moeten stoppen. Nu weer Gullit er bii. Ajax doet het met eigen talent. Of zoals met Möl- by. Die kost een paar duizend gul den. Wordt verkocht aan Liverpool voor negen ton. Maar speelt daar overigens wel in de reserves". Robbie de Wit In het verhaal van Aad de Mos komt geregeld de kreet „er over heen kijken" voor. Toen hij zijn verstrekkende beslissing nam ae opstelling tegen Haarlem te veran deren, deed hij dat met het oog ge richt op de verdere toekomst. „In het betaalde voetbal wordt te veel ad hoe gewerkt. De komende zon dag wordt belangrijk gevonden, maar op langere termijn wordt nauwelijks beleid gemaakt. Daar was ik bij Aiax wel mee bezig. Ik haalde De Wit, ik heb er toe bijge dragen dat Vanenburg en Rijkaard nu meer verantwoordelijkheidsge voel hebben. Ze beseffen nu einde lijk dat zij niet meer in de schaduw van vedetten spelen, maar zelf im pulsen moeten geven". „Vooral met Rijkaard gaat dat nu goed. Er werd gezegd dat hij pas in Rijvers Aad de Mos kijkt ondanks alles met genoegen terug op zijn Amsterdam se periode. „Ik neb bij Ajax een portie ervaring opgedaan, die onbe taalbaar is. Dingen meegemaakt, die ie nergens anders beleeft. Je wordt door zo'n ontslag ook ster ker, ook die ervaring pak je mee. Daar ben ik dankbaar voor. Ik ben tenslotte een van de weinigen, die direct vanuit de amateurs bij het topvoetbal betrokken zijn geraakt". „Ik heb ook goede zaken voor de club gedaan. Er is voor miljoenen verkocht: Kieft, Lerby, Olsen, Möl- by. Daarom ben ik er gevoelsmatig nog zo bij betrokken. Ik denk bij voorbeeld dat Kees Riivers de beste trainer is, die Ajax zich zou kunnen wensen. Rijvers is een vakman. Bo vendien herstel je de combinatie Kohn-Riivers, die in het verleden succesvol was. Zij zouden van het team dat er nu staat iets moois kunnen maken. En dat moet ook, want Ajax is nodig. Voor het hele Nederlandse voetbal. Waar Ajax komt is het tenslotte uitverkocht". Niet rancuneus Aad de Mos is dus niet rancuneus over zijn ontslag bij Ajax, dat hem tot eind volgend seizoen doorbe taalt. „Ik ga nu eens rustig om me heen kijken. Ik ga misschien eens op bezoek bij Jesper, Kieft en Sö- ren en ik oriënteer me wat. Mis schien dat er over een half jaar wat komt. Dan zien we wel. Ik heb tot dusver nog met geen enkele club gesproken. Maar mijn tijd komt wel weer. Tenslotte is de naam van Aad de Mos nu overal bekend". „Ik heb vijf tropenjaren achter de rug bij Ajax. Maar door mijn hou ding en werkwijze ben ik wel ge zond gebleven. Ik heb niet op m'n tenen hoeven lopen. En ik kan ie dereen nog recht in de ogen kijken. Het is jammer dat ik het niet heb kunnen afmaken. Een titel geeft toch wel een bepaalde kick. Ook voor de spelers, aie voor het eerst zonder Cruijff landskampioen wor den. Dat moet op langere termijn toch ook effect krijgen. In het Ne derlands elftal bijvoorbeeld". AGIN; JK Ergens in het zegt hij het. Zonder laarbij overigens op fi- jke wijze op de borst te Zelfs zonder stemver- j. Zoals hij doorgaans op vlakke toon praat. Hij cheidt zich in dit vraag- k, zelfs al heeft dit de le situatie rond zijn ont- Ajax tot onderwerp, nigszins van zijn ietwat mnen houding direct na p van een wedstrijd. Hij ^een rf rustiger, denkt slechts !n wat langer na. „De n Aad de Mos is nu toch Bner' 51 bekend", klinkt het pe- 326 !5r dan bedoeld, im vol ni-potf een tussenzin uit een betoog, 5 een flard van het gesprek, de essentie van zijn situatie 1 toch in verpakt. „Ivic was "totaal onbekend toen hij bij 1' m.Afkwam. Toen hij wegging was C^d rn t0Ptra*ner- Én ook Been- j efer kwam goed onderdak, na- en Tj was vertrokken bij Ajax". jUS^kam van de huidige (interim- Iscoach is gevallen. En, oh iro- le man die onlangs in Boeda- iet winnende Nederlandse elf- aïVp^geleidde, was degene die De iqqif1 maart 1981 tijdelijk opvolg- fbrvolgens kwam Linder voor >r en daarna mocht De Mos ekent^if doen. De Mos herinnert „Ajax stond zevende met een puntenachterstand. Been- kon vertrekken en vervol- pakte Ajax onder mijn leiding ">n wedstrijden negentien pun- Sn speelde Europees voetbal". .deze opmerkingen spreekt I Je Mos (38 pas) uit op een ma- E5g$gj|die nauwelijks kan worden lun.y Jegd als het strelen van het ei- Mfgo. Er worden simpel feiten ■HHstateerd. Net als bij zijn ant- j^Hi op de vraag of hij zichzelf ^Hoptrainer vindt. „Ja", is het ^^^nkelijk korte antwoord, op hij nader verduidelijkt: toptrainer wordt van je ge it. Maar ik denk dat mijn re ien bij Ajax rechtvaardigen, |c kan zeggen dat ik een topt- f ben". 1 mei, jslcr /Jjgens vindt Aad de Mos dat /optrainer zich pas als zodanig nstaarv0pStenen tegenover bijvoor- ig. Boq een lastig bestuur als hij fi- d ieel volkomen onafhankelijk iCessler, dat is een toptrainer. san het zich veroorloven drie iden geen salaris te ontvangen »en club. Die is zelf goed voor tullen. Maar die van Jos naar kwam (Michels; red.) of die ADO naar Feyenoord ging pel) kon zich ook niets veroor- Dat kwam pas later. Een mn^iner is ook diegene, die de wissels pleegt, wissels die re- ^^^t hebben. Ik heb dit seizoen verscheidene ingrepen gedaan J^ucces hadden. Maar daar lees •^'Q'jjoit wat over. Ach, als je het laar volhoudt bij Ajax ben je, ik, wel een toptrainer". de Mos. Zijn naam heeft inder- in de drie jaar dat hij hoofd- r was bij Ajax een bekende gekregen. En, wat wellicht lender is, hij heeft zijn reputa- mbezoedeld kunnen houden, hij is gesneuveld bij Ajax kan nauwelijks worden aangewre- met fc£r verdwenen grotere reputa- Pelt Ahit De Meer dan de Hagenaar jrsiestde bliksemcarrière. Van een en b<leurhoofdklasser (RVC) binnen J- Hofjalf jaar hoofdtrainer worden M>- het ooit wereldvermaardheid arende Ajax, is tenslotte geen lijks gebruik. Dat De Mos uit- Iïliik ten onder ging in de in- B_J belangenstrijd, die Ajax per Militie nu eenmaal kent („en H hebben", zegt hij zelf) ver- Je eigenlijk niemand. Knobel, tl ly en Brom ondergingen dat lot er. Maar dit trio was niet ge- ommovrij van controversiële eigen- net atypen. jchten Im in fovert 00,1# de Mos heeft zichzelf nimmer lochend. Hij bleef de eenvoudi- fat introverte voetbaljongen uit Haag. Die in Rijswijk bleef tn. En die als zijn werk hem ■bij Ajax bond gaarne in de se contreien vertoefde. „Die ijkse autorit van en naar Am- 7 da .lam gaf me de gelegenheid be- 'ie zaken op een rijtje te zet- t tracht De Mos niet geheel tuigend zijn emotionele ge- E, lenheid aan de Residentie uit ggen. uxe ifendien", gaat hij verder, „was ïbad,VersLanc^êer n'et *n de directe 'erhalen gehoord van anderen, vel vlak bij De Meer woonden, stonden ze voor het minste ge ste bij je op de stoep". En als tre argumenten om zijn woon- ts aan te houden: „Ik verlooc- mijn afkomst niet. Ik bleef fcet houden met de mensen, wie ik vóór Ajax ook contact Ik ging geregeld naar jeugd- 'ijdjes kijken. Ik ben gewoon en. Ik wil alles verliezen, be- mijn geloofwaardigheid". wi( ^karaktervastheid siert De Mos. f heeft waarschijnlijk in niet hge mate bijgedragen tot zijn ftijdige vertrek bij Ajax. Want lis een komeet aan het voetbal- firmament omhooggeschoten Hage naar wenste bijvoorbeeld ook niet op te treden in het bekende voet balcircuit. Waarin voetbalfiguren en persmensen als vrienden met el kaar omgaan en waarbij het vol gens de ongeschreven wetten van dit milieu gebruik is, dat een trai ner een krantenrelatie nog wel eens een primeur toespeelt. En waarbij het in elk geval zo is, dat een trainer een wandelende Ster spot van zichzelf moet zijn. Dat eerste levert een doorgaans gunsti ge pers op en het tweede veel pu bliciteit. „Ik heb dat nooit gezocht", vertelt De Mos. „Ik heb me altijd op het standpunt gesteld dat aan het eind van de rit de punten tellen. Dat een titel alles wel zegt. Ik heb m'n ei gen pr-beleid misschien slecht ge voerd. Maar zo ben ik nu eenmaal. Ik ben niet van plan dat ooit te veranderen. Ik wil mijn geloof waardigheid daarvoor niet in de waagschaal stellen". „Ik ben geen marktkoopman, die zich met zijn mond verkoopt. Ik ben niet zo'n trainer, die voortdu rend loopt te schreeuwen over mentaliteit en die een vervangen speler een klopje op de schouder geeft. Ik was misschien te zeer be zig met mijn werk om me zelf meer te verkopen dan ik nu gedaan heb". Ziekbed Die zowel van karakter als enige koppigheid getuigende houding van de zoals gezegd wat in zichzelf gekeerde Aad de Mos, heeft hem parten gespeeld in zijn laatste we ken bij Ajax. In de dagen vóór het verloren duel met Haarlem, dat de directe aanleiding zou worden voor zijn ontslag, was De Mos aan het ziekbed gekluisterd. In die week werd het elftal, dat kort tevoren nog succesvol was geweest bij FC Utrecht, in overleg tussen assistent- trainers Kohn en Bruins Slot gewij zigd. „Ik wist dat je er bij Ajax altijd met je neus bovenop moet zitten. Als je één dag weg bent is er zo veel ge beurd, dat je veertien dagen moet inhalen. Daarom ben ik uit bed ge kropen, ben naar een ziekenhuis gegaan en heb gezegd: geef me me dicijnen, want ik moet naar Ajax". De Mos veranderde zonder overleg de overeengekomen opstelling, ind achtig ziin verantwoordelijkheid van hoofdtrainer, maar verzuimde de achter liggende gedachte aan een aantal betrokkenen mee te de len. „Dat is misschien onverstandig geweest. Als ik tegen een aantal mensen had gezegd waarom ik het deed, was het daarna misschien an ders gelopen. Ik ging er van uit, dat puntenverlies bij Haarlem geen ramp zou zijn. We hadden tenslotte in andere wedstrijden, soms met geheel door elkaar gegooide elftal len toch twee punten gepakt. Waardoor we een stootje konden velen". „Ik had al gezien dat er weer iets groeide bij Ajax, dat bepaalde spe lers weer in vorm begonnen te ra ken. Wat later ook wel is gebleken met bijvoorbeeld Rijkaard en De Wit in Boedapest. Bovendien wen ste ik niet als marionet te worden gebruikt. Ik ben de strijd nooit uit de weg gegaan. Zoals ik nu heb ge daan, heb ik altijd gewerkt. Als je je te veel andermans mening laat aanleunen ben je binnen een week weg". Tactische fout „De verandering van de opstelling zonder anderen over zijn bewee gredenen in te lichten was De Mos' eerste tactische fout, zijn tweede kwam twee dagen later. In de ver onderstelling door het bestuur van Ajax, waarvan voorzitter Harmsen hem kort tevoren nog publiekelijk lof had toegezwaaid, te worden ge steund, verordonneerde hij 's maandags de inmiddels berucht geworden „spiegeldag". Hij gaf de spelers opdracht bij elkaar te gaan zitten om „eens goed in de spiegel te kijken". Dat gebeurde en er ontstond zelfs een stemming over de positie van de trainer. Het merendeel was te gen De Mos en 's avonds kreeg de Hagenaar van het bestuur te horen dat hij kon vertrekken. „Ik sluit niet uit dat er een spel is gespeeld", tracht De Mos de ontwikkelingen te analyseren. „Dat de spelers zijn gebruikt, omdat het bestuur mij wilde wegwerken. Voor mij kwam dat trouwens 's avonds niet meer als een verrassing, dat ontslag. Spitz Kohn had mij al ingelicht. En daarna had ik het ook al van een paar spelers gehoord". De verkeerde taxatie van zowel be stuur als spelersgroep, die De Mos er toe aanzette het spiegelkijken voor te stellen, typeert evenzeer de rechtlijnigheid van denken van de trainer als het onvoorspelbare en opportunistische gedrag van het be stuur van Ajax. „Ik werkte dit jaar relaxter en rustiger dan tevoren. Daarom meende ik zo'n onderling spelersberaad wel te kunnen voor stellen. Maar je weet eigenlijk bij Ajax dat je als trainer na twee ne derlagen je biezen kunt pakken. Zo gaat dat nu eenmaal bij een bedrijf, dat je een multi-national kunt noe men. De resultaten zijn bepalend. Ajax kan het zich niet veroorloven om slecht te presteren. Zeker niet als je weet dat 51 procent van de fi nanciële huishouding wordt betaald via sponsoring". „Maar terug naar de spelers. Ik had verwacht, dat ze wat meer verant woordelijkheidsbesef zouden heb ben. Dat ze op die maandag bij zichzelf te rade zouden gaan. Maar helaas, voetballers zoeken de schuld het liefst bij iemand anders. Dat is ook het gemakkelijkst. Maar het heeft me toch wel een beetje te leurgesteld". Emotie Af en toe gaat Aad de Mos wat ver zitten. Hij schuift soms naar het puntje van zijn stoel in zijn comfor tabele flat in Rijswijk. Waar zijn driejarig dochtertje af en toe voor enige afleiding zorgt van de span ning en teleurstelling over Ajax, die door het gesprek weer worden laar de vroegere onderwijzer blijft op zijn wat onderkoelde wiize pra ten, bijna zonder stemverheffing. Slechts éénmaal lijkt de emotie het te winnen van zijn zakelijkheid. Dat is als het naderende kampioen schap van Ajax ter sprake komt. „Ik zie deze titel als mijn kampi oenschap. Dat kan niemand me af nemen. Ik heb in die jaren drie elf tallen begeleid. Vijfenveertig spe lers heb ik onder mijn hoede ge had. Wat Ajax nu presteert, wat daar nu staat is mijn werk. Dat ge ven ook Kohn en Bruins Slot toe. Ze bellen me nu nog geregeld. Kohn wilde niet mijn interim-op volger worden. Hij zei: in mijn con tract staat dat ik assistent ben, en dat blijf ik. En toen Bruins Slot zich akkoord verklaarde heeft hij het zelfs op voorwaarde gedaan dat hij overleg kon blijven voeren met mij. En dat werd toegestaan". Waarop De Mos een opvallende uitspraak doet over de man, die hem zijn congé meedeelde, voorzit ter Harmsen. „Ik heb ook geen problemen met Harmsen. Een goe de man. Hii staat onder druk van verschillende belangengroepen bij Ajax. Dat speelt voortdurend mee. Dat ze me bij Aiax geen kwaad hart toedragen, blijkt uit het feit dat er voor mij twee kaarten klaar lagen voor Ajax-Feyenoord. Maar ik kon het niet aan, het was nog te vers. Daar op de tribune zitten en dan aan moeten zien wat er met jouw ploeg in het veld gebeurt, dat wilde ik niet. Ik was afgelopen zondag ergens op een voetbalveld. Om kwart over twee raak je dan toch ineens in dat spanningsveld. Ik ben naar huis gegaan om het te kunnen verwerken. Pas toen de uitslag bekend was, ben ik naar dat terrein teruggegaan. Maar mis schien ben ik er dit weekeinde wel bij. Om getuige te zijn van het bin nenhalen van de titel. Mijn titel". Sentimenteel Sentimenteel is Aad de Mos aller minst. Dat ligt niet in zijn aard en Boedapest weer in vorm was. Maar ik zag het al eerder. Maar hij was er tegen Hongarije en tegen Feye noord. Zo zie je maar hoe belang rijk die wisselwerking is". „Het is niet zoals Beenhakker zegt, dat het clubvoetbal beter wordt als Oranie sterker speelt. Eerder omge keerd. Als de clubteams beter wor den gaat het Nederlands elftal ook presteren. Hoewel, je zag dat Ajax profijt had van de opsteker in Boe dapest. Sommige spelers barstten weer van het zelfvertrouwen". ZATERDAG 25 MEI 1985 Er heeft zich in dit bijna voorbije voetbalseizoen onopvallend een op merkelijke begripswijziging vol trokken. Ik heb het over Johan Cruijff. Ooit was het woord Cruijff synoniem voor tal van zaken. Ik noem er een paar: talent, geld, gro te mond. problemen. Maar nu is er nog slechts één. Deze week ontdek te ik het met een schok. Kijkend naar het ongeëvenaarde Studio Sport, bij welke rubriek Eddie Poelman overigens steeds meer op een echte presentator begint te lij ken, merkte ik dat Cruijff hetzelf de is als de „stok achter de deur". Er hoeft maar ergens een minus cuul spanningsveld te ontstaan of Cruijff wordt genoemd. Als advi seur, als technisch directeur, als managerhet kan niet op. Deze week is PSV aan de beurt. Die slome Brabanders hebben zich nog niet door FC Utrecht uit het bekergebeuren laten knikkeren of de geruchtenstroom komt op gang. Reker op de wip en Cruijff staat al weer te trappelen in het portaal, klinkt het onmiddellijk. En hij neemt Van Basten meteen mee, zwelt het circuit verder aan. Die Cruijff, wat wordt zijn naam misbruikt. De Amsterdammer heeft ziin hielen bij Feyenoord nog niet gelicht of de nieuwe banen lig gen voor het opscheppen. Tech nisch directeur in de Kuip, advi seur bij Roda JC, idem bij MVV, p.r.-man voor een beton fabrikant, manager bij Ajax en nu baas bij PSV. Nog even en elke Nederland se voetbalclub heeft Cruijff als ad viseur op de loonlijst staan. Waar om wordt die man nu eindelijk niet in Zeist binnengehaald, zou je den ken. Maar dan doet zich een merkwaar dig fenomeen voor. Waar Cruijff overal met open armen wordt ont vangen. wordt hij zodra hij zijn ge zicht laat zien in Zeist onmiddellijk het bos uitgejaagd. Cruijff heeft op KNVB-officials de uitwerking van een besmettelijke ziekte, iets dat je zo ver mogelijk van je bed moet houden. Onlangs bewees een ongeëvenaard staaltje hypocrisie dat weer eens. Er werd gepraat over een methode om Cruijff toch aan de bevoegd- - heid te helpen als trainer-coach te opereren. Hoewel iedere voetbal- deskundige ter wereld er van over tuigd is dat er waarschijnlijk geen betere kenner van dit balspel op deze aardkloot rondloopt dan Cruijff blijft Zeist halsstarrig. Slechts een papiertje van de van oogkleppen en oordoppen voorzie ne KNVB-officials geeft het recht ergens op een modderveldje te le- ren hoe een voetballer de bal tien keer moet hoog houden. En hoewel Cruijff inmiddels de helft van de Nederlandse clubs van adviezen voorziet en in den vreem de opereert als de Anton Geesink van de voetbalwereld, weigert Zeist hem te erkennen. Kort voor het „wonder van Boedapest" werd in de KNVB-burelen gesproken over Cruijff. En redelijk serieus ook. Dat was nodig, want verlies in Honga rije zou (zo zeiden vele expertsde sastreus zijn. En misschien wel eens kunnen inhouden het roer dras tisch om te gooien. Bijvoorbeeld niet Beenhakker naast Michels, maar Cruijff. Maar zie, de voorzienigheid greep in. Nederland won in Boedapest en de KNVB-officials konden opge lucht ademhalen. Het geval-Cruijff kon weer even op de lange baan worden geschoven. Onder het mot to: Oranje leeft nog en dan is Cruijff niet nodig. Typerend voor dezelfde kortzichtigheid, die nog niet zo lang geleden zeurend Zeist deed besluiten Rinus Israel herexa men te laten doen. Nota bene Is rael, een van de beste voetballers, die ons land de laatste dertig jaar had voortgebracht Zo lang deze mentaliteit in Zeist overheerst, blijft het kwakkelen met het Nederlandse voetbal De voetbalbonzen hebben voorlopig een half jaar respijt. Als straks Bel gië of Polen Nederland alsnog de weg naar Mexico verspert, zal er in Zeist wéér worden gepraat over Cruijff. Voor wie het natuurlijk be lachelijk zou zijn als hij bij figuren als Rab, Groenewoud, Plooyer, Van Lingen en hoe die minkukels daar ook allemaal mogen heten een cur- sus zou moeten volgen én examen doen. Dat is ongeveer hetzelfde als premier Lubbers een politiek exa men te laten doen bij wethouders van de Friese vlek Boerstronkera- deel. In Zeist is het oog sinds enige tijd star gefixeerd op Mexico. Het zou van realiteitszin getuigen als de blik wat dichter bij huis werd ge richt Bijvoorbeeld op West-Duits- land, waar Franz Beckenbauer (toch ook ooit een niet onverdien stelijk voetballer) zonder papieren de Mannschaft mag bestieren. En aan resultaat geen gebrek. Laat dat maar aan Duitsers over. Hoewel ze in Zeist niet te lang moeten talmen. Want nog even en Cruijff adviseert Alle Nederlandse voetbalclubs. En dan heeft hij geen tijd meer. Zin in de KNVB zal hij overigens nimmer hebben gehad. BUYS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 21