MINOLTA
Meer foto's, maar
veel minder film
Eerste opname op
laatste negatief
Historie
van
mobiele
camera
in
Delft te
MACROFOTOGRAFIE
EN -FILM:
ÓÓK BOEIEND
Kodak levert
mini-albums
steelt show met
fotocamera 7000
Overspelen
eenvoudiger
dan beweerd
Acht mm-filmen
klein wondertje
Eerste opname op laatste negatief
Een met microprocessors vol
gestouwde camera legt in een
tweeduizendste seconde vast
wat zijn eigenaar de vergetel
heid wil onthouden. Automa
tisch scherp gesteld, automa
tisch een juiste keuze ge
maakt tussen diafragma en
sluitertijd voor die film in het
toestel, waarvan automatisch
de gevoeligheid wordt inge
steld bij het automatisch in
zetten. En we verbazen ons
nergens meer over. Beelden,
al of niet stilstaand, zijn zo
nauw verweven met de he
dendaagse samenleving, dat
de vraag over de totstandko
ming ervan een nauwelijks
relevante tijdverknoeiing
lijkt. Toch is het vastleggen
van beelden, het schrijveii
met licht, het fotograferen
dus, nog maar amppr ander
halve eeuw oud.
Hoe men dat vroeger deed is mo
menteel te zien op een expositie in
het Technisch Tentoonstellings
Centrum aan de Kanaalweg 4 in
Delft, waar onder de naam „Ca
mera Mobiel" een beeld wordt ge
schetst van de ontwikkeling van
de handcamera.
Niepce, Daguerre en Fox Talbot
vonden in het begin van de 19e
eeuw met veel inspiratie en nog
meer transpiratie de fotografie uit,
zo wordt op de expositie uitgelegd.
In talloze vitrines staan de fraaie
camera's uit de beginperiode, een
stille getuigenis van het feit dat
men heel wat heeft moeten mee
sjouwen om iets op de gevoelige
glasplaat vast te leggen. Zo gevoe
lig was die trouwens niet, belich
tingstijden van enkele uren waren
geen uitzondering. Wat voor de
landschapsfotograaf niet zo proble
matisch was, maar wel voor de
portretfotograaf. Zijn clientèle
moest worden vastgesnoerd om be
weging tijdens de belichting tot
het uiterste minimum te beperken.
Heel wat anders dan onze moder
ne tweeduizendste seconde.
e^fiiapuiapn
VALQil
DIRECT-KLAAR
De principes zijn hetzelfde geble
ven, de apparatuur bepaald niet.
Vol belangstelling voor de vitrine met antieke klapcamera's.
denken. Toch was er al een in
1860: de Bourdin, waarbij men met
een pipet via een vulopening gejo-
deerd collodium naar binnen
bracht. Deze vloeistof kwam op
die manier op een glasplaat te
recht, en zie het wonder was ge
schied: ter plaatse werd een gevoe
lige glasplaat gefabriceerd, zonder
donkere kamer. Na de opname
werd op dezelfde manier de plaat
ontwikkeld. De Haagse freule
Alexandrine Tinne (1835-1869)
deed het weer anders. Op haar
missies in Noord-Afrika om te age
ren tegen de slavenhandel nam zij
een kar mee, waarop in een don
kere tent de lichtgevoelige plaat
werd gegoten. Het fotografisch
materiaal was de zwakke schakel
in de ontwikkeling van de fotogra
fie. Pas aan het einde van de 19e
eeuw werden de platen gevoeliger,
en pas daardoor werd het mogelijk
de camera's kleiner te maken. De
behoefte aan kleinere camera's
werd vooral aangewakkerd door
de amateurs, die het maar een ge
doe vonden met die grote balgca
mera's. De handcamera was gebo
ren en men had voor de doosvor-
mige apparaatjes al meteen een
verwarrend aantal verschillende
namen: box (vanwege zijn vorm),
handcamera (omdat het statief
thuis kon blijven), magazijncamera
(omdat er 12 platen tegelijk in
konden), platenbrekers (een bij
naam) of detectivecamera's omdat
men er onopvallend mee kon wer
ken. Uit een van de advertenties
van die dagen: „Hand- en detectief
camera Guy's Primus 9 x 12, met
speciale Rapid Aplanaat: 40,-".
Nu de camera's dan heel wat klei
ner waren geworden, werd het
een interessant object voor de uit
vinders: de camera moest kunnen
worden samengeperst door hem op
te vouwen of in te klappen. Zo
ontstond de zogenaamde reiscame-
ra, bijvoorbeeld de „Instanto-
graph" met 13 X 18 platen uit
Lancaster, Birmingham 1898, of de
samenklapbare 13 x 18 camera van
Jounte, Parijs 1890.
KODAK
Dank zij Samuel N. Turners uit
vinding van de rolfilm met papier
strook, werd het fotograferen pas
echt populair onder een groot pu
bliek. Niet in de laatste plaats
dank zij George Eastman, die het
belang van de rolfilm inzag en in
1895 de rechten overnam. Hij
streefde naar een camera, waarbij
de fotograaf alleen nog maar op de
knop hoefde te drukken, verder
niets. Dit leidde in 1888 tot de
„Kodak", de oer-rolfilmbox. Het
toestel produceerde op een strook
film 100 ronde opnamen van 6,35
centimeter in doorsnede. Men kon
de hele camera naar de fabriek te
rugsturen als de film vol was, deze
werd vervolgens met een
film en 100 afdrukjes retour ge
zonden. In 1900 volgde de Kodak
„Brownie" voor 6x6 cm foto's. De
camera kostte vijf shilling of een
dollar en daarmee was het hek
van de dam. Iedereen kon fotogra
feren. Met de meest hypermoder
ne camera die volledig automa
tisch werkt, is dus in feite niets
nieuws onder de zon.
Op de tentoonstelling in Delft is
verder onder meer de ontwikke
ling naar kleinbeeld te zien, onder
invloed van de eerste Leica uit
1925 van Oskar Barnack; een van
de eerste spiegelreflexcamera's
(Exacta 4 x 6,5 Dresden 1933) en
de eerste eenoogreflex met zoom
lens: de Voigtlander Bessamatic
1939 met Zoomarlens 1:2,8 36-82
Het Technisch Tentoonstellings
Centrum is dagelijks van 10.00 tot
17.00 uur en op zondag van 13.00
tot 17.00 uur (gratis) te bezoeken.
LUUD VAN DER HAM
De camera onderscheidt zich in
nerlijk en uiterlijk van elke andere
camera.
„Als de bekende warme broodjes".
De vraag naar de nieuwe Minolta-
7000 fotocamera is in Nederland
vier keer groter dan werd ver
wacht, aldus importeur Minolta
Camera Benelux BV in Maarssen.
Maar als dit al overdreven mocht
zijn, de belangstelling voor deze
uiterst vernuftig geconstrueerde
camera is bijzonder groot.
Helemaal verklaarbaar is dit niet.
Om de prijs alleen al van ruim
1300 gulden en het uiterlijk van de
camera, dat duidelijk wijst op een
computerbesturing en daardoor
minder technisch aangelegde foto
grafen ook kan afschrikken. En
dan is er nog de onbewezen prak
tijk: je moet er niet aan denken dat
een elektronisch onderdeeltje het
zou begeven, hoe degelijk de ca
mera ook mag zijn geconstrueerd
en hoe klopvast het apparaat ook
in de hand ligt.
Aan de andere kant is het een ge
weldige camera, waarin ultra-mo
derne technologie is verwerkt
waarmee niet alleen beter maar
ook, na een inwerktijd, eenvoudi
ger kan worden gefotografeerd.
Technisch gesproken is deze klein-
beeldcamera een wondertje en de
eerste kennismaking zal men niet
licht vergeten.
Iets met de hand instellen is er
niet bij, tenzij men dat met alle ge
weld wil. Hoewel: wie automatisch
naar de ring grijpt om scherp te
stellen, grijpt mis, omdat deze ca
mera dat voortdurend zelf doet,
juist een van de redenen waarom
de 7000 zoveel aandacht trok.
Scherpstellen hier betekent: mik
ken op het onderwerp en de ont
spanknop licht aanraken. De foto
graaf voelt een zachte beweging in
de camera het objectief stelt
zich in en het onderwerp staat
haarscherp. Afdrukken hoeft dan
nog niet eens; dat kan later.
Een beeldschermpje op de camera
geeft alle noodzakelijke gegevens,
zoals sluitertijd en diafragma, die
per gegeven vooraf ook zijn vast te
leggen, waarbij de rest zich aan
past. Doordrukken op de ont
spanknop zet de motordrive in
werking, die twee beeldjes per se
conde maakt.
De camera onderscheidt zich in
nerlijk en uiterlijk van elke ande
re camera, maar heeft in de speci
fieke fotobladen al zo veel positie
ve aandacht getrokken, dat de ge
vorderde amateur en ook vakfoto
grafen aan deze camera hun uiter
ste vertrouwen gaven. Dit door de
toch relatief lage prijs, de vermoe
delijke betrouwbaarheid en het ge-
Dat het uiterlijk voor sommigen
een drempel betekent, geeft de im»
porteur toe. Maar, wordt gesteld,
wie de gebruiksaanwijzing goed -
heeft gelezen dat is in dit geval
bepaald noodzakelijk en er een
tijdje mee heeft gewerkt, zal mer
ken dat de bediening juist opval
lend eenvoudig is. Ook al is het
even wennen, dat de camera over
al voor zorgt: filmtransport, juiste
belichting en lensopening en
scherpstellen en ook rekening
houdt met de filmgevoeligheid.
FRITS BROMBERG
munovaa»**/!
|\VJ\ BFILWa |MIC
Je moet er de tijd voor nemen, je moet er een geduldig karakter
voor hebben, de apparatuur en oog voor detail. Dan zijn bij fotogra
fie en film macro-opnamen te maken die lang kunnen boeien. Ma
cro: dat is extreem dichtbij. Er zijn speciale lenzen voor, zowel in de
fotografie als bij het filmen. Ook sommige zoomlenzen hebben een
„macro-stand". Het toepassingsgebied beslaat twee kanten.
In de fotografie zijn het vaak natuurliefhebbers die zich met macro be
zighouden: de nervatuur van bladeren, insecten en alles wat zich voor
sterke vergroting leent. Men kan het zich net zo moeilijk maken als men
zelf wil: dat varenblad is natuurlijk geduldig genoeg en een dode vlieg
zal ook niet zö veel moeite en geduld vergen. Anders wordt het, wan
neer de fotograaf een insect tijdens de landing op een meeldraad vast
wil leggen: men weet zelden wanneer en waar precies en toch dient men
dat te weten, omdat de afstelling zo ongehoord nauwkeurig luistert.
Toch zijn er fotografen die daarin bedreven zijn, de belichting met ver
scheidene lampen regelen en schitterende resultaten boeken. Want zo,
met uiterste precisie en geduld, krijgt men de landende vlieg mèt door
schijnende vleugeltjes.
Overigens hebben de meeste videocamera's ook een macrostand, waar
door de cineast leuke dingen kan gaan doen. Boekillustraties kunnen
centimeter voor centimeter worden afgetast, een verhaal kan erbij wor
den gemaakt en zelfs kan men zelf tekenfilms maken. En men kan ook
doen wat een Philips-medewerker deed: een luchtfoto van zijn woon
wijk voor de camera houden en die richten op het deel waar zijn huis
staat. Op het televisiescherm verschijnt dan een sterk uitvergrote prent,
met duidelijk zichtbaar: „Kijk, hier woon ik, mooi hè?".
Met veel moeite en geduld: extreem dichtbij.
Is het mogelijk om over te spelen
van het ene systeem naar het an
dere, zonder dure tussenkabels die
bovendien moeilijk te krijgen zijn?
De handel doet er vaak moeilijk
over en wil graag dure kabels voor
de klant bestellen, omdat er tien
tallen verschillende zijn, voor de
diverse merken en systemen. Een
normaal kabeltje, met de normale
in- en uitgangen, zou onvoldoende
zijn en als er al beeld wordt over
gespeeld, dan nog met groot ver
lies, aldus de handel.
Onze ervaringen liggen anders.
Met het eenvoudigste videokabel-
tje (dat ook tussen tv en recorder
wordt gebruikt en wordt bijgele
verd) is het ons steeds gelukt van
het ene systeem naar het andere
over te nemen, zonder noemens
waardige verliezen. De grap hier
bij is, dat van de recorder waar het
beeld naartoe moet, een ontvangst
kanaal wordt gebruikt en de re
corder waarvan wordt overgeno
men, als zender wordt beschouwd.
Misschien lukt het niet bij elk
merk, maar het is altijd de moeite
van het proberen waard: het be
spaart veel geld en gezeur in de
winkel, waar men doorgaans net
niet het verlangde en speciaal bij
dat éne merk recorder behorende
kabeltje in voorraad heeft.
Behalve de 8 mm camcorder
brengt Sony er uiteraard ook film
voor óp de markt: drie tapeleng
ten, de P5-30 voor een half uur
film, de P5-60 (uur film) en de P5-
90 voor anderhalf uur. En hoe
groot zo'n filmcassette is, toont bij
gaande foto: niet veel groter, maar
wel iets dikker dan de bekende
muziekcassette. Sony belegde de
tape met ultra-fijne metaaldeeltjes
en door de compactheid heeft de 8
mm tape een dubbele dichtheid
nodig. De naaldvormige, puur ijze
ren deeltjes zijn slechts 0.15 mi
cron lang, l/25e deel van een stan
daard (beta) cassette. Een letterlijk
klein wondertje.
Een muziekcassette (links onder) vergeleken met de 8 mm videofilmcas-
Het lijkt drukker te worden op de
markt van de kleurenfotografie en
de strijd tussen merk-ontwikkel-
centra en de „mini-labs" waarin
soms binnen een uur films worden
ontwikkeld en afgedrukt, laait op.
Kodak heeft de handschoen opge
nomen en er iets aardigs op gevon
den om de fotografen die over
enig geduld beschikken en een
goed resultaat willen zien aan
zich te binden.
Kodak heeft al sinds het ontstaan
van het bedrijf een goede naam;
kwaliteit staat voorop en wat dat
betreft komen de fotografen die
hun rolletje naar dit bedrijf sturen,
zelden of nooit voor onaangename
verrassingen te staan. Toch zal ook
Kodak klanten verliezen aan de
snelle printers. Om een aantal van
die klanten te behouden maar
ook om nieuwe erbij te winnen
heeft Kodak een aardigheidje be
dacht, dat in de praktijk meer
bleek te zijn dan een aardigheidje.
Kodak levert nu voor een bijzon
der schappelijke prijs (vijf gulden)
kleine afdrukjes die groter zijn
dan de contactafdrukken die
even groot zijn als het negatief
maar kleiner dan de gebruikelijke
afdrukken. Het bedrijf in Odijk
maakt deze fotootjes van alle gele
verde en gelukte negatieven met
de bedoeling, dat de klant thuis op
z'n gemak gaat bekijken welke ne
gatieven voor echte afdrukken in
aanmerking komen. Maar Kodak
leverde onbedoeld méér: de klant
krijgt de afdrukjes namelijk als
een harmonica-album en wanneer
een vakantie in 36 opnamen is
vastgelegd, dan krijgt de fotograaf
die vakantie als een mini-album
thuisgestuurd. Het was niet de be
doeling, maar het kwam er zo van.
Een woordvoerder van Kodak:
„Ja, zo kan men in één overzicht
de vakantie aan de buurman laten
zien. De afdrukken zijn niet groot,
maar voldoende voor een goede
indruk. Dat beviel de klant kenne
lijk. En wat écht groot moet wor
den afgedrukt, krijgen we later
wel te horen".
Je moet er maar op komen, maar het is handig en het kan in sommige
gevallen ongelukken voorkomen. Fuji is de eerste fabrikant die het
deed: een fotocamera maken met een motortje dat de hele zojuist inge
legde film in één ruk naar het einde toe doorspoelt, waarna de eerste
opname kan worden gemaakt, op het léétste negatief. Voordelen?
Jazeker. Er zijn van die fotocamera's die de neiging hebben spontaan
open te klappen, waardoor alle gemaakte opnamen belicht worden en
als verknald kunnen worden beschouwd. Bij de Fuji DL 200 kan dat
niet. Het hele negatief is na inleg uit de spoel getrokken en weer
opgerold waarna bij elke gemaakte opname het negatief in de licht
dichte spoel wordt opgeslagen. Mocht dan de camera opengaan, per on
geluk, dan is de onbelichte film wel verknoeid, maar de gemaakte opna
men zijn gered.
Deze Fuji geeft ook aan hoeveel opnamen nog genomen kunnen worden
(niet, zoals gebruikelijk, hoeveel er gemaakt zijn) en door onder meer de
infrarood-scherptestelling is deze compactcamera volmaakt automatisch.
De lithiumbatterijen gaan bovendien vijf jaar mee, of 1000 opnamen
waarvan de helft geflitst. Overigens gaat die flitser al af als de camera
zelf vindt dat er te weinig licht is. Mooi allemaal, héél mooi.
Fotolenzen op
volautomatische
videofilmcamera
Algemeen gebruik is het nog niet,
maar sommige video-filmcamera's
hebben losse objectieven (lenzen)
die van het huis kunnen worden
afgeschroefd en door andere kun
nen worden vervangen. Ook door
lenzen die in feite voor kleinbeeld-
(foto)camera's zijn gemaakt. De
JVC GX-N7 is er zo een, een ca
mera van 1100 gram en volledig
geautomatiseerd. Ook scherpstel
len hoeft bij deze camera niet door
het volautomatische TTL scherp-
stelsysteem, waarmee een infraro
de straal door de lens wordt ge
stuurd.
smalfilmcamera zowat voor dood is verklaard, neemt de verkoop van
fotocamera's nog steeds toe. De cijfers liegen er niet om. Ruim tien jaar
geleden waren er in Nederland drie miljoen fotocamera's in gebruik,
waarmee 273 miljoen opnamen werden gemaakt. Het camerabezit is
thans op 6 miljoen gekomen, waarmee 600 miljoen opnamen werden ge
maakt.
De Nederlander maakt in hoofdzaak foto's om de herinnering: vakantie
foto's en foto's van de kinderen „van toen ze nog klein en leuk waren".
En omdat er bijna niets meer kan misgaan veel functies automatisch
worden uitgevoerd is fotograferen niet langer een bezigheid, die
vooral was weggelegd voor (technische) mannen.
De smalfilmcamera daarentegen, 8 mm super of normaal, met of zonder
geluid, heeft het loodje moeten leggen; in 1980 bezat 20 procent van de
Nederlandse huishoudens zo'n filmcamera, waarvan er 670.000 actief
werden gebruikt. Dit aantal is in de jaren zeventig opgebouwd met een
vrijwel constante jaarlijkse groei van 60.000 camera's. Maar in 1982
kwam daar abrupt een einde aan. Niet alleen door de opkomst van de
videocamera (nog steeds pittig geprijsd), maar ook door de prijs die voor
een smalfilmrolletje moet worden betaald: dertig gulden. En de minder
dan drie minuten film voor dit bedrag, begint nu wel schril af te steken
tegen de tijden waarmee video kan worden gefilmd: uren, en dat voor
minder dan die drie tientjes. Vermoedelijk de genadeklap voor het smal-
filmen.
Je moet er maar op komen, maar het is handig en het kan in sommige
gevallen ongelukken voorkomen. Fuji is de eerste fabrikant die het
deed: een fotocamera maken met een motortje dat de hele zojuist inge
legde film in één ruk naar het einde toe doorspoelt, waarna de eerste
opname kan worden gemaakt, op het léétste negatief. Voordelen?
Jazeker. Er zijn van die fotocamera's die de neiging hebben spontaan
open te klappen, waardoor alle gemaakte opnamen belicht worden en
als verknald kunnen worden beschouwd. Bij de Fuji DL 200 kan dat
niet. Het hele negatief is na inleg uit de spoel getrokken en weer
opgerold waarna bij elke gemaakte opname het negatief In de licht
dichte spoel wordt opgeslagen. Mocht dan de camera opengaan, per on
geluk, dan is de onbelichte film wel verknoeid, maar de gemaakte opna
men zijn gered.
Deze Fuji geeft ook aan hoeveel opnamen nog genomen kunnen worden
(niet, zoals gebruikelijk, hoeveel er gemaakt zijn) en door onder meer de
infrarood-scherptestelling is deze compactcamera volmaakt automatisch.
De lithiumbatterijen gaan bovendien vijf jaar mee, of 1000 opnamen
waarvan de helft geflitst. Overigens gaat die flitser al af als de camera
zelf vindt dat er te weinig licht is. Mooi allemaal, héél mooi.