„PvdA moet maar alleen gaan regeren^
]2
Conflict in bouw vooralsnog uitzichtloos
Ceidae Soman!
PROF. ALBEDA, MEDE-AUTEUR CDA-PROGRAM:
WD
herstelt
ss zich.
Is ten koste
I van CDA
jndse
Absoluut neen99 tegen korter werk
geil
WERKGEVERS „WACHTEN GEWOON AF"
385
BINNENLAND/BUITENLAND
DINSDAG 21 MH 1985 PAGINA
2.10 7
9.80 j
(Van onze parlementaire
redactie)
DEN HAAG Als er nu
verkiezingen zouden worden
gehouden, dan zou de VVD
weer bijna terug zijn op het
niveau van drie jaar geleden
(33 zetels), terwijl het CDA
een aanzienlijk verlies lijdt
en uitkomt op 35 zetels. De
PvdA handhaaft zich op een
hoog niveau (63 zetels) en
zou met steun van D'66 en de
kleine linkse partijen een
meerderheidskabinet kun
nen vormen.
Dit blijkt uit een enquête
van het bureau Lagendijk,
gehouden begin deze maand
onder ruim elfhonderd stem
gerechtigden. De cijfers wer
den gisteravond bekend ge
maakt in het tv-programma
Televiziers Magazine van de
AVRO. Opvallend was ver
der dat niet alleen het CDA
maar ook de kleine christelij
ke flink op verlies staan. De
RPF, waarvan de Tweede-
Kamerfractie door de afsplit
sing van Wagenaar is gehal
veerd, zou nu geheel van het
toneel verdwijnen. SGP en
GPV delen in de malaise. De
staatkundig gereformeerden
zakken van drie naar twee
zetels en het GPV kan zich
nog maar juist handhaven
(0,6 procent) in de Kamer.
De VVD weer meer aantrek
kingskracht te hebben voor
jongere kiezers, van 18 tot 34
jaar. De winst van de VVD
gaat ten koste van het CDA;
vooral veel hervormden zeg
gen liberaal te zullen gaan
stemmen. Ook rooms-katho-
lieken verlaten het CDA,
maar die gaan in meerder
heid naar de PvdA. Van de
overige progressieve partijen
krabbelt D'66 weer wat ver
der overeind (5 zetels) en
blijft de PSP op winst staan
(van 3 naar 5 zetels).
oo io
112
50 5
Mei '85 Verk. *82
PvdA
CDA
VVD
D'66
PSP
bwi CpN
101 PPR
m evp
2 ia sgp
2 12 RPF
0 10 gpv
AMSTERDAM - Prof. dr. Wil
Albeda heeft een nieuwe baan.
Nu de economische faculteit
van de Rijksuniversiteit in
Maastricht dankzij hem op po
ten staat, keert de oud-minis
ter terug naar Den H^ag om
daar per 1 september aan te
treden als voorzitter van de
„denktank van de regering",
die officieel bekend staat als
Wetenschappelijke Raad voor
het Regeringsbeleid (WRR).
Albeda (59) ziet vol enthou
siasme uit naar deze functie,
waarmee hij zijn eervolle car
rière denkt af te sluiten. Zeker
geen troostprijs, verklaart hij
met grote stelligheid, in reactie
op geruchten dat hij toch lie
ver voorzitter van de Sociaal-
Economische Raad had willen
worden. Hij erkent dat er pro
blemen waren in de SER rond
zijn persoon, maar „uiteinde
lijk heb ik zélf bedankt". Hij
wijst er voorts op dat daardoor
de plaats vrij kwam bij de
WRR, omdat ir. Th. Quené, de
vorige voorzitter, inmiddels is
benoemd bij de SER. „Het kan
raar lopen,' zegt Albeda.
We zitten in het restaurant
van het Centraal Station van
Amsterdam, vanwaar de pro
fessor na wat gesprekken te
hebben gevoerd in de hoofd
stad de terugreis zal aanvaar
den naar Maastricht. Het was
de bedoeling dat we uitslui
tend zouden praten over zijn
nieuwe werkkring, maar na
dat de geschiedenis van zijn
benoeming de revue is gepas
seerd is het onderwerp WRR
betrekkelijk snel uitgeput.
Nee, Albeda vindt zijn nieuwe
baan niet minder interessant
dan het voorzitterschap van de
SER. „Integendeel". Hij wijst
op het rapport Plaats en Taak
van de Nederlandse Industrie
(PTNI), waarmee de WRR in
1980 spraak maakte. „Sommi
gen meenden zelfs dat eigen
lijk de SER dat werk had moe
ten doen". Albeda wijst erop
dat de SER aanzienlijk aan be
lang heeft ingeboet, doordat de
partijen daar vrijwel nooit tot
een eensluidende mening kun
nen komen. Volgens Albeda
lijkt het er vaak op dat er niets
anders gedaan wordt dan
„standpunten aan elkaar nie
ten".
De WRR daarentegen, die de
zaken wat afstandelijker bena
dert, slaagt er soms wel in een
consensus te bewerkstelligen.
Albeda wijst erop dat „PTNI"
geleid heeft, tot de commissie-
Wagner, die op haar beurt
weer de noodzaak van een an
der kabinetsbeleid heeft dui
delijk gemaakt. Ja, dat rapport
is alweer vijf jaar oud, maar
dat wil -niet zeggen dat de
WRR inmiddels niet aan de
weg heeft getimmerd. Albeda
noemt een werkstuk over de
landbouw, „waar in die sector
groot belang aan wordt ge
hecht".' Ook voorspelt hij dat
het WRR-rapport over de soci
ale zekerheid, dat over enkele
maanden zal verschijnen, ge
ruchtmakend zal zijn.
Hoewel hij daar eigenlijk niets
over mag zeggen, doet hij het
toch, „omdat er hier en daar al
over gepubliceerd is". De
WRR denkt aan een opzet,
waarin iedereen recht heeft op
een basisinkomen. Daaruit is
een systeem te ontwikkelen,
waarin de koppeling van het
sociaal minimum aan de loon
vorming, die nu in theorie nog
bestaat, gaat verdwijnen. Dat
alles houdt verband met de
ontwikkeling van wat wel ge
noemd wordt de post-indus-
triële samenleving, waarin
veel meer mensen veel minder
uren zullen werken dan nu
het geval is, maar waarin toch
voldoende geld binnen moet
komen in een gezin of andere
leefeenheid.
Program
Als het begrip „sociale zeker
heid" is gevallen, verdwijnt de
WRR naar de achtergrond, om
plaats te maken voor het con
cept-verkiezingsprogram van
het CDA. Albeda heeft het so
ciaal- en financieel-economi-
sche hoofdstuk daarvan voor
zijn rekening genomen. De
oud-minister van Sociale Za
ken, die in het eerste kabinet-
Van Agt medeverantwoorde
lijk was voor zaken als loon
maatregelen, wijst nu zelf op
de passages in het program,
waarin voor een terugtreden
van de overheid wordt gepleit.
Albeda vindt dat dit punt ten
onrechte vrijwel geen aan
dacht heeft gekregen in de
massamedia.
Albeda: „Het is niet zomaar
een theorietje wat daar staat.
In de christen-democratie is
een nieuwe bezinning gaande
op eigen gedachtengoed. Vol
gens ons is de maatschappij
van de zestiger en zeventiger
jaren te veel uitgegaan van de
overheid als Grote Verzorger.
Elke nood was er één waarin
de overheid moest voorzien.
We hebben onvoldoende oog
gehad voor het feit dat daar
mee de eigen verantwoorde
lijkheid van de mensen en
hun organisaties is uitgehold.
Als je dat wilt veranderen, dan
zul je echte fundamentele ver
antwoordelijkheden moeten
teruggeven aan de maatschap-
peljke organisaties".
Waar denkt u dan aan?
„Aan drie dingen. Ten eerste
zal de regering niet meer in de
loonvorming mogen ingrijpen.
Als werkgevers en werkne
mers niet willen wat het kabi
net wil, zal het kabinet zijn wil
niet op mogen leggen. Ten
tweede: de regering legt het
arbeidsmarktbeleid, het ar-
beidsvoorzieningenbeleid en
het arbeidsomstandighedenbe
leid voor een groot deel in
handen van de sociale part
ners. Dat betekent dat een
groot deel van de betreffende
ambtenaren van Sociale Zaken
overgeheveld zal moeten wor
den naar de sociale partners.
Ja, het zou best kunnen dat
die ambtenaren worden gepri
vatiseerd".
„Ten derde: de loondervings
verzekeringen (ww, wwv en
wao) worden overgeheveld
naar de sociale partners
(werkgevers en werknemers).
De overheid moet alleen nog
Prof. dr. W. Albeda: „In de christen-democratie Is een nieuwe bezinning gaande op eigen gedach
tengoed. Volgens ons is de maatschappij van de zestiger en zeventiger jaren te veel uitgegaan van
de overheid als Grote Verzorger".
het sociaal minimum waarbor
gen en de maatschappeljke or
ganisaties zorgen voor de
rest".
Geeft de overheid daarmee
niet een heel belangrijk in
strument uit handen?
„Ja, dat is zo. Maar je meent
wat je zegt of je meent het
niet. Zo ja, dan zul je dat moe
ten waarmaken ook. In het
CDA menen wij het echt. We
hebben te veel gezien aan uit
holling van verantwoordelijk
heid. Nu moeten we serieus
aan het werk om dat te veran
deren. Dat wil natuurlijk niet
zeggen dat de overheid met de
armen over elkaar kan gaan
ziten".
„Het is niet zo dat de sociale
partners zullen kunnen doen
wat ze willen, bijvoorbeeld de
ww-uitkering op honderd pro
cent brengen, vanuit de ge
dachte dat de overheid wel
zorgt voor de mensen die defi
nitief uit de boot vallen, de
minima dus. Als dat dreigt, zal
de regering moeten zeggen dat
zij geen kans meer ziet de soci
ale minima nog langer een
koopkrachtgarantie te geven.
Impasse van
nu is het
gevolg van
de Nacht van
Dan onstaat er toch overleg.
Mijn ideaal is dat de sociale
partners en de regering een
intensieve dialoog hebben".
Ruding
U stelt in het CDA-program
ook dat er niet meer zo rigou
reus hoeft te worden bezui
nigd; elf miljard in vier jaar.
Minister Ruding heeft u dat
niet in dank afgenomen.
„Ach, dat is een nuancever
schil. We zijn het oneens over
het tempo waarin je het finan
ciële tekort van de overheid
moet terugdringen. Ik denk
dat een minister van financien
daar van nature anders over
denkt. Ik vind het wel een erg
snel tempo dat Ruding in het
hoofd heeft (in vier jaar nog
eens 24 miljard bezuinigen). Ik
vrees dat de nadelige effecten
daarvan (o.a. meer werkloos
heid) ertoe leiden dat het eer
der langer zal duren eer het
tekort het gewenste niveau be
reikt. Die discussie zal in het
CDA worden voortgezet".
Gaat het in die discussie eigen
lijk niet tegelijk over coalitie
vorming? Ruding is een ty
pisch voorbeeld van de
CDA'ers, die met de VVD wil
len regeren. U bent altijd
voorstander geweest van sa
menwerking met de PvdA.
„Ik weet niet hoor...In de pro
gramcommissie is het nooit
aan de orde geweest met wie
we zouden gaan regeren. In
1981 heb ik me inderdaad
sterk gemaakt voor een coali
tie met de PvdA. Ontzettend
jammer dat het tweede kabi
net-Van Agt mislukt is. Dat
heeft de socialisten in de posi
tie gebracht, waarin ze dom
weg konden toekijken. Ze
konden slapende rijk worden
door alleen maar te zeggen:
kijk eens, wat er allemaal ge
beurt. Ik denk dat het misluk
ken van het kabinet in 1982
een gemiste kans was. Dat had
niet mogen gebeuren".
„Maar goed, het is gegaan zo-
'als het gegaan is. Het huidige
beleid heeft zich ontwikkeld
in een coalitie met de VVD.
En de PvdA heeft weer een
geweldige blokkade opgewor
pen door haar absolute „neen"
tegen de kruisraketten. Maar
wij als CDA-programcommis-
sie hebben ons daar niet het
hoofd over gebroken. Mis
schien wel meer dan ooit heb
ben we geprobeerd een stuk
op te stellen vanuit het eigen
denken in de christen-demo
cratie".
PvdA
Zitten er voldoende aankno
pingspunten in het program
voor een coalitie met de de
PvdA?
„Ja, natuurlijk. In ons land
moet je kunnen samenwerken
met andere partijen. In het
ene geval sluit je andere com
promissen dan in het andere.
Ook de VVD zou best met de
PvdA kunnen samenwerken,
laat staan dus het CDA. Maar
er ligt die vervelende blokka
de van de kruisraketten, die
het wel eens heel moeilijk zou
kunnen gaan maken. Daar
door komen we in een impasse
terecht, wanneer de PvdA zo
groot wordt dat CDA en VVD
geen meerderheid meer heb
ben.
Is het nu net zo als in 1973?
Als informateur was u toen
heel dicht betrokken bij de
formatie van het kabinet-Den
Uyl.
„Ja, toen hebben we gepro
beerd het onmogelijke moge
lijk te maken. Achteraf vraag
je je af of het allemaal wel de
moeite waard was. De rol die
wij aan dat kabinet hadden
toegedicht was er één van ver
zoening tussen socialisme en
christen-democratie. Wij
brachten een geweldig offer
door minder posten in het ka
binet te aanvaarden dan lo
gisch was op basis van het ver
kiezingsresultaat. Dat deden
we vanuit de gedachte dat er
een basis gelegd moest worden
voor een samenwerking met
toekomst. Nou, die toekomst is
er helemaal niet gekomen.
Toen het kabinet afgelopen
was, zorgde de arrogantie van
de PvdA ervoor dat aan de sa
menwerking een einde kwam.
Vandaar mijn twijfels over het
rendement van de investering
van het CDA in het kabinet-
Den Uyl".
De PvdA moet dus nog mai
langer in de oppositie blijven
„Ik denk dat het slecht is a
een zo grote politiek partij i
lang buiten de regeringsve:
antwoordelijkheid wordt g«
houden. Dat is niet goed vo<
de democratie. Maar als je m
vraagt: hoe moet je dan ee
nieuwe coalitie met de Pvd
verwezenlijken, dan zeg ik: i
weet het niet. Wat kan des
regering anders doen dan hi
1-junibesluit uitvoeren. Ka
cfe PvdA dan vervolgens zej
gen: we leggen ons erbij nee;
Zoniet, kan het CDA dan ee
half jaar later 180 grade
draaien? Neen toch? Dus zitte
we in een impasse. Als c
PvdA groot genoeg word
moet ze maar een minde:
heidskabinet vormen".
Het CDA is dus niet bereid z<
als in '73 een offer te brengei
„Ik zou niet weten waaror
En wat zou dat offer moete
zijn? Bovendien, ik ben h'
eens met De Vries, dat CD
en VVD sinds 1981 het vui
werk hebben opgeknapt I
PvdA heeft zich daaraan kui
nen onttrekken en heeft vai
uit haar grote wijsheid kritie
geleverd, maar zich niet ecl
geëngageerd. De korte tijd d
ze het probeerden, kregen
van de eigen kiezers een kk
van hier tot gunder".
Er wordt in de Haagse politie
niet echt nagedacht over cor.
promissen tussen CDA
PvdA. Iedereen staart naar
november, wanneer het kal
net moet beslissen over i
kruisraketten.
„Ja, dat komt doordat men g
woonweg niet meer ziet hoe c
dreigende impasse ontweki
kan worden. Je kunt imme
niet tegelijk plaatsen en nic
plaatsen, al hebben we dat w
zes jaar gedaan. Nu is echt h
moment van de waarheid aa
gebroken en zullen die rakt
ten geplaatst moeten worde
tenzij we geholpen wordi
door de Sovjet-Unie, als d
zich eindelijk op dat punt ee
fatsoenlijk zou gaan gedr
gen".
Is dat nou de Nederlandse p
litiek op z'n smalst, dit star
naar 1 november, dit ulti
korte-baanschaatsen
„Het lijkt korte-baanschaats€
maar het is natuurlijk gewo-
een uitvloeisel van jarenlan
ontwikkelingen en die hebb
weer te maken met het feit c
de PvdA zolang uit de reg
ring is. Aanvankelijk zei o<
Den Uyl niet zonder me
„neen", omdat hij zag wat
gebeurde in de NAVO. Ma
nu zit de PvdA in een situat
waarin zij een puur opposit
program maakt en zich iden
ficeert met iedereen die c
welke reden dan ook die i
ketten niet wil neerzetten. K
is de ongezonde uitwerki
van ontwikkelingen in ons p
litieke stelsel, die in gang z
gezet in 1966 tijdens de Nac
van Schmelzer, toen de K\
het kabinet-Cals ten
bracht. Sindsdien zit de Pvt
alleen nog incidenteel in
regering".
RIK IN T HOUT
BOUWWERKGEVERS:
DEN HAAG „Een absoluut
neen" is het antwoord van de
bouwwerkgevers op de eis van
de bonden: een verdere ar
beidstijdverkorting met 2,5
procent. Doorstaken of afzien
van ATV is de keus die de
bouwbonden wordt gelaten.
De voorzitter De Vilder van
het Algemeen Verbond Bouw
bedrijf (AVBB) stelde gisteren
tijdens de presentatie van het
jaarverslag dat de bonden veel
te vroeg naar het middel van
staking hebben gegrepen: „We
zijn best bereid om te praten
over herverdeling van arbeid,
maar niet in de vorm van nog
meer roostervrije dagen".
De persconferentie, die in feite
over het jaarverslag had moe
ten gaan, werd aangegrepen
om uit de doeken te doen
waarom de werkgevers weige
ren atv-afspraken te maken.
De Vilder noemde daarvoor de
volgende argumenten:
Het bouwprodukt (woning,
kantoor, weg) wordt duurder
doordat meer vrije dagen zou
leiden tot langere bouwperio
den
Beunhazerij wordt bevor
derd omdat bouwvakkers in
hun vrije tijd zouden „schnab
belen".
Naleving van de ATV is
nauwelijks controleerbaar bij
de 15.000 bouwbedrijven.
De bouwbonden FNV en
CNV, die per dag circa 800.000
gulden kwijt zijn aan stakings
uitkeringen, hebben de argu
menten van De Vilder giste
ren afgedaan als „stokken om
de hond te slaan". Volgens
FN V-onderhandelaar R. de
Vries pakken bouwvakkers in
hun vrije tijd hooguit de klei
ne klusjes aan die voor aanne
mers niet interessant zijn.
„Verder hebben de werkge
vers nooit kunnen aantonen
dat ATV op grote schaal ont
doken wordt'Meer vrije da
gen hoeft volgens De Vries
tenslotte niet te leiden tot lan
gere bouwtijden omdat de be
drijfstijd onaangetast blijft.
Vanmorgen hadden de bonden
samen circa 10.000 stakers in
geschreven.
SUSKE EN WISKE HET DREIGENDE DINGES
DEN HAAG De stakings
acties in de bouw, die nu al
veertien dagen duren, zullen
deze week verder worden
uitgebreid. Vooralsnog zijn
er geen tekenen die wijzen
op een snelle oplossing van
het conflict. De bouwbonden
CNV en FNV hebben mo
menteel bijna 10.000 stakers
geregistreerd en dat aantal
groeit volgens de bonden nog
steeds. In de bedrijfstak wer
ken in totaal 250.000 mensen.
De bouwwerkgeversorgani-
satie AVBB heeft sinds het
begin van de stakingsacties
geen enkele poging gedaan
de bonden tegemoet te ko
men in hun roep om een 36-
urige werkweek. Ook giste
ren toonde AVBB-voorzitter
De Vilder zich onverzette
lijk: „over alles valt te pra
ten, maar niet over verdere
arbeidstijdverkorting
(ATV)". Het liefst zouden de
werkgevers de vijf procent
ATV, die twee jaar geleden
werd overeengekomen, ook
weer terugdraaien. Dat zoiets
niet meer kan, ziet ook De
Vilder wel in. Maar juist
vanwege de onomkeerbaar
heid van werktijdverkorting,
weigeren de werkgevers nu
„principieel" zich op nog
eens 2,5 procent ATV vast te
leggen.
De bonden, die alleen nog
kunnen kiezen tussen staken
en afzien van ATV, vinden
dat de werkgevers aansturen
op een langdurig conflict.
Dat wordt dan weliswaar
door het AVBB ontkend,
maar een oplossing voor het
gerezen conflict kunnen ook
de werkgevers niet vinden.
Van enige toenadering is in
het geheel geen sprake. De
werkgevers zijn zeker niet
van plan als eerste de cao
impasse te doorbreken. „Wij
wachten gewoon af". Vol
gens een AVBB-woordvoer-
der hebben de stakingen tot
dusver niet tot grote schade
voor de bedrijfstak geleid.
Het aantal stakende bouw
vakkers zou ook lager zijn
dan de bonden zeggen.
Jeugdlonen
Waar gaat het om? Dat is
niet zo gemakkelijk uitge
legd. Eerst is er de bouw-
bond-FNV, die met 143.000
leden verreweg de grootste
vakvereniging is in deze sec
tor. Zij staakt niet alleen
voor korter werken. Ook het
voornemen van de werkge
vers de jongerenlonen met 30
procent te verlagen is voor
deze bond onverteerbaar.
Voorts is zij het niet eens
met het voorstel de nu toe
bereikte vijf procent arbeids
tijdverkorting in te vullen
door vijf dagen te koppelen
aan de bestaande winterslui-
ting, enkele dagen flexibel
per onderneming te laten in
vullen en het resterende deel
te benutten voor een defini
tieve VUT voor 61-jarigen.
Voor de Hout- en Bouwbond
CNV, die drie keer zo klein
is als de FN V-organisatie,
ligt de nadruk op het verho
gen van de vakantietoeslag.
Over die toeslag, die nu
wordt afgeleid van het ga
rantieloon en niet van het
werkelijke loon, knokt men
al zeven jaar in de bouw. In
de zesde onderhandelings
ronde kregen de bonden op
dit punt hun zin, móar toen
het overleg stuk liep op de
ATV vervielen daarmee de
al bereikte resultaten.
De CNV-bond heeft gepro
beerd via de rechter de
werkgevers te dwingen al
leen met haar een cao te slui
ten, op basis van de overeen
stemming over het vakantie
geld. De rechter oordeelde
echter dat een akkoord tus
sen de werkgevers en de
CN V-bond nooit zou kunnen
gelden voor alle werknemers
in de bouw, aangezien de
CNV-bond een te kleine
groep bouwvakkers verte
genwoordigt. Na die uit
spraak restte de CNV-bond
niets anders dan ook over te
gaan tot stakingsacties.
Uitzichtloos
De strijd in de bouw is voor
alsnog uitzichtloos. In andere
bedrijfstakken waar het
overleg eveneens in eerste
instantie vastliep, konden de
partijen elkaar nog vinden in
een compromis: eerst een
studie naar de gevolgen van
arbeidstijdverkorting alvo
rens tot een 36-urige werk
week over te gaan. Een der
gelijke constructie is in de
bouw niet te verwachten, om
de doodeenvoudige reden dat
een dergelijke studie daar
reeds vorig jaar heeft plaats
gevonden. Uit dat onderzoek
bleek dat verdere arbeids
tijdverkorting ook in de
bouw mogelijk is, zij het se
lectief. Allemaal mooi en
wel, aldus AVBB-voorzitter
De Vilder, maar dat is theo
rie. „In de praktijk is het ge
woon niet uitvoerbaar".
Is dat zo? Uit de feiten is zo
wel het één als het ander te
concluderen. De huidige 38-
urige werkweek in de bouw,
die gegoten is in de vorm
van 12 roostervrije dagen,
heeft volgens de bonden
geen werkelijke bijdrage
kunnen leveren aan de
werkloosheidsbestrijding.
Van de ruim 100.000 werklo
zen in de bouw zijn er maar
weinig dankzij de arbeids
tijdverkorting aan het werk
gekomen. Daar komt nog bij
dat veel bedrijven de ATV-
regeling aan hun laars lap
pen en op de roostervrije da
gen gewoon doorwerken. Die
gegevens worden door het
AVBB aangegrepen als een
bevestiging van het eigen ge
lijk: nog steeds grote werk
loosheid en ATV is toch niet
te controlen, dus vergeet het
maar.
Beunhazerij
Een ander argument dat de
werkgevers gisteren tegen
verdere arbeidsduurverkor
ting in stelling brachten is
het feit, dat meer roostervrije
dagen de beunhazerij in de
hand zou werken. Zo'n argu
ment doet vreemd aan: ar
beidstijd als bestrijdingsmid
del van een maatschappelijk
kwaad als de ontduiking van
belasting- en sociale wetten.
Daar lijken andere middelen
voor te zijn.
Eén ding staat echter vast:
algehele malaise in de bou
Nog steeds is er sprake v
een stagnatie in de produ
tie, hoewel de cijfers van
op herstel van de particulie
bouw wijzen. Maar ook v«
dwijnen er nog altijd bou*
bedrijven. Op het eerste g
zicht pleit zo'n situatie vc
korter werken, maar
vraagt ook om economise
groei en een toename v
bouwwerkzaamheden. Vc
de overheidsopdrachten z
de laatste jaren sterk ten
gelopen als gevolg van
vele bezuinigingsrondes.
De handhaving van het z
kengeld kost de werkgev»
ook behoorlijk wat geld,
zien het hoge ziekteverzu
in de bouw. Daar komt n
bij dat een al te langduri
staking de slechte positie v
de bouwbedrijven alleen n
maar verder zal uithol!
met alle nadelen van di
voor de werkgelegenheid.
Honderdduizend werklo?
is te veel, daar zijn werkj
vers en bonden het wel o\
eens. Ook over de noodza
tot herverdeling van w«
valt te praten. Over de n
nier waarop, gaapt tusi
werkgevers en werknem
echter een kloof die op
moment niet te overbrugg
is. Een compromis lijkt
leen mogeliik als de werk.
vers hun halsstarrige hi
ding laten varen en de b<
den (vooral de FNV) ber
zijn het woordje „collecti
voor de arbeidstijdverkort
weg te halen.
MARGA RIJER
FRANS WEER