„PvdA moet maar alleen gaan regeren^ ]2 Conflict in bouw vooralsnog uitzichtloos Ceidae Soman! PROF. ALBEDA, MEDE-AUTEUR CDA-PROGRAM: WD herstelt ss zich. Is ten koste I van CDA jndse Absoluut neen99 tegen korter werk geil WERKGEVERS „WACHTEN GEWOON AF" 385 BINNENLAND/BUITENLAND DINSDAG 21 MH 1985 PAGINA 2.10 7 9.80 j (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Als er nu verkiezingen zouden worden gehouden, dan zou de VVD weer bijna terug zijn op het niveau van drie jaar geleden (33 zetels), terwijl het CDA een aanzienlijk verlies lijdt en uitkomt op 35 zetels. De PvdA handhaaft zich op een hoog niveau (63 zetels) en zou met steun van D'66 en de kleine linkse partijen een meerderheidskabinet kun nen vormen. Dit blijkt uit een enquête van het bureau Lagendijk, gehouden begin deze maand onder ruim elfhonderd stem gerechtigden. De cijfers wer den gisteravond bekend ge maakt in het tv-programma Televiziers Magazine van de AVRO. Opvallend was ver der dat niet alleen het CDA maar ook de kleine christelij ke flink op verlies staan. De RPF, waarvan de Tweede- Kamerfractie door de afsplit sing van Wagenaar is gehal veerd, zou nu geheel van het toneel verdwijnen. SGP en GPV delen in de malaise. De staatkundig gereformeerden zakken van drie naar twee zetels en het GPV kan zich nog maar juist handhaven (0,6 procent) in de Kamer. De VVD weer meer aantrek kingskracht te hebben voor jongere kiezers, van 18 tot 34 jaar. De winst van de VVD gaat ten koste van het CDA; vooral veel hervormden zeg gen liberaal te zullen gaan stemmen. Ook rooms-katho- lieken verlaten het CDA, maar die gaan in meerder heid naar de PvdA. Van de overige progressieve partijen krabbelt D'66 weer wat ver der overeind (5 zetels) en blijft de PSP op winst staan (van 3 naar 5 zetels). oo io 112 50 5 Mei '85 Verk. *82 PvdA CDA VVD D'66 PSP bwi CpN 101 PPR m evp 2 ia sgp 2 12 RPF 0 10 gpv AMSTERDAM - Prof. dr. Wil Albeda heeft een nieuwe baan. Nu de economische faculteit van de Rijksuniversiteit in Maastricht dankzij hem op po ten staat, keert de oud-minis ter terug naar Den H^ag om daar per 1 september aan te treden als voorzitter van de „denktank van de regering", die officieel bekend staat als Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Albeda (59) ziet vol enthou siasme uit naar deze functie, waarmee hij zijn eervolle car rière denkt af te sluiten. Zeker geen troostprijs, verklaart hij met grote stelligheid, in reactie op geruchten dat hij toch lie ver voorzitter van de Sociaal- Economische Raad had willen worden. Hij erkent dat er pro blemen waren in de SER rond zijn persoon, maar „uiteinde lijk heb ik zélf bedankt". Hij wijst er voorts op dat daardoor de plaats vrij kwam bij de WRR, omdat ir. Th. Quené, de vorige voorzitter, inmiddels is benoemd bij de SER. „Het kan raar lopen,' zegt Albeda. We zitten in het restaurant van het Centraal Station van Amsterdam, vanwaar de pro fessor na wat gesprekken te hebben gevoerd in de hoofd stad de terugreis zal aanvaar den naar Maastricht. Het was de bedoeling dat we uitslui tend zouden praten over zijn nieuwe werkkring, maar na dat de geschiedenis van zijn benoeming de revue is gepas seerd is het onderwerp WRR betrekkelijk snel uitgeput. Nee, Albeda vindt zijn nieuwe baan niet minder interessant dan het voorzitterschap van de SER. „Integendeel". Hij wijst op het rapport Plaats en Taak van de Nederlandse Industrie (PTNI), waarmee de WRR in 1980 spraak maakte. „Sommi gen meenden zelfs dat eigen lijk de SER dat werk had moe ten doen". Albeda wijst erop dat de SER aanzienlijk aan be lang heeft ingeboet, doordat de partijen daar vrijwel nooit tot een eensluidende mening kun nen komen. Volgens Albeda lijkt het er vaak op dat er niets anders gedaan wordt dan „standpunten aan elkaar nie ten". De WRR daarentegen, die de zaken wat afstandelijker bena dert, slaagt er soms wel in een consensus te bewerkstelligen. Albeda wijst erop dat „PTNI" geleid heeft, tot de commissie- Wagner, die op haar beurt weer de noodzaak van een an der kabinetsbeleid heeft dui delijk gemaakt. Ja, dat rapport is alweer vijf jaar oud, maar dat wil -niet zeggen dat de WRR inmiddels niet aan de weg heeft getimmerd. Albeda noemt een werkstuk over de landbouw, „waar in die sector groot belang aan wordt ge hecht".' Ook voorspelt hij dat het WRR-rapport over de soci ale zekerheid, dat over enkele maanden zal verschijnen, ge ruchtmakend zal zijn. Hoewel hij daar eigenlijk niets over mag zeggen, doet hij het toch, „omdat er hier en daar al over gepubliceerd is". De WRR denkt aan een opzet, waarin iedereen recht heeft op een basisinkomen. Daaruit is een systeem te ontwikkelen, waarin de koppeling van het sociaal minimum aan de loon vorming, die nu in theorie nog bestaat, gaat verdwijnen. Dat alles houdt verband met de ontwikkeling van wat wel ge noemd wordt de post-indus- triële samenleving, waarin veel meer mensen veel minder uren zullen werken dan nu het geval is, maar waarin toch voldoende geld binnen moet komen in een gezin of andere leefeenheid. Program Als het begrip „sociale zeker heid" is gevallen, verdwijnt de WRR naar de achtergrond, om plaats te maken voor het con cept-verkiezingsprogram van het CDA. Albeda heeft het so ciaal- en financieel-economi- sche hoofdstuk daarvan voor zijn rekening genomen. De oud-minister van Sociale Za ken, die in het eerste kabinet- Van Agt medeverantwoorde lijk was voor zaken als loon maatregelen, wijst nu zelf op de passages in het program, waarin voor een terugtreden van de overheid wordt gepleit. Albeda vindt dat dit punt ten onrechte vrijwel geen aan dacht heeft gekregen in de massamedia. Albeda: „Het is niet zomaar een theorietje wat daar staat. In de christen-democratie is een nieuwe bezinning gaande op eigen gedachtengoed. Vol gens ons is de maatschappij van de zestiger en zeventiger jaren te veel uitgegaan van de overheid als Grote Verzorger. Elke nood was er één waarin de overheid moest voorzien. We hebben onvoldoende oog gehad voor het feit dat daar mee de eigen verantwoorde lijkheid van de mensen en hun organisaties is uitgehold. Als je dat wilt veranderen, dan zul je echte fundamentele ver antwoordelijkheden moeten teruggeven aan de maatschap- peljke organisaties". Waar denkt u dan aan? „Aan drie dingen. Ten eerste zal de regering niet meer in de loonvorming mogen ingrijpen. Als werkgevers en werkne mers niet willen wat het kabi net wil, zal het kabinet zijn wil niet op mogen leggen. Ten tweede: de regering legt het arbeidsmarktbeleid, het ar- beidsvoorzieningenbeleid en het arbeidsomstandighedenbe leid voor een groot deel in handen van de sociale part ners. Dat betekent dat een groot deel van de betreffende ambtenaren van Sociale Zaken overgeheveld zal moeten wor den naar de sociale partners. Ja, het zou best kunnen dat die ambtenaren worden gepri vatiseerd". „Ten derde: de loondervings verzekeringen (ww, wwv en wao) worden overgeheveld naar de sociale partners (werkgevers en werknemers). De overheid moet alleen nog Prof. dr. W. Albeda: „In de christen-democratie Is een nieuwe bezinning gaande op eigen gedach tengoed. Volgens ons is de maatschappij van de zestiger en zeventiger jaren te veel uitgegaan van de overheid als Grote Verzorger". het sociaal minimum waarbor gen en de maatschappeljke or ganisaties zorgen voor de rest". Geeft de overheid daarmee niet een heel belangrijk in strument uit handen? „Ja, dat is zo. Maar je meent wat je zegt of je meent het niet. Zo ja, dan zul je dat moe ten waarmaken ook. In het CDA menen wij het echt. We hebben te veel gezien aan uit holling van verantwoordelijk heid. Nu moeten we serieus aan het werk om dat te veran deren. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de overheid met de armen over elkaar kan gaan ziten". „Het is niet zo dat de sociale partners zullen kunnen doen wat ze willen, bijvoorbeeld de ww-uitkering op honderd pro cent brengen, vanuit de ge dachte dat de overheid wel zorgt voor de mensen die defi nitief uit de boot vallen, de minima dus. Als dat dreigt, zal de regering moeten zeggen dat zij geen kans meer ziet de soci ale minima nog langer een koopkrachtgarantie te geven. Impasse van nu is het gevolg van de Nacht van Dan onstaat er toch overleg. Mijn ideaal is dat de sociale partners en de regering een intensieve dialoog hebben". Ruding U stelt in het CDA-program ook dat er niet meer zo rigou reus hoeft te worden bezui nigd; elf miljard in vier jaar. Minister Ruding heeft u dat niet in dank afgenomen. „Ach, dat is een nuancever schil. We zijn het oneens over het tempo waarin je het finan ciële tekort van de overheid moet terugdringen. Ik denk dat een minister van financien daar van nature anders over denkt. Ik vind het wel een erg snel tempo dat Ruding in het hoofd heeft (in vier jaar nog eens 24 miljard bezuinigen). Ik vrees dat de nadelige effecten daarvan (o.a. meer werkloos heid) ertoe leiden dat het eer der langer zal duren eer het tekort het gewenste niveau be reikt. Die discussie zal in het CDA worden voortgezet". Gaat het in die discussie eigen lijk niet tegelijk over coalitie vorming? Ruding is een ty pisch voorbeeld van de CDA'ers, die met de VVD wil len regeren. U bent altijd voorstander geweest van sa menwerking met de PvdA. „Ik weet niet hoor...In de pro gramcommissie is het nooit aan de orde geweest met wie we zouden gaan regeren. In 1981 heb ik me inderdaad sterk gemaakt voor een coali tie met de PvdA. Ontzettend jammer dat het tweede kabi net-Van Agt mislukt is. Dat heeft de socialisten in de posi tie gebracht, waarin ze dom weg konden toekijken. Ze konden slapende rijk worden door alleen maar te zeggen: kijk eens, wat er allemaal ge beurt. Ik denk dat het misluk ken van het kabinet in 1982 een gemiste kans was. Dat had niet mogen gebeuren". „Maar goed, het is gegaan zo- 'als het gegaan is. Het huidige beleid heeft zich ontwikkeld in een coalitie met de VVD. En de PvdA heeft weer een geweldige blokkade opgewor pen door haar absolute „neen" tegen de kruisraketten. Maar wij als CDA-programcommis- sie hebben ons daar niet het hoofd over gebroken. Mis schien wel meer dan ooit heb ben we geprobeerd een stuk op te stellen vanuit het eigen denken in de christen-demo cratie". PvdA Zitten er voldoende aankno pingspunten in het program voor een coalitie met de de PvdA? „Ja, natuurlijk. In ons land moet je kunnen samenwerken met andere partijen. In het ene geval sluit je andere com promissen dan in het andere. Ook de VVD zou best met de PvdA kunnen samenwerken, laat staan dus het CDA. Maar er ligt die vervelende blokka de van de kruisraketten, die het wel eens heel moeilijk zou kunnen gaan maken. Daar door komen we in een impasse terecht, wanneer de PvdA zo groot wordt dat CDA en VVD geen meerderheid meer heb ben. Is het nu net zo als in 1973? Als informateur was u toen heel dicht betrokken bij de formatie van het kabinet-Den Uyl. „Ja, toen hebben we gepro beerd het onmogelijke moge lijk te maken. Achteraf vraag je je af of het allemaal wel de moeite waard was. De rol die wij aan dat kabinet hadden toegedicht was er één van ver zoening tussen socialisme en christen-democratie. Wij brachten een geweldig offer door minder posten in het ka binet te aanvaarden dan lo gisch was op basis van het ver kiezingsresultaat. Dat deden we vanuit de gedachte dat er een basis gelegd moest worden voor een samenwerking met toekomst. Nou, die toekomst is er helemaal niet gekomen. Toen het kabinet afgelopen was, zorgde de arrogantie van de PvdA ervoor dat aan de sa menwerking een einde kwam. Vandaar mijn twijfels over het rendement van de investering van het CDA in het kabinet- Den Uyl". De PvdA moet dus nog mai langer in de oppositie blijven „Ik denk dat het slecht is a een zo grote politiek partij i lang buiten de regeringsve: antwoordelijkheid wordt g« houden. Dat is niet goed vo< de democratie. Maar als je m vraagt: hoe moet je dan ee nieuwe coalitie met de Pvd verwezenlijken, dan zeg ik: i weet het niet. Wat kan des regering anders doen dan hi 1-junibesluit uitvoeren. Ka cfe PvdA dan vervolgens zej gen: we leggen ons erbij nee; Zoniet, kan het CDA dan ee half jaar later 180 grade draaien? Neen toch? Dus zitte we in een impasse. Als c PvdA groot genoeg word moet ze maar een minde: heidskabinet vormen". Het CDA is dus niet bereid z< als in '73 een offer te brengei „Ik zou niet weten waaror En wat zou dat offer moete zijn? Bovendien, ik ben h' eens met De Vries, dat CD en VVD sinds 1981 het vui werk hebben opgeknapt I PvdA heeft zich daaraan kui nen onttrekken en heeft vai uit haar grote wijsheid kritie geleverd, maar zich niet ecl geëngageerd. De korte tijd d ze het probeerden, kregen van de eigen kiezers een kk van hier tot gunder". Er wordt in de Haagse politie niet echt nagedacht over cor. promissen tussen CDA PvdA. Iedereen staart naar november, wanneer het kal net moet beslissen over i kruisraketten. „Ja, dat komt doordat men g woonweg niet meer ziet hoe c dreigende impasse ontweki kan worden. Je kunt imme niet tegelijk plaatsen en nic plaatsen, al hebben we dat w zes jaar gedaan. Nu is echt h moment van de waarheid aa gebroken en zullen die rakt ten geplaatst moeten worde tenzij we geholpen wordi door de Sovjet-Unie, als d zich eindelijk op dat punt ee fatsoenlijk zou gaan gedr gen". Is dat nou de Nederlandse p litiek op z'n smalst, dit star naar 1 november, dit ulti korte-baanschaatsen „Het lijkt korte-baanschaats€ maar het is natuurlijk gewo- een uitvloeisel van jarenlan ontwikkelingen en die hebb weer te maken met het feit c de PvdA zolang uit de reg ring is. Aanvankelijk zei o< Den Uyl niet zonder me „neen", omdat hij zag wat gebeurde in de NAVO. Ma nu zit de PvdA in een situat waarin zij een puur opposit program maakt en zich iden ficeert met iedereen die c welke reden dan ook die i ketten niet wil neerzetten. K is de ongezonde uitwerki van ontwikkelingen in ons p litieke stelsel, die in gang z gezet in 1966 tijdens de Nac van Schmelzer, toen de K\ het kabinet-Cals ten bracht. Sindsdien zit de Pvt alleen nog incidenteel in regering". RIK IN T HOUT BOUWWERKGEVERS: DEN HAAG „Een absoluut neen" is het antwoord van de bouwwerkgevers op de eis van de bonden: een verdere ar beidstijdverkorting met 2,5 procent. Doorstaken of afzien van ATV is de keus die de bouwbonden wordt gelaten. De voorzitter De Vilder van het Algemeen Verbond Bouw bedrijf (AVBB) stelde gisteren tijdens de presentatie van het jaarverslag dat de bonden veel te vroeg naar het middel van staking hebben gegrepen: „We zijn best bereid om te praten over herverdeling van arbeid, maar niet in de vorm van nog meer roostervrije dagen". De persconferentie, die in feite over het jaarverslag had moe ten gaan, werd aangegrepen om uit de doeken te doen waarom de werkgevers weige ren atv-afspraken te maken. De Vilder noemde daarvoor de volgende argumenten: Het bouwprodukt (woning, kantoor, weg) wordt duurder doordat meer vrije dagen zou leiden tot langere bouwperio den Beunhazerij wordt bevor derd omdat bouwvakkers in hun vrije tijd zouden „schnab belen". Naleving van de ATV is nauwelijks controleerbaar bij de 15.000 bouwbedrijven. De bouwbonden FNV en CNV, die per dag circa 800.000 gulden kwijt zijn aan stakings uitkeringen, hebben de argu menten van De Vilder giste ren afgedaan als „stokken om de hond te slaan". Volgens FN V-onderhandelaar R. de Vries pakken bouwvakkers in hun vrije tijd hooguit de klei ne klusjes aan die voor aanne mers niet interessant zijn. „Verder hebben de werkge vers nooit kunnen aantonen dat ATV op grote schaal ont doken wordt'Meer vrije da gen hoeft volgens De Vries tenslotte niet te leiden tot lan gere bouwtijden omdat de be drijfstijd onaangetast blijft. Vanmorgen hadden de bonden samen circa 10.000 stakers in geschreven. SUSKE EN WISKE HET DREIGENDE DINGES DEN HAAG De stakings acties in de bouw, die nu al veertien dagen duren, zullen deze week verder worden uitgebreid. Vooralsnog zijn er geen tekenen die wijzen op een snelle oplossing van het conflict. De bouwbonden CNV en FNV hebben mo menteel bijna 10.000 stakers geregistreerd en dat aantal groeit volgens de bonden nog steeds. In de bedrijfstak wer ken in totaal 250.000 mensen. De bouwwerkgeversorgani- satie AVBB heeft sinds het begin van de stakingsacties geen enkele poging gedaan de bonden tegemoet te ko men in hun roep om een 36- urige werkweek. Ook giste ren toonde AVBB-voorzitter De Vilder zich onverzette lijk: „over alles valt te pra ten, maar niet over verdere arbeidstijdverkorting (ATV)". Het liefst zouden de werkgevers de vijf procent ATV, die twee jaar geleden werd overeengekomen, ook weer terugdraaien. Dat zoiets niet meer kan, ziet ook De Vilder wel in. Maar juist vanwege de onomkeerbaar heid van werktijdverkorting, weigeren de werkgevers nu „principieel" zich op nog eens 2,5 procent ATV vast te leggen. De bonden, die alleen nog kunnen kiezen tussen staken en afzien van ATV, vinden dat de werkgevers aansturen op een langdurig conflict. Dat wordt dan weliswaar door het AVBB ontkend, maar een oplossing voor het gerezen conflict kunnen ook de werkgevers niet vinden. Van enige toenadering is in het geheel geen sprake. De werkgevers zijn zeker niet van plan als eerste de cao impasse te doorbreken. „Wij wachten gewoon af". Vol gens een AVBB-woordvoer- der hebben de stakingen tot dusver niet tot grote schade voor de bedrijfstak geleid. Het aantal stakende bouw vakkers zou ook lager zijn dan de bonden zeggen. Jeugdlonen Waar gaat het om? Dat is niet zo gemakkelijk uitge legd. Eerst is er de bouw- bond-FNV, die met 143.000 leden verreweg de grootste vakvereniging is in deze sec tor. Zij staakt niet alleen voor korter werken. Ook het voornemen van de werkge vers de jongerenlonen met 30 procent te verlagen is voor deze bond onverteerbaar. Voorts is zij het niet eens met het voorstel de nu toe bereikte vijf procent arbeids tijdverkorting in te vullen door vijf dagen te koppelen aan de bestaande winterslui- ting, enkele dagen flexibel per onderneming te laten in vullen en het resterende deel te benutten voor een defini tieve VUT voor 61-jarigen. Voor de Hout- en Bouwbond CNV, die drie keer zo klein is als de FN V-organisatie, ligt de nadruk op het verho gen van de vakantietoeslag. Over die toeslag, die nu wordt afgeleid van het ga rantieloon en niet van het werkelijke loon, knokt men al zeven jaar in de bouw. In de zesde onderhandelings ronde kregen de bonden op dit punt hun zin, móar toen het overleg stuk liep op de ATV vervielen daarmee de al bereikte resultaten. De CNV-bond heeft gepro beerd via de rechter de werkgevers te dwingen al leen met haar een cao te slui ten, op basis van de overeen stemming over het vakantie geld. De rechter oordeelde echter dat een akkoord tus sen de werkgevers en de CN V-bond nooit zou kunnen gelden voor alle werknemers in de bouw, aangezien de CNV-bond een te kleine groep bouwvakkers verte genwoordigt. Na die uit spraak restte de CNV-bond niets anders dan ook over te gaan tot stakingsacties. Uitzichtloos De strijd in de bouw is voor alsnog uitzichtloos. In andere bedrijfstakken waar het overleg eveneens in eerste instantie vastliep, konden de partijen elkaar nog vinden in een compromis: eerst een studie naar de gevolgen van arbeidstijdverkorting alvo rens tot een 36-urige werk week over te gaan. Een der gelijke constructie is in de bouw niet te verwachten, om de doodeenvoudige reden dat een dergelijke studie daar reeds vorig jaar heeft plaats gevonden. Uit dat onderzoek bleek dat verdere arbeids tijdverkorting ook in de bouw mogelijk is, zij het se lectief. Allemaal mooi en wel, aldus AVBB-voorzitter De Vilder, maar dat is theo rie. „In de praktijk is het ge woon niet uitvoerbaar". Is dat zo? Uit de feiten is zo wel het één als het ander te concluderen. De huidige 38- urige werkweek in de bouw, die gegoten is in de vorm van 12 roostervrije dagen, heeft volgens de bonden geen werkelijke bijdrage kunnen leveren aan de werkloosheidsbestrijding. Van de ruim 100.000 werklo zen in de bouw zijn er maar weinig dankzij de arbeids tijdverkorting aan het werk gekomen. Daar komt nog bij dat veel bedrijven de ATV- regeling aan hun laars lap pen en op de roostervrije da gen gewoon doorwerken. Die gegevens worden door het AVBB aangegrepen als een bevestiging van het eigen ge lijk: nog steeds grote werk loosheid en ATV is toch niet te controlen, dus vergeet het maar. Beunhazerij Een ander argument dat de werkgevers gisteren tegen verdere arbeidsduurverkor ting in stelling brachten is het feit, dat meer roostervrije dagen de beunhazerij in de hand zou werken. Zo'n argu ment doet vreemd aan: ar beidstijd als bestrijdingsmid del van een maatschappelijk kwaad als de ontduiking van belasting- en sociale wetten. Daar lijken andere middelen voor te zijn. Eén ding staat echter vast: algehele malaise in de bou Nog steeds is er sprake v een stagnatie in de produ tie, hoewel de cijfers van op herstel van de particulie bouw wijzen. Maar ook v« dwijnen er nog altijd bou* bedrijven. Op het eerste g zicht pleit zo'n situatie vc korter werken, maar vraagt ook om economise groei en een toename v bouwwerkzaamheden. Vc de overheidsopdrachten z de laatste jaren sterk ten gelopen als gevolg van vele bezuinigingsrondes. De handhaving van het z kengeld kost de werkgev» ook behoorlijk wat geld, zien het hoge ziekteverzu in de bouw. Daar komt n bij dat een al te langduri staking de slechte positie v de bouwbedrijven alleen n maar verder zal uithol! met alle nadelen van di voor de werkgelegenheid. Honderdduizend werklo? is te veel, daar zijn werkj vers en bonden het wel o\ eens. Ook over de noodza tot herverdeling van w« valt te praten. Over de n nier waarop, gaapt tusi werkgevers en werknem echter een kloof die op moment niet te overbrugg is. Een compromis lijkt leen mogeliik als de werk. vers hun halsstarrige hi ding laten varen en de b< den (vooral de FNV) ber zijn het woordje „collecti voor de arbeidstijdverkort weg te halen. MARGA RIJER FRANS WEER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 7