ariété en :ircus als ;ezamenlijke room van aags gezin ery i teresting de katholieke paus te protesteren? Dat kan ik geen religieuze tolerantie noemen". Mijn geloof in de bovenmenselijkheid van miin opdracht was nu onwankelbaar, maar ik gaf niet op. „Die protesteerders die jij hier in Washington op de televisie zag, waren geen protestanten, dat waren katholieken die het niet eens zijn met de geboden van hun Kerk en dus van hun paus op het gebied van de moraal". Waarom gaan ze dan niet bij een andere kerk, of richten ze een nieuwe op, of doen ze het zonder kerk?", luidde de Amerikaanse logica. „Sommigen doen dat ook, maar de mees ten willen toch katholiek blijven en proberen om van binnenuit de Kerk te veranderen. Ze vinden dat de traditionele leerstellingen niet meer toepasbaar zijn in de moderne tijd. Omdat hun Kerk heel veel wat tegenwoordig normaal is, zoals geboorteregeling, nog altijd als zonde beschouwt, zijn veel katholieken in Nederland in gewetensnood". Er kwam een vaag teken van herkenning. „Now that you say so", zei de man, „de commentator op de televisie zei ook dat de Nederlandse katholieken in gewetensnood zijn. En toen zag je allemaal punk-achtige jongeren die het pausmobiel wilden aanvallen. Een Hollandse punk is dus eigenlijk een katholiek in gewetensnood?". „Nou nee, die punks hadden er eigenlijk niets mee te maken. Die zijn misschien zelfs helemaal niet godsdienstig. Die wilden alleen maar een potje vechten met de politie", legde ik uit. Peinzend vroeg de man om nog twee bier. Toen de glazen geheven en aangesproken waren zei hij: „Maar op de televisie zeiden ze dat er behalve de gewelddadige betogers bijna geen mensen voor de paus op de been waren, geen supporters en geen tegenstanders. En ze zeiden dat de meeste katholieken in Nederland zich toch weinig aantrekken van de officiële leer. Wie zijn dan nog de mensen die echt iets tegen de paus hebben? Het kunnen er nooit veel zijn". Dat zijn vooral de priesters die graag zouden willen trouwen en gelovige vrouwen en homofielen, die graag een grotere rol zouden spelen in de Kerk. dus zeg maar priester willen worden, maar zich gediscrimineerd weten door het Vaticaan. Alles bij elkaar ziin dat denk ik inderdaad niet zo heel veel mensen nee". „I see. Dan vind ik het toch maar vreemd dat er zoveel opwinding kan ontstaan over iets dat zoveel mensen onverschillig laat. Ik zag de paus duidelijk door bijna lege straten rijden in The Hague". „Tja", zocht ik naar een antwoord. En vond het in: „Misschien komt het omdat wij Nederlanders nu eenmaal erg begaan zijn met het lot van minderheden. Als wij ergens discriminatie zien, worden we woedend. Wij vinden dat iedereen dezelfde rechten heeft, ongeacht ras, geslacht, politieke richting of godsdienstige overtuiging. Dat is die typisch Nederlandse verdraagzaamheid waar ik het over had". Ik moest gaan en maakte aanstalte. De Amerikaan gaf me dankbaar een hand. „Het was een plezier met je te praten. Ik heb veel geleerd. It was very interesting". „Graaggedaan", zei ik en spoelde mijn mond met een laatste bruisende slok. Bij de deur naar de straat keerde ik me met een groetende hand naar hem om. Maar hij tuurde in ziin glas en zag me niet meer. „Very interesting", hoorde ik hem mompelend herhalen. MARC DE KONINCK Ron Ronel heeft als clown een mu zikaal nummer, zijn „muzikale we reldreis". Hij speelt viool, zingende zaag, de marimba en de concertina. Hij heeft een mini-versie van dat typische clownsinstrument in En geland laten maken voor driedui len, of in inrichtingen, of voor be jaarden, prima, graag. Het is trou wens nauwelijks onder woorden te brengen wat de echte clown van een slechte clown onderscheidt. Je ziet het gewoon: de een is alleen maar verkleed en de ander is een clown. Het is die uitstraling, die warmte. Grote clowns hoeven niets te doen, die kijken alleen maar de zaal in en het publiek lacht". demonstranten in Joetrecht eisten geloof ik het recht op om een ander soort religie uit te oefenen dan de katholieke staatsgodsdienst, isn 't it?". Zuchtend besloot ik tot een poging tot exegese: „Nee hoor, wij hebben in Nederland helemaal geen staatsgodsdienst. Iedereen is volkomen vrij om welke God dan ook op welke manier dan ook te gehoorzamen. Er zijn ook bijna net zoveel protestanten als katholieken in ons land. Nederlanders staan juist bekend als bijzonder verdraagzaam tegenover andersdenkenden „Maar waarom wilden dan zoveel Nederlanders de paus niet in hun land hebben?". „Omdat ze het niet eens zijn met zijn leer". Mijn Amerikaanse gesprekspartner vouwde zijn gezicht in een verbaasde plooi. „Natuurlijk zijn de protestanten het niet eens met zijn leer, maar daarom hoeven ze toch niet tegen De clownsfamilie Ronel: vlnr. Patricia, Ron, Margot en moeder Ovina. De huiskamer als circus. de foto's van haar revue-act van weleer: een welgeschapen jongeda me in de plakkaat, acrobatiek be drijvend op een champagne-glas, een nummer waar ze de Moulin Rouge in Wenen mee „deed", het Astoria in Hamburg en de Winter- garten in Dortmund. Het glas is verkocht aan de Moulin Rouge in Parijs, waar het nog moet staan. Met wegwerpgebaren wil ze het verleden het verleden laten, maar je voelt dat het heimwee kruipt waar het niet gaan mag. Ze schudt het van zich af en vertaalt het naar enthousiasme voor zoon en doch ters. Ze onderhoudt de contacten met impresario Baretto in Mun- chen en Madeywis in Lausanne, ze maakt alle theaterkleding zelf, en ze houdt bij waar „die Panzen" verkeren. „Ze staan vooral in war me landen. Griekenland, Spanje, Portugal, dat is beter voor ze dan hier. Je moet ontzettend oppassen dat chimpansees niet verkouden worden en longontsteking oplopen. Hier is nauwelijks iets te doen, ze moeten voortdurend huis in huis uit. En je moet werk voor ze heb ben. Hier heb je die „Anschluss" niet. Vandaar dat we dat nummer uitbesteed hebben. En het is steeds twee jaar van tevoren volgeboekt Hier had dat nooit gekund. En zo'n nummer moet blijven draaien. De chimpansees moeten bezig blijven. Anders verleren ze het en gaan ze zich vervelen". Ron Ronel: „Iedere jongen van pakweg een jaar of tien, heeft wel eens het idee dat hij clown wil worden. Ik had dat ook, maar ik heb 't volgehouden. En niemand keek daar eigenlijk raar van op. Hier, dit is een boek dat ik van m'n klasse-onderwijzer heb gehad. Over circus. Zie ie die tekst voorin: „Voor Ron die altijd clown was en het zal blijven". Zus Margot: „Als ik jarig was, wilde altijd de hele school bij ons thuiskomen. Al mijn vriendinnen zaten urenlang spra keloos te kijken naar wat Ron alle maal uithaalde". Loyaliteit Wanneer het lot het allemaal doet zoals het hoort, zwerft de familie Ronel straks met die Panzen, de ongehoorzame Engelse bulldogs (nooit doen wat de baas wil), de poedels tussen zoon, dochters en moeder in, langs de circussen en variété-theaters van West-Europa. Het zou een heerlijke beloning voor hun loyaliteit aan elkaar zijn. En de vervulling van de hartewens van moeders. Net als vroeger. „Het circus was vroeger net een fami lie", zegt ze. Voorlopig heeft ze het omgekeerde in elk geval waarge maakt in huize Ronel: de familie is er een compleet circus. Where are you from?", vroeg de man die in het café in downtown Washington naast me was komen zitten. „Uit Nederland", antwoordde ik. „O werkelijk? Wat toevallig! Ik zag vanavond op de tv nog beelden uit jouw land. Over de paus die daar op bezoek is". Ik wist dat dit moment zou aanbreken. Wat vond je ervan?", vroeg ik gedwee. Mijn buurman hapte in het schuim van zijn Old Milwaukee. „Ik had me nooit gerealiseerd dat iullie zo'n fel religieus volk waren. De laatste keer dat ik zoveel fanatieke gelovigen met gebalde vuisten over het scherm zag marcheren, ging het over Iran „Tja". Ik zag in dat uitleggen onbegonnen werk was. De man zette meteen door: „Als ik het goed begrepen heb kennen jullie in Nederland geen vrijheid van godsdienst, zoals wij die hier in Amerika hebben. De Grock Ron Ronels ambities reiken duide lijk verder. Hij verzamelt alles over zijn grote voorbeelden, laat de knipselboeken daarvan zien, pakt een videoband: een optreden van Grock. Zijn befaamde sprong op de stoel. Ron Ronel weet opeens niet meer dat er nog mensen in de ka mer zitten. Hij geniet, geeft com mentaar, draait een heel mooie scè ne nog eens terug. „Dat is mijn gro te voorbeeld", zucht hij. „Niet dat ik zoiets wil kopiëren, na wil doen, maar die stijl, fantastisch. En als ik dat leer door voor peutertjes te spe HAAG Wie zei daar het variété dood was? Dat SP| ouderwetse sfeer van de circusgasten niet meer fbeftnd? Wie praatte daar perSalgisch over die circusfa- van vroeger, die met len een hele serie „num- vertegenwoordigden? een deed dressuur, de an- danste, weer een ander Je clown en samen nog eens acrobatuur. Of welke :re volgorde dan ook. Het lat nog steeds. Er zijn nog Is mensen die „gek" zijn n'ÖJ „Het vak", die het van ratie op generatie doorge- En daar hoef je niet al- Boltini of Strassburger te heten. Ik wist het niet. het toeval bracht me in huiskamer van de familie t gt^iel. Een huiskamer waar gewoon mens onmiddel- aan het opruimen zou i, maar waar de Ronels in voortdurende en onbezol- act" het ene attribuut het andere te voorschijn plakboeken aanslepen, ijurken aantrekken en met z'n allen naar de be- idste aller clowns op de gaan zitten kijken, :k. Alleen het zaagsel ont- >tsff4ekt: eerste rang bij de Ro- lcw4-show delif ikëifneer ^et 'n een keurige buurt gelegen huis binnen- ruik je al de kruidige lucht het circus: dieren. Engelse jen en poedels. De chim- zijn er niet. Die zijn uitge- en doen via impresario's in it u xland, Spanje en Grieken- kè$ goede zaken elders. Laat ik de >WHtlie even voorstellen: op komt [e^ 1 Ronel, een opgeruimde, over pr- enthousiasme struikelende ^Jarige knaap, die het clowns- ip a Ia Grock, a la Charlie Re lais een droom koestert. Achter aan komt zus Margot, 19, zijn ■"""hente op het toneel, doet mee n-ifhet illusionistennummer met moeder, kan het apenummer en oefent op een poedelnum- Daarachter Patricia, 16 jaar, ikt haar laatste schooljaar af, "j^'ikt ook aan een poedelnummer ipt volgend jaar met de hele definitief de planken te Het mini-circus wordt be door moeder Ovina, arties- im Ovina te Voler, Oosten van geboorte en dat valt nog te horen, achter in de veertig grootste fan van haar zoon Dn is een natuurtalent"). Ze ft vanaf haar zestiende in cir- len gewerkt. Bij Sarassani, bij jenbeck en bij Krone. Moeder ;V zangeres, vader Kapellmeister. nwagen was het vaste honk i de familie tot de zoon naar tol moest. Toen werd een burgerhuis door de familie Duwd" tot een voor hen der honk. Een stilstaande inwagen, waar Het Vak van kanten de gelegenheid krijgt zend gulden, „Iemand anders van mijn leeftijd koopt dan een brom mer", zegt hij lachend. „Ik wil al die instrumenten goed leren bespe len. Zoals Karei de Rooij van Mini Maxi dat doet". De instrumenten zijn te voorschijn gekomen en dat betekent dat de kogel door de kerk is. Even later sjouwt hij het hele voorpaneel van zijn theater-act de kamer in. De boekenkast moet wijken, de deur gaat bijna uit z'n voegen Volgende stap: de kostuums. „Moet ik me ook nog schminken?", roept hij. Voor de fotograaf die sowieso al z'n lens vol heeft met al die attributen hoeft dat niet. Maar inmiddels zijn Champagneglas •Op een moment in de late avond dat de gemiddelde Nederlander wat amechtig in z'n pak neer zou zijgen, veren de Ronels op. En dat terwijl ze net, met z'n. allen in een busje, twee en half uur naar huis hebben moeten rijden na een optreden in Nijmegen. Moeder pakt biggen. moeder en dochters in de theater- kleren gestoken, worden de kunst bloemen uit het goochelnummer kwistig rondgestrooid en kan er ge schoten worden. om toe te slaan. Als Ovina te Voler haalde ze acrobatische toeren uit op de ruggen van olifanten, danste ze in variété, in een serie Duitse mu ziek- en revuefilms („Blumen von Hawai", „In Hamburg sind die Nachte lang", „De tijger van New York"). Vader Ronel is er niet meer bij. Hij was trapezewerker, een vak dat hem in '69 noodlottig werd. Maar daarover moesten we het maar liever niet hebben. Moe der Ovina: „Ik wil niet dat je een droevig verhaal schrijft". Kippevel Ook de Ronels kennen de nostalgie. „Vroeger was het een romantische tijd", zegt Ovina. „Al was het vaak ploeteren voor nog geen gulden per dag en na afloop van de voorstel ling als maaltijd een kop erwten soep achter in de circustent. Nu is het ieder voor zich en meteen na de voorstelling naar huis. Vroeger was het net een familie". Ze lijkt er alles aan de doen om de tijd stil te zetten. Haar kinderen laat ze niet alleen, ze zal ze steunen in hun am bities, zal daar aan meewerken zo lang ze kan. Al is de tijd anders. Zoon Ron zegt: „Waar moeder kip pevel van krijgt, dat is er niet meer". Niet dat ze zoon Ron ooit heeft aangezet tot een loopbaan als clown. „Als die jongen 't niet kon, dan had ik 't natuurlijk veel beter gevonden als hij timmerman was geworden. Maar hij is echt een na tuurtalent (Ron tussendoor: „Mutti, laat dat nou") en ik dank de lieve Heer dat hij wel het vak in wilde". Ron Ronel wil dat vak leren in al z'n facettên. Hij treedt 's winters op tijdens de gala's in de wintercir- cussen van Frankrijk, met de hele familie; hij doet in Nederland per soneelsfeesten, kinderpartijen, is te vinden in bejaardentehuizen en psychiatrische inrichtingen. Zusje Margot: „De directeur van de in richting voor geestelijk gehandi capten waar we laatst optraden, zei: „Als er hier clowns komen, moet ik altijd de deuren dichtdoen, want de mensen lopen de deur uit. Maar bij hem kan ik ze rustig laten open staan. Ze blijven op hun plek". Maar is het circus niet de grote droom van een clown? En is al dat Nederlandse werk niet frustre rend? Ron vindt van niet. „Thea terwerk is 't leukst, circus is het meest afwisselend, maar ik denk dat je alles moet kunnen. Je moet zo breed mogelijk kunnen werken, dat hoort allemaal bij die, zeg maar, studie voor clown. Want de grote jongens in het vak waren allemaal op leeftijd. Het is een groeiproces. En hoeveel circussen zijn er nou helemaal hier? Je hebt die kleine circusjes, die familiezaakjes. Dat is een tentje en een mastje. Een wa gen, een ezeltje, een konijntje en een eendje. Dét krijg je dan. Of het dierennummer bestaat uit twee gei ten, en daar moeten volwassen mensen dan naar zitten kijken. Dan lig je toch dubbel. Kijk, ik wil ze niet afkraken, hoor. Maar daar val ik gewoon niet op. Als je die clownsnummers ziet: ze zetten een neus op en het moet leuk zijn. En ze komen allemaal met dat water- spuitnummer en dat afgezaagd bordje met eieren".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 23