„Een Opera
aandeAmstel.
Dan kun je
niet zeggen: Miepje probeer het maar eens"
GEMENGDE GEVOELENS BIJ NEDERLANDS MUZIEKTHEAT!
Je moet slim
ZATERDAG 18 M0
Overzicht van de bouwwerkzaamheden aan het Waterlooplein, gezien vanaf de Mozes- en Aaronkerk. De muren
van het stadhuis (op de voorgrond) staan al min of meer. Daarachter het operagebouw.
Maquette van het stadhuis (L-vorm) en muziektheater aan de Amstel. Geheel rechts d<
Aaronkerk; op de voorgrond in het midden de brug Halvemaansteeg/Kloveniersburgwal.
AMSTERDAM „Een in
hoofdzaak gezongen en orkes
traal begeleid toneelspel, ge
woonlijk van ernstige aard".
Van Dale, laatste druk, blad
zijde 1994. Is dat opera? Is
Wagners Ring meer opera dan
Satyagraha van Philip Glass?
Over anderhalf jaar galmt de
eerste aria door het Muziek
theater aan het Amsterdamse
Waterlooplein; de artistieke
discussie is alvast begonnen.
André Hazes in de opera, kan
dat? Zingt de Nederlandse
Opera wel goed genoeg? En
hoe komt die zaal ooit vol?
„Misschien moet het Muziek
theater gewoon drie dagen per
week dicht".
„Als ik het aantal keren tel dat het
woord opera in de kranten staat,
dan zeg ik: opera zit in de lift".
Chris Lievaart, hoofd technische
dienst van de Nederlandse Opera
stichting in Amsterdam, legt be
dachtzaam beide armen op het bu
reau. Aan de muur van het kantoor
aan de Korte Leidsedwarsstraat,
sinds 1977 het tweede „tijdelijke"
onderkomen voor 's lands grootste
operagezelschap, hangt het bouw
schema van het nieuwe Muziekthe
ater. Oplevering: voorjaar 1986.
„Een opera aan de Amstel. Op het
mooiste plekje van Amsterdam.
Dan kun je niet zeggen: Miepje pro
beer het maar 'ns. Een groot opera
huis werkt internationaal, met
mensen die elkaar kennen van
New York, Parijs, Berlijn. Dit thea
ter staat niet in de provincie. Je
moet hier wat bieden".
De plannen voor het eerste seizoen
1985-1986 liggen grotendeels vast.
Boris Gudonov van regisseur Harry
Kupfer, diens Komische Oper Ber
lin met Lear en Giustino, Verdi's
Falstaff, Madame Butterfly van
Puccini en op 23 september een
feestelijk openingsprogramma met
regisseur Franz Marijnen en diri
gent Edo de Waart op muziek van
Otto Ketting; een Hollands onder
onsje. Het is het laatste artistieke ei
van intendant Hans de Roo, want
per september 1986 vertrekt de
hoogste baas van de Operastichting.
Niets liever had hij gewild dan nog
enkele jaren in het nieuwe opera
huis meemaken, maar de gezond
heid speelt hem parten.
Met de Stopera gaat een zeer oude
droom in vervulling. Al in 1915
was er sprake van een Nationaal
Operatheater in Amsterdam-Zuid,
maar pas in 1979 hechtte de Am
sterdamse gemeenteraad zijn goed
keuring aan de ideeën van de ar
chitecten Holzbauer en Dam. Een
gezamenlijk complex van stadhuis
en opera op het Waterlooplein, kos
ten 306 miljoen gulden; het moest
er maar eens van komen.
Demonstranten
Weinigen zullen zich het rumoer
rond de Stopera niet herinneren.
Politici leefden zich uit in slepende
debatten, Holzbauer moest zijn ma
quette herzien, buurtbewoners
voerden actie en in 1982 klauter
den honderden demonstranten
over de hekken en staken de brand
in de hijskranen en bouwmateria
len en richtten voor tienduizenden
guldens schade aan. En componist
Peter Schat, ongekroonde koning
van het protest aan de Oudezijds,
schreef: „Dit ontwerp is een slag in
het gezicht van de schone kunsten,
even gruwelijk als het woord dat al
het water van de Amstel niet meer
van zijn dubbele gevel zal kunnen
wissen: Stopera Want in een
Opera die zegt: geef mij m'n zaal en
laat de rest verrekken, kan alleen
maar vals gezongen worden".
Nu, zes jaar later, blijken de ge
moederen bedaard: Peter Schat wil
met het Muziektheater „niets meer
te maken hebben" en werkt in alle
rust aan een nieuw muziekstuk van
de Nationale Opera in Brussel. De
gaten in de bebouwing rondom het
Waterlooplein worden eindelijk op
gevuld, de middenstand maakt zich
op om van het uitgaanscentrum
een graantje mee te pikken en het
complex zelf steekt als een geha
vende maar ongebroken strijder af
tegen het blauw van de hemel.
Kwadrantensysteem
Theaterdieren zullen zich bij het
Muziektheater de vingers aflikken.
het bedrag dat de gemeente
sterdam ervoor over lijkt te
ben, is bepaald geen vetpot. !yl 1
len verwacht één tot andq he
miljoen per jaar, anderen sp ou
over 36.000 gulden per avor»p
dat is volgens Ad 's Grave
van het Holland Festival „be! ®n
lijk weinig". Een béetje opéntalf
minimaal een ton. Dat bedra) jes
je alleen al kwijt aan solistenj^lh
en decors".
Hubert Atjak, adjunct-dii
van Carré en secretaris van tó 1
meentelijk Bureau Muziékth
ziet het niet zo somber. „Je i,
met zo n budget geen grote d de
naar Nederland halen, and< |er<
soring in de kunst begint,
te komen. Je moet inspelen op
turele verdragen, in het ten
waarvan je produkties göe< t
uit het buitenland kunt krijge
in de eerste jaren moeten \v
niet te veel voorstellen va
overige programmering. De
bespelers moeten wennen aa|AU
gebouw, de structuur moet gr tel.
Misschien gaat het Muziektl
wel drie dagen per week did
Chris Lievaart, hpofd tephi
dienst van de Operastichting"'
kent het nog eens voor. D<A v'
grote schouwburgen in Bttde
(Eindhoven, Den Bosch, Tir hl
Breda) hebben best een aarditofj
neelvloer maar, legt Lievaajjgj
met een aantal medewerkers
berekend op het volume Va
Muziektheater groei je onverHfnc
lijk uit dat Brabantse jasje
het provinciale jasje tiberi icli
„Wanneer we met grootsffl^
produkties door de provincie
reizen, leidt dat onvermijdeli
een devaluatie van de voorst*
Dus wat doen we? We makeif^
ciale reisprodukties. En daar
risico's nemen. Daar krijgen
solisten dé kans die ze verdi
„Die reisvoorstellingén", zegt
do Schellen van de Operastiql
„hoeven absoluut niet minder
dig te zijn. Produkties van cfi f8®
zoen als Elektra of The Rake's"..?'
gress zullen in het MuziekfW""
ongetwijfeld grootser wordef»
zet. Toch zien die er nü al pr;
uit. Een artistiek avontuur, ia
je het zien".
Scepsis
Los van de vraag of juist 1
bliek in de provincie zit te
om een dergelijk avontuur,^*
een dosis scepsis op zijn plaat^
de operaminnende kruidenipjy
of all places, Arnemuiden, H,
gen of Schinne zijn nering ,J
steek willen laten om de langui
naar Amsterdam te ondernef'
Want kwam de berg vn
wel naar Mohammed, dat I
een Muziektheater op het
looplein toch een tikje andersïj*
Boris Godunov, een Frau Ln
Schatten, een Ring der Nib^l,vCn
speelt aan de Amstel en nef K
anders. Een theater van l£Q,wc
joen met ongekende outilla^ j
een scala aan techniek moeCLj
de redenering, ten volle w.£L
benut.
Lievaart: „Mensen als Pptpr.
hebben het Muziektheater wtL^
Concorde-project van Nede" j,
genoemd. Maar je moet het'
draaien en zeggen: vooreen^1
van Peter Schat sluit een thj
normaal gesproken vier tot ze»»
ken omdat er repetities ptaav i
den. Dat noem ik geldverslin* i
Het kwadrantensysteem stelt
straks in staat om op één én dfc%
de dag een produktie voor te,H^
den en 's avonds een andere j
stelling op te voeren. Nooit I
het theater lang dicht. Bove#
kunnen we reeksen voorstellir
om en om gaan programme
dat het podium nooit leeg staa
dat de solisten toevallig e
hebben".
Op het Waterlooplein leu
voorman tegen wat de belich
cabine moet worden. Een res
gaar bungelt hulpeloos tu
lippen, ,,'t Is wel speciaal
bouw. Bij een rij huizen heb
het vijfde de constructie in
Hier is elke tekening anders,
moet je bij nadenken".
Beneden in de toekomstige
tenfoyer sjouwen twee v
met een stel bouwplaten,
willen ze wel. Maar opera"*
moet je bij de hoge heren zij
maken de boel schoon. Wi
maar heel kleine mensen".
ARJEN SCHRE
Jan van Vlijmen, componist en directeur van het Koninklijk Conservatorium in üen Haag, enige Kanaiaaat voor ae opvolging van nans ue noa
als intendant van de Operastichting.
De toneelopening is 22 meter
breed, veruit de grootste in Neder
land. Complete produkties kunnen
met zweefwagens snel worden ver
plaatst naar zij- en achtertonelen,
het zogeheten kwadrantensysteem,
na München het tweede ter wereld.
Podia kunnen naar believen rijzen
en dalen. Drie vrachtwagens lossen
tegelijk decors binnen het gebouw.
Verder: een orkestbak, even ruim
als het podium van het Concertge
bouw. Publiek kan via boventitels
meelezen met de tekst van het li
bretto. Licht-, geluid- en videocabi
nes en een apart hok voor de laat
komers. Grote zaal, twee balkons,
goed voor in totaal 1.640 comforta
bele zitplaatsen.
Hier wonen de komende decennia
de Nederlandse Operastichting en
Het Nationale Ballet, nu nog voor
namelijk aangewezen op de matige
akoestiek van de Stadsschouwburg
op het Leidseplein. Zo'n 85 opera
voorstellingen en 75 balletuitvoe
ringen.
Moet de Nederlandse Operastich
ting in staat worden geacht een
met televisie en video verwend pu
bliek aan zich te binden? Zal daar
iets groots worden verricht? Krijgt
Nederland een heuse Opera of ge
woon een zaal erbij?
„In de vijftien jaar dat ik hier zit is
de belangstelling voor opera ge
groeid", zegt intendant Hans de
Roo van de Operastichting. „Ik zou
niet weten waarom wij er niet in
zouden slagen het publiek te boei
en. Zo'n theater trekt automatisch
mensen aan. Neem De Doelen in
Rotterdam of Muziekcentrum Vre-
denburg in Utrecht; ie ziet dat met
de komst van die zalen het bezoek
aan concerten enorm is toegeno
men. En dat gaat hier ook gebeu
ren. Absoluut. Mensen willen het
gebouw zien, maken er een uitje
Maar dan moet de interesse van het
publiek wel een grote sprong voor
waarts maken. Bedroeg in 1982 het
aantal jaarlijks te verkopen kaar-
„Door niet-operabezoekers wordt
de bouw van een nieuw Muziek
theater, dan moet men daarvan de
consequenties dragen".
Die consequenties liggen nu op het
bureau van minister Eelco Brink
man. De Operastichting eist van de
minister een extra subsidie tot
1990-1991 van 13,5 miljoen gulden
om zich in het Muziektheater waar
te kunnen maken. Die eis komt uit
de hoed van Jan van Vlijmen, de
enige kandidaat voor de opvolging
van Hans de Roo. Van Vlijmen,
componist en nu nog directeur van
het Koninklijk Conservatorium in
Den Haag, wil zonder dat bedrag
geen intendant worden. Behalve
opnieuw ingestudeerde stukken wil
Van Vlijmen jaarlijks minstens vijf
nieuwe produkties op de planken
brengen. Het Operakoor wil hij
met dertig mensen uitbreiden tot
tachtig zangers. Verdere wensen:
meer personeel in de ateliers van
de Operastichting (de opera maakt
alles zelf, van ballroom dress tot
plastic fruit), twee extra dirigenten
naast Edo de Waart, een huisregis
seur en een dramaturg een func
tie die De Roo bij zijn komst in
1971 afschafte.
De loonlijst telt zo'n tweehonderd
werknemers en daarmee is de Ope
rastichting het grootste theaterbe
drijf in Nederland. In de toekomst
beschikt de Operastichting tevens
over een eigen Opera-orkest, resul
taat van een gedwongen fusie tus
sen het Amsterdams Filharmonisch
Orkest, het Utrechts Symfonie Or
kest en het Nederlands Kameror
kest. Tenslotte wil Van Vlijmen
van Opera Studio een reizend ge
zelschap maken dat met kleine
maar sympathieke opera's de boer
opgaat. Opera Studio vormt een on
derdeel van- de Operastichting en
biedt aan twaalf jonge zangers en
zangeressen na het conservatorium
een aanvullende, speciaal op opera
gerichte opleiding.
Het idee van een volwassen Opera
in Nederland doet niet iedereen de
handen bewonderend samenknij-
f>en. Het „centralistische" operabe-
eid van Brinkman schiet met
name Hans Rotman in het verkeer
de keelgat. Rotman is muzikaal lei
der van de Lyrische Komedie, een
gezelschap dat aan de Amsterdam
se Oostelijke Handelskade verwoe
de pogingen doet met kleinschalige
kameropera's (De blauwe engel)
een alternatief te bieden voor de
grote gezelschappen met alle te
genwind van dien. De Raad voor
de Kunst adviseerde onlangs een
•subsidie-aanvraag voor drie jaar
niet toe te kennen; eerst moet maar
eens duidelijk worden wat er de
laatste jaren precies is bereikt.
IJsgebroken
De geschiedenis van de opera in
Nederland laat zich lezen als één
langgerekte opera buffa. De Neder-
duytsche Opera in Buyksloot
(1686), Kunstmin spaart geen vlijt
(1785-1789), Utile en Amusant
(1768) en tussen 1900 en 1940 een
twintigtal opgerichte en vergane
Hollandsche Opera's. Nederland-
sche. Nieuw Nederlandsche,
Noord-Nederlandsche, Nationale
en NV De Opera's. En niet te ver
geten de uit 1884 stammende Wag-
nervereniging die nog in 1959 haar
75-jarig vierde met Tristan onder
leiding van Wagners kleinzoon
Wieland, maar die sindsdien haar
activiteiten heeft gestaakt.
De Duitse bezetter moest er in '40-
'45 aan te pas komen om althans
enige overheidsbemoeienis met de
opera van de grond te krijgen. Tij
dens de hongerwinter stonden bij
het door de Duitsers opgerichte Ge
meentelijk Theaterbedrijf in Am
sterdam nog op het programma
Paljas, Rigoletto, Faust en ten slot
te, op 5 januari 1945, Tosca. Welis
waar stuitte voortzetting van dit
gezelschap na de bevrijding op
even begrijpelijke als onoverkome
lijke bezwaren en werd de GTB-
apera in 1946 opgeheven, maar het
ijs was gebroken. Een jaar later
verrees de Stichting De Nederland
se Opera, voorloper van de huidige
Operastichting. Die presenteerde
zich in 1965 in de Amsterdamse
RAI voor het eerst met Strauss' Ro-
senkavalier. Daarvoor was in 1955
al een begin gemaakt met de Opera
Forum, dat voortaan de liefhebbers
in het Noorden en Oosten een sma
kelijke portie zanglyriek zou voor
zetten.
Hachelijk
Voor opera hebben de Hollandse
regenten nooit anders dan een zeer
matige belangstelling gekoesterd.
De geschiedenis van een eigen the
ater is bekend en voor het woord
subsidie liep de overheid zelden
warm. Pas in 1968 besloot minister
Marga Klompé van CRM de finan
ciële steun aan de Operastichting te
verhogen tot uiteindelijk tien mil
joen gulden in 1974.
Opera in Nederland: een hachelijke
onderneming en in dit licht kun
nen we de huidige situatie niet an
ders kenschetsen dan als een gran
dioos molto vivace.
En toch. Ook in de huidige con
structie van het Muziektheater zit
het compromis gebakken. Geen
van de betrokkenen laat na te be
nadrukken dat het de politiek is
geweest die de Operastichting en
Het Nationale Ballet met een vorm
van samenwerking heeft opgeza
deld. Een algehele fusie ketste al in
een vroeg stadium af. Wel is beslo
ten de technische diensten van ope
ra en ballet samen te voegen, het
geen een besparing oplevert van
1,4 miljoen gulden. De definitieve
formule: een Stichting Muziekthea
ter met de directies van t?eide in
stellingen onder leiding van de
Amsterdamse ex-wethouder Wim
Sinnige, voorlopig dus directeur
van het theater.
Geregeld overleg moet leiden tot
een uitgebalanceerd programma
voor de avonden buiten het pro-
duktieschema van opera en ballet.
Werd dit programma eerder aange
duid onder de term eigen program
mering, momenteel houdt men het
op overige programmering. Een
subtiel maar niet onbelangrijk de
tail omdat in die definitie de kiem
ligt van wat de Amsterdamse
kunstkenners zo verontrustte. Wat
immers blijft er over van het „ei
gen gezicht" van het Muziektheater
dat de idealisten van het eerste uur
voor ogen stond?
Zeker, voor produkties van het Ne
derlands Dans Theater en in iuni
het Holland Festival wordt jaarlijks
een aantal avonden vrijgemaakt.
Ook zijn onderhandelingen gaande
met de Van Beinumstichting om
elke drie jaar een Nederlandse
componist of choreograaf samen
met een librettist opdracht te geven
tot het schrijven van een stuk mu
ziektheater.
De stichting, opgezet met het doel
de muziekcultuur in Nederland op
te krikken, maar als gevolg van
stopzetting van rijkssubsidie inmid
dels zelf zieltogend, is eventueel
bereid haar laatste centen aan dit
project te spenderen. Nando Schel
len: „Bolshoi Theatre komt waar
schijnlijk, Royal Ballet in elk geval.
Die avonden bevatten alles wat wij
niet doen. Pina Bausch, Peter Za-
dek, een nieuwe produktie van de
Scala in Milaan; als het maar kwa
liteit heeft. Van iemand als André
Hazes kun je je afvragen of die niet
in Carré moet".
Geen vetpot
Maar voor dat „eigen gezicht" van
het Muziektheater staan niet meer
dan veertig avonden geboekt en
in ae Amsieraamse tsiaas-
schouwburg nog 141.000, in het
Muziektheater staan straks 282.000
fauteuils op hun bezoekers te
wachten. „Er bestaat geen zeker
heid dat er voor die verdubbelde
hoeveelheid stoelen voldoende pu-
blieksbelangstelling bestaat", stelt
rapport van voorlichters van
beide theaterbedrijven.
Doormodderen
Het Nederlandse kunstwereldje
heeft de afgelopen jaren uitbundig
gekankerd op de Operastichting.
Gebrek aan visie, te weinig eigen
produkties, geen consistentie in het
artistieke beleid. Dit seizoen zijn de
kritieken wat milder, maar nog
steeds menen velen dat de Neder
landse Operastichting, juist in een
tijd waar buitenlandse gezelschap
pen zich vernieuwen en zich lijken
te bevrijden van het stigma „bour
geois" dat het genre aankleeft, de
boot mist en blijft doormodderen in
platte, weinig opwindende produk-
„De voorstellingen van de Neder
landse Operastichting worden vaak
teleurstellend genoemd en zijn voor
enige bezoekers aanleiding geweest
de zaal te verlaten of zelfs maar
niet meer te gaan", schrijft Buro
Intomart in een publieksonderzoek.
opera vaak ais een erg traaitioneie,
weinig boeiende en vernieuwende
vorm van kunst gezien. Ook heeft
men het erover dat doorgaans de
onderwerpen in opera's weinig
aanspreken of zelfs wat belachelijk
zijn Ook is voor een aantal
mensen de drempel voor de opera
te hoog. Bij de respondenten leeft
de vrees er niets van te begrijpen.
Zij beschrijven opera als elitair, on-
toegankelijk en moeilijk".
En dan priemt het Nederlandse
wijsvingertje bijna vanzelf richting
Belgie, waar een ambitieuze Ge
rard Mortier als directeur van de
Nationale Opera in Brussel de éne
„perfecte" produktie na de andere
in elkaar timmert. Het Brusselse
publiek laat zich gewillig amuse
ren. En Nederland? Tijdens het vo
rige Holland Festival liet de orga
nisatie verschillende bussen naar
Brussel afreizen voor een bezoek
aan wéér een- opzienbarende Mo-
zart-opera.
„Mortier heeft het ook een stuk ge
makkelijker dan wij", zegt Nando
Schellen, zakelijk directeur van de
Operastichting en tweede man na
intendant Hans de Roo. „Wat ons
budget betreft kun je stellen dat
het ministerie van WVC ons naar
verhouding al jarenlang heeft
dichtgeknepen. Wanneer de poli
tiek beweert een opera in Neder
land serieus te willen nemen met
Nederland telt drie
vast gesubsidieerde
operagezelschappen
de Nederlandse Ope
rastichting, OFO-Fo-
rum en de Hoofdstad
Operette. Als grootste
van de drie krijgt de
Operastichting in Am
sterdam jaarlijks onge
veer 25 miljoen gulden
subsidie (85 procent
van het Rijk, 15 pro
cent van gemeenten in
het land). Het gezel
schap opereert vooral
in de Randstad en
geeft dit seizoen ruim
140 voorstellingen in
16 produkties. Bij de
Operastichting wer
ken ruim 200 mensen.
OFO-Forum in En
schede is het voorlopi
ge resultaat van een
moeizame fusie tussen
Opera Forum en het
Overijssels Filharmo
nisch Orkest. Bij or
kest en opera werken
samen 190 mensen;
20,5 miljoen rijkssubsi
die is hun deel. Dit
seizoen is OFO-Forum
goed voor zes produk
ties met 110 voorstel
lingen in de noordelij
ke en oostelijke pro-
De Amsterdamse
Hoofdstad Operette
ontvangt jaarlijks een
WVC-subsidie van
vier miljoen gulden en
verzorgt daarvoor
door het hele land bij
na 190 voorstellingen
van één en dezelfde
produktie, dit jaar Die
Lustige Witwe.
Het Zuiden moet het
zonder opera stellen,
dat wil zeggen met
uitzondering van de
schaarse momenten
waarop de grote groe
pen de sprong naar
Brabant en Limburg
wagen.
Buiten het „officiële"
circuit timmeren met
name de Lyrische Ko
medie en Hauser Or
kater aan de weg met
uiteenlopende produk
ties, samen te vatten
in „muziektheater".
De groepen krijgen
per project subsidie,
dit jaar samen onge
veer twee miljoen.
Tenslotte brengen
liefst 106 amateurge
zelschappen, aangeslo
ten bij de Bond van
Opera- en Operettege
zelschappen, gemid
deld tweemaal per jaar
het Oude Wenen tot
leven.