KleinePaterbrug: Van klooster terrein naar Hortus Botanicus BARRY IS EENECHTE GOEIERD LEIDEN OMGEVING oVerBrugge hond zoekt: huis Fonds bouwnijverheid bouwt in de Blinkerd J Nieuwe jongerensoos op komst in Voorhout GEEN ZONDAGSBLAD ÜtidMQowiant ZATERDAG 4 MO 1985 PAGINA 1 fij^E "r Onder de Leidse bruggen is de Kleine Paterbrug wel een der onaanzien lijkste. Zeker gezien van de Doelengracht, waar hij overheen ligt, lijkt het niet meer dan een grote plank voorzien van leu ningen. Ook al is de Doe lengracht op zich nog wel vrij breed de over spanning is 6.40 meter de doorvaarthoogte van 84 centimeter en de breedte van de brug, 2.76 meter, stellen niet veel voor. Wat de doorvaar thoogte betreft: deze is zo gering omdat pal achter de brug een hoge muur opdoemt met een zeer be scheiden opening erin. Deze muur scheidt de Doelengracht en Pater straatje van het Hortus- terrein en is al enkele eeuwen oud; op zijn func tie zal hier ingegaan wor den. Nadat in de jaren kort voor 1355 de stadsuitbreiding tus sen de Oude Rijn en Oude Vest tot stand gekomen was, had men kunnen denken voorlopig weer even ruimte binnen de stadsmuren te heb ben. De Haarlemmerstraat en belangrijkste stegen waren al snel bebouwd, maar vooral in de Camp waren er nog heel wat jaren grote lege terreinen. Toch besloot het stadsbestuur al naar een volgende stadsuit breiding te kijken. Deze kwam op het gebied van Zoe- terwoude in een soort schil rond de al bestaande stad en liep van het Noordeinde tot aan het Levendaal. In 1386 werd de toestemming van de graaf van Holland verkregen en na een paar jaar onderhan delen ging in 1389 de Zoeter- woudse ambachtsheer Bartho- lomeus van Raaphorst ac- coord. Het stadsbestuur liet er daar na geen gras over groeien. Be gonnen werd met het graven van de stadssingel en het bou wen van een stenen stads muur met op regelmatige af stand muurtorens, waarvan het pas gerestaureerde Oiste- rijck de laatst overgeblevene is. Gezien de nog open terrei nen in De Camp was de druk op de nieuwe stadswiik niet erg groot. De belangrijkste en vaak al bestaande straten als Noordeinde, Koepoortsgracht (Doezastraat) en Molensteeg zijn snel bebouwd geraakt, maar vooral het terrein ten Bruggen, we maken er allemaal gebruik van. Zeker in een waterrijke stad als Leiden zijn het onmisbare schakels in het wegennet. Veel aandacht is er nooit aan de Leidse bruggen besteed. De stilte rond de Leid se bruggen is met de presentatie van het Bruggenboek al gedeeltelijk „verstoord". Het Gemeentearchief aan de Boisotkade hoopt van 9 tot en met 29 augustus 1985 in De Waag de tentoonstelling „De Leidse bruggen" te houden. Als inleiding op deze expositie verschijnt in deze krant een serie artikelen over Leidse bruggen. Het zijn geen technische verhandelingen, maar histori sche verhalen waarin een brug als leidraad dient. De gegevens zijn verzameld door een werkgroep van his torisch geïnteresseerden, die veel van de geschiedenis van de Leidse bruggen heeft uitgezocht. Samensteller is de begeleider van deze werkgroep, de heer P.J.M. de Baar van het Gemeentearchief. Kees van Herpen te kent voor de eindredactie. De reprodukties zijn van fo tograaf Wim van Noort. Vandaag verschijnt het twee ëntachtigste artikel in deze serie. Ontwerp voor de uitbreiding van de Hortus met het stuk tussen Doelengracht en Witte Singel en de muur langs het Paterstraat je, pentekening van rond 1731. zuiden van de Groenhazen- gracht en ten westen van Ra- penburg/Cellebroersgracht (Kaiserstraat) bleef open, al waren de stegen wel geprojec teerd. De Doelengracht was in feite een verbrede sloot tussen twee lange weilanden. Of er nog koeien binnen de stads muren gegraasd hebben, is niet meer na te gaan, maar het zou wel kunnen. Kloosters Eigenaar van die (voormalige) weilanden was de belangrijke heer Jan van Woude. Hij stamde uit het geslacht dat al eeuwenlang Heer van War mond en (Esselijker) Woude, thans Woubrugge, was. Deze Jan moet buitengewoon gods vruchtig geweest zijn. Niet al leen in Warmond stichtte hij een klooster, gewijd aan de Elfduizend Maagden (die ooit als martelaressen over de kling gejaagd waren) en zorg de hij ervoor dat de stichting van een ander klooster door gang vond (het latere klooster Mariënhaven), maar ook Lei derdorp deelde in zijn geloofs ijver. Hij was hier degene die de al in 1396 begonnen stich ting van het latere klooster Engelendaal in 1408 de nodige impulsen gaf om levensvat baar te worden. Het is wel merkwaardig dat op of in ieder geval grenzend aan zijn bezittingen in Leiden heel wat kloosters tot stand kwamen: behalve het klooster Roma op de plaats waar thans de panden Rapenburg 37-57 staan, het Witte Nonnenkloos ter van de Dominicanessen, thans het Academiegebouw, en het Cellebroersklooster, een mannenklooster van de Alexianen op de plaats van De Bak aan de Kaiserstraat, ook het St. Catharinaklooster, meestal genoemd „op Rapen- burch", maar in de praktijk vrij ver van die gracht af ge legen, namelijk in de huidige Hortus tussen de Doelen- gracht en Witte Singel. Er was namelijk nog een St. Cat harinaklooster in de stad, in de wandeling Schagen ge noemd, waarnaar de Schagen- steeg later genoemd werd. Wanneer en door wie het St. Catharinaklooster op het Van Woudenterrein gesticht is, heeft nog niemand kunnen achterhalen. Het moet tot stand gekomen zijn tussen 1389 en 1415. In dat jaar brandde het af. De veertig toen aanwezige nonnen be hoorden tot de orde van St. Augustinus en schijnen niet erg rijk geweest te zijn. Om de herbouw te kunnen bekos tigen, moesten de nodige goe deren verkocht worden. Om dat van het archief van het klooster slechts één stuk be waard gebleven is, kan over de geschiedenis van het ge bouwencomplex en de non nen maar heel weinig verteld worden. Wel is bekend dat in 1498 het aantal nonnen op 40 gesteld werd (dit hoeft niet het exacte aantal aanwezigen geweest te zijn) en in 1507 op 60, waarmee het voor zo ver van andere kloosters de gegevens bekend zijn het drukstbevolkte van heel Lei den was. Iri de loop van de zestiende eeuw nam overal de bevol king van de kloosters af en dit zal zeker ook hier het ge val geweest zijn. Van na de Reformatie zijn weer cijfers bekend over het Catharinak looster. In 1573 waren er nog Detail uit de zogenaamde grote kaart van (Christiaan) Hagen, 1670, met de vele kleine huisjes op de plaats van het vroegere St. Catharinaklooster. 1581 waren er nog 13, in 1595 nog 8, en in 1600 nog maar 6. Deze zes wa ren Neeltgen Huygen, uit Voorschoten, 70 jaar oud, die boven de vrije'bewoning van een huisje in de Doelensteeg een jaarlijkse alimentatie van 68 kreeg; Machtelt Huy- brechtsdr. uit Gouda, nog piepjong met haar 59 jaar (wellicht was zij in 1572 am per geprofest), die met een medezuster in een huisje op de Achtergracht Doelen- gracht) woonde en 66 trok; Marijtgen Thomasdr., even eens uit Gouda, 69 jaar, die boven haar huisje in de Doe lensteeg 77 trok; Marijtgen Ruttendr. uit Den Bosch, oud 58 jaar, die omdat ze naar haar geboorteplaats in het toen tot het gebied van de vij and behorende Brabant terug gekeerd was geen alimentatie kreeg; Griete Pouwelsdr., uit Heusden, oud 72 jaar, die bo ven vrije woning ƒ82 kreeg; en tenslotte Marijtgen Corne- lisdr., ook alweer uit Gouda, die elders binnen Leiden woonde en met haar 67 jaar een alimentatie van 70 ont ving. Na verloop van jaren stierf het gehele nonnenbe- stand uit, waardoor niet al leen de alimentaties bespaard werden, maar ook de bewo ning van de huisjes door de stad aan anderen gegund kon worden. Het gebouwencomplex was op enkele huisjes na door de Re formatie komen leeg te staan, al zal er tijdens het beleg wel een goede bestemming voor gevonden zijn. Na enige jaren werden de gedeelten waar de stad niets aan had van de hand gedaan: op 15 mei 1578 keurde het stadsbestuur de verkoop van de kerk en het patershuis aan Hercules Ver- houf voor 600 goed. De huis jes werden verhuurd, eerst door de stad en vanaf 9 au gustus 1588 door de meesteren van de Huisarmen, dat is het Huiszittenhuis of Diaconie aan de Oude Rijn. Arm Rijk is het klooster nooit ge weest, zeker niet vergeleken met andere Leidse kloosters. In 1605 bijvoorbeeld werden door de rentmeester van de Universiteit, die de inkomsten van de landerijen en andere inkomsten met uitzondering van de gebouwen van de kloosters inde om daarvan de salarissen van de professoren te betalen, verhuurd twee stukken grond, een van bijna ll'/2 morgen (ongeveer 10 hec tare) net buiten de Witte Poort en een van 914 morgen in Leiderdorp. Verder inde hij een lijfrente van Marijtgen Thomasdr. van 6 per jaar en enige renten op "huizen, zoals De Drie Mollen in Heusden. De bewijsstukken van die inkomsten (eigen domspapieren en dergelijke) zijn echter niet meer aanwe zig op één na. Wel werd in 1583 een onderzoek naar die papieren ingesteld. Belie Jansdr., de „moeder" (mater van het convent), ontboden en haar naar de „brieven" ge vraagd zijnde, zei dat die in een koffertje berustten, dat bij mr. Paulus Buys stond. Deze had daar ook de sleutel van. Buys, die sedert 1572 raad spensionaris van Holland was en wel eens meningsverschil len met Leiden had, heeft het wellicht nooit op het Stadhuis gebracht. Gelukkig hebben we toch nog een paar aanden kens aan het klooster: in 1981 werden op het Doelenterrein vier kandelaars opgegraven, die tot de inventaris van het klooster behoord moeten heb ben. In de loop van de zeventiende eeuw kwamen alle huisjes in particuliere handen, naast die welke op het terrein van het vroegere patershuis gebouwd waren. Er was een heel com plex met kleine arbeiderswo ninkjes verrezen, aan kleine steegjes met fraaie namen als Catharijneveststeeg, Burg straat, Zionstraat en Pater straat (ook wel Driehoepel- steeg geheten). De meeste er van waren rond 1730 in han den van huisjesmelkers als Willem Genon, Aldert Zijt, Abraham Tureluur, Rocus Maas, Johannes Neus en met name Moses (de) Bovri. De Hortus, die toen nog tussen Rapenburg en Doelengracht lag, was echter voor de plan nen van onder meer Boerhaa- ve veel te klein en in novem ber 1730 werd het voorstel ge lanceerd om hem te vergro ten. Muur De secretaris van curatoren, mr. David van Royen, een broer van de hoogleraar in de botanie, maakte als gewoon lijk een zeer uitvoerig rapport (als stadssecretaris had hij daar later haast patent op) en stelde voor dit complex wo ninkjes te slopen. Op 30 no vember 1735 gingen de Staten van Holland accoord en ver leenden subsidie, waarna de huisjes aangekocht werden. De muur rond de uitbreiding werd op 18 april 1736 aanbe steed en hei is deze muur, al thans het onderste gedeelte ervan, waarin de opening voor de Doelengracht te zien is. Over het gedeelte van de gracht dat binnen de Hortus kwam te liggen, werden twee bruggen gebouwd een er van bestaat nog, maar op de plaats van de andere is later een hoog gebouw gezet. Het blok huizen tussen het Paterstraatje en de Doelen steeg bleef nog bestaan, maar toen na 1820 het kazerneter rein om uitbreiding vroeg, was dat hier gemakkelijk te vinden. Het Paterstraatje werd een pad op het Doelen- terrein, aan beide zijden dood lopend. Door de bebouwing van de Witte Singel en Groenhovenstraat, met name de totstandkoming van het Diaconessenhuis daar, groeide de behoefte aan een korte toe gangsweg naar de binnenstad. Na de nodige correspondentie en vergaderingen bracht de Eerstaanwezend-Ingenieur in het tweede genie-commande- ment te 's-Gravenhage op 12 maart 1913 het bericht dat de minister van Oorlog instemde met de aanleg van de verbin ding, en nadat de Gemeente raad op 10 april 1913 de over eenkomst had goedgekeurd, kon op 25 augustus van dat jaar de aanbesteding van het leggen van een grote brug (de Paterbrug) over de Witte Sin gel, het maken van het straat je en het leggen van een brug getje over de Doelengracht aanbesteed worden. Aanne mer voor 7573,- werd J. Se- gaar te Leiden. Deze maakte daarvoor binnen tien weken ook de Kleine Paterbrug. Na weinig spectaculaire vernieu wingen in 1956 en 1981 is dat het bruggetje geworden dat we nu nog kennen. r Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. Haar lange haren hebben de hond van deze week een naam bezorgd die doorgaans wordt toebe deeld aan een dier van het mannelijk geslacht. Het teefje heet namelijk Barry. Deze fout werd gemaakt toen de cocker spaniel in het asiel was afgeleverd. Het dier had zoveel haar dat niet goed te zien was of het nou een mannetje of vrouwtje was. Asielbeheerder Wil Tiele dacht dat hij het met een mannetje te doen had en doopte de nieuwe ling Barry. Deze vergissing laat zich ad ministratief moeilijk herstel len. De naam Barry is inge voerd in het papieren dieren- bestand van het asiel en ook de dierenarts weet niet beter of Barry heet Barry. En als het eenmaal in de computer zit, is er geen redden meer aan. De enige die het echt niets kan schelen is de hond zelf en zij vindt het allemaal best zo. Barry werd op 4 maart van dit jaar gevonden terwijl ze door Katwijk ronddoolde. De politie haalde het zwervende dier van de straat en bracht het naar het asiel aan de Bes jeslaan. Het hondje zag er erg verwaarloosd uit, de lange ha ren waren vies en zaten vol klitten. Nadat de dierenarts haar had onderzocht werd Barry vakkundig onder han den genomen door de trim mer (de hondenkapper). Deze maakte van de slordige coc ker spaniel weer een fraai, zij het wat kaal beestje. Maar die haren groeien vanzelf wel weer aan. Barry vond het trimmen overigens helemaal niet vervelend, zij onderging deze opknapbeurt geduldig. Daaruit blijkt wel enigszins het karakter van deze onge- Vaak zijn deze honden kop pig, eigenwijs en gauw happe- rig, maar de hond van deze week beschikt niet over deze vervelende eigenschappen. Deze cocker is een echte goei erd. Wat dat betreft voldoet Barry erg goed aan de gege vens die de hondenencyclope- die over de cocker spaniel verstrekt. De spaniel heeft een goed en vriendelijk ka rakter en kan het uitstekend vinden met kinderen. Er wordt wel gezegd dat het alle mansvrienden zijn, maar dat heeft alles te maken met de opvoeding die de dieren in hun jonge jaren genieten. Een cocker spaniel wordt en werd ook wel gebruikt voor de jacht. Volgens de encyclo pedie is het een kleine duivel op jachtgebied, die zich, dank zij de dikke vacht, door het meest dichte en zware struik gewas kan heenwurmen. Van cockers is bekend dat ze aan geschoten wild tot onder wa ter naduiken. De naam van dit ras zou afgeleid zijn van de jacht op houtduiven. Deze vogels worden in het Engels woodcock genoemd. Barry lijkt overigens niet op een ja ger, een kleine duivel is zij al helemaal niet. Maar verder is het een echte, mooie roodbruine spaniel met de bekende lange oren, het bijna voortdurende kwispe lende staartje en de sentimen tele blik. Barry kan terecht in een gezin met kinderen, maar men moet er dan wel reke ning meehouden dat Barry wel een vieve, maar geen speelse jonge hond meer is, die voortdurend kan voldoen aan de vaak inspannende wensen van de jeugd. De spa niel, die nerveus wordt in de auto, is ook geschikt voor ou dere mensen. Barry vindt het niet erg om af en toe even al leen te zijn. Brita De Mechelse herder Brita heeft wel reacties opgeroe pen. Helaas waren dat niet de goede. De een wilde Brita in een kennel stoppen (van het hok in het asiel naar een andere kooi, dus) en de an der wilde Brita als waak hond (constant aan de lijn, een soort kettinghond) inzet ten. Op deze verzoeken is natuur lijk niet ingegaan. LISSE De Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid gaat in het plan De Blinkerd bouwen. AanvankelijEIMl zouden er twintig premie-huur eengezinswoningeCRIL kunnen worden gebouwd, maar door een aanpassinjimu van het door het rijk toegewezen aantal woningen voc het mogelijk tevens gestapelde woningen te bouwen, rlog van Daarbij komt dat een aantal woningen die in de premie A-sfecjllen zouden worden gebouwd, thans premie C woningen wordenjj^r Met de Stichting Sociaal Fonds zijn door het college bindend! j. afspraken gemaakt over de huurprijzen. Deze zullen wat betre- de gestapelde bouw ongeveer 475 gulden per maand bedragen en voor de eengezinswoningen beneden de huursubsidiegrerip blijven. De Stichting heeft zich verder bereid verklaard het b^iek heer en onderhoud van de woningen op te dragen aan één d^ zijn woningbouwverenigingen in Lisse, hetgeen er toe zal leiden d* j^w de woningen door Lissese woningzoekenden betrokken kunne, jvan Jerst "ndif .n D< worden. nttier. otoes :t zei druk VOORHOUT Halverwege de maand septembenaak gaat, als alles meezit, een nieuwe jongerensociëteit vaf gel start in Voorhout. Dat gebeurt in het SEC-gebouw. Oif^ic* der de naam Alcatraz zullen allerlei activiteiten woiJs g den georganiseerd die uiteenlopen van danslessen ei" informatieavonden op donderdag, video-clips, dichter^ al komieken en films op vrijdag en popgroepen op zateóx>ek dags in The Pepclub. g met hij e< Het bestuur van de stichting in oprichting wordt gevormd dodf no< Rick van Schooten, Dennis van Kempen, Jeroen Kennis, Stejf eers han van der Werf, Hendrik Jan Warmerdam en Katinka Jessj 19-. Rick en Dennis hebben al een tijd geleden het voortouw geno" Di men om een nieuwe jongerensoos in Voorhout van de grond ^aat; krijgen. Met het gemeentebestuur wordt inmiddels onderhanf va deld over steun en een onderkomen. In juni neemt de gemeent^g hij raad hierover een beslissing. iken. Vandaag geen aflevering van de wekelijkse rubriek koJica van Ton Pieters uit het „Geillustreerd Zondags- |r blad". Volgende week wordt de serie gewoon voortgezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 10