ledereen
viert
feest
behalve
prins
Bernhard
Waarom
herdenken?
BEVRIJDINGSBIJLAGE
OP DE AVOND VAN
4 MEI 1945
ZATERDAG 27 APRIL 1965
„Ik de verjaardag van mijn
vrouw vergeten?" Prins Bern
hard kijkt, zoals hij destijds
gekeken moet hebben. Be
trapt. „Maar er was ook nie
mand van mijn staf, die mij
met de verjaardag van mijn
vrouw gefeliciteerd had. Wel
nee. We waren bezeten van
die ene gedachte: het voedsel
moet bezet Nederland binnen.
Ik heb de volgende dag met
mijn vrouw gebeld en gezegd:
sorry, hoor". Verstolen lachje.
,,lk heb toen de historische op
merking gemaakt: mijn secre
taresse heeft me er niet aan
herinnerd. Mijn vrouw heeft het
daar toevallig een paar dagen
geleden nog met me over ge
had".
De datum waarop wordt terugge
blikt, is 30 april I945. En inderdaad
moest dat voedsel bezet Nederland
binnen. Prins Bernhard wist wat
weinig anderen wisten: dat het da
gelijks rantsoen van 450 calorieën
per hoofd van de bevolking in het
Westen was uitgeput, dat de gehei
me voorraden hoogstens nog tot
zes mei zouden strekken en dat een
massale hongerdood de volgende,
onafwendbare stap zou zijn. Van
daar de obsessie met de voedsel-
transporten in villa Spelderholt on
der Apeldoorn, waar prins Bernhard
tijdelijk kwartier had gemaakt. Er
was even iets belangrijkers aan de
orde dan Juliana's verjaardag.
Hoogspanning slaat bressen in het
geheugen. Hoe diep soms en niet
meer op te vullen, zal elders blijken
voordat hij werd opgenomen in het
tijdens dit interview, waarin prins
Bernhard hoofdschuddend
soms: „We worden allemaal min
der, we sterven uit als vliegen"
nog één keer bereid is herinnerin
gen op te halen aan de bevrijding
van veertig jaar geleden. Dan gaat
het over de avond van 4 mei I945,
een halve week na de vergeten ver
jaardag. De Britse veldmaarschalk
Montgomery heeft zojuist in zijn
hoofdkwartier op de Lüneburger
Heide de onvoorwaardelijke capitu
latie aanvaard van alle Duitse troe
pen in Noord-Europa, ook van die
in Nederland.
^esgraal^
Een dolle feestroes overspoelt pa
leis Het t_oo, zetel van de militaire
staf, niet in het minst dank zij de
wijn en de champagne die de ge
vluchte Duitsers er in de kelders
hebben achtergelaten. Prins Bern
hard houdt een geïmproviseerde
toespraak, vermelden de kronieken.
Helaas komt niemand in die kook
pot van vreugde op de gedachte de
woorden van de prins te notuleren.
Ze zijn voor het nageslacht verloren
gegaan, klagen de kronieken. Logi
sche vraag: ziet prins Bernhard als
nog kans die toespraak aan het na
geslacht terug te geven? Wat waren
zijn woorden op de historische
vooravond van 5 mei I945?
,,lk herinner me er niets van", be
kent hij met de grifheid die opper
ste eerlijkheid waarmerkt. „Ieder
een vierde feest, behalve ik. Ik zat
hem gewoon te knijpen. Aan de ene
kant was ik natuurlijk dolblij. Maar
aan de andere kant vroeg ik me af:
wat zal er mis gaan? Ik heb het er
nog met dr. Lou de Jong over ge
Academisch Ziekenhuis Leiden.
(Foto: Milan Konvalinka).
had in verband met zijn geschied
schrijving van de Tweede Wereld
oorlog. Hij zei: kapitein zus of zo
heeft u die avond gezocht en hij
kon u niet vinden. Ik zei: dat klopt;
ik ben heel vroeg naar bed ge
gaan".
De benardheid van prins Bernhard
vereist enige toelichting. Hij was op
3 september van het voorafgaande
jaar door vijf-sterren-generaal Ei
senhower, de commandant van alle
geallieerden, benoemd tot bevel
hebber der Nederlandse strijd
krachten. Het idee was van konin
gin Wilhelmina afkomstig geweest.
Zij had gevonden dat de Neder
landse verzetsmensen een officiële
militaire status moesten krijgen, zo
dat ze door de Duitsers niet meer
als vogelvrijen konden worden ver
volgd. Ze had prins Bernhard de
aangewezen persoon geacht om de
illegaliteit samen te smeden tot een
hecht, gehoorzaam apparaat, en de
regering plus Eisenhower hadden
haar daarin gevolgd. Een gediscipli
neerd en goed georganiseerd leger
onder Oranje-symbool moest de
Nederlandse verzetsbeweging wor
den. Op de achtergrond speelde
het spookbeeld van Frankrijk, waar
de verzetsgroepen zich in het nie
mandsland tussen bezetting en be
vrijding ontpopt hadden als woeste
benden, die niet alleen genadeloos
huishielden onder heulers met de
Duitsers, maar ook persoonlijke ge
schillen te vuur en te zwaard be
slechtten. Tol: achtduizend tot tien
duizend doden. Zulke tonelen
mochten zich in Nederland niet her
halen.
Zie verder pagina 3: Binnenlandse
strijdkrachten moeten zich op last
van Montgomery koest houden.
Een zo
langzamerhand
historisch
geworden foto
van de
ondertekening
van de
capitulatie van
de Duitse
troepen in
Nederland.
Tegenover
elkaar de Duitse
bevelhebber
Blaskowitz
(links) en de
Canadese
generaal
Foulkes. Op de
voorgrond met
een sigaret in de
mond een
aandachtig
luisterende prins
Bernhard. Foto:
Rijksinstituut
voor Oorlogs
documentatie.
Jongens en meisjes die bij het uit
breken van de oorlog vijftien jaar
waren en dus twintig toen de
bevrijding kon worden gevierd
hebben waarschijnlijk het meest
bewust de vijf bezettingsjaren mee
gemaakt. Zij werden juist in die pe
riode waarin hun karaktervorming
gestalte moest krijgen geconfron
teerd met onrecht, angst, onder
drukking, geweld. Zij stonden in de
branding en met name de jongens
vormden de meest kwetsbare
groep: eerst opgeroepen voor de
arbeidsdienst, daarna bij elke raz
zia een opgejaagde prooi voor de
bezetter. De ervaringen uit die tijd
hebben diep ingegrepen in hun le
ven, ze zijn er vaak door getekend.
Zestig zijn ze nu. Bij de eeuwwisse
ling zullen ze vijfenzeventig zijn. Ve
len hopelijk ook dan nog vief ge
noeg om te blijven verhalen van die
afschuwelijke tijd. Zal de herinne
ring vervagen en moeten we de be
vrijding nu zo uitbundig vieren, om
dat er straks geen overlevenden
meer zullen zijn? Vergeet het maar;
naarmate de tijd voortschrijdt
scherpt de herinnering aan. Verge
ten details komen terug, het is alsof
de geschiedenis herleeft. Herden
ken dus, daar is alle reden voor.
Er zijn gebeurtenissen in je leven
die je nooit vergeet. Natuurlijk de
ongelooflijke ervaring die geboek
staafd staat als de dag der bevrij
ding. Je kunt het niet navertellen en
iemand die de aanblik van die eer
ste tank met Canadezen niet heeft
ervaren zal nooit kunnen begrijpen
wat er toen in je Omging.
Het gevoel weer vrij te zijn; het was
alsof je na jaren weer kon ademha
len.
Vijf jaren duurde de oorlog. Het wa
ren moeilijke jaren, zeker de laatste
ervan. Maar je zou de herinnering
eraan nooit meer willen missen. Er
was angst, maar er was ook hel
denmoed; je beleefde gruwelijke
dingen, maar er was ook een on
derlinge saamhorigheid die onver
gelijkelijk is. Het waren jaren vol el
lende en verdriet, maar laten we
eerlijk zijn, ook spannende jaren
Wat herinnert een mens zich het
duidelijkst? Vreemd eigenlijk, het
zijn niet de eigen ervaringen, die
confrontatie met brute SD-officie-
ren bij een verhoor; die arrestatie
midden in de nacht, het wekenlan
ge verblijf in de cel en de wanhopi
ge maar ge
lukkig geslaag
de vluchtpo
ging de dag voor
het transport.
Het zijn niet in de
eerste plaats de
beelden van de
houten fietsban
den waarop je
naar je werk
ging, van de
melkfles die je zo
lang op en neer
en heen en weer
schudde tot er
boter in zat, de
nachtelijke kam-
peerpartijen diep
in een hooiberg
als er weer een
razzia was aan
gekondigd. Het
staat je allemaal
nog helder voor
de geest. De
contouren van
heel wat van die
dingen en bele
venissen worden
als het ware met
de dag helder
der, maar toch,
dat is niet het
beeld van vijf ja
ren bezetting.
Wat je emotio
neel kennelijk het
diepst beroerde
waren andere za
ken, waarbij je
zelf als buitenstaander functioneer
de. De intocht van het Duitse leger
in mei 1940, toen doodvermoeide
en met zichzelf in de knoop zittende
Nederlandse militairen een goed
heenkomen zochten en kerels in
vreemde uniformen door de straten
marcheerden. Het gevoel van wan
hoop, van machteloze woede dat
zich toen van je meester maakte,
bleef tot het ogenblik waarop je
met een Canadees legervoertuig
mee mocht om de terugtocht van
de verslagen Duitse infanterie over
de Afsluitdijk gade te slaan En
zelfs toen bleef dat schrijnende ge
voel bestaan.
Maar dat was dan ook het diepst
ingrijpende van al die jaren, dat
misselijk makende en tot opstan
digheid dwingende gevoel van
machteloosheid. Je werd er gek
van. Dat is het meest wezenlijke
kenmerk van terreur: onrecht te
moeten gadeslaan zonder er zelfs
maar tegen te mogen protesteren.
Geen wapens te hebben tegen ver
klikkers en verraders.
Het was al in 1941 dat onze leraar
Duits van de hbs weg moest Om
dat hij jood was Dat betekende de
eerste confrontatie met het onrecht
We brachten hem een mooie ets als
herinnering. Hoe hij daar zat in zijn
woonkamer, de Davidsster op de
jas genaaid, de handen machteloos
in de schoot. Een fijne kerel, altijd
klaar staand voor de jongens en
meisjes van de klas Zo maar weg.
En dan nog de NSB-sympathisan-
ten onder de scholieren, die dat
nog goed vonden ook. We zaagden
de koningin uit dubbeltjes en speld
den die op de jas. Het duurde een
dag. toen kwam een „Nederlandse"
politieman en veegde ons de man
tel uit. Het liep met een sisser af.
Die keer nog wel.
Later ging het mis, verhoren, de cel
en van daaruit het afscheid van wat
je vrienden waren geworden. Van
de verraden joodse onderduiker
David Adler, wiens vrouw toen hij
werd gearresteerd was overleden.
Op weg naar de executie haalde hij
deemoedig de schouders op, en
zei: „Das Leben ist wie ein Kinder
hemd, kurtz und beschiessen"
Je kwam er zelf uit. Als door de
voorzienigheid gered. Die ervarin
gen lieten diepe sporen na, maar
zoals gezegd toch niet zo diep als
die andere. Die confrontatie met de
brallende redevoeringen van de
„Führer" voor de radio (Goddank
denk je nu, dat er toen nog geen
televisie was), het gescheld op „Ju-
den und Plutokraten". Het was
weerzinwekkend. Er waren goede
dingen ook. De uitzendingen van
Radio Oranje, een feest elke avond
weer. Het sonore geluid van de
overvliegende bommenwerpers op
weg om vergelding rond te strooi-
Beangstigend
Het meemaken van een oorlog te
kent een mens. De confrontatie met
een autoritair regime waartegen hij
zelf weerloos staat, het moeten le
ven met gezagsdragers die het alle
maal zo precies weten en die nooit
iets van hun eigen mening ter dis
cussie durven stellen, dat is beang
stigend en weerzinwekkend. De
angst, die het leven beheerste. Om
het minste en geringste kon je op
gepakt worden om met onbekende
bestemming te worden afgevoerd.
Het verzet tegen zo n terreur is
geen heldendaad. Het is een van
zelfsprekende verplichting, een na
tuurlijke reactie. Mensen die ver
volgd werden, die hun leven niet ze
ker waren, moesten geholpen wor
den. Aan onderdak, aan valse pa
pieren, aan bonkaarten. Van het
een kwam het ander.
Het verzet liet ook weer zijn litte-
kens na. Strijd tegen onrecht lokt
ook onrecht uit. De toch in vele op
zichten bandeloosheid van het ver
zet, het opzettelijk juist dat doen
Nauwelijks was de bevrijding een feit of overal van
daan kwam de nationale driekleurweer te voorschijn.
Deze twee deernen uit Puiflijk, in het land van Maas
en Waal, tooiden zich zelfs met een heel lint van
rood-wit-blauwe vlaggetjes. Deze dia komt uit de
collectie van mr. Hustinx.
Zie verder pagina 3: Unieke dia's.
wat verboden was. het vervalsen of
het stelen van benodigde papieren.
Na de bevrijding was het wennen
om in het gareel te komen. Dat luk
te alleen maar omdat het vertrou
wen was teruggekeerd. Omdat we
eensgezind wisten dat dit nooit
meer mocht gebeuren en dat
slechts een democratische samen
leving de garanties kon bieden te
gen herhaling
Een democratische samenleving
zonder fascisme, zonder rassen
waan, zonder verraad. Een samen
leving ook die tolerant zou zijn en
waarin ruimte zou moeten zijn voor
afwijkende meningen
Die les is helaas niet zo lang in
praktijk gebracht. Er zijn opnieuw
mensen die het gevoel koesteren
beter te zijn dan anderen. De de
mocratie wordt bij voortduring ge
weld aangedaan, ook door groepe
ringen die zeggen democraat te
zijn. maar die hun minderheidsposi
tie lijken te gaan uitbuiten door de
meerderheid hun normenpatroon te
willen opleggen Desnoods met ge
weld en intimidatie.
Misschien is dat de pijnlijkste erva
ring van degenen die de oorlog
hebben meegemaakt en daaronder
hebben geleden: waar is de opoffe
ringsgezindheid gebleven, waar de
vanzelfsprekendheid om op te ko
men voor de medemens die ge
slachtofferd dreigt te worden?
Waarom zijn egoïsme en materialis
me zo diep doorgevreten in de mo
derne mens? We waren gelukkig
met niks, in armoede Omdat we
een doel hadden Komt dat ooit
nog eens terug?
K L KOOPMANS