Monster manifestatie van schokkend actueel Amsterdams volksleven -KI* rnr schaa tsenrijdend ijs f FE S T VAL Uitstervend ras BREDEROWIL, 400 JAAR NA GEBOORTE, WERELDRECORD BREKEN ZATERDAG 9 MAART 1985 huresn gevaar dat hij eerst iks achtte f drie maanden later, hog jong, maar drieën- kr. 6 regels sluit Marsman icht af over zijn colle- 1 (,,'t Kan verkeeren") en in dit speciale ge- t Chris Houtman geen jende bezwaren. „Ik t Marsman als dichter (Uiterlijke vrijheid r30? ma£ morden. Maar r A. M. de Jong in zijn boek „De dolle vaan- 'er het leven van Bre- h hoofdpersoon even- it sterven aan de ge- van een ongeluk op keg ik: in een roman JooraPretentie heeft histo- zijn, mag zulke onzin in. Bekend is dat Bre- jerdaad eind 1617 met door het ijs is gezakt, ij overleed pas op 23 s 1618 en niets wijst op nenhang tussen beide enissen. Het wordt wetenschap dan ook ^■eer serieus genomen. heeft tot aan zijn nvolcoorgeschreven. In het F r van 1618 is hij juist inig actief geweest, nkele aanwijzing voor iopende ziekte. Dan ij opeens. In de kracht i leven. Waaraan? Het geheim. Zoals veel in en een geheim zal blij- ntere ren apart zal het precies 400 jaar zijn dat de mysterieuze n de Amsterdamse Nes ge- erd. De hoofdstad gaat dit •denken op een manier tr Chris Houtman voor- k denk dat er een wereld- ^^^1 sneuvelen. Welk? In het ^Huinness Record Book staat JlW|et hoofdstuk theater een n^lijk feit vermeld. Tussen ^Hste schouwburg ter wereld ^^4 en het grootste verlies ooit n theaterproduktie geleden en dollar) valt te lezen dat jsver grootste en langste to- tifestatie uit de geschiede- tsvond op 3 en 4 maart 1979 cht ter gelegenheid van de van de Unie van Utrecht. 0 amateurtonelisten gaven rintig uur lang een beeld samenleving in de zestiende jaar wij het Comité ïdero hopen op zaterdag :ondag 17 maart liefst zes- 1 actrices en acteurs in de iamse binnenstad aan het hebben. Je kunt het 't best ken met een kijkdoos van ormaat. Een kijkdoos die de urgwallen zal omvatten met •gen en straten ertussen, et publiek, wandelend vol- n aangegeven route, langs korte volksscènes uit het je toneelwerk van Bredero jevoerd". Houtman, stafmedewerker leater De Engelenbak, is ètrokken bij het project dat is 100.000 of meer toeschou- du kunnen gaan trekken, aar voorbereiding zijn erin Htten - en hij heeft die tijd ^«kenut voor grondig onder- kar het leven van Bredero ^M'de maatschappij waarin ^«peelde. Vandaar zijn woede gepleegde geschiedverval- l stoor me verschrikkelijk i "opvatting die sinds de ne- de eeuw is gegroeid, dat een rabauw zou zijn ge- een rokkenjager, een zuip- een romantische gek die ts over straat zwalkte. En l^Jmaal uit liefdesverdriet om irfgjfl'esselschade, de kunstzinnig Jjaafde vrouw die door P. C. Ipwas opgenomen in zijn be- ig|| culturele kring op het Mui- A. M. de Jong laat in zijn ■he roman deze Maria Tes- le zelfs opdraven om het van de zieltogende Bredero houden". immende verontwaardigi ro zal Maria Tesselschade hijnlijk wel gekend hebben, ot van rekening mocht hij C. Hooft, Vondel en Huy- It zijn kennissen rekenen. Hij 1 rde in het milieu. Maar dat 'nirjuut het enige wat we weten. <enet ijs gezakt na een drinkge- peft de schilder Frans Hals? l'n hinderlijk verzinsel van Je Jong. Bredero heeft nooit Qlj met Frans Hals gehad. Het pat we weten, is dat hij in- p ook schilderde. Les daarin e^iij gekregen van de Vlaamse if /fhilder Francesco Badens. daarmee houdt onze kennis 1 is niet eens een schilderij bewaard gebleven. En turbulente liefdesleven be- hebben de namen van twee vrouwen bij wie hij if Üen nog een blauwtje liep 7 Df liever: we hebben één Magdalena Stockmans, die orkeur gaf aan een rijke ™1an. De andere, een jonge we- duidt hij aan met N. N". reken «n blijft men Bredero in bre- jng dan beschouwen als een tragisch dichter (de Holland- ikespeare is hij wel genoemd) th aan drank en vrouwen te i ging, maar later radikaal tot f kwam? De oorzaak ligt bij root Lied-boeck, denkt Chris )ttMn. „Na de plotselinge dood redero is alles wat hij ooit ge- (en had, in handen gevallen —•jn jeugdvriend, de uitgever ilis van der Plasse. Deze heeft die snippers onder meer het MAAR 7 [NES OUDE BURGWALLES AMSTBRDAM LONDEN Het Grosvenor (uitspraak „Groovner") House Hotel in Londen herbergt geen schamele lieden zoals u en ik. Het is een hotel voor miljonairs. Daarom heeft het niet minder dan vijf portiers, die, weer of geen weer, hun werkdag in de open lucht doorbrengen. Geen wonder dat hun gelaat eruit ziet als dat van stoere vissers met een huid van perkament. Die portiers zijn allemaal erg nette heren; minstens 1.80 meter en geen boevetronie. Een fraai uniform geeft hen een indrukwekkend ka rakter. zodat je niet zou zeggen dat ze in de meeste gevallen moeten scharrelen om rond te komen. Een heer die een donkergroene hoge hoed. witte wijde handschoenen en een overjas vol gouden strepen en epauletten draagt, is toch iemand om in onze taal met u aan te spre ken. Sommige portiers van het Grosve nor House Hotel staan al 25 jaar op post Hun brede schouders torsen een groot deel van het gunstige imago dat dit hotel aan Park Lane nog overal heeft. Zo'n ..doorman" of portier is immers de eerste ver tegenwoordiger van Grosvenor House met wie de hotelgasten bij hun aankomst kennismaken. Geen enkel ander lid van het personeel is zo schitterend zij het niet meer passend in deze tijd uitge dost als hij. De vijf portiers van het hotel dragen hun uniform dan ook met de nodige trots, want het staat goed te kunnen zeggen: „Ik ben in dienst bij het Grosvenor House Ho tel". Denk nu maar niet. dat een zo be langrijke baan goed betaald wordt Alle Grosvenor House-portiers zijn getrouwd en hebben kinderen. Hun vast weekloon bedraagt onge veer 210 gulden. Tegenwoordig kun ie daar niet veel hongerige mondjes mee vullen. Ellke portier heeft dan ook de extra kruimels die van tafel vallen broodnodig. Hun belangrijkste bron van fooien zijn hotelgasten die om een taxi vragen. Een ongeschreven en al leen door boeren en buitenlui met voeten getreden wet verbiedt de hotelgast zelf een taxi aan te roe pen. Deze gewichtige taak is weg gelegd voor de dichtst bij de hand zijnde portier. Zijn collega's en hij hebben hier voor in de loop der tijden een ri tueel ontwikkeld, dat hoofdzakelijk tot doel heeft rijke fooien op te brengen. Opdat geen enkele hotel gast Grosvenor House zou kunnen verlaten zonder in hun klauwen te vallen, is het achterhoofd van elke portier uitgerust met een onzicht baar extra-oog. Zelfs wanneer zij met de rug naar de deur staan, merken zij met dit speciale zintuig direkt dat je hem gaat smeren De portier die je in zijn netten krijgt, beschrijft pijlsnel een veer krachtige halve draai in jouw rich ting. tikt met twee zijden vingers beleefd tegen de rand van z'n hoge hoed en zegt gebiedend: „Taxi, sir?" In de gegeven omstandigheden zit er voor dit slachtoffer praktisch niets anders op. dan beschroomd te knikken Iemand die in het Gros venor House Hotel logeert, kan niet lopen of met het openbaar vervoer op stap gaan. Een ogenblik later rijdt de taxi al voor. Wat de „doorman" nu doet, vraagt jaren oefening. Hij grijpt de deurknop van de nog bewegende taxi, en wandelt met het voertuig mee, tot dit volledig stilhoudt. On dertussen informeert de portier naar de bestemming van zijn slachtoffer. Deze informatie geeft hem als het w are de volledige ver antwoordelijkheid inzake de rit. die de hotelgast nog moet beginnen. Je mag pas instappen wanneer hij het portier voor je geopend heeft Hij verwacht dat je hem tijdens het instappen wat in de hand stopt. De omvang van deze fooi verschilt niet alleen van nationaliteit tot nationa liteit. maar zelfs van ras tot ras. Omdat ze van ceremonieel houden, geven Britse hotelgasten altijd iets, maar niet noodzakelijk veel. En voor Amerikanen is fooien geven een tweede natuur. Japanners en hotelgasten afkomstig uit continen taal Europa (door hooghartige Brit ten afkeurend ..Europeanen" ge noemd), zijn volgens de portiers over het algemeen veel minder loyaal. Hoewel ze er meestal erg welgesteld uitzien, schijnt een fooi van 50 pence ongeveer twee gul den) praktisch neer te komen op een stuk van hun hart. Ze kunnen er moeilijk afstand van doen en durven ook met een thank you very muchafscheid te nemen Dan zijn er nog de rijke Arabieren, die doen alsof Londen hun eigen dom is. „De Arabieren hebben veel geld, maar geen manierenzeggen de portiers, met in het oog sprin gende afkeer Toch hebben zii. voorzover bekend, nog geen enkele Arabische fooi van de hand gewe zen. De portiers van het Grosvenor House Hotel beschouwen zich als een uitstervend ras. „Wie van ons met pensioen gaat, wordt niet meer vervangenzeggen ze „Onze dienstverlening is impopulair ge worden, want wie voor zijn hotel kamer meer dan vierhonderd gul den per nacht betaalt, heeft bij zijn vertrek geen zin meer om nog eens extra over de brug te komen, wan neer iemand anders, hij mag dan nog zo'n fraai uniform dragen, voor hem met veel stijl een taxi ont biedt ROGER SIMONS Zoals Simon Carmiggelt dat nu is, was Bredero in zijn tijd een schil der van het Amsterdamse straat- en kroeggedoe. Hij had een open oog voor details en het vermogen orn de meest uiteenlopende types uit het stadsgewoel ongelooflijk raak te karakteriseren. Bovendien genoot hij van zijn stad en alles wat er omging, en leverde daar met een grote dosis humor en ironie com mentaar op". Die stad zelf was ook al iets bijzon ders. „Bredero leefde in de tijd", kleurt Houtman zijn schets verder in, „dat de grachtengordel werd aangelegd. Bij zijn geboorte telde Amsterdam 30.000 inwoners, bij zijn dood 100.000. Je moet het je voorstellen als een mierennest van mensen, allemaal bezig met een middel van bestaan te zoeken. Een beetje het beeld van een stad in de Derde Wereld vandaag. Veel wo ningnood, werkloosheid, armoede en criminaliteit. Wij kijken hoog tegen de Gouden Eeuw op, maar waar bloei is, daar is ook bloed. Te gelijkertijd was het de periode waarin een begin werd gemaakt met de sociale opvang van de tien duizenden paupers. Er ontstonden weeshuizen, oudemannenhuizen. En het strafrecht werd gehumani seerd, denk aan het Spinhuis of het Rasphuis die een veel menselijker beleid kregen. Al die aspecten van de 17e eeuw legt Bredero bloot. Niet dat hij erover filosofeert. Maar hij noteert wat er gebeurt, en wie tussen de regels door kan lezen, wordt veel wijzer over de Gouden Succesvol Vast staat alleen dat Bredero een gevierd en succesvol rederijker moet zijn geweest. Houtman: „Hij werd met lauweren begraven in de Nieuweziidskapel. Dat betekent niets anders dan dat hij een zeer geëerd dichter was. Of neem zijn lijspel „De Spaanse Brabander" dat in 1617 in première ging. Na af loop van de serie voorstellingen kon De Eglantier 2.000 gulden overmaken voor een liefdadig doel. Als je weet dat de toegangsprijs in dertijd een stuiver bedroeg, dan moeten dus 40.000 mensen naar het stuk zijn gaan kijken. In een stad met 100.000 inwoners, bijna de helft van de hele stad. Dat noem ik een gigantisch succes. Waarin het school? Bredero was een bijzonder scherp waarnemer. Hij observeerde het dagelijkse leven in Amsterdam met grote realiteitszin en gaf het genadeloos, maar met liefde weer. organisatoren van de Bredero-mani- dat er nog staat, willen we de klei ne anekdotes laten voorvallen die toen de aandacht van Bredero heb ben vastgehouden. We proberen het beeld en het tumult te her scheppen van een 17e eeuwse stad die uit zijn voegen aan het barsten is. Om de kleine man daarin gaat het ons, om de naamlozen die er gebuffeld en gedaan hebben, om de bedelaars die stinken en verrotten. Dat laten we zien. We hebben figu ranten bereid gevonden hun kunst gebit uit te doen en zich te laten insmeren met een lotion die stinkt. Veel zieken met zweren en ver minkingen zullen er zijn en daar loop je als publiek tussendoor. Mu zikanten en potsenmakers zullen er zijn, straatventers en waarzegsters. En denk niet dat de toeschouwers zich onderweg met een hamburger kunnen versterken. O nee, alles gaat zoals in de 17e eeuw; we ma ken er geen braderie van. Oliekoe ken kan men krijgen, augurken, speculaas, theerandjes en de ge droogde schollen of scharren van de visvrouw. Onze 600 amateurto nelisten hebben zich zelfs verplicht om tijdens de manifestatie niet te roken, zo echt moet het lijken". Mode van Breughel De kostuums voor 600 actrices en acteurs, geeft dat geen probleem1 „Ook achter zo'n vraag schuilt weer een historische denkfout", wijst Houtman streng terecht. „Dan doelt men op de patriciérskledij die men kent van de schilderijen in het Rijksmuseum. De kanten kragen, dik als molenstenen. Maar die krengen werden niet gedragen; die gingen alleen even om als men, modern gezegd, op de foto moest. Want ze kriebelden verschrikke lijk, ze werden gauw vies en ze wa ren niet te wassen. Kijk maar naar de etsen van Rembrandt waarin hij het dagelijks leven heeft vastge legd. Nergens kragen Wat wij vol gen, is de mode van Breughel His torisch onjuist omdat die zijn schil derijen veertig jaar eerder maakte dan Bredero zijn scènes geschreven heeft? Integendeel. Historisch juist. Want wat droegen de arme drom mels die Bredero opvoert? Afdan kertjes van vroeger. Lompen uit de klerenkisten". Wat zullen de 600 namaak-drommels van 16 en 17 maart intussen onder hun lompen dragen1 Anders gezegd: gaat de openluchtmanifestatie door. hoe maart ook zijn staart mocht roeren? Houtman tot slot: „Als het even meezit, beleven we de eerste lente dagen. Dan is het spektakel natuur lijk op zijn mooist. Maar zelfs wan neer net sneeuwt of miezert, geeft dat fraaie plaatjes. Alleen regen die bij bakken uit de hemel komt. dat zou vervelend zijn. Toch gaat de manifestatie ook dan door Vast en zeker. We hebben alle deelnemers die vraag voorgelegd en ze hebben allemaal ja gezegd Zo is het project gaan leven, niet alleen bij de twaalf beroepsregisseurs dit we hebben ingeschakeld, maar bij alle 600 amateurtonelisten. Wanneer ik met ze over Bredero praat. man. dan beginnen alle oogjes te fonkelen". Zeshonderd acteurs en actrices zullen op 16 en 17 maart tegen het 17e eeuwse Amsterdamse decor de kleine anekdotes opvoeren die toen de aandacht van Bredero hebben vastgehouden. Daarbij gaat het niet om de deftige patriciërs, maar om de in een uit zijn voegende barstende stad voor hun bestaan vechtende arme drom mels, zoals ze tot leven komen in de schilderijen van Breughel. Groot Lied-boeck samengesteld en dan gebeuren er dingen. Hoe groot is het historisch besef van Van der Plasse geweest? Welke biografische waarde heeft zijn uitgave? Hij deel de het Groot Lied-boeck op in drie bundels: het Boertigh, het Amoreus en het Aendachtigh Groot Lied- boeck. Hij graaide alles bij elkaar en dacht: dit hoort hier en dit hoort daarbij. Er zit geen chronologische logica in, geen enkele tijdsdatering. Hoe kun je dan op basis van zulk materiaal vol wetenschappelijke gebreken een beeld construeren van de man erachter? En toch is dat gebeurd, toch is men in die val kuil gelopen. Men heeft een beeld opgebouwd van een persoon aan de hand van wat hij geschreven heeft en dan nog op basis van de volgor de die Van der Plasse erin heeft aangebracht. Men denkt dat die lie deren aanwijzingen geven over het leven dat Bredero heeft geleid: eerst de losbol, dan de vrouwengek en tenslotte de bekeerling. Maar zo is het niet. Bredero was een Rede rijker. Hij behoorde tot de letter kundige vereniging De Eglantier en later tot de Nederduytsche Aca demie. En de rederijkers dichtten nu eenmaal in die drie categorieën: de boert, de liefde en het beschou wende. Dat was hun traditie. Daar hielden ze zelfs wedstrijden in". Handschrift van Bredero. De onder tekening Brederode (hij schreef zijn naam in verschillende spellingen) is voorzien van het onsterfelijke de vies ,,'t Kan verkeeren". Peter Floor (links) en Chris Houtman, festatie. Parallellen De monster-manifestatie van 16 en 17 maart heeft vooral de bedoeling parallellen te trekken tussen het geboortejaar van Bredero en de huidige tijd. Want die zijn er, vindt Houtman. „Zijn werk kenmerkt zich door een groot aantal anekdo tische schetsen van het Amster damse volksleven korte, op zich zelf staande passages en scènes die veelal te maken hebben met het bestaan van alledag. Wanneer je die leest, valt het je op hoe actueel ze nog steeds zijn. Neem de scène van de „drie koele troevers" uit „De Spaanse Brabander". Drie oude vrijgezellen klagen over hun levenslot. Het is ze geenszins voor de wind gegaan en voortdurend wijten ze hun eigen falen aan de vele vreemdelingen die zich rond 1600 in Amsterdam vestigden. Het is of je drie leden van de Centrum partij tegen elkaar hoort kankeren. Of neem de scène waarin de stad somroeper luidkeels afkondigt dat samenscholingen van bedelaars voortaan verboden zijn. Dan denk je: het lijkt verdorie het huidige sa menscholingsverbod op de kop van de Zeedijk wel. Schokkend, zo ac tueel". Houtman vindt het geen groot spraak dat hij de Bredero-manifes- tatie bij voorbaat uniek noemt. „Nee, die verbinding met de actua liteit is uniek en de lokatie in het stadsgebied van de Oude Burgwal len, de rosse buurt, is uniek, want op die plek in Amsterdam heeft Bredero geleefd en gewerkt. Tegen het decor van de zeventiende eeuw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 19