GWkJS
EEN LEUK „FOGDJE"
I Door
I vijfbak
I niet fel
maar
spaarzaam
rijden i
TOYOTA?
LOUWMAN
SUZUKI?
Transmissie
maakt
180-gradenslip
De oliecrisis van 1973 mag dan misschien
net niet de hele wereld op haar Kop heb
ben gezet, zij liet toch duidelijk sporen na
die tot aan de dag van vandaag merkbaar
zijn. Zeker de auto-industrie maakte in die
strenge winter een spontane 180-gradens
lip. Een van de topmannen van Fiat liet
zich uitgebreid fotograferen in een minus
cuul 126-je waarmee hij in die dagen naar
z'n werk ging. De verkoop van de Lelijke
Eend. in die jaren geldend als dè zuinig
heidskampioen. steeg met sprongen. En
de ingenieurs van de verschillende autofa
brikanten kregen opdracht zuiniger moto*
ren te ontwerpen.
Resultaten
De resultaten van hun Inspanningen zijr\
de afgelopen jaren gepresenteerd. Kleina
auto's met een verbruik van ruim één Ofi
twintig bij een snelheid van megentig km
per uur en grotere wagens die inmiddels,
ondanks hun zwaarder gewicht genoegen
nemen met verbruiken rond één op zes1
tien.
Maar de ontwikkelingen staan niet stil. Na
de motoren namen de technici de trans
missie onderhanden. En dat resulteerde In'
versnellingsbakken met een zogeheten E-
versnelling of een zuinige vijf met overdri
vekarakter.
Sportauto's
Dat was voor de oliecrisis wel anders.
Toen was de vijfde versnelling uitsluitend
te vinden op sportieve auto's, waar hij ei
genlijk de normale vier verving om de
stappen tussen de één en de vijf kleiner te
maken en zo een fellere acceleratie moge
lijk te maken. De vijf van nu doet in feite
het omgekeerde van wat vroeger gebeur
de in de sportwagens. De gaten tussen de
verschillende versnellingen worden groter
gemaakt, waardoor de eindoverbrenging
in de vier langer Is. De auto loopt daar
door per 1000 foeren in de hoogste ver-'
snelling harder.
Voordeel
Het grote economische voordeel hiervan is
niet alleen dat de motor minder toeren
draait bij een gelijk blijvende snelheid
waardoor de wrijvingsverliezen in de mo
tor kleiner zijn. maar vooral dat er een ho
ger rendement bereikt wordt. In de ais
overdrive bedoelde vijfde versnelling levert
de motor door de bank genomen niet veel
trekkracht meer. De topsnelheid wordt
dan ook niet In de vijf, maar in de vier be
reikt. De vijfde versnelling dient er vooral
voor om langere tracjecten met één en de
zelfde snelheid zuiniger af te leggen.
Zoals al gesteld, de ontwikkelingen gaan
door. Op dit moment worden al proeven
genomen met zesversnellingsbakken,
waarbij de afstemming van het gewenste
motorvermogen op de rij-omstandigheden
nog beter is.
KLAAS SNIJ DE Pt
(ADVERTENTIE)
BtNHAAG!
NIMAG DEN HAAG
BINCKHORSTLAAN174
070-475421
ooktnRijswijk Min AjlbentlsM41
NATUURLIJK!
MERCURIUSWEG14 070-475421
(naast Louwman Toyota)
Een aan de andere zijde van de Atlan-
tlsche Oceaan woonachtige kennis van
„oro mij wilde de afgelopen zomer vanuit
=r Nederland een rondrit door Europa
- gaan maken, een onderneming waar-
voor hij hier ter plekke een auto zou
[/ago aanschaffen. Daags na zijn arriveren
zetten wij ons aan de arbeid om een
ijec vehikel voor hem te bemachtigen. De
wagen moest tal van kwaliteiten bezit-
ten' maar moest daarbij voorat goed-
5 koop zijn. Meer dan duizend gulden
wilde hij er niet aan kwijt zijn.
Waar begin je, wanneer je zo'n auto
wilt hebben? Je kijkt in de krant. Al
snel hadden wil een betrouwbaar
J ogende advertentie gevonden, waarin
f J verschillende bejaarde automobielen
in juichende bewoordingen stonden
aangeprezen. Aangezien de prijsstel-
rllng met de eis van de Europa-reiziger
overeenkwam besloten wij die hande-
1 laar maar eens op te zoeken.
De brave ondernemer bleek in een
buitengewoon sombere en rijkelijk
met hondeuitwerpselen gestoffeerde
straat gevestigd te zijn. Wij zochten
meteen naar een garage, een show-
I - room of iets dergelijks, maar er was in
de hele straat niets van dien aard te
Ï7 I -
bespeuren. Het in de advertentie ver
melde adres bleek een doodgewone
portiekwoning te zijn. Een vrouw van
middelbare leeftijd deed open. Toen
wij het doei van onze komst duidelijk
maakten, riep zij haar echtgenoot, een
bedachtzaam uit zijn ogen kijkend
heerschap van in de vijftig. „Bent u de
autohandelaar?", vroeg ik. De man
nam ons een ogenblik schattend op
en antwoordde toen in onvervalst
Haags: „Ja. Wat wouwe de heren we
ten?". Wij maakten de nobele ziel dui
delijk, dat wij een automobiel zochten,
dat nog in staat was een mens veilig
en zonder problemen door Europa te
transporteren en dat niet meer dan
duizend gulden mocht kosten. De man
luisterde aandachtig en zei toen:
„Nou, Ik heb bijvoorbeeld een leuk
groen Fogdje staan. Niet te veel kilo
meters op de teller, nog lekker In ze
lak. Leuk karretje. Hij staat hier om de
hoek, je mot maar es effe gaan kij
ken".
Wij volgden 's mans raad op en zoch
ten de mobiel op. Warempel: in de
straat om de hoek stond een groene
Ford Taunus, waarvan de lak eens als
metallic te omschrijven moet zijn ge
weest, maar die nu een dofheid als
van een moegestreden tank ten toon
spreidde. We liepen rond het voertuig
en stelden vast dat er maar weinig
roest te zien was. Er was een richting
aanwijzer kapot, de banden toonden
nog slechts een vage herinnering aan
een profiel en hier en daar zat een
krasje en een deukje, maar gezien de
leeftijd van het Fordje was alles toch
heel redelijk in orde, leek ons na een
eerste vluchtige inspectie. Ik kroop
onder de wagen en ontwaarde tot mijn
verrassing een nog smetteloze bodem.
Geen gaten en zo goed als geen roest.
De uitlaat was aan het einde van zijn
Latijn, dat was overduidelijk. Het ding
was provisorisch opgelapt en hing zo
op het oog wat klunzig in een hoeveel
heid ijzerdraad, maar bleek na enig
gemorrel goed vast te zitten.
Vervolgens openden wij de motorkap.
Hier had de tand des tijds weliswaar
duidelijk zijn sporen nagelaten, maar
het beeld was toch niet zorgwekkend
te noemen. De rubber slangen waren
gortdroog en hier en daar bedenkelijk
gerimpeld en gebarsten, maar lekken
deed er zo op het eerste gezicht niets.
Het motorblok zag er nog redelijk uit
even de dynamo lospeuteren.
tot zeven Jaar geleden kwamen de men
sen met prima wagens aanzetten onder
het mom: ik heb een nieuwe gekocht,
gooi deze maar weg. Dat zie je nu niet
meer".
Sinds kort importeert de Haagse autoslo
perij wrakken uit Luxemburg en Duits
land, waar al meerdere jaren een strenge
keuring geldt. Ook vrij jonge auto's die in
Nederland nog ongehinderd door kunnen
rijden, worden daar van de weg gehaald
omdat ze niet meer aan de veiligheidsei
sen voldoen. Rob: „Zo vullen we onze
voorraad vrij nieuwe onderdelen een
beetje aan. Die auto's komen overigens
belist niet meer op de weg, daar hoef je
niet bang voor te zijn".
Menig autosloperij heeft vandaag de dag
ook nieuwe onderdelen zoals spatbor
den. mistachterlichten. bumpers en sier-
strippen in de aanbieding. Soms meer
dan veertig procent goedkoper dan bij
de dealer. Hoe dat kan? Vader Wierenga
is bereid uitleg te geven. „Wij hebben
geen drie man achter de balie", zegt hij
nors, terwijl hij de brand in een nieuwe
sigaar steekt. „Het is hier onderdeel uit
zoeken. dokken en oprotten. Wat je ver
der met zo'n onderdeel doet, Interesseert
ons niet".
Raamrubber
Rob Wierenga heeft een talent voor het
bijhouden van de tweedehands winkel
waar. Zo uit-het-blote-hoofd weet hij pre
cies wat de sloperij In huis heeft. Bijna
vijfhonderd auto's, van tientallen merken
en een veelvoud aan typen, met allemaal
weer hun eigen nog bruikbare onderde
len. Of daar dan een raamrubber voor
en wat meeviel er lag geen drup
pel olie onder de motor. Bovendien
zat er nog voldoende water in de radi-
ateur. Wij besloten tot nadere onder
handelingen over te gaan en togen te
rug naar de handelaar. Mijn kennis
maakte mij in het Brits duidelijk, dat ik
vooral op een proefrit moest aandrin
gen. Ik bracht zijn verlangen over,
waarop de handelaar een jekker aan
trok en met ons mee ging. Hij maakte
een portier open. hetgeen een schrik
wekkend geluld teweeg bracht, en
kroop tot onze verwondering zelf ach
ter het stuur. Mijn kennis kroop ach
terin en ikzelf nam naast de bestuur
der plaats. Deze rukte enige malen
ruw aan de versnellingspook en teis
terde het gas- en koppelingspedaal
met enige gemene trappen, waarna hij
de contactsleutel omdraaide. De start
motor hief een klaagzang aan, maar
kwam aanvankelijk niet verder dan
dat. Na nog een paar maai starten
kwam de motor hoestend tot leven.
Een dikke rookwolk was door de ach
terruit zichtbaar.
„Nog lekker starte, hè", zei de hande
laar. terwijl hij wegreed. „Ja. hij hep
een tijd stilgestaan, hè, en dan zit er
VRIJDAG 8 MAART 1985 PAGINA 9
niet veel puf meer In 't accuutje. Maar
die taait zo weer op asje effe de snel
weg op gaat. Kijk, schakele as boter.
Ja, het is een verdomd leuk Fogdje.
Daar ken Je nog een heel end mee
vooruit". De piloot raasde met hoge
snelheid door allerlei straten en de
monstreerde allerlei functies. De wa
gen reed nog opmerkelijk soepel, al
bromde de motor als die van een
vliegtuig. Op een gegeven moment
hield de bestuurder ineens zijn arm
voor mij. waarop bij bruusk remde. De
wagen kwam als een blok tot stilstand.
„Nog best remme. dat zie je", sprak
de handelaar, die steeds geestdriftiger
werd. „Ja kijk", zei hij, „Deze wage is
van een tuinder in het Westland ge
weest. En wat rijje die lui d'r nou mee?
Weinig toch? Heb altijd In de schuur
gestaan en hep niks te Ujje gehad. En
dan: Foadjes zijn zowiezo leuke auto-
tjes. Lekkere, ouderwetse wagentjes.
Ver ie je week heb ik t'r zelf nog in ge-
reje. want me eige wage stond In de
garage. Zelf heb ik een Peugeot. Ik
zeg tegen me vrouw: het zijn toch lek
kere ouderwetse wagentjes, die Fogd-
jes. Altijd rije en niks geen tramme
lant. Al zou je willen, dan krijg Je zo'n
Fogdje nog niet kapot".
Terug op de plaats van vertrek Hep de
handelaar nog eens om de wagen
heen. waarbij hij nog enkele kwalitei
ten onder de aandacht bracht. „Hij
staat nog leuk op ze bandjes". En op
het dak wijzend„Hier. moot vinyl dak-
kie. Nog as nieuw gewoon. Nou wat
vinnu d'r van?".
Wij knikten zuinigjes en informeerden
naar de prijs. Zevenhonderdvi/ft/g
gulden", sprak de man op besliste
toon. Toen ik hem vroeg of dat de ui
terste prijs was. antwoordde hij op
meewarige toon: „Ja. wat wil u nou?
Kijk lager ken ik echt niet gaan. Dan
verdien ik t'r niks meer op. Nou. he
ren. wat doen we?"
We deden het. En de wagen bleek
voorwaar geen miskoop. Hij bracht
mijn kennis naar Denemarken, waar
de auto werd gestolen (f), maar na drie
dagen weer op het politiebureau kon
worden afgehaald, vandaar door
Duitsland naar Oostenrijk en Italië,
vervolgens naar Spanje en via Frank
rijk naar het eindpunt van de rit: Brus
sel. En daar roest het „Fogdje" nu in
alle rust.
LEO HENNY
op zoek naar een tweedehands bandje.
omhaal gereduceerd tot een kubus
schroot.
Hoe vaak is de middenklasse citroengele
Kadett gepoetst, voordat de ijzeren klau
wen van een kraan lelijke krasjes maken
op zijn beide portieren? Wie heeft daar
toch de moed een koevoet te plaatsen
tussen de deur van die mooie BMW om
een toerentellertje te kunnen bemachti
gen? En die nog geen vier jaar oude Ja
guar, ingesneeuwd en tot schande van
de hele familie zij-aan-zij met twee lelijke
eendjes, wordt dus gesloopt. Er zal wel
iets vreselijks aan mankeren, iets onge
neeslijks
Laatste ritje
Een autosloper dient zich niet te hechten
aan de dingen. De verafgoding van de
automobiel, zoals je die aantreft op de
jaarlijkse RAI in Amsterdam, is op een
sloopterrein niet op zijn plaats. Een auto
begint daar aan het laatste ritje van zijn
leven: via het „expositieterrein", waar
belangstellenden nog kunnen snuffelen
naar onderdelen, naar de ruim tien meter
hoge pers, waarin twee manshoge kra
nen om de paar seconden een karretje
laten vallen.
„Ik zie de sloperij als een puur recycling
bedrijf". zegt Rob Wierenga, terwijl hij de
schroothopen buiten het kantoor naden
kend overziet. „Ik wilde dat meer men
sen zich dat eens gingen realiseren. Het
slopersvak heeft helaas nog altijd iets
van gerommel en onbetrouwbaarheid.
Natuurlijk is dat niet voor niets zo geko
men. Er zijn vooral in het verleden veel
sjoemelaars geweest. Maar wat men niet
opmerkt is dat de sloperijen uitgegroeid
zijn tot een moderne bedrijfstak".
Rob neemt de honneurs maar even waar,
als het er om gaat belangstellenden te
woord te staan. Zijn vader is nu eenmaal
opmerkelijk bondig in zijn mededelingen.
Hoe lang de heer Wierenga het slopers
vak al beoefent? „Zoveel jaren als ik oud
ben", zegt hij. diep inhalerend. Klein be
gonnen en het bedrijf zélf langzaam uit
gebouwd? „Met deze twee handen",
klinkt het kortaf. Wel informeert hij be
langstellend: „We krijgen toch wel recla
me, met al die schrijverij?".
De sloperij was er nog niet zo lang gele
den, zo vertelt Rob, vrijwel uitsluitend
voor knutselaars en minvermogende au
tomobilisten die er geen bezwaar tegen
hadden zich tussen twee wrakken te wur
men op een modderig terrein om nou nét
dat speciale buitenspiegeltje of die be
paalde dynamo los te peuteren. Maar
met de economische recessie Is wel het
een en ander veranderd.
Rob: „Soms komen mensen met de
duurste wagens aanrijden voor een twee
dehands onderdeel. Toch om die paar
tientjes uit te sparen. Wij hebben daar op
ingespeeld, doordat we allereerst al veel
onderdelen in voorraad hebben en bo
vendien eventueel zelf die onderdelen
demonteren. Je hebt genoeg mensen die
niet zo handig zijn, of een hekel hebben
aan vieze handen. Het publiek is een
beetje, tsja, chiquer geworden".
Ook met het naar de sloop brengen van
afgedankte auto's is het wat anders ge
steld. Rob: „We krijgen hier klanten en
dan denk je: die komt zijn auto naar de
schrootpers brengen. Tot op de draad
opgereden. Maar dan komt meneer voor
een tweedehands bandje, omdat hij het
nog een paar maandjes wil uitzingen. Vijf
het achterportier van een Peugeot 504
bij zit? „Achter die metallic Datsun", zegt
hij tegen een van de monteurs die het
kantoortje binnenkomt. „Ik weet zeker
dat hij er nog aanzit". De prijzen van de
tweedehands onderdelen worden een
beetje met de natte vinger bepaald. „Het
hangt af van de vraag en hoeveel je In
huis hebt", aldus Rob.
Het is nog onzeker of de autokeuring die
ook in Nederland voor de deur staat,
voor de sloperijen gunstig is, zo stelt Rob
Wierenga. Door de teruglopende beste
dingen blijven mensen langer met „cos
metische" schade (zoals een gedeukt
portier of bumper) aan hun auto doorrij
den. De handel in tweedehands onderde
len is de laatste jaren bijgevolg al matig.
Rob: „Ik zou niet weten of we nu hele
maal overspoeld gaan worden met afge
keurde auto's, of dat veel meer mensen
naar ons toe gaan komen voor onderde
len om toch nog door die keuring te kun
nen komen. Hoe we daar uitspringen
moeten we nog afwachten".
Bijzonder lucratief Is het vak van autoslo
per beslist niet, benadrukt Rob Wierenga
ten slotte met een knipoog naar de fis
cus. „Het Is gewoon de hele dag hard
aanpoten voor je centen, 's Avonds kom
,<j doodmoe thuis, maar je hebt wel het
voordeel dat je niet weet wat je de vol
gende dag gaat doen. Op het slopersvak
wordt nog steeds neergekeken, dat vind
ik erg jammer. Sommige mensen komen
hier binnen, halen onderdelen van een
auto en lopen er zo mee weg. Die denken
dat het gratis is. Je gelooft je ogen niet,
maar het komt nog steeds voor".
PAUL KOOPMAN
Foto's: MILAN KONVALINKA
(ADVERTENTIE)
Bt we met die Jaguar doen?". Direc-
Wierenga haalt er de duimdikke si-
'r niet eens voor uit zijn mortd. „Slo-
wat dacht je anders?" bromt hij,
Tf we een beetje gek zijn geworden,
een sloper, dus sloop ik die kar.
simpel is het", klinkt het achter
jwgrijze wolken. Boven op de mans-
|e kluis van de sloperij in Den Haag
ft een Chinees boeddhabeeldje een
ikmanspet op gekregen. De oosterse
ester lacht ons schalks vanonder de
D toe. Zoon Rob haalt intussen vijftig
eken" uit zijn kontzak ter vergoeding
een zojuist voorgereden afdankertje,
■voormalige eigenaar verbijt zichtbaar
teleurstelling.
het leven van een auto ten einde is,
JÊm een tragisch ongeval of gewoon ou-
Jtfom, volgt geen plechtige begrafenis,
soms meer dan tweehonderdduizend
ieters trouwe dienst, wordt het vehi-
afgedankt of total loss verklaard,
•eet? Ho maar! De karkassen worden
ibaard op een kaal terrein, waar
plaats is voor grafkransen of ge-
;stenen. Een enkeling wil nog aan de
irdelen morrelen, maar ten slotte
tót alle glorie van weleer zonder veel