CeidócSouacmt ZATERDAG 9 FEBRUARI 1965 YORK We wandelen door Harlem, Amerika's grootste [yuwijk, gelegen op New Yorks eiland Manhattan, ten j^uen van Central Park. Onze gids is Sylvia, die in Harlem is en opgegroeid en nu leeft van het rondleiden door buurt van blanken, die er zonder begeleiding van onen n*et ^een durven. We zijn nog maar net uit de 1 boven de grond in hartje Harlem gekomen, of we fn binnen een paar honderd meter gaans al een scherp van de stand van zaken in de roemruchte wijk. We lopen Je Zevende Avenue langs dichtgespijkerde winkels en iglÉrande bovenhuizen. „Het is voor de eigenaars goedkoper in brand te steken dan om ze te onderhouden. En soms brandstichting ook voor de bewoners een voordeel. Als lektriciteit en water zijn afgesloten kun je er toch niet be- in leven. Als je huis is uitgebrand, krijg je door de ente tijdelijke woonruimte aangeboden", zegt Sylvia. team 1 aan een hoek nde je 139e Straat ig Achtste I. Het lijkt of n de sjiekste van Londen of lupoigeriijn terecht Omkomen. Voor- herenhuizen 'aan weerszijde s naar de over- w^te staren. De mM gevels met de SKHe ramen zijn in iHte staat. De [n die tussen NQ-ijijzeren hekken 'de voordeuren 3 'flj, staan stram in jelid. Smallere es voeren naar en, naar de Tains. straat, en ook mP'igende, de 138e, »n ze Strivers begrijp je zegt Sylvia leen veelbeteke- e blik in de Ulte Een striver is ;1 als een stre- iemand met een eerzucht. In ers Row, en ook idere delen van ^>m, wonen sinds I^Trijke zwarten, 9&ar arm zijn ge- Bi, met hun ou- zijn weggetro- ïaar Newyorkse owijken als de t. goed terecht dou<ekomen in de en ichappij en altijd zijn blijven aeipn van terugkeer naar de plek lun jeugd. Voor een prik ko- e er de huizen op, van zoveel en zo solide, dat ze de tien jaren van verwaarlozing ge- ilijk hebben overleefd, fe halverwege de 138e Straat I Sylvia: „Hier niet verder. :hter wordt het gevaarlijk, op de Achtste Avenue wor- jrugs verhandeld". Het ver fde Harlem bestaat nog maar ïle kleine oases in een woes- an afbraak en onveiligheid, niet alleen zwarten met geld iHarlem weer bewonen. Met aan de zuidelijke randen van jk dringen steeds meer jeugdi- anken de neger-enclave bin- Het zijn de „yuppies", vaak ju- j en computerdeskundigen, die n revolutionaire studententijd I jaren zestig en zeventig in ijl doen zijn geraakt en voor 9ge koopsom en een hoge re- iierekening een luxueus huis Irlem inrichten. ch h de klank Harlem al blijft .ts een onweerstaanbare aan- iingskracht uitoefenen op zo- Varten als blanken die in zijn een leven vol avontuur. Har- rertegenwoordigt, ondanks de >op en de verloedering van de e vijftien jaar, voor ontelbare forkers nog altijd die bruisen- xktail van misdaad, jazz en 1 {innig cabaret naast hartver- nelrende diensten in de neger- in9hrlem ligt een groot stuk van ■'Rika's geschiedenis tussen de is die thans het aanzien van de ^bepalen. Het was Nederlands erneur Peter Stuyvesant die 10 driehonderd jaar geleden op In(je kilometers afstand van w Amsterdam (op de zuidpunt idejManhattan) het dorp Nieuw lem stichtte. De eerste Neder- isie|rs die het waagden om zich h de stadswal (het huidige Street) van Nieuw Amster- •ite vestigen, hadden geen be- L tming tegen de indianen die Èolop op Manhattan woonden tgen de Engelse soldaten die it Brooklyn (Nieuw Breuke- aanvalsacties op het Hollandse d in de Hudson uitvoerden, oor 1°°P van de achttiende en de 3, htiende eeuw werd Harlem i steeds geliefdere en steeds *~1dere buitenwijk van het snel groeiende New York. In de open delen verschenen prachtige land huizen en langs de straten en ave nues kwamen woonpanden „brownstones" die zelfs van ho gere kwaliteit waren dan de huizen thans in de allerduurste buurten ten zuiden van Central Park in midtown-Manhattan. In het begin van deze eeuw begon Harlem plotseling van karakter te veranderen. Er kwam een massale trek op gang van negers uit het zui den van de VS naar het meer wel varende noorden. Tienduizenden gingen naar New York, en vestig den zich daar waar nog wat plaats was op Manhattan: rond Harlem. Een nieuwe metroverbinding met het zakencentrum van New York maakte voor de arme negers vesti ging in Harlem extra aantrekkelijk. De wijk voer aanvankelijk wel bij de nieuwkomers. Er was grote be hoefte aan arbeidskrachten, onder wie zich bovendien talloze muzika le talenten bevonden die gingen optreden en veel bewonderaars trokken. Harlem werd het oord van de nachtclubs. Wereldberoem de jazzmusici als Duke Ellington, Count Basie, Lena Home, Billy Holliday en W.C. Handy, allemaal woonden en werkten ze in Harlem. Ze speelden in gelegenheden met magische namen, zoals de Savoy Ballroom, het Apollotheater en de Cottonclub (waar de nieuwste Hol- lywoodfilm over het destijdse Har lem zich afspeelt). In de crisisjaren trokken steeds meer blanken weg. Ze kwamen al leen terug om er uit te gaan in de exclusieve clubs en restaurants. Liz Taylor Na de Tweede Wereldoorlog be gonnen voor Harlem de problemen pas echt. New York was uitge groeid tot de grootste stad ter we reld (het is dat nu al lang niet meer) en kreeg als eerste te maken met alle moeilijkheden die elke oude stad in de moderne tijd te ver duren zou krijgen. In 1950 telde al leen de wijk Harlem nog 772.000 inwoners. Vandaag zijn dat er nog maar 300.000. De meeste woningen waren aan dure maar onbetaalbare reparaties toe en het aantal banen dat binnen de grenzen van New York voorhanden was daalde in tien jaar tijd met 600.000. Samen met de industrie verhuisden letter lijk honderdduizenden zwarten naar de wijken buiten Manhattan. Hun plaats in Harlem werd gedeel- enclave „Haarlem" is weer terug. Hier vestigen zich de rijk geworden zwarten, die terugkeren naar de plek van hun jeugd. Links onder: onder de spoorlijn over Spanish Harlem ligt „La Marqueta", de markt. Midden: een „normale" straat in East Harlem. De winkels zijn al sinds jaar en dag gesloten. ARLEM telijk ingenomen door „Hispanics", spaanssprekenden uit Porto Rico, Cuba en overig Centraal Amerika. Voor de vroeger actieve mafia was de wijk niet meer interessant en de wijk werd door een ware plaag van overvallen door drugverslaafden nog veel gevaarlijker dan voor heen. Spanish Harlem, dat deel uitmaakt van East Harlem, wordt nu voor vijftig procent door spaansspre kenden Dewoond. Sylvia toont ons La Marqueta, een permanente markthal die onder de spoorlijn is gebouwd die over Harlem heen loopt. „Af en toe brandt er een ge deelte van de markt af", zegt onze gids, wijzend op een zwartgebla kerde ruimte. „Dat komt cjoor de vonken die de treinen op de rails maken". Even later lopen we door de 125e Straat, de drukste winkelstraat van Harlem. In de mensenmassa is wer kelijk niet een blanke te bespeuren. „Kijk", zegt Sylvia trots, „dat is het Apollotheater. Dat is een paar maanden geleden heropend. Elke woensdag zijn er talentenjachten. Misschien ontdekken ze er weer nieuwe wereldsterren uit Harlem". De heropening van „Apollo" met een miljoenensubsidie van de gemeente-is voorde meeste New- yorkers het belangrijkste baken van hoop op een Harlem-renaissan- ce. Maar voorlopig is in dezelfde straat Blumstein's, Harlems laatste warenhuis, dichtgespijkerd en is het beroemde Hotel Theresa, waar Fidel Castro in 1960 verbleef tijdens zijn geruchtmakende bezoek aan de VS. verbouwd tot kantoor. Lopend door Harlem langs groepjes werkloze negers met doffe blikken, langs voorgoed gesloten drugstores en langs gapende ruines in de ge velrijen. is het verbluffend hoe dit zo ideaal gelegen stadsdeel zo kon vervallen. Harlem is geen sloppen wijk. maar bestaat uit brede lanen en ruime straten. Je kijkt zo op Central Park en ziet aan de andere kant daarvan 's werelds meest vooraanstaande woon-, uitgaans- (Broadway) en zakencentra liggen. Metrotreinen en bussen brengen je daar in luttele minuten heen. Liz Taylor, Yoko Ono en Jacky Onas- sis wonen pal aan de andere kant van het park. De bruggen en tun nels vanuit Harlem (uptown) naar de rest van de wereld zijn beter dan die vanuit mid- en downtown. Nieuwe rtiken Daarom zullen altijd mensen blij ven geloven in een wedergeboorte van een glorieus Harlem Jeffrey Rouault is zo iemand. Hij is een ty pische „yuppie", 42 jaar, blank, ad vocaat en eigenaar-bewoner van een schitterende „brownstone" met vijf verdiepingen in de 121e Straat in West Harlem. Zijn duur inge richte huiskamer glimt als een toonzaal. „Dit huis is in 1887 ge bouwd en kostte toen het geweldi ge bedrag van 37.500 dollar. Dat zou nu ruim een miljoen dollar zijn. Ik heb dit huis in 1980 gekocht voor 25.000 dollar en er voor 100.000 aan opgeknapt". Jeffrey is een van de pioniers die Harlem sedert enige jaren vanaf de grenzen met blanke buurwijken aan het penetreren zijn Driemaal is hij op straat, dicht bij zijn huis, al overvallen en beroofd, hetgeen eenmaal gepaard ging met een klap op zijn hoofd. „Dat is het risico als je een van de eersten bent. Ik weet zeker dat het steeds minder onvei lig wordt, naarmate meer mensen zich hier vestigen. Het gaat nu zeer snel. Elke maand worden in de buurt weer tientallen huizen opge kocht en gerenoveerd Het is een ontwikkeling waar de negerbevolking van Manhattan met gemengde geVoelens tegenaan kijkt. „We vinden het goed als er weer leven komt in Harlem En zwarten zijn zelf de grootste slacht offers van misdaad, dus als het door nieuwelingen ook minder on veilig wordt, dan juichen we dat toe. Maar het probleem is dat we uit onze eigen wijk worden verdre ven door de stijgende prijzen van de huizen. En de gemeente heeft geen geld om ons woonbescher- ming te gevenlegt Sylvia uit. Een makelaar in Harlem bevestigt: „De 86e Straat was vroeger aan de East-side de grens. Daarbovep kreeg je niks verkocht. Nu is de 96e Straat de grens. Over enkele jaren zullen de yuppies lot en met de 110e willen wonen". En in de New York Times stond deze week een adver tentie voor een huis in de 117e Straat in oost-Harlem voor 150 000 dollar. Aan de Westside exploderen de prijzen zelfs nog meer. Ter hoogte van de 30e Straat, waar een blanke enkele jaren geleden nog niet met de auto door durfde rijden, kopen de „nieuwe rijken" ook zwarten vandaag opgeknapte huizen met uitzicht op de rivier voor 280.000 dollar. Ook enkele projectontwikkelaars beginnen plannen voor Harlem te ontwikkelen. De eigenaar van „Tavern on the-Green een van Newyorks meest exclusieve res taurants, gaat een nieuw restau rant plus andere attracties bouwen op de noordoost-punt van Central Park SgectaculM^ „Misschien dat het deze keer lukt om Harlem uit het slop te halen. Maar ik weet het niet. Harlem ligt bezaaid met dromen die nooit wer kelijkheid zijn geworden", waar schuwt Sylvia. „Voorlopig is er zelfs nog geen warenhuis bereid om in Harlem. een gemeenschap van 300 000 mensen, een filiaal te beginnen of te heropenen". We lopen terug naar de metro In de verte, achter de kale bomen van het winterse Central Park. verheft zich het Empire State Building bo ven de meest spectaculaire stud van het machtigste land ter wereld. Voor een stadsmens heeft Harlem een hemelse ligging Het kan buna niet anders of ook dit stuk van net eilandje dat Manhattan heet en met groter is dan Schiermonnikoog, zal eens weer zijn oorspronkelijke le vendigheid herwinnen. „Ik zie aan je ogen dat jij hier best zou willen wonen", zegt Sylvia bij het af scheid En op het bevestigende ant woord lacht ze terug. „AU right, maar dan alleen als je mij niet weg jaagt. Ik kan niet leven zonder Harlem, al zou Harlem zo dood blij ven als een pier". MARC DE KONINCK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 17