n
Boestring
choesels of
een sterren
restaurant
(•-V' - v:
..Vs- .-?K r5ii-'5;.'"*
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1985-
In augustus 1982 zorgde Mexico voor
grote opschudding in de
internationale financiële wereld, toen
het aankondigde dat het zijn
verplichtingen aan de westerse
banken niet meer kon nakomen. Ih de
problemen gekomen door de dalende
olie-inkomsten en de hoge rente in de
VS, eiste het land een betere regeling
voor de betaling van zijn buitenlandse
schuld. Het voorbeeld van Mexico
werd spoedig gevolgd door andere,
vooral Latijnsamerikaanse landen
zoals Brazilië, Venezuela en
Argentinië.
De schulden van alleen Latijns-
Amerika bedragen momenteel een
bedrag van meer dan 1.200 miljard
gulden. Maar ondanks de dreiging van
die enorme schuldenlast lijkt de druk
inmiddels wat van de ketel. De
afgelopen twee jaar is vaak
gespeculeerd over de ineenstorting
van het internationale geldstelsel en
een wereldwijde bankcrisis. Zover is
het niet gekomen. Integendeel, er
wordt momenteel naarstig gezocht
naar oplossingen voor de
schuldenproblemen en er is
onmiskenbaar uitzicht op herstel.
Over het ontstaan van de
schuldencrisis, de
verantwoordelijkheid van de landen
en die van de banken en over de
vooruitzichten voor het komende jaar
sprak een van onze verslaggevers met
dr. H. J. Witteveen, minister van
financiën in de kabinetten Marijnen
en De Jong. Van 1973 tot 1978 was hij
als directeur van het Internationale
Monetaire Fonds in Washington een
van de meest invloedrijke mensen in
de internationale financiële wereld.
Tegenwoordig is dr. Witteveen
adviseur van de raad van bestuur van
de AMRO-bank.
AMSTERDAM/DEN HAAG
Meewarig schudt de bank
employé het hoofd. Je ziet
hem denken: „Hoe kan ie
mand dat nu vragen? Een
nieuwe lening om de achter
stallige aflossing op een vorige
lening te kunnen betalen".
Vriendelijk maar resoluut
leidt' hij de cliënt naar de
deur. Hoe anders zou de ont
vangst zijn verlopen als de
cliënt niet zichzelf had verte
genwoordigd, maar een land.
Internationale, met name
Amerikaanse bankiers doen
411e mogelijke moeite om tot
een regeling te komen friet
vooral de Latijnsamerikaanse
landen, die niet meer in staat
zijn' hun financiële verplich
tingen na te komen.
Het meest recente voorbeeld is Ar
gentinië. In december van het vo
rig jaar werd een akkoord bereikt
lussen de Argentijnse regering en
de vertegenwoordigers van meer
dan 300 banken," die Argentinië
geld hebben geleend. Argentinië
heeft toegezegd zo snel mogelijk de
achterstallige rente te zullen beta
len. In ruil daarvoor worden de af
lossingen over 1984 en 1985, bij el
kaar een bedrag van meer dan 13
miljard dollar, opnieuw gefinan
cierd. Argentinië hoeft pas over en
kele jaren met aflossen te begin
nen.
In zijn kamer in het Amsterdamse
hoofdkwartier van de AMRO-
bank. met uitzicht over de Heren
gracht, moet dr. H. J. Witteveen
glimlachen over deze gesimpli
ficeerde vergelijking. „Een per
soon of een bedrijf kan failliet
gaan. Is dat eenmaal gebeurd, dan
kan een bank zijn vorderingen, ner
gens meer verhalen. Met een land
is daf anders. Een land kan econo
misch totaal aan de grond zitten.
Het kan weigeren verder rente en
aflossing te betalen. Maar een land
gaat nooit failliet. Een land blijft
altijd bestaan".
„Bovendien", zo betoogt dr. Witte
veen, „hebben zowel de banken als
de schuldenlanden er groot belang
bij, dat er een voor beide partijen
aanvaardbare oplossing wordt ge
vonden. „De landen hebben kre
dieten nodig om hun economieën
draaiend te houden. Als ze weige
ren verder aan hun verplichtingen
te voldoen, verliezen ze hun kre
dietwaardigheid. En heb je een
maal een slechte naam, dan kom je
daar niet snel meer vanaf. De ban
ken van hun kant hebben in he't
verleden enorme bedragen uitge
leend Die kunnen ze niet als ver
lies afschrijven, want dan komen
ze in ernstige moeilijkheden. De le
ningen hoeven echter ook niet op
stel en sprong te worden afbetaald.
De totale schuldenlast van de Der
de Wereld en het Oostblok samen
bedraagt zo'n 800 miljard dollar.
Latijns-Amerika neemt daarvan
het leeuwedeel voor zijn rekening,
zodat we ons voorlopig even tot dit
continent zullen beperken.
De basis van de ongecontroleerde
kredietstromen ligt in de jaren zes
tig en zeventig. De banken, opti
mistisch als zij waren over met
name de economische toekomst
van Latijns-Amerika, vlogen van
hot naar her om steeds weer nieu
we leningen aan te bieden. Zo kon
den zij de binnenstromende Arabi
sche oliedollars kwijt en in de Der
de Wereld wist men daar wel raad
mee.
De vraag dringt zich op, of de ban
ken hierdoor niet in belangrijke
mate medeverantwoordelijk zijn
voor de chaos van dit moment in
Zuid-Amerika? En of die banken
daarom een deel van de financiële
pijn zouden moeten dragen? Bedrij
ven die het heel slecht doen, is
doorgaans een kort leven bescho
ren. Maar toen vorig jaar Continen
tal Illinois, de zesde Amerikaanse
bank, in de problemen kwam,
schoot de regering-Reagan, die
doorgaans niets moet hebben van
overheidsingrijpen, de bank te
hulp.
Professor Witteveen erkent vol
mondig dat de banken fouten heb
ben gemaakt. „Ze hebben veel te
optimistische verwachtingen ge
had". Maar het over de kop laten
gaan van een grote bank vindt hij
toch geen geslaagde oplossing. „Als
dat gebeurt treft je niet alleen die
ene bank, maar de hele financiële
wereld. Dat kan rampzalige gevol
gen hebben. Overigens heeft Conti
nental Illinois wel de nodige scha
de ondervonden. De Amerikaanse
overheid heeft ingegrepen om de
spaartegoeden van de cliënten vei
lig te stellen. Maar de directie is
vervangen, de aandeelhouders heb
ben een zwaar verlies geleden en
de reputatie van de bank is ernstig
geschaad".
Generaals
Volgens sommigen is er nog een
(morele) reden waarom de banken
meer financiële risico's zouden
moeten lopen dan nu gebeurt.
Daarbij wordt gewezen op het feit
dat veel leningen indertijd zijn ver
strekt aan generaalsregimes. Intus
sen zijn in vrijwel alle Latijnsame
rikaanse landen de militairen naar
de kazerne teruggekeerd. Aan hun
opvolgers lieten zij zonder uitzon
dering een economische puinhoop
na. De burgerregeringen moeten
nu orde op zaken stellen. In de
meeste gevallen leidt dat tot ingrij
pende bezuinigingen, waarbij de
schadelijke gevolgen van het mili
taire wanbeheer uiteindelijk op de
burgerbevolking worden afgewen
teld.
Volgens dr. Witteveen kunnen de
banken zich niet door zulke morele
maatstaven laten leiden. „In het
huidige bestel is het niet mogelijk
dat banken een soort toezicht hou
den op wat regeringen van soeve
reine staten met de leningen doen.
Het is duidelijk dat veel geld slecht
is besteed. Sommige landen hebben
het geld uitgegeven aan grote, te
ambitieuze, maar niet goed in
's lands economie passende projec
ten. Een deel van de opbrengst is
soms opgegaan aan smeergeld en
corruptie. Maar voor de banken
gold en geldt de kredietwaardig
heid van een bepaald land. Een
bank kan niet als een morele arbi
ter gaan optreden. Het is voor een
bank onmogelijk onderscheid te
maken. Dan krijg je vragen als:
waarom wel lenen aan generaals in
Zuid-Amerika maar niet aan het
bewind in Polen? Ik geef toe, het is
soms onbevredigend, maar in het
huidige bestel is het nu eenmaal
niet anders. En wat die burgerrege
ringen betreft; zij kunnen niet zeg
gen dat zij de leningen van een vo
rig bewind niet erkennen. Er moet
een zekere continuïteit zijn in het
bestuur, anders verliest een land
zijn kredietwaardigheid".
Harde maatregelen
Waar de banken niet bereid zijn»
toezicht te houden op de besteding
van leningen, is dat bij uitstek het
werkterrein van het Internationale
Monetaire Fonds (IMF). Lidstaten
die bij het IMF aankloppen omdat
ze hun verplichtingen niet na kun
nen komen maar dringend nieuwe
kredieten nodig hebben, zullen
eerst intern orde op zaken moeten
stellen voordat zij in aanmerking
komen voor hulp. De banken zijn
tegenwoordig pas bereid nieuwe le
ningen te verstrekken, als het land
met het IMF een akkoord heeft be
reikt.
Het Fonds stelt daarbij harde voor
waarden. Tot ongenoegen van de
schuldenlanden, die de lasten van
de bezuinigingen doorgaans afwen
telen op de bevolking en het IMF
daarna tot zondebok bestempelen.
Volgens dr. Witteveen heeft het
IMF de voorbije jaren veel onte
rechte kritiek te verduren gekre
gen. „Ook als land kun je nu een
maal niet boven je stand leven. Wie
dat wel doet, .zal op een gegeven
moment moeten aanpassen. Ik geef
toe dat er vaak ingrijpende maatre
gelen nodig zijn. Maar het IMF
geeft doorgaans alleen in grote lij
nen aan wat er moet gebeuren:
verlaging van de overheidsuitga
ven en een beter sluitende begro
ting. Het IMF schrijft niét voor dat
de armsten in die landen de dupe
van de bezuinigingen moeten wor
den. Ik heb mij in het verleden
meer dan eens afgevraagd waarom
een land uitgerekend bezuinigde op
bijvoorbeeld de voedselsubsidies en
de gezondheidszorg, terwijl de mili
taire uitgaven ongemoeid werden
gelaten. Persoonlijk denk ik dat het
sommige regeringen wel goed uit
komt een instantie als het IMF als
voornaamste schuldige aan te wij
zen. Dan hebben ze een bliksemaf
leider. Maar laat ik voor alle duide
lijkheid dit zeggen: er bestaat geen
pijnloze manier van economische
aanpassing".
Zonnige toekomst
Ongeveer een jaar geleden warer
de economische vooruitzichten v-
de schuldenlanden nog buitenge
woon somber. Er werd gesproker,
over de tijdbom van de schulden
last, die elk moment af kon gaan.
Zo leidde één procent renteverho
ging in VS ertoe, dat Argentinië,
Mexico en Brazilië twee miljard
dollar meer aan rente moesten
gaan betalen.
Latijns-Amerika is nog steeds het
zorgenkindje van de financiële we
reld. Maar de sterke opleving van
de Amerikaanse economie, de dure
dollar en de daling van de rente in
de VS hebben een aantal schulden
landen bepaald geen windeieren
gelegd.
In Brazilië, Argentinië, Venezuela
en Mexico is de export, vooral naar
de Verenigde Staten, explosief ge
stegen, waardoor de tekorten op de
betalingsbalans zijn verminderd en
de financiële reserves wat gegroeid.
Deze ontwikkelingen vormen, sa
men met de voortdurende bezuini
gingen, de basis van het econo
misch herstel.
De bezuinigingen van de afgelopen
jaren hebben echter een hoge tol
geëist, vooral op sociaal gebied.
Werkloosheid en armoede zijn tot
ongekende hoogte gestegen. Het zal
veel deskundigheid vergen van de
burgerregeringen om in deze woe
lige omstandigheden het hoofd koel
te houden en te blijven werken aan
dat economisch herstel. Deson
danks zien de economen de toe
komst van de grote Latijnsameri
kaanse landen hoopvol tegemoet.
Datzelfde geldt in grote lijnen voor
de schuldenlanden in Azië, die
voornamelijk op eigen kracht uit
het economische dal klimmen. Er is
echter een groep landen die geheel
buiten de prijzen lijkt te vallen. Da'
zijn de straatarme landen, vooral in
Afrika. Volgens dr. Witteveen zul
len deze landen, die voor de com
merciële banken niet interessant
zijn, ook op langere termijn aange
wezen blijven op de ontwikkelings-
Dr. Witteveen is vanzelfspreken
ingenomen met de hoopvolle vei
'achtingen voor Latijns-Amerik;
,'an fundamentele oplossingen j
echter geen sprake. De onderharj
delingen per land verminderen o
korte termijn de spanningen. Maa
de oplossing van de echte proble
men wordt op de lange termijn ge
schoven. De betalingsvoorwaarde
zijn versoepeld, maar de total
schuld wordt daar geen dollar min
der door. Op een gegeven momen
zullen de landen hun schulde
moeten aflossen. Of ze dat kunnei
blijft tot op het moment van beta
ling de vraag.
Bepalend voor het antwoord daan
op is of de huidige opgaande lijf
kan worden doorgetrokken. En dj
hangt volgens dr. Witteveen wed
in hoge mate af van het econt
misch herstel in de westerse w<
reld.
„Het is van het grootste belang dl
de Verenigde Staten ernst make
met het verminderen van het bl
grotingstekort. Slaagt men daj
niet in, dan zal de roep om protel
tionistische maatregelen in de V
nog sterker worden. Met alle nad<
lige gevolgen voor de wereldecon<
mie van dien. Lukt het wel om d;
tekort te verminderen, dan zullej j
rente en dollar gaan dalen. Daal
door zullen de exportmogelijkhj 1
den naar de VS wellicht wat afnj
men. Naar mijn mening dienen o
dat moment West-Duitsland en Ji 1
pan de rol van Amerika gedeelti j
lijk over te nemen. Hun economi!
ën zijn sterk genoeg voor het voi
ren van een op expansie gericht bi
leid. Alleen de politieke bereidhe:
daartoe ontbreekt nog". Ook Ni
derland kan daarbij volgens Wittj
veen een (bescheiden) rol spele|
wanneer de regering doorgaat ml
structurele bezuinigingen en tegi
lijkertijd de belastingen verlaagt.
Vooruitkijken
Verder vooruitkijkend maakt
voormalige IMF-directeur zich ecl
ter alweer zorgen. „Als het inde
daad over de hele linie beter gae
moet voorkomen worden dat c
banken opnieuw onverantwooi
grote leningen ter beschikkir-
gaan stellen. Zo'n explosieve ui
breiding van de kredietverstrel
king zoals we die hebben meegi
maakt, mag niet weer voorkomen
Witteveen is een groot voorstand» Ja
van een belangrijkere rol voor c ve
Wereldbank, die leningen verstrel lo'
voor specifieke projecten Die ze
ten meer zoden aan de dijk
De meeste westerse landen lijke D'
Witteveens pleidooi voor een beti sti
re controle op de international
kredietverlening (nog) niet te wi Bc
len volgen. „Toch zouden de eer de
trale banken tot internationale a ke
spraken moeten komen. En als Pr
zien dat de kredietverlening wet z't
uit de hand gaat lopen zeggen: Vu G<
tot hier, en niet verder". lai
JOS TIMMER l'jl
g»'
BRUSSEL De Brusselaar is een
smulpaap. Die liefde van Brusse
laars voor lekker eten is als een be
smettelijke ziekte, die ook de bui
tenlander. die in Brussel woont,
Ofntast. Ook onder die buitenlan
ders is niet het weer, maar de eet
gelegenheid het voornaamste on
derwerp van gesprek. Wie met een
nieuw adresje up de proppen komt,
kan er zeker van zijn dat de toe
hoorders als bezetenen hun agenda
trekken om de nieuwe gelegenheid
tot lekkerbekken te noteren. Bo
vendien is het zo, dat geen enkele
afspraak gemaakt kan worden als
daar geen hap bij gegeten wordt.
.Stappen betekent hier niet achter
de dames en de drank aan gaan,
maar de schreden wenden naar een
mooie eetwinkel. De andere vorm
van stappen, die zo vaak de droom
is van de man, die er ook eens uit
mag van zijn baas, is natuurlijk in
Brussel te verwezenlijken, maar
niet echt 'aan te raden. De tenten
en wijken, waarin men meent dat
soort plezier te ontmoeten, zijn
meestal van een dusdanige groeze
ligheid, dat wellicht alleen een zeer
ernstige vorm van dronkenschap
de noodzakelijke romantische ge
dachten oplevert De cafés, waar
van er vele een bezoek waard zijn
vanwege hun vaak Jugendstilach
tige inrichting, zijn meestal niet
echt gezellig. Dat ligt vaak aan de
wijze, waarop de wat schreeuweri
ge. door bier overmande stamgast
de buitenstaander als indringer be
schouwt. Een gezellige babbel aan
de toog, desnoods over de voetbal
club Anderlecht of de veldrijder
Liboton, is er dan ook meestal niet
bij
Terug dus naar de geneugte, waar
bij we echt aan onze trekken ko
men, he't eten.
De Brusselaar staat bekend als kie
ken fretter en dat moet nog stam
men uit de tijd dat een kip niet uit
de diepvries stamde. Dat hij voorts
zijn maal zou doen met frieten,
boestring (haring), karikollen (slak
ken) en mosterdpikkels is onzin,
hoewel geen volksfeest zonder deze
traditionele happen kans op slagen
heeft. Bloedpensen, witte en zwarte
worsten, behoren ook tot de een
voudige kost. evenals choesels. een
geheim gerecht dat bereid wordt
van alvleesklier of van iets dat de
stier wel en de koe niet heeft. En
er is niemand, die daar het ant
woord op durft te geven.
Maar als we dit wat volkse voedsel
als zijnde te veel gericht op het stil
len van de honger en wat minder
op het strelen van de papillen als
eigenaardigheid genoteerd hebben,
kunnen we overgaan tot het noe
men van andere spijzen. Zoals ko
nijn met pruim, wat vooral in het
jachtseizoen zelden op de kaart van
een echt Brussels smulhuis ont
breekt. Of hesp met geus, waarvan
de hesp (ham) gedurende een paar
weken wordt gerookt om daarna in
het bier te mogen sudderen. Ge
woonlijk krijgt men er een gekruid
sausje bij. Dezelfde geus dient in
Brussel ook om kalkoen of rund
vlees een specifieke smaak mee te
geven. Natuurlijk behoort Brussels
lof, wat hier simpel loof of witloof
heet, tot de specialiteiten, waarop
iedere kok zijn eigen stempel
drukt.
Wat voor de Brusselaar zo nu en
dan een omweg waard is, is een bo
terham met platte kaas, waarvoor
de restaurants in de zuidoostelijke
gemeenten van oudsher het ser-,
veerrecht opgeëist lijken te hebben.
In vroeger tijden ging men te paard
vanuit het centrum van Brussel
naar Jezus-Eik om eerst de kerk te
bezoeken, om vervolgens zich te
tir
goed te doen aan de (bruine, grol
boterham met platte kaas (kwar\
versierd met radijsjes en onverbr ZQ
kelijk verbonden met een gi De
kriek (kersenbier). j „e
Platte kaas zoek je echter verged je|
in de drie restaurants met drie ill „e
chelin-sterren, de negen twee-ste mi
ren- restaurants en de vijftien cje
ster-restaurants, die Brussel rijk „j,
Tussen de sterrenrestaurants en j on
gelegenheden waar men choesels
boestring serveert, bevinden ti\ WJ
zoveel goede eetgelegenheden, q „r
het soms ondoenlijk is een keus fc
bepalen en ik dus ook gretig «4 Va
mijn agenda graai als iemand wo
„een mooi adresje" heeft. i
AAD JONGBLOq