Muziek hoort bij een evenwichtige ontwikkeling Shakespeare of The A-team? De bagage van ZATERDAG 19 JANUARI 1965 VAKLEERKRACHT BASISSCHOOL ANNEKESTEEGH: een tip (Erasmi kinderverse wijsgeer Plato mening dat het prettfe in drie gelijke jneie moest worden op- lende ld. Eén zou gewijd ngen bn zijn aan het ver- ie ^jlijke, één aan het ,LVÖIijke en één aan het è'n lelijke. Alleen dan n kinderen tot even- ie mensen kunnen ien. In Nederland >oï"juiö die filosofie nooit i de kit aanhang van bete- at ze b gekregen. Het ver- ^'ijke gedeelte van f/op jest wordt als veruit ten Kii belangrijkste be- in éénwd en daarop ligt ien beiok de nadruk in het bevov/jjs. Jinnen naar di leerlirBrwaarlozing van het atie mijjke aspect in de ont- irettig^ng van een kind uit zich 'erlmgimeer jn <je waarde die °.ren hooi aan muziek wordt 'rij gcx gehecht. Het is wel verplicht dit vak op het lesrooster te zetten, maar er zijn verder geen richtlijnen voor basis scholen. Zo is het mogelijk dat de inspecteur van het onder wijs het goedkeurt als voor muziek maar tien minuten per week wordt ingeruimd. In het gunstigste geval wordt het vak echter per week twee keer een half uur onderwezen. Meestal wordt het gegeven door een „gewone" onderwij zer, die daarbij soms wordt begeleid door een consulent. Een consulent is iemand die op het conservatorium de specialisatie AMV (Algemene Muzikale Vorming) heeft ge daan. Hij of zij instrueert dan een team leraren van een school en meestal zelfs van meerdere scholen tegelijk. Er zijn echter ook scholen waar muziek wordt gegeven door een vakleerkracht, iemand die speciaal voor dit vak is aange trokken. Zo'n vakleerkracht kan iemand zijn die op de Pe dagogische Academie de spe cialisatie muziek heeft gedaan, maar hoeft niet per definitie ook het conservatorium te hebben gevolgd. Somber verhaal Anneke Steegh is een vakleer kracht. Ze woont in De Lier, is pianolerares en geeft inmid dels vijftien jaar muziekles op enkele basisscholen in Maas sluis. Ze heeft een somber verhaal, zegt ze, al mag ze zelf niet klagen. Ook al worden er af en toe leerlingen tijdens haar lessen weggeplukt, om dat ze dan mooi even een an der vak kunnen bijspijkeren. Haar algemene klacht: „Mu ziek wordt nu eenmaal niet zo serieus genomen in de ontwik keling van een kind, want het is niet zo tastbaar, hó". Een bijna traumatische erva ring voor haar was een be zoek aan een model-basis school in Spijkenisse. Alle maal heel officieel, inclusief een inspecteur van het onder wijs. Ze was benieuwd hoe daar muziek werd aangepakt. „Toen ik ernaar vroeg, werd het hoofd van die school heel zenuwachtig. „Ja, ja, eh, daar moeten we nog eens over denken", zei hij. En die school draaide al zeven jaar, als pa radepaardje! Ze weten ge woon niet wat ze met muziek aan moeten". Zelf probeert ze haar lessen zo in te delen, dat er een evenwicht is tussen kennis op doen, naar muziek luisteren, lekker bezig' zijn en kabaal maken. Tamelijk vrijblijvend, maar met toenemende druk in de vijfde en zesde klas, die ze evenals de brugklassen in het voortgezet onderwijs als moei lijkste categorie typeert. Het doel blijft evenwel hetzelfde: de muzikale aanleg, die bij ie der kind verschilt, aan te wak keren en te ontwikkelen. Rekenknobbel „Een lagere school moet toch proberen het hele spectrum dat in een mens zit, te ontwik kelen. Net zo min als je tegen een kind mag zeggen: jij hebt een rekenknobbel, daar gaan we aan werken en laat de rest maar zitten, mag je zeggen: van muziek hoef je niets te weten. Kinderen ontwikkelen bij muziek heel veel mogelijk heden. Ze hebben zuwel hun hersens nodig als hun oren waarmee ze moeten leren luis teren. Ze moeten zich concen treren, ze kunnen zich lekker losgooien als je, wat ik ook doe, eens lekker aan het zin gen bent of met bewegingsex pressie bezig bent of met volksdansen. Dat vlak is heel breed, maar er zit wel degelijk een heel stuk vorming In dat kan bijdragen tot hun hele ontwikkeling. Maar dat wordt erg weinig gezien". Er zijn geen normen waaraan kinderen moeten voldoen als ze van school afkomen, maar desondanks zijn er ooit wel leermethoden ontwikkeld. Ie dere leerkracht is vrij daarmee te doen wat hij of zij wil. An neke Steegh bijvoorbeeld combineert in haar lessen twee methoden, de zoge naamde Van Hauwe-methode en de Geerlings-methode. Van Hauwe heeft volgens haar een uitstekende opbouw, maar is in zijn geheel te vergaand. Kinderen leren bij deze me thode noten lezen en schrij ven. met behulp van muziek schriften en Orff-instrumen- ten. Volgens haar is deze me thode van lesgeven alleen haalbaar als de kinderen da gelijks muziekles hebben, om dat ze anders elk half uur al leen maar zitten te schrijven. Het voordeel van de combina tie met de Geerels-methode is dat daarbij het lesmateriaal is geënt op liedjes die de kinde ren al kennen. Daardoor wordt volgens haar de samen hang tussen theorie en prak tijk veel duidelijker. Bij alle- twee de methoden wordt ove rigens niet het absolute noten systeem c-d-e-f-g-a-b-c ge hanteerd. maar het relatieve systeem, do-re-mi-fa-sol-la-ti- do. „Zodra ze daar benul van hebben, kunnen ze het later makkelijk overzetten. Het gaat namelijk om het leren van de structuur, het kunnen toon- treffen, en dat gaat nu een maal het best met het relatie ve systeem". Commercie Afgezien van alle andere ne gatieve krachten, noemt An neke Steegh de commercie een notoire sta-in-de-weg voor het huidige muziekonder wijs. „Neem nou Vanessa. Een leuke meid, daar niet van, maar ze kan écht niet zingen. Toch wordt ze gebombar deerd tot zangeres. Voor kin deren is dat dan het voor beeld: je hoeft niet te kunnen zingen om toch iets te kunnen bereiken met zingen. Het geldt voor de hele commercië le popmuziek, met nadruk op commerciële. Alle kinderen kijken naar tv-programma's als Toppop en horen die mu ziek die allemaal op één en dezelfde dreun wordt geschre ven. Daardoor denken ze dat dét muziek is. Probeer daar als muziekleerkracht maar eens tegenin te gaan". Als dat lukt, moeten de kinde ren na zes jaar gevoel hebben voor maat, toonhoogte en rit me. Het begin voor een moge lijke verdere ontwikkeling, al blijft het wat magertjes verge leken met kinderen in Japan of vele Oostbloklanden Hongarije vooral. Daar Is het de gewoonste zaak dat kinde ren klassikaal piano of viool leren spelen. Daarbij heeft steeds één leerling les voor de klas, terwijl de overige leerlin gen er de hele ochtend of middag rustig bij zitten. „Wij kijken wat vreemd tegen die vorm van onderwijs aan en vooral tegen die vorm van dis cipline". zegt Anneke Steegh. „Ik vind het ook niet Ideaal, dat klassikale, maar daarente gen vind ik wel dat we in Ne derland te veel zijn doorgesla gen naar de andere kant, naar het vrijheid-blijheid-onder- wijs". DICK HOFLAND in de innert zich niet zijn schooltas? Vaak was canvas vervaardigd lorwerp, dat ten min- .'St meegaan tot en met 1e klas van de lagere Bij de overgang naar lbs of gymnasium werd vaak als beloning bij -igen voor het toelatings- Ai een echt leren in- htas aangeschaft, com- 3Tfriet voorvakken, grote jen en bij de duurdere [laren zelfs nog met een het gesp. En deze tas nemfhet tot het einde van de leeftijd uithouden. Dat nijn nfk wel, met die kwaliteit >pt wfoeger. In de tas zaten een «toolboeken vakkun- niet Ihuld in roodbruin kaft- en niet te vergeten teraal' van stof °f kunstleer. aanfhri,ten met opgeplakt i met waren onveranderlijk al was er een enkele rear Reveling die al een of n van felgekleurde schriften qepaiff een spiraalrug (waar- "•spreP boven- en onderkant (je |j loslieten). Uniformiteit, aqpaildoor de school opge- idereifierde hoogtij. ^e°ïl>ok hier sloeg de demo- trjcofrin9 langzaam maar ze- -liived6- Een enkeling durfde Jit'ni/n het roodbruine kaft- roon 1 'n de kast te laten en n v«/eken ,e voorzien van iwenïet te') fleur,9 behange- zich i rin9banden deden hun als! en de balpen begon njeln zegetocht. Het groene ,m u verdween, maar de. -rhrJtas bleef. Hij Is er nog zo tor al heeft-ie een flink KOOI stuk van zijn autoriteit moeten inleveren. De kantoorboekhandel had ja renlang het monopolie van de levering van potloden, pen nen, schriften en boeken, kortom van „schoolbehoef- ten". Een woord dat associa ties oproept met muffe klaslo kalen. strenge meesters en pinnige juffrouwen. Dat mo nopolie is langzamerhand doorbroken door de grote wa renhuizen. Die ruimen voor het begin van het nieuwe school jaar aanzienlijke aantallen vierkante meters verkoop ruimte in en sieren die met de naam „Schoolland" of „Schoolcampus". Daar kan de scholier dan grasduinen tus sen massa's gummetjes, mul- to-mappen, schriften en agen da's. En niet te vergeten: schooltassen. Maar „aktetas sen" van vroeger hebben veelal plaats gemaakt voor „boekvervoermiddelen" in een eigentijdse vormgeving en In eigentijdse kleuren. Bij de kleinere scholieren blijkt voor al de „ransel" erg in trek te zijn. Prettig, als je bij het spe len je handen vrij kunt hou den. Een belangrijk attribuut, dat In geen enkele schooltas ont breekt, zelfs al is die school tas een plastic draagtas van de groenteboer, is de agenda. Vroeger werd. zeker op de middelbare school, één unifor me agenda voorgeschreven. Vaak was dat de oude ver trouwde Ryam-agenda, die nu al zo'n tien jaar uit de klas Is verdwenen. Dat heeft spijker broekenfabrikant Lois op zijn geweten, die in die jaren de agenda voorzag van een om slag van spijkergoed en ook het „binnenwerk" een moder ner aanzien gaf. Dat idee werd door andere fabrikanten spoorslags gevolgd. Wie nu op zo'n schoolland rondneust, ziet daar niet één, maar tien tallen soorten agenda's liggen: popagenda's, sportagenda's, strip-agenda's (Jan, Jans en de Kinderen blijkt zeer gewild te zijn), speciale jongens- en meisjesagenda's en voor de bewust levende (of dwarslig gende) middelbare scholier: de alternatieve agenda. Het Is bijna ongelooflijk, maar tal van scholieren trekken er aan het begin van het school jaar een hele dag voor uit om hun „garderobe" aan te vullen of te vernieuwen. Bij de grote warenhuizen kijken de ver koopsters allang niet meer verbaasd op, als de kassabon dan een bedrag boven de honderd gulden aanwijst. Bart Spoorenberg is met col lega Cecile Vroom bij De Bij enkorf verantwoordelijk voor de inkoop van schoolbeno- digdheden. Hij blijkt het een spannende baan te vinden, vooral omdat je de tijd vóór moet zijn. „We hebben nu een groot deel van de collectie voor het komend schooljaar al binnen. Aan de ene kant ge vaarlijk, want als er ineens een of andere artiest door breekt of verdwijnt, ga je de mist in". De jeugd Is volgens Spooren berg zeer modegevoelig. „Met de stijl van het lopende schooljaar, soft-punk, hoef je het nieuwe schooljaar niet aan te komen. De zoete kleuren van de zogeheten air-brush- stijl, die vorige jaren de attri buten sierden, komen defini tief niet meer terug. Het zwart/wit zal nog wel een tijd je blijven. Maar die modege voeligheid van de jeugd houdt ook in dat ze gemakkelijk te beïnvloeden is. Heel belang rijk is daarbij de rol van de te levisie". „Tja, hoe onderken je een trend. Videoclips kijken op Sky Channel is erg belangrijk. De attributen die daarbij in beeld komen, zijn vaak de voorboden van een nieuwe trend. Belangrijk is ook disco theken bezoeken, waar altijd wel een aantal mensen rond loopt dat zijn tijd vooruit is. Als je dat weet aan te voelen, weet te onderkennen, zit je goed". Volgens Spoorenberg heeft de tegenwoordige jeugd een hang naar het exclusieve. En is ze bereid voor die exclusivi teit te betalen óók. „De jon gens en meisjes willen zich onderscheiden van de rest van de klas. Ze willen met die exclusiviteit laten zien: kijk eens hoe creatief ik ben". Wie als ouder(e) op een schoolplein rondkijkt. zal Spoorenbergs uitspraak dan ook moeten beamen. De grote grijze massa schoolkinderen van vroeger bestaat niet meer. De klassen zijn fleurige verzamelingen van Individuen geworden. LEO VAN DER MEEL Het allereerste zinnetje uit het allereerste lesje uit het aller eerste leerboek Engels luidde destijds: ,.l go home". Toch waren er jaren later nog leer lingen die de onvergeeflijke fout maakten te zeggen: „I go to home". Als dat al gebeur de, hoe moet het dan de on derwijzers van nu vergaan, die per 1 augustus volgend jaar hun leerlingen op de basis school verplicht Engels moe ten bijbrengen? Zij zijn op de kweekscholen, pardon pabo's, grootgebracht met Shake speare, Dickens en Thackeray. De jeugd van tegenwoordig leert spelenderwijs Engels via pop-programma's, the A-team en andere tv-series. Dat laatste is een van de re denen waarom staatssecreta ris G. van Leijenhorst (Onder wijs) de lessen Engels op de basisschool verplicht stelde, zij het alleen voor de twee laatste klassen: „Inspelen op de belevingswereld van de kinderen". Het is volgens hem niet de bedoeling dat de kin deren worden lastig gevallen met „irregular verbs" en an dere grammaticale struikel blokken. Van Leijenhorst vindt dat door de lessen Engels mits goed gegeven natuurlijk de interesse van de leerlin gen voor vreemde talen wordt gewekt en dat de overgang naar het voortgezet onderwijs daardoor gemakkelijker wordt. Omdat er straks op elke ba sisschool ten minste twee leerkrachten moeten zijn die Engels kunnen geven, worden momenteel op de diverse pe dagogische academies onder wijzers en onderwijzeressen door middel van applicatiecur sussen bijgespijkerd. De meesten van hen kennen en spreken redelijk Engels; het voornaamste doel van de cur sus is dan ook hun te leren die kennis op een pedagogisch verantwoorde en voor de kin deren aantrekkelijke manier over te brengen. Dus niet be ginnen met het eerste zinnetje uit het eerste lesje van het eerste boekje Een van de „pakketten" En- 'gels voor het basisonderwijs is samengesteld door de Stichting Leerplan Ontwikke ling in Enschede. Men heeft zich daarbij strikt gehouden aan de richtlijnen van Van Leijenhorst: geen moeilijke za ken. „De kinderen moeten zich In het buitenland ver staanbaar kunnen maken, een „communicatieve" benadering dus". En deze benadering le ren de onderwijzers en onder wijzeressen op de applicatie cursus. Frans de Bok is onderwijzer aan een lagere school in Rot terdam en heeft de cursus met veel plezier gevolgd. „Ik heb met Engels geen moeite, met spreken niet en met schrijven niet. Maar er waren collega's het is haast on voorstelbaar die er sinds hun pabo-tijd niets meer aan hadden gedaan". Onderwijzers weer in de schoolbanken Frans vond de cursus een bij zonder leuke ervaring. „Het meest hebben we gelachen bij de lessen uitspraak. Eigenlijk is het onvoorstelbaar hoe wei nig mensen de beruchte „th" goed kunnen uitspreken. Het lidwoord „the" wordt steevast „ze". Thank you wordt: Zenk joe. Het is merkwaardig dat de collega's pas van hun uit spraak schrikken als ze zich zelf op de band terughoren. Niet iedereen hoeft „high Ox- ford"-Engels te spreken, maar een redelijk aanvaardbare uit spraak mag Je toch wel ver wachten. Er blijken echter hele volksstammen te zijn die het nooit leren. Kijk maar naar Luns. Die man heeft een En gelse woordenschat waar je akelig van wordt, maar zijn uitspraak is abominabel: „Ze Nezzerlends" en zo". Frans de Bok heelt op de cur sus ook geleerd hoe je een leerling op bijvoorbeeld uit- spraakfouten moet wijzen. Maar als de uitspraak van de leerkracht nou ook mot je dat is? Frans: „Goed luisteren naar jezelf (op de band) en naar anderen. Geregeld de BBC aanzetten kan ook zeer leerzaam zijn". Frans heeft ervaren dat de kinderen vooral Amerikaans Engels spreken „Dat komt door al die Amerikaanse se ries. Maar moet je dat nou gaan afleren? Je kunt er wat aan schaven natuurlijk, maar is het zo erg als er wat Ameri kaanse klanken doorheen dar telen? Het kind moet zich ver staanbaar kunnen maken, daar gaat het om. Als ik straks Engels ga geven, ben ik van plan BBC-nieuwsuitzen- dingen op de band te zetten en die in de klas af te draaien. Als je die van tevoren vertaalt, of ten minste zegt waarover het betreffende Item handelt, kunnen de kinderen als ze wat gevorderd zijn er heel wat van opsteken Ze vinden het een sport woorden en zin nen te herkennen". De aanstaande basisdocenten Engels wordt op de applicatie- cursus geleerd de vreemde taal spelenderwijs aan te bie den: spelletjes en popsongs. „Die laatste bestaan vaak urt gemakkelijke, om niet ta zeg gen simpele zinnen. Wat is er leuker voor zo'n kind dan pre cies te kunnen horen waar de song over gaat?" De nascholingscursus wordt niet afgesloten met een exa men De deel nemers/sters krijgen een certificaat Frans: „Dat kun je maar beter heb ben. Wat denk je dat een schoolbestuur bij een sollicita tie doet. als het de keuze heeft tussen iemand die wei en iemand die geen certificaat heeft? Nou dan". Bij de sectie Engels van de Vereniging van leraren leven de talen is men overigens be vreesd dat de invoering van Engels op de basisschool zal leiden tot vermindering van de uren Engels in het voortgezet onderwijs. Een van de moge lijkheden tot bezuinigen LEO VAN DER MEEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 27